Base description which applies to whole site

17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Algemene doelstelling

Groen onderwijs van hoge kwaliteit. Hierbij streeft het Ministerie van Economische Zaken (EZ) naar:

  • Voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

  • Vergroten van de kennisverspreiding en -benutting voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

Hiermee draagt groen onderwijs bij aan de doelstellingen van de artikelen 16 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens) en 18 (Natuur en regio).

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZ is verantwoordelijk voor:

Voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

Stimuleren

  • Stimuleren van een hoog kwaliteitsniveau van onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • Stimuleren van voorwaarden om te voldoen aan de vervangingsvraag en de transitie naar een groene economie. Afspraken maken met instellingen over bevorderen doorstroom, verminderen aantal voortijdige schoolverlaters, leven lang leren door om- her- en bijscholing, versterken doorlopende leerlijnen binnen de groene beroepskolom, bevorderen van cross-overs met het overig beroepsonderwijs en vakinhoudelijke vernieuwing van het groen onderwijs.

  • Stimuleren, in overleg met de instellingen, van ondernemerschap en internationalisering waardoor leerlingen/studenten na afronding van hun opleiding een basis hebben voor de start van een eigen bedrijf in het groene domein.

Regisseren

  • Met de instellingen en het bedrijfsleven zorgdragen voor het versterken van gekwalificeerde functies binnen het domein voedsel, natuur en leefomgeving door het groen (voorbereidend) beroepsonderwijs en van de kennisverspreiding binnen de groene kennisinfrastructuur.

Financieren

  • De groene instellingen functioneren binnen het wettelijk stelsel dat voor het gehele onderwijs geldt.

Kennisverspreiding en -benutting voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte (natuur en groene leefomgeving), onder meer door actieve inzet van het groen onderwijs om beleidsdoelen te realiseren.

Stimuleren

  • Stimuleren van vraaggestuurde landelijke Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) voor het MBO en Centers of Expertise (CoE) voor het HBO op een achttal expertisethema’s: Biobased Economy, Greenports, Agrodier, Food, Open teelten, Natuur en groene Leefomgeving, Agri&Food en Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. Daarbij worden verbindingen gemaakt tussen regionaal opererende organisaties en wordt landelijke afstemming gezocht tussen onderwijs, regionaal Midden- en Kleinbedrijf (MKB), maatschappelijke organisaties en lagere overheden (stimuleren van de gouden driehoek in de groene sector). Belangrijke speerpunten zijn het opleiden van talent dat aansluit bij de innovatieopgaven van ondernemers, zwaartepuntvorming onderwijs en onderzoek, stimuleren van ondernemerschap en excellent praktijkgericht onderzoek samen met bedrijfsleven.

  • Stimuleren van het innovatief vermogen van het MKB door het instrument van groene plus lectoraten in het groene Hoger beroepsonderwijs meer vraaggestuurd in te zetten voor kennisvragen vanuit het MKB.

  • Stimuleren van activiteiten gericht op het verspreiden, doorstromen en benutten van kennis voor doelgroepen die deelnemen aan de Nederlandse samenleving.

  • Stimuleren van educatieve activiteiten (gericht op sociale innovatie) voor een groene economie (onder andere via het programma DuurzaamDoor in het onderwijs, bij en met andere overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties, zowel landelijk als op regionaal niveau).

Beleidsconclusies

Onderstaande beleidsconclusies geven de belangrijkste resultaten van het beleid weer in 2016.

  • Rapport Groen onderwijs in beweging

    In 2016 is het rapport Groen onderwijs in beweging aangeboden aan de Tweede Kamer (door motie Van Meenen2. Het rapport bevat de uitkomsten van het interdepartementale onderzoek naar voorwaarden waaraan voldaan moet worden om de verworvenheden en kwaliteiten van het groen onderwijs bij een overheveling naar OCW te behouden, en om kansen te verzilveren.

  • Ontwikkelagenda groen onderwijs

    In 2016 is de Ontwikkelagenda Groen onderwijs (2016–2025) ondertekend. Met deze gezamenlijke agenda investeren groen onderwijs, bedrijfsleven en Ministerie van EZ in een vitaal onderwijssysteem voor een krachtige groene sector. Belangrijke onderwerpen uit de strategische en sectorplannen van de onderwijsinstellingen, zoals het vergroten van de instroom, onderlinge samenwerking, optimalisering van de aansluiting op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van crossovers met andere disciplines worden met deze agenda opgepakt.

    Doelstelling is met het groen onderwijs internationaal voorloper te blijven in het oplossen van grote mondiale en regionale vraagstukken op het gebied van voeding, duurzaamheid en leefbaarheid.

  • Kennisverspreiding, kennisbenutting en kennisdoorstroming

    Budgetten voor Wageningen UR Knowledge Share (WURKS), Ontwikkelcentrum (OC), Onderwijs Vernieuwingsprogramma (OVP) en Groen KennisNET (GKN) zijn in 2016 niet meer beschikbaar gesteld (vervallen groene plus). Ook de Meerjaren Investeringsprogramma’s (MIP’s) waren gekoppeld aan de groene plus.

    Samenwerking met bedrijfsleven: Groene Centra voor Innovatief Vakmanschap, Centres of Expertise, groene pluslectoraten

    Conform de afspraken in de Strategische agenda HO, Rijksnatuurvisie Natuurlijk verder 2014, topsectoren Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en de bestuurlijke afspraken in het kader van de sectorplannen HAO en AOC, zijn Groene Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV’s) en Centres of Expertise (CoE’s) ingericht op de thema’s Agro, Food, T&U/Greenports, Biobased Economy, Open teelten en Agrodier. Het nieuwe Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving staat in het programma het urbane (stedelijke) en het rurale (landschappelijke/plattelands)gebied centraal.

    Met de groene plus lectoraten is in 2016 geïnvesteerd in de kwaliteit en actualiteit van het curriculum van het groene HBO.

  • VMBO en doorlopende leerlijnen

    In 2016 is het nieuwe examenprogramma voor het profiel Groen vastgesteld. Per 1 oktober 2016 hebben 40 AOC-locaties en 26 afdelingen van scholengemeenschappen leerlingen ingeschreven op het nieuwe profiel Groen. Met het nieuwe profiel Groen en de keuzedelen kan een betere aansluiting tot stand worden gebracht op het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) en de regionale arbeidsmarkt.

    Op zeven locaties met profiel groen zijn doorlopende leerlijnen VMBO-MBO vormgegeven met het concept Groen Lyceum. Dit gebeurt binnen de voorwaarden die gelden voor de experimenten doorlopende leerlijnen. De deelnemende scholen beogen met deze doorlopende leerlijn een verkorting van één jaar te behalen en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.

  • Groen MBO

    In het groen MBO is in het schooljaar 2015–2016 de nieuwe kwalificatiestructuur ingevoerd. In de nieuwe kwalificatiestructuur is veel aandacht besteed aan het borgen van wettelijke beroepsvereisten vanuit wetgeving van EZ. Deze zijn veelal ondergebracht in herkenbare onderdelen van kwalificaties waaraan een certificaat kan worden verbonden.

  • Internationaal

    EZ heeft in 2016 samen met OCW een pilot gestart rond de versoepeling van het toelatingsbeleid voor deelnemers van buiten de EU/EER op MBO-4-niveau. De noodzaak van het verruimen van inkomende mobiliteit is, met name in het groene mbo onderwijs, hoog. In samenwerking met de Ministeries OCW, VenJ en VWS en de koepelorganisaties MBO-Raad, de AOC Raad en de NRTO, zijn een Gedragscode en een reglement opgesteld.

    In het Borderless Network ligt de focus op internationale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (triple helix) in de T&U en A&F sector. De groene kennisinstellingen zijn primaire drager van dit netwerk. In 2016 is gewerkt aan de verdere invulling van de vier landentafels (China, India, Myanmar en Oost-Zuid-Afrika) gericht op de internationale positionering van het Nederlandse groene onderwijs (in samenwerking met sectorteams). In mei 2016 vond de eerste gecombineerde «handelskennismissie» plaats naar Ethiopië (dairy sector). Eind november 2016 vond er een tweede handelskennismissie plaats naar Indonesië. (MoU Vocational Education and Training, with a pilot in agricultural cooperation). Ook is het project e-learning opgezet waarbij er gewerkt wordt aan het digitaal beschikbaar maken van de Nederlandse kennis. Groene kennis en technologie vormen verder een belangrijke pijler van de Beleidsbrief Toekomstbestendige Agrofood export. In 2016 is een start gemaakt met de concrete invulling van dit beleid.

  • DuurzaamDoor

    In 2016 zijn landelijk en regionaal circa 70 projecten gestart op de dossiers groen en de stad, energie, klimaat, afval, integrale gebiedsontwikkeling, water, productie en consumptie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een reeks van 54 afsluitende symposia, studiedagen en bijeenkomsten is georganiseerd en er zijn publicaties op tal van gebieden verschenen. Van zowel projecten als seminars als publicaties staan verslagen op de portal www.duurzaamdoor.nl

    Daarnaast zijn specifiek voor het onderwijs landelijk onderwijsnetwerken onderhouden in het primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO), middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en hoger onderwijs (HO) die elk jaar conferenties, publicaties en professionaliseringstrainingen voor docenten hebben georganiseerd. Kennis en lesmaterialen zijn gedeeld via het ICT systeem Groen Gelinkt. Tevens is op basis van een aantal evaluaties een start gemaakt met een beleidskader voor de periode 2017–2020, waarbij wederom provincies, gemeenten en waterschappen zich aansluiten bij de duurzaamheidsambities van de rijksoverheid. Een belangrijke rol is tevens vastgesteld voor regionale (duurzaamheids)netwerken, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven.

    Een extra inzet is gepleegd op het gebied van voedseleducatie. Voorbereiding binnen het programma DuurzaamDoor heeft geleid tot een extra inzet van een programma Jong Leren Eten in de periode 2017–2020.

  • Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN)

    Sinds 2010 is de coördinatie van het kennisnetwerk overgedragen aan het Bosschap en sinds 2014 is een 5 jarig subsidiecontract met VBNE aangegaan, samen met de provincies (BIJ12). EZ en BIJ12 dragen ieder jaarlijks bij aan het netwerk. De middelen zijn in 2016 besteed aan onderzoek vanuit een ecologische invalshoek, dat terreinbeherende organisaties handvatten moet bieden voor hun beheerpraktijk. Verder zijn middelen ingezet voor het instandhouden van de kennisinfrastructuur, het netwerk zelf, maar ook voor het doorstromen van kennis via veldwerkplaatsen, onderwijs, rapporten, advies, internet etcetera.

Kengetal

2011

2013

2015

Adequaat aanbod aan de vraag op de arbeidsmarkt

1%

52%

85%

Bron: The Research Centre for Education and the Labour Market (ROA)

Adequaat aanbod wordt gemeten door middel van de Indicator Toekomstige Knelpunten in de Personeelsvoorziening naar Beroep (ITKB). Resultaten worden tweejaarlijks gepubliceerd.

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2014

2015

2016

2016

2016

VERPLICHTINGEN

805.094

840.206

862.305

827.516

822.287

842.665

– 20.378

UITGAVEN

788.384

817.433

807.497

843.384

809.103

796.001

13.102

               

Leningen

 

83

0

55

59

0

59

Schatkistbankieren

 

83

0

55

59

0

59

               

Bekostiging

704.293

733.507

739.107

780.769

779.481

761.219

18.262

WO-groen

165.535

168.174

169.299

174.610

182.865

176.986

5.879

HBO-groen

78.137

79.472

84.478

90.568

83.224

80.912

2.312

MBO-groen

152.130

158.744

153.186

181.919

170.104

165.447

4.657

Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)

11.813

13.933

12.733

       

Wachtgelden

13.152

13.545

13.966

13.991

14.313

13.977

336

VMBO-groen

276.313

291.009

297.706

316.547

328.975

321.163

7.812

Aequor/SBB

7.213

8.630

7.739

3.134

0

2.734

– 2.734

               

Subsidies

79.481

82.205

66.194

60.695

27.860

33.540

– 5.680

Aansturing collectieve ondersteuning

5.074

5.404

3.325

5.875

     

School als Kenniscentrum

26.755

27.872

23.851

21.962

3.207

1.554

1.653

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

5.665

1.991

2.044

1.523

258

98

160

Aanvullende onderwijssubsidies

32.809

41.150

33.272

27.106

21.293

27.200

– 5.907

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1.655

2.857

2.435

1.429

1.279

1.201

78

Educatie

7.523

2.931

1.267

2.800

1.823

3.487

– 1.664

               

Opdrachten

4.610

1.638

646

628

224

0

224

Kennisverspreidingsprojecten

4.610

1.638

646

628

224

0

224

               

Bijdragen aan agentschappen

   

1.550

1.237

1.479

1.242

237

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

   

1.550

1.237

1.242

1.242

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

       

237

0

237

ONTVANGSTEN

5.154

3.910

231

243

299

75

224

Toelichting op de verplichtingen

De beschikbare € 50 mln voor schatkistbankieren van groene onderwijsinstellingen hoefde niet geheel te worden aangesproken. Vanwege een verstrekte garantie voor een lening aan een AOC voor het schatkistbankieren is er € 7 mln benut van het daarvoor bestemde verplichtingenbudget. Verplichtingen voor subsidies met uitgaven 2016 waren al grotendeels meerjarig in voorgaande jaren aangegaan. Er waren prijsaanpassingen in de bekostiging die een doorwerking hadden naar de verplichting voor 2017 en die in 2016 moest worden aangegaan.

Toelichting op de uitgaven

Bekostiging

De hogere uitgaven bij de bekostiging door met name de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling, voor WO-groen € 5 mln, HBO-groen € 2,3 mln, MBO-groen € 4,6 mln en VMBO-groen € 7,8 mln. Daarnaast is voor WO-groen de begroting met € 0,9 mln bijgesteld voor de nabetaling voor het Loonruimteakkoord 2015.

De € 2,7 mln lagere uitgaven voor SBB (Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) door de budgetoverheveling naar het Ministerie van OCW voor SBB (€ 1,8 mln) en € 0,9 mln naar het begrotingsonderdeel bekostiging WO groen om de nabetaling Loonruimteakkoord te dekken.

Subsidies

De € 1,7 mln hogere uitgaven op School als Kenniscentrum door uitfinanciering van eerdere verplichtingen Regeling praktijkleren en groene plus waarvoor het budget in het Regeerakkoord 2012 is komen te vervallen.

De € 5,9 mln lagere uitgaven op aanvullende onderwijssubsidies door vertraging van projecten Regeling praktijkleren en groene plus. Door de vertraging vallen deze uitgaven nu in de jaren 2017 tot en met 2019.

De € 1,7 mln lagere uitgaven op Educatie met name door een budgetoverheveling van € 1,5 mln naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor een verzameluitkering aan de provincies.

Bekostigde aantallen in het groen onderwijs in 2016 (bedragen x € 1.000)

Instrument

Type studenten/ getuigschriften/ promoties

Aantallen

Prijs

Bedrag

Uitgaven 2016

Bekostiging WO-groen

Inschrijvingen

6.028

5.560

33.516

 
 

Graden Bachelor

856

8.640

7.396

 
 

Graden Master

1.035

11.731

12.142

 
 

Promoties

287

98.620

28.303

 
 

Vaste componenten

   

101.508

182.865

Bekostiging HBO-groen

Inschrijvingen hoog

8.254

6.722

55.483

 
 

Graden hoog

1.491

6.722

10.023

 
 

Vaste componenten

   

17.718

83.224

Bekostiging MBO-groen

Deelnemers beroeps-opleidende leerweg

5.915

4.245

25.109

 
 

Deelnemers beroeps-begeleidende leerweg

19.955

7.266

144.995

170.104

Wachtgelden

Vaste component

     

14.313

Bekostiging VMBO-groen

Leerlingen VMBO/VBO

21.800

7.459

162.606

 
 

Leerlingen VMBO/LWOO+PRO

14.100

11.799

166.369

328.975

Totaal

       

779.481

Kengetal

2012

2013

2014

2015

2016

% afgestudeerden dat minimaal werkt op niveau van opleiding

72%

70%

71%

75%

Publicatie in 2017

Bron: The Research Centre for Education and the Labour Market (ROA)

Het percentage is een gemiddelde van dat voor niveau 4 van de Beroepsopleidende leerweg (BOL 4) en HBO in het groen onderwijs.

Kengetal

2012

2013

2014

2015

2016

Kwaliteitsniveau groen onderwijs

83%

88%

89%

90%

92%

Bron: Inspectie voor het onderwijs

De inspectie voor het onderwijs bepaalt periodiek op basis van meerdere gestandaardiseerde criteria welk percentage groene scholen voldoende kwaliteit heeft. Hoe hoger het percentage, hoe meer groene scholen voor VMBO gemiddeld genomen een voldoende scoren op kwaliteit. De opgenomen waarden zijn het gemiddelde van VMBO en MBO.

Kengetal

2012

2013

2014

2015

2016

Voortijdig schoolverlaten

4,3%

3,0%

2,8%

2,5%

2,3%

Bron: DUO

Het betreft het percentage leerlingen VMBO leerjaar 3 en 4 plus MBO leerlingen dat zonder startkwalificatie (minimaal MBO-2 niveau) het onderwijs verlaat. Dit gemeten als percentage van het totaalaantal VMBO 3–4 plus MBO leerlingen.

Toelichting op de begrotingsreserve schatkistbankieren

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

138

+ Storting

59

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2016

197

Licence