Inleiding
In deze leeswijzer wordt de indeling van het jaarverslag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) toegelicht, waarbij een aantal afwijkingen van de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt beschreven.
De inzet op het Nederlandse buitenlandbeleid komt tot uitdrukking in de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Door deze bundeling wordt de onderlinge samenhang geïllustreerd en samenwerking en afstemming binnen de betrokken ministeries bevorderd.
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Waar dit jaarverslag spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.
Focusonderwerp
Door de Tweede Kamer is verzocht om in de departementale jaarverslagen te richten op de procesmatige en inhoudelijke kwaliteit van beleidsdoorlichtingen. Daarbij wordt specifiek aandacht gevraagd welke beleidsdoorlichtingen wanneer zijn uitgevoerd en wanneer zijn afgerond in de zeven jaar. Op basis van dit overzicht kan gekeken worden naar de vraag van de Tweede Kamer over de frequentie van de uitvoering van beleidsdoorlichtingen. Ook gaan de departementen in op de uitkomsten van beleidsdoorlichtingen en op welke wijze conclusies zijn opgevolgd. Dit geeft inzicht in wat er is gedaan met conclusies en aanbevelingen.
Beleidsverslag
Het beleidsverslag begint met de beleidsprioriteiten. Daarna is een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen en een overzicht van risicoregelingen. Artikelsgewijs is op hoofdlijnen gerapporteerd over de resultaten van 2016, waarbij ingegaan wordt op de algemene doelstelling, de rol en verantwoordelijkheid van de Minister en de beleidsconclusies. In de beleidsconclusies is per artikel aangegeven welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden in de uitvoering van het beleid en welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden als gevolg van het in 2016 afgeronde evaluatieonderzoek, waarbij met name wordt ingegaan op de beleidsdoorlichtingen.
Rapportage over resultaten
In het Wetgevingsoverleg van 21 juni 2016 nam de Tweede Kamer een motie aan om, net als bij de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ook bij het jaarverslag doelen en resultaten nog inzichtelijker te presenteren. De motie vraagt om – zo kwantitatief mogelijk – inzichtelijk te maken in hoeverre doelen zijn behaald en welke factoren daarbij een rol hebben gespeeld. Het kabinet heeft de Kamer op 15 september 2016 een brief gestuurd met daarin de wijze van uitvoering van deze motie.
In de begroting voor 2016 waren nog geen indicatoren en streefwaarden opgenomen. Desondanks zijn conform de toezegging in de brief van 15 september 2016 in dit jaarverslag al kwantitatieve resultaten opgenomen. Deze resultaten zijn gebaseerd op de 15 indicatoren en streefwaarden in de begroting voor 2017. Nog niet alle resultaten zijn verwerkt in de tabel opgenomen in het beleidsverslag. Het streven is om deze eind maart 2017 volledig op te leveren. Plaatsing in het beleidsverslag is in lijn met de systematiek van verantwoord begroten, zoals vastgelegd in de Rijksbegrotingsvoorschriften model 3.22b/ 1.33b Rol en verantwoordelijkheid.
De gangbare systematiek van monitoring, kwaliteitstoetsing en rapportage door partners en uitvoerders en door het Ministerie maakt dat veel gegevens niet tijdig beschikbaar zijn om te kunnen opnemen in het jaarverslag dat ieder jaar in mei verschijnt. Om die reden rapporteert de Minister aanvullend via de jaarlijkse Resultatenrapportage ontwikkelingssamenwerking in september. In de bovengenoemde Kamerbrief is aangegeven dat de rapportagesystematiek in stappen wordt aangepast, zodat het Jaarverslag de rol van de resultatenrapportage als verantwoordingsinstrument kan overnemen. Dat zal pas vanaf het Jaarverslag over 2018 (aangeboden in mei 2019) volledig het geval zijn.
Ondanks deze inspanningen is het de verwachting dat ook in de toekomst niet alle resultaatgegevens over het voorgaande kalenderjaar tijdig beschikbaar kunnen zijn voor het jaarverslag. Het kabinet zal daarom in overleg met de Tweede Kamer werken aan een alternatief systeem met een flexibelere toepassing van de rapportageperiode.
Budgettaire gevolgen van beleid en toelichting
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn eventuele opmerkelijke verschillen tussen de begroting en de realisatie 2016 opgenomen. Afwijkingen in de verplichtingen worden toegelicht als de afwijking ten opzichte van de vastgestelde begroting groter is dan 10% op artikelniveau. Afwijkingen in de uitgaven worden toelicht indien de afwijking ten opzichte van de vastgestelde begroting groter is dan 10% op artikelonderdeelniveau én de afwijking groter is dan EUR 2 miljoen. Waar nodig wordt verwezen naar de eerste of tweede suppletoire begroting.
Verschillen van politiek relevante mutaties, onder meer op de speerpunten van het BHOS-beleid (water, voedselzekerheid, Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en vrouwenrechten, en veiligheid en rechtsorde), kunnen ook worden toegelicht wanneer zij niet aan het kwantitatieve criterium voldoen.
Bij het opstellen van de Ontwerpbegroting is meestal gekozen voor één financieel instrument, terwijl in de realisatie vaak meerdere financiële instrumenten zijn gebruikt. Voor de leesbaarheid van de tabellen zijn de uitgaven geplaatst bij het financiële instrument van de begroting en niet uitgesplitst volgens de daadwerkelijk gebruikte instrumenten. Alleen die financiële instrumenten die meer dan 3% van het artikelonderdeel vormen worden opgenomen in de financiële tabel. Daarom vormen in sommige gevallen de financiële instrumenten geen uitputtende opsomming per artikelonderdeel. Omdat de realisaties op instrumentniveau jaarlijks verschillen zijn deze voor eerdere jaren niet weergegeven. Vanwege de conversie van de begroting in 2012 worden de realisatiegegevens over het jaar 2011 niet in de tabellen opgenomen.
Conform de toezegging tijdens het wetgevingsoverleg over het jaarverslag en de slotwet 2012, worden opmerkelijke verschillen in de realisatie ten opzichte van de vastgestelde begroting (zoals gemeld in de HGIS-nota 2016, bijlage 5A) in het kader van de Meerjarige Strategische Plannen in partnerlanden toegelicht. Een toelichting op deze opmerkelijke verschillen is onder de betreffende beleidsartikelen opgenomen. De realisaties op de landenprogramma’s zijn opgenomen in het HGIS-jaarverslag 2016.
Overige onderdelen van het jaarverslag
Na het beleidsverslag volgen de bedrijfsvoeringsparagraaf, de jaarrekening van BHOS en drie bijlagen: 1) het sanctiebeleid en malversaties (fraude), 2) overzicht van de afgeronde evaluatieonderzoeken en 3) de afkortingen. Voor de bijlage externe inhuur en het overzicht WNT verantwoording 2016 wordt verwezen naar het jaarverslag van het moederdepartement, Buitenlandse Zaken.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
In de uitvoering van het beleid op het terrein van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt gebruik gemaakt van het apparaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is om deze reden dat in de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Uitzondering hierop zijn de onderdelen rechtmatigheid, de totstandkoming van de beleidsinformatie en de procesmatige beheersing van de activiteitencyclus. Bij de uitsplitsing van de begroting in 2013 in het begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken en het begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn in navolging van een verzoek van de Algemene Rekenkamer de verantwoordelijkheden van de ministers ten aanzien van de bedrijfsvoering expliciet vastgelegd. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering, met uitzondering van de procesmatige beheersing van de activiteitencyclus. De belangrijkste reden voor deze splitsing is dat het merendeel van de projecten en programma's in het kader van Ontwikkelingssamenwerking worden uitgevoerd. De huidige opzet van het activiteitenbeheer is gestoeld op de afspraken die de toenmalige Minister voor Ontwikkelingssamenwerking met de Tweede Kamer in 1998 heeft gemaakt over de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid van besteding van middelen (Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 25 860, nr. 2). Het voorschottenbeleid en beheer is daarom in het onderdeel financieel en materieelbeheer in de bedrijfsvoeringsparagraaf van hoofdstuk XVII opgenomen.
Groeiparagraaf
De opzet van de beleidsartikelen is ten opzicht van het jaarverslag 2015 verder in lijn gebracht met de uitgangspunten van «verantwoord begroten». Hierbij is met name aandacht besteed aan de presentatie van de instrumenten in de budgettaire tabellen, waarbij de toelichtingen bij de financiële instrumenten zoveel mogelijk zijn gericht op de concrete beleidsinzet van de betreffende instrumenten.
HGIS jaarverslag
Samen met de jaarverslagen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, wordt het HGIS-jaarverslag 2016 aangeboden aan het parlement. De Nederlandse uitgaven voor buitenlands beleid, die op verschillende departementale begrotingen staan, zijn gebundeld in de Homogene Groep Internationale Samenwerking. In aanvulling op de departementale jaarverslagen geeft het HGIS-jaarverslag een integraal overzicht van de besteding van middelen voor buitenlands beleid.
Controleverklaring en auditrapport
In het kader van de wettelijke controletaak geeft de auditdienst Rijk (ADR) jaarlijks een controleverklaring af bij ieder jaarverslag. De auditdienst heeft een wettelijke taak om zowel de totstandkoming van de niet-financiële informatie als het gevoerde financiële en materiële beheer en de daartoe bijgehouden administraties te onderzoeken. Over de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken en van eventuele onderzoeken naar overige aspecten van de bedrijfsvoering brengt de ADR verslag uit in het jaarlijkse samenvattende auditrapport waarin zowel hoofdstuk V als XVII is meegenomen. Deze bevindingen vallen niet onder de reikwijdte van de controleverklaringen.