Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | |
Verplichtingen | 6.118 | 5.691 | 5.726 | 5.736 | 5.787 | 5.728 | 59 |
Uitgaven | 6.118 | 5.691 | 5.726 | 5.736 | 5.787 | 5.728 | 59 |
Ontvangsten | 125 | 131 | 58 | 16 | 34 | 0 | 34 |
Ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting is er een verschil bij zowel de uitgaven als de ontvangsten. De ontvangsten vloeien voort uit de eindafrekening voor het Militaire Huis over 2016. In de eerste suppletoire begroting 2017 (Kamerstukken II 2016–2017 34 730 I, nr. 1 en 2) en de tweede suppletoire begroting 2017 (Kamerstukken II 2017–2018 34 845 I, nr. 1 en 2) zijn de mutaties uitgebreid toegelicht.
De hiernavolgende tabel geeft inzicht in de verschillende onderdelen binnen dit begrotingsartikel, dat bestaat uit een personele en een materiële component. Om een volledig inzicht te geven in de uitputting worden deze gegevens afgezet tegen het geautoriseerde budget inclusief de suppletoire begrotingsmutaties in 2017.
Voor het Militaire Huis betreft de realisatie de gegevens zoals deze door het Ministerie van Defensie zijn verantwoord in de eindafrekening over 2017. De begroting is gebaseerd op realisatiecijfers van het Ministerie van Defensie per rang van het voorgaande jaar. De afrekening is op basis van de daadwerkelijke salarisbetaling per functionaris. Zoals in de leeswijzer is gemeld, betreft dit niet de begrotingsbelasting van de begroting van de Koning in 2017. Doordat de personele uitgaven hoger zijn dan geraamd zal de afrekening van het Militaire Huis leiden tot hogere uitgaven van € 15.000 op artikel 3 van de begroting van de Koning in 2018, die bij de eerste suppletoire begroting worden verwerkt. Indien rekening wordt gehouden met de suppletoire begrotingsmutaties, is bij de Rijksvoorlichtingsdienst sprake van een onderuitputting van € 49.000 en is bij het Kabinet van de Koning sprake van een onderuitputting van € 50.000. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven door minder personeel. Per saldo zijn de personele uitgaven hoger dan geraamd. Dit is te verklaren doordat het totaal aan personele uitgaven op de eindafrekening van het Militaire Huis de onderuitputting bij de Rijksvoorlichtingsdienst en het Kabinet van de Koning overstijgt.
Realisatie (1) | Geautoriseerde budget (2) | Verschil (1)–(2) | |
---|---|---|---|
Doorbelaste personele uitgaven | 4.385 | 4.361 | 24 |
Doorbelaste materiële uitgaven | 1.417 | 1.525 | – 108 |
Totaal | 5.802 | 5.886 | – 84 |
waarvan Rijksvoorlichtingsdienst | 1.508 | 1.557 | – 49 |
waarvan Militaire Huis | 1.872 | 1.857 | 15 |
waarvan Kabinet van de Koning | 2.422 | 2.472 | – 50 |
Rijksvoorlichtingsdienst
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) verzorgt de communicatie over de Koning en de leden van het Koninklijk Huis. In 2017 betrof dit de volgende activiteiten:
-
a. mediabegeleiding van circa 300 publieke optredens in binnen- en buitenland, zoals evenementen en staatsbezoeken;
-
b. woordvoering en beantwoording van mediavragen en afhandeling van interviewverzoeken;
-
c. uitgeven van circa 300 persberichten over de activiteiten en werkzaamheden;
-
d. inhoudelijk beheer van de online communicatieactiviteiten zoals Facebook, Twitter, Instagram, YouTube en de website.
Bij de uitvoering van deze activiteiten wordt zorg gedragen voor een goed evenwicht tussen tijdige en feitelijke voorlichting enerzijds en bescherming van de persoonlijke levenssfeer anderzijds. De personele inzet voor de uitvoering van deze taken bedroeg 12 fte.
Militaire Huis
Het Militaire Huis is een integraal onderdeel van de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH). De activiteiten van het Militaire Huis betreffen onder meer:
-
a. het (mede-)organiseren van evenementen voor en begeleiding van de Koning en de leden van het Koninklijk Huis;
-
b. het coördineren van veiligheidsaspecten binnen de DKH en namens DKH met externe partners in de veiligheidsketen;
-
c. het onderhouden van de niet-politieke contacten tussen het Koninklijk Huis en het Ministerie van Defensie;
-
d. het verzorgen van het militaire ceremonieel aan het hof.
De personeelsinzet voor de uitvoering van deze activiteiten betrof 15 fte.
Kabinet van de Koning
Het Kabinet van de Koning ondersteunt als kleine, eigenstandige overheidsorganisatie de Koning ten behoeve van de uitoefening van diens constitutionele taken en fungeert als schakel tussen de Koning en de overige leden van de regering en bestuurlijke autoriteiten. Het Kabinet van de Koning valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister-President. De taken van het Kabinet van de Koning omvatten met name:
-
a. informeren van de Koning ten behoeve van zijn gesprekken met binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, staats- en andere buitenlandse bezoeken, bezoeken aan andere landen van het koninkrijk en werkbezoeken. Voorbeelden van ontvangsten zijn het aanbieden van geloofsbrieven door ambassadeurs van andere landen en het beëdigen van hoge functionarissen waarvoor in de wet is vastgelegd dat dit geschiedt ten overstaan van de Koning. Bezoeken van de Koning omvatten, naast de genoemde buitenlandse bezoeken, onder meer werkbezoeken met Ministers en Staatssecretarissen en streekbezoeken;
-
b. tijdig en in correcte vorm aan de Koning ter tekening voorleggen van alle door de ministeries en de Staten-Generaal aangeboden stukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;
-
c. opstellen en overbrengen van boodschappen aan andere staatshoofden en aan internationale autoriteiten;
-
d. behandelen en doorgeleiden van aan de Koning gerichte verzoekschriften. Deze brieven worden op het Kabinet aan de hand van een analyse van de onderhavige problematiek overgedragen aan de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein;
-
e. registreren, bewaren en aan het Nationaal Archief overdragen van wetten en koninklijke besluiten.
De personele inzet voor de uitvoering van deze taken was gemiddeld 25 fte.