Base description which applies to whole site

3. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RIVM over het jaar 2016 (bedragen x € 1.000)
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

(1)

Realisatie

(2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

(3 = 2–1)

Realisatie 2015

Baten

       

Omzet moederdepartement

238.595

247.393

8.798

245.963

Omzet overige departementen

60.975

80.471

19.496

70.500

Omzet derden

17.800

21.478

3.678

19.461

Rentebaten

1

Vrijval voorzieningen

2.464

2.464

913

Bijzondere baten

         

Totaal baten

317.370

351.806

34.436

336.838

         

Lasten

       

Apparaatskosten

314.410

340.661

26.251

326.941

– Personele kosten

119.760

133.042

13.282

122.527

Waarvan eigen personeel

102.500

115.332

12.832

105.697

Waarvan externe inhuur

10.760

9.035

– 1.725

9.295

Waarvan overige personele kosten

6.500

8.675

2.175

7.535

– Materiële kosten

194.650

207.619

12.969

204.414

Waarvan apparaat ICT

10.075

18.036

7.961

14.214

Waarvan bijdrage aan SSO's

5.550

5.472

– 78

9.193

Waarvan overige materiele kosten

179.025

184.111

5.086

181.007

Rentelasten

0

0

1

Afschrijvingskosten

2.960

2.977

17

3.236

– Immaterieel

25

7

– 18

24

– Materieel

2.935

2.970

35

3.212

Overige lasten

7.956

7.956

1.035

– Dotaties voorzieningen

7.956

7.956

1.035

– Bijzondere lasten

         

Totaal lasten

317.370

351.595

34.225

331.213

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

211

211

5.626

Agentschapsdeel Vpb lasten

 

38

38

 

Resultaat na belastingen

 

173

173

5.626

Toelichting op de staat van baten en lasten

Resultaat

Over 2016 is een positief resultaat behaald van € 0,2 miljoen. De belangrijkste elementen die tot dit resultaat hebben geleid zijn:

  • het resultaat uit de normale bedrijfsvoering van per saldo € 4,5 miljoen positief;

  • een positief resultaat op projecten van € 0,6 miljoen;

  • per saldo mutaties in de voorzieningen van € 5,4 miljoen negatief;

  • het positieve resultaat uit overige activiteiten binnen het RIVM van € 0,5 miljoen.

Per 1 januari 2016 is de Wet op de vennootschapsbelasting (Vpb) voor de overheid gemoderniseerd. Dit heeft voor RIVM tot gevolg dat bepaalde activiteiten met Vpb belast zijn. In totaal bedraagt de verschuldigde vennootschapsbelasting € 0,04 miljoen. Dit bedrag is als schuld aan het moederdepartement in de balans opgenomen.

Het positieve resultaat na belastingen wordt ten gunste van de exploitatiereserve gebracht. Het RIVM stuurt op een sluitende dekking vanuit de normale bedrijfsvoering. Het realiseren van de met de eigenaar afgesproken declarabiliteitsnorm en voldoende dekking voor de laboratoriumactiviteiten is hiervoor een voorwaarde.

Baten

De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage (€ 17,6 miljoen) van VWS als eigenaar voor het strategisch programma en enkele specifieke bedragen en de bijdrage van VWS-opdrachtgevers (€ 229,8 miljoen) inclusief de bijdrage voor het rijksvaccinatieprogramma. De gerealiseerde omzet moederdepartement is circa € 8,8 miljoen hoger dan geraamd en is circa € 1,4 miljoen hoger dan de gerealiseerde omzet 2015. Deze hogere omzet is te danken aan diverse additionele opdrachten, waarvan het onderzoek naar rubbergranulaat een voorbeeld is.

In de omzet overige departementen zijn begrepen de bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 59,5 miljoen) (DG Milieu en Internationaal; Inspectie Leefomgeving en Transport) voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en voor verstrekte additionele opdrachten, de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken (€ 11,6 miljoen) voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma en de bijdrage van andere departementen (€ 9,4 miljoen) voor uitgevoerde werkzaamheden. De gerealiseerde omzet overige departementen is € 19,5 miljoen hoger dan geraamd, voornamelijk door een hogere omzet vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 14,0 miljoen). De omzet overige departementen ligt circa € 10 miljoen boven de gerealiseerde omzet 2015. Ten opzichte van de begroting wordt een groot gedeelte verklaard door de omzet die SSC-Campus maakt voor haar ICT dienstverlening die niet was geraamd. Ten opzichte van 2015 hebben nieuwe klanten als PBL, SCP, CPB en RWS voor circa € 4,2 miljoen aan opdrachten aan SSC-Campus verstrekt.

De omzet derden (gezamenlijk € 21,5 miljoen) bestaat onder andere uit projecten ten behoeve van en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers, zoals de EU en de WHO. De omzet derden is € 3,7 miljoen hoger dan begroot en circa € 2,0 miljoen hoger dan de realisatie 2015.

Rentebaten en lasten, evenals de dotatie en vrijval van voorzieningen zijn niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten. Het verloop van de voorzieningen wordt toegelicht onder de balans per 31 december 2016.

Lasten

De personele kosten (€ 133,0 miljoen) komen in 2016 € 13,3 miljoen hoger uit dan de begroting, vooral door de toename van kosten voor eigen personeel als gevolg van een toename van het aantal werkzame fte binnen het RIVM (van circa 1.487 per jaareinde 2015 tot 1.554 per jaareinde 2016). Deze toename van medewerkers hangt onder andere samen met het aannemen van assistenten in opleiding (AIO’s) (gewijzigd beleid). De kosten voor externe inhuur liggen in lijn met de realisatie 2015. In absolute zin is dit lager dan begroot en komt het percentage externe inhuur uit op 7,3% van de totale loonkosten. De overige personele kosten zijn gestegen. Dit is vooral terug te voeren op het meer inlenen van medewerkers van andere overheidsorganisaties.

De materiële kosten € 207,6 miljoen zijn € 13,0 miljoen hoger dan begroot en stijgen daarmee relatief mee met de hogere omzet uit hoofde van programma’s en projecten. De stijging zit vooral in de ICT kosten als gevolg van de toename van activiteiten bij SSC-Campus.

De afschrijvingskosten van € 3,0 miljoen liggen in lijn met de begroting 2016 en realisatie 2015.

Balans van het baten-lastenagentschap RIVM per 31 december 2016
(bedragen x € 1.000)
 

Balans

31-12-2016

Balans

31-12-2015

Activa

   

Immateriële vaste activa

2

18

Materiële vaste activa

4.263

4.712

– Grond en gebouwen

– Installaties en inventarissen

181

255

– Overige materiële vaste activa

4.082

4.457

Vlottende activa

101.701

111.688

– Voorraden en onderhanden projecten

24.220

27.003

– Debiteuren

8.962

10.973

– Overige vorderingen en overlopende activa

18.801

15.949

– Liquide middelen

49.718

57.763

Totaal activa

105.966

116.418

     

Passiva

   

Eigen vermogen

14.696

14.523

– Exploitatiereserve

14.523

8.897

– Onverdeeld resultaat

173

5.626

Voorzieningen

12.439

7.755

Langlopende schulden

– Leningen bij het Ministerie van Financiën

Kortlopende schulden

78.831

94.140

– Crediteuren

1.491

4.666

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

77.340

89.474

Totaal passiva

105.966

116.418

Toelichting op de balans

Activa

De voorraden in bovenstaande opstelling betreffen voornamelijk de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 24,2 miljoen). Ten opzichte van 2015 zijn de voorraden met € 2,8 miljoen gedaald. De voorraadpositie per balansdatum is een momentopname en afhankelijk van zowel verbruik als levering van vaccins. De daling van de voorraden past echter in het eerder ingezette beleid om de voorraden structureel te verlagen om onnodig kapitaalbeslag en expiratie van vaccins te voorkomen.

De daling van de debiteurenpositie van € 2,0 miljoen hangt samen met de vordering op het KNMI voor verrichte diensten door SSC-Campus (€ 2,4 miljoen lager dan in 2015). De overige vorderingen en overlopende activa bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde kosten en onderhanden projecten. Beide posten nemen toe ten opzichte van 2015 door respectievelijk toename van licentie/onderhoudscontracten van SSC-Campus en grotere vooruit ontvangen posities op projecten.

Zie voor analyse van de liquide middelen het kasstroomoverzicht 2016.

Passiva

Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:

Verloopstaat eigen vermogen per 31-12-2016 (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2016

Exploitatieresultaat

14.523

Onverdeeld resultaat

173

Stand per 31-12-2016

14.696

Het resultaat 2016 van € 0,2 miljoen positief bevat het saldo van baten en lasten over het exploitatiejaar 2016. Dit saldo wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve. Op basis van de gemiddelde omzet van het RIVM over de afgelopen 3 jaar bedraagt het maximaal toegestane eigen vermogen € 17,0 miljoen. Het RIVM heeft daarmee per ultimo 2016 een lager eigen vermogen dan maximaal toegestaan.

Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:

Verloopstaat voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Personeel

Reorganisatie

Projecten

Herstelkosten

Totaal

Stand voorzieningen per 31-12-2015

1.201

2.000

4.554

7.755

Kortlopende schuld

896

896

Totaalstand per 31-12-2015

2.097

2.000

4.554

8.651

           

Dotatie t.l.v. exploitatie

711

1.523

5.722

7.956

Onttrekkingen

– 822

– 231

– 1.053

Vrijval

– 189

– 1.220

– 1.056

– 2.465

Mutaties

– 299

– 1.220

235

5.722

4.438

           

Totaalstand per 31-12-2016

1.798

780

4.789

5.722

13.089

Waarvan verantwoord onder overlopende passiva

650

650

Stand voorzieningen per 31-12-2016

1.148

780

4.789

5.722

12.439

  • De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals WW, wachtgelden, pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.

  • De voorziening voor reorganisatiekosten betreft het voorziene bedrag vanwege de kosten voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers in 2008 van de voormalige ent-administraties. Vanwege de ontoereikende dekkingsgraad van de betrokken pensioenfondsen heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. Wel heeft in 2016 een herijking plaatsgevonden van de hoogte van de voorziening. Op basis van ontvangen informatie van ABP en rekening houdend met medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij ABP is de voorziening naar beneden bijgesteld. Per 31-12-2016 bedraagt de voorziening € 0,8 miljoen.

  • De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten.

  • Tot slot is de voorziening voor herstelkosten nieuw gevormd dit jaar. Deze voorziening hangt samen met de verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren.

Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 0,7 miljoen opgenomen voor het kortlopende deel van de in totaal € 13,1 miljoen aan voorzieningen.

De kortlopende schulden dalen met circa € 15,3 miljoen. Deze daling is onder andere terug te voeren op de post medecontractanten die in 2015 voor circa € 2,2 miljoen was verantwoord en in 2016 nauwelijks voorkomt. Daarnaast is er voor circa € 13,3 miljoen minder aan project/programma gerelateerde vooruitontvangen termijnen. Het RIVM heeft in 2016 een aantal projecten afgerond, waaronder projecten in opdracht van de eigenaar en de verschillende Rijksopdrachtgevers.

Per 31-12-2016 hebben de volgende vorderingen/schulden betrekking op ministeries en agentschappen: vorderingen voor € 16,6 miljoen en schulden voor een bedrag van € 44,2 miljoen.

Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagetnschap RIVM 2016 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

(1)

Realisatie

(2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

(3) = (2)-(1)

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2016 + stand depositorekeningen

32.987

57.763

24.776

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

317.370

349.342

31.972

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 314.249

– 354.875

– 40.626

2. Totaal operationele kasstroom

3.121

– 5.533

– 8.654

Totaal investeringen (-/-)

– 2.960

– 2.845

115

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

333

333

3. Totaal investeringsstroom

– 2.960

– 2.512

448

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

Aflossing op leningen (-/-)

Beroep op leenfaciliteit (+)

4. Totaal financieringskasstroom

5. Rekening-courant RHB 31 december 2016 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

33.148

49.718

16.570

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Opgenomen zijn de standen van de rekeningcourant met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën.

Operationele kasstroom:

De operationele kasstroom wordt in basis verklaard door het positieve resultaat 2016 van € 0,2 miljoen. Gecorrigeerd voor afschrijvingen en de mutatie van de voorzieningen, stijgt de operationele kasstroom met € 7,7 miljoen tot € 7,9 miljoen. Daarnaast is er sprake van een mutatie van het werkkapitaal van € 13,4 miljoen negatief waarmee de operationele kasstroom uitkomt op € 5,5 miljoen negatief. De operationele kasstroom bestaat voor € 349,3 miljoen uit ontvangsten en € 354,9 miljoen uitgaven

Investeringskasstroom:

De werkelijke investeringen van € 2,8 miljoen zijn ongeveer gelijk aan de investeringen opgenomen in de begroting. Investeringen zijn gepleegd in de categorie overige materiële vaste activa. Er hebben voor € 0,3 miljoen desinvesteringen plaatsgevonden, waarvan € 0,1 miljoen in de categorie installaties en de rest in de categorie overige materiële vaste activa.

Financieringskasstroom:

In 2016 hebben zich geen eenmalige stortingen of uitkeringen van of naar het moederdepartement voorgedaan. Er is in 2016 (conform voorgaande jaren) geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. De gedane investeringen zijn betaald uit eigen beschikbare liquide middelen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren van de baten-lastendienst RIVM per 31 december 2016
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2013

2014

2015

2016

2016

Generiek

         

1. Tarieven/uur

         

– Gewogen uurtarief in €

93,0

98,5

104,25

105,37

105,4

– Ontwikkeling uurtarief (2015 = 100)

89,2

94,5

100

101,07

101

2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

1.344

1.380

1.487

1.554

1.398

3. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

– 1,5%

– 0,2%

1,7%

0,0%

0,0%

           

Specifiek

         

1. Liquiditeit (current ratio; norm: >1,5)

1,4

1,3

1,2

1,3

1,3

2. Solvabiliteit (debt ratio)

0,8

0,8

0,9

0,9

0,8

3. Rentabiliteit eigen vermogen

– 12,8%

– 10,2%

34,8%

1,2%

0,0%

4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten

9,3%

13,5%

8,1%

7,3%

9,5%

5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

94,9%

94,9%

93,4%

93,4%

90,0%

6. Declarabiliteit % primair proces

63,4%

63,4%

63,7%

64,2%

65,0%

7. Fte overhead als % totaal aantal fte

20,3%

19,3%

17,3%

16,8%

22,0%

8. Ziekteverzuim

3,4%

3,3%

3,4%

4,0%

4,0%

9. % F-gesprekken gevoerd

80,5%

76,2%

66,2%

72,0%

80,0%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Tarieven/uur

De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. Per 1 januari 2015 is het kostprijsmodel van het RIVM met goedkeuring van de eigenaar herzien. Dit heeft geleid tot aanpassing van de samenstelling van de uurtarieven. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar een regulier uurtarief van toepassing voor alle medewerkers van het RIVM en een Basisfinanciering voor de Essentiële Infrastructuur van het RIVM (BEI). Door herijking van het tarief, dat voor 2015 was gesplitst in een basisuurtarief en een labuurtarief, zijn tarieven over de jaren heen niet één op één te vergelijken.

Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

De omvang van de personele bezetting per 31-12-2016 bedraagt 1.554 fte (inclusief AIO). Zie voor verklaring op dit punt de toelichting onder de lasten.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.

Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit

Voor wat betreft de doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hieraan met een waarde van 1,3. De lichte stijging van het eigen vermogen in combinatie met een daling van het balanstotaal maakt dat het de debtratio t.o.v. 2015 niet wijzigt. De rentabiliteit van 1,2% op het eigen vermogen is het gevolg van het positieve resultaat dat in 2016 is gerealiseerd.

Percentage externe inhuur ten opzichte van de totale personele kosten

De totale externe inhuur bedroeg in 2016 € 9,0 miljoen, dit ligt iets lager dan het niveau van 2015 (€ 9,3 miljoen). Het inhuurpercentage over 2016 komt uit op 7,3%. In 2015 bedroeg het percentage 8,1%. De norm uit de begroting is 9,5%.

Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

Het percentage facturen dat wordt betaald binnen 30 dagen bedraagt over 2016 93,4% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 95%. Het percentage is gelijk aan 2015.

Declarabiliteit % primair proces

De declarabiliteit van het primair proces heeft in 2016 de norm van 65% niet gehaald, maar ligt wel duidelijk boven de realisaties van afgelopen jaren. Dit komt mede doordat meer medewerkers van het RIVM zijn gaan tijdschrijven en het verkleinen van de werkvoorraad op de balans.

Fte overhead als % totaal aantal fte

Het percentage overhead uitgedrukt in fte is in 2016 opnieuw gedaald van 17,3% in 2015 naar 16,8% in 2016. Dit komt doordat de afgelopen jaren het primair proces van het RIVM harder is gegroeid dan de bedrijfsvoering (onder andere door het aannemen van AIO’s).

Ziekteverzuim

Het % ziekteverzuim is in 2016 gestegen tot de norm van 4%. Daarmee is dit jaar helaas de lage trendlijn van afgelopen jaren doorbroken.

% F-gesprekken gevoerd

Het percentage F-gesprekken dat is gevoerd in 2016 komt uit op 72% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 80%. In de auditcyclus 2016 is binnen het RIVM aandacht besteed aan dit onderwerp om een verbetering ten opzichte van 2015 te realiseren.

Licence