Activa | Passiva | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-2017 | 31-12-2016 | 31-12-2017 | 31-12-2016 | |||||
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | |||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 6.724.378 | 9.967.503 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 148.037.644 | 133.265.180 | |
3) | Liquide middelen | 10.572 | 22.950 | |||||
4) | Rekening-courant RHB | 141.510.114 | 123.536.813 | |||||
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 425.970 | 408.158 | 5a) | Begrotingsreserves | 425.970 | 408.158 | |
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 3.827 | 2.135 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 211.247 | 264.221 | |
Subtotaal intra-comptabel | 148.674.861 | 133.937.559 | Subtotaal intra-comptabel | 148.674.861 | 133.937.559 | |||
Extra-comptabele posten | Extra-comptabele posten | |||||||
9) | Openstaande rechten | 20.831.276 | 20.447.768 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 20.831.276 | 20.447.768 | |
10) | Vorderingen | 3.981.084 | 5.722.632 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 3.981.084 | 5.722.632 | |
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11) | Schulden | 0 | 0 | |
12) | Voorschotten | 279.876 | 14.598.180 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 279.876 | 14.598.180 | |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 170.020.180 | 158.293.412 | 13) | Garantieverplichtingen | 170.020.180 | 158.293.412 | |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 4.220.529 | 3.700.827 | 14) | Andere verplichtingen | 4.220.529 | 3.700.827 | |
15) | Deelnemingen | 39.040.019 | 44.232.224 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 39.040.019 | 44.232.224 | |
Subtotaal extra-comptabel | 238.372.964 | 246.995.043 | Subtotaal extra-comptabel | 238.372.964 | 246.995.043 | |||
Overall Totaal | 387.047.825 | 380.932.602 | Overall Totaal | 387.047.825 | 380.932.602 |
Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
Specifieke toelichting per saldibalanspost
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2017. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2017. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2017 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.
5. en 5a. Begrotingsreserves
In de praktijk wordt dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorziening genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.
Naam begrotingsreserve | Saldo 1-1-2017 | Toevoegingen 2017 | Onttrekkingen 2017 | Saldo 31-12-2017 | Verwijzing naar begrotingsartikel |
---|---|---|---|---|---|
Garantie BES | 0 | 1,0 | 0 | 1,0 | 2 |
Garantie TenneT | 30,4 | 4,8 | 0 | 35,2 | 3 |
Seno-Gom | 12,5 | 0 | 12,5 | 0 | 5 |
EKV | 365,3 | 24,5 | 0 | 389,7 | 5 |
Totaal | 408,2 | 30,3 | 12,5 | 425,9 |
Garantie BES
In 2017 heeft de Staat een garantie voor het DGS voor de BES-eilanden ingesteld. De premie voor deze garantie (€ 1 mln.) wordt jaarlijks toegevoegd aan de begrotingsreserve.
Garantie TenneT
In 2010 heeft TenneT de overname van het transportnet van E.ON (Transpower) definitief afgerond. Om deze overname te financieren heeft de Staat een garantie van € 300 mln. aan de Stichting Beheer Doelgelden afgegeven. De premie die voortvloeit uit de garantie wordt jaarlijks in de per 1 januari 2010 opgerichte begrotingsreserve afgestort. Eventuele betalingen vloeien eveneens voort uit deze reserve.
Seno-Gom
De interne begrotingsreserve Seno-Gom portefeuille (onderdeel ekv) wordt afbeheerd.
EKV
In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht.
6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die met derden moeten worden verrekend.
7. Schulden buiten begrotingsverband
Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2017 heeft grotendeels betrekking op in december 2017 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies. Ultimo 2017 bevatte de consignatiekas ongeveer € 69,5 mln.
9. Openstaande rechten
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Belastingvorderingen | 20.433.645 | 20.123.659 |
Vorderingen Domeinen Roerende Zaken | 233.822 | 312.904 |
Btw-compensatiefonds | 9.201 | 9.701 |
Overige | 154.608 | 1.504 |
Totaal | 20.831.276 | 20.447.768 |
Belastingvorderingen
De belangrijkste posten van de ultimo 2017 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Vennootschapsbelasting | 5,9 | 5,5 |
Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen | 5,0 | 5,3 |
Omzetbelasting | 2,5 | 2,4 |
Loonbelasting/premies volksverzekeringen | 1,6 | 1,8 |
Erf- en schenkbelasting | 0,6 | 0,6 |
Douanerechten | 0,5 | 0,5 |
Totaal | 16,1 | 16,1 |
Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de belastingvorderingen zijn ontstaan.
Belastingvorderingen (in %)
Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 79% van de openstaande vorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 34% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Ultimo vorig jaar | 20.123.659 | 19.815.157 |
Conserverende aanslagen en rechten BCN vorig jaar | – 3.330.936 | – 2.920.092 |
Ontstane rechten | 70.094.042 | 69.627.868 |
Vervallen rechten: | ||
Ontvangsten | – 2.385.355 | – 32.845.328 |
Verleende verminderingen en negatieve aanslagen | – 65.993.250 | – 35.416.032 |
Oninbaarlijdingen en kwijtscheldingen | – 1.263.959 | – 1.468.850 |
Rechten Belastingdienst Caribisch Nederland | 31.610 | 40.724 |
Conserverende aanslagen lopend jaar IB/PVV | 3.058.120 | 3.177.250 |
Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting | 99.714 | 112.962 |
Totaal | 20.433.645 | 20.123.659 |
Naast de niet direct invorderbare conserverende aanslagen (€ 3,2 mld.) zijn als rechten de openstaande belastingvorderingen (€ 17,3 mld.) opgenomen. Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten. Deze zijn gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2017 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.
Vorderingen Domeinen Roerende Zaken
De vorderingen van Domeinen Roerende Zaken bestaan voor 99,05% uit strategische verkopen roerende zaken. De vorderingen (rechten) van € 233,8 mln. ultimo 2017 hebben betrekking op de periode tot en met 2027. In 2017 is € 9,4 mln. aan strategische debiteuren vervallen. Dit betekent dat er in 2017 voor dit bedrag is gefactureerd.
De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen Domeinen Roerende Zaken is als volgt:
Ontstaan in 2017 | 9.064 |
---|---|
Ontstaan in 2016 | 0 |
Ontstaan in 2015 | 16 |
Ontstaan in 2014 | 123.010 |
Ontstaan vóór 2014 | 101.732 |
Totaal | 233.822 |
Overige
Financiën heeft nog een vordering van ongeveer € 155 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen. De grootste vordering hierin is de nog terug te ontvangen dividendbelasting ABN AMRO over 2017 t.w.v. € 101 mln.
10. Vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering | 454.690 | 497.422 |
Overige vorderingen exportkredietverzekering | 258.988 | 285.691 |
Diverse toeslagen Belastingdienst | 0 | 1.665.168 |
Overige | 69.026 | 75.971 |
Subtotaal | 782.704 | 2.524.252 |
Ontstaan als gevolg van de kredietcrisis | ||
Lening Griekenland | 3.198.380 | 3.198.380 |
Subtotaal | 3.198.380 | 3.198.380 |
Totaal | 3.981.084 | 5.722.632 |
Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering
Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 0,45 mld. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.
Diverse toeslagen Belastingdienst
De Belastingdienst voert de toeslagregelingen uit voor de toeslagendepartementen. Het betreft het Ministerie voor Wonen en Rijksdienst (huurtoeslag), het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (zorgtoeslag) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag). Met ingang van het verantwoordingsjaar 2017 worden, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2018, de verschillende saldibalansposten van de toeslagen (vorderingen en voorschotten) verantwoord in het jaarverslag van de bovengenoemde beleidsverantwoordelijke ministeries. Deze ministeries zijn ook verantwoordelijk voor de programmabudgetten en zodoende sluiten begroting en verantwoording op elkaar aan.
Ouderdomsoverzicht van de vorderingen
De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:
Ontstaan in 2017 | 15.657 |
Ontstaan in 2016 | 22.640 |
Ontstaan in 2015 | 0 |
Ontstaan in 2014 | 0 |
Ontstaan vóór 2014 | 3.229.109 |
Totaal | 3.267.406 |
Lening Griekenland
In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF is daarmee in totaal € 3,2 mld.
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.
Opeisbaarheid1 | Bedrag |
---|---|
Direct opeisbare vorderingen | 15.817 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 3.942.767 |
Geconditioneerde vorderingen | 22.500 |
Totaal | 3.981.084 |
Niet uit de balans blijkende vordering
Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken uit de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreft de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Nederland heeft in juli 2014 aan het ESM de SMP-inkomsten over 2014 (€ 112 mln.) overgemaakt. Het ESM heeft hiervoor een speciale rekening, waarop lidstaten de SMP-winsten kunnen overmaken. Omdat de voortgangsmissie destijds niet is afgerond, zijn de SMP-inkomsten over 2014 niet meer naar Griekenland overgemaakt en staan deze nog op deze speciale rekening. Medio 2018 zal worden besloten of dit alsnog aan Griekenland wordt uitgekeerd.
Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). De stand van de MOV-posities bedroeg ultimo 2017 € 46 mln. (stand per 30 november 2017). Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.
11. Schulden
Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Het Ministerie van Financiën heeft geen schulden.
12. Voorschotten
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Toeslagen | 0 | 14.290.877 |
Personeel en Materieel | 25.381 | 20.389 |
Btw-compensatiefonds | 134.910 | 170.231 |
Overige | 119.585 | 116.683 |
Totaal | 279.876 | 14.598.180 |
Toeslagen
Zie voor toelichting «Diverse toeslagen Belastingdienst» onder «10. Vorderingen».
Personeel en Materieel
Deze post betreft diverse voorschotten aan personeel. Daarnaast hebben deze voorschotten betrekking op betalingen aan diverse crediteuren waarvan de goederen/diensten nog geleverd dienen te worden.
Btw-compensatiefonds
Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten.
Overige voorschotten
Voor € 119,6 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2017.
Overzicht van het verloop en de ouderdom van de voorschotten
Dit betreffen voorschotten exclusief de toeslagen, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Het overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten en tevens is aangeven welk deel in 2017 tot afrekening is gekomen.
Stand per 01-01-2017 | Verstrekt 2017 | Afgerekend 2017 | Stand per 31-12-2017 | |
---|---|---|---|---|
vóór 2014 | 0 | 0 | 0 | |
2014 | 0 | 0 | 0 | |
2015 | 74 | 25 | 49 | |
2016 | 307.229 | 304.948 | 2.281 | |
2017 | 0 | 350.652 | 73.106 | 277.546 |
Totaal | 307.303 | 350.652 | 378.079 | 279.876 |
13. Garantieverplichtingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Deelnemingen: | 58.176.254 | 47.419.983 |
IMF | 42.649.080 | 31.198.068 |
Ontwikkelingsbanken/NWB | 15.527.174 | 16.221.915 |
Kernongevallen (WAKO) | 9.768.901 | 9.768.901 |
Verzekeringen: | 16.813.801 | 15.913.473 |
Exportkredietverzekering | 16.719.554 | 15.758.816 |
Investeringsverzekering | 94.247 | 154.657 |
Stabiliteitsmechanisme EFSM | 2.820.000 | 2.820.000 |
Stabiliteitsmechanisme EFSF | 34.154.159 | 34.154.159 |
Garantie DNB winstafdracht | 5.700.000 | 5.700.000 |
Garantie ESM | 35.445.400 | 35.445.400 |
Garantie SRF | 4.163.500 | 4.163.500 |
Overige | 2.978.165 | 2.907.996 |
Totaal | 170.020.180 | 158.293.412 |
Deelnemingen
-
• IMF: DNB draagt namens de Staat, onder Staatsgarantie, bij aan de middelen van het IMF. In 2017 is conform het aangekondigde voornemen een nieuwe bilaterale lening met het IMF afgesloten voor hetzelfde bedrag als de voorgaande lening uit 2012 die reeds verlopen is (€ 13,6 mld.). De Nederlandse bilaterale lening wordt verstrekt door DNB. De Nederlandse Staat staat voor het volledige bedrag garant67. Daarnaast heeft er een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting aan DNB inzake IMF plaatsgevonden. De totale garantieverplichting met betrekking tot het IMF bestaat naast de nieuwe bilaterale lening uit de Quotamiddelen, de SDR-allocatie, de New Arrangements to Borrow en de middelen voor PRGT-programma’s. Hiermee kwam de totale garantieverplichting aan DNB inzake IMF in totaal in 2017 € 11,5 mld. hoger uit dan in de begroting opgenomen.
-
• Ontwikkelingsbanken (Wereldbank, EIB, EBRD, MIGA, AIIB) en NWB: dit betreft het garantiekapitaal (de niet volgestorte aandelen) inzake de deelneming van de Staat in het kapitaal van de betreffende banken. Slechts indien de banken in ernstige financiële problemen komen, kan om storting (vol- of bijstorting) van het garantiekapitaal worden gevraagd. Door een wisselkoersbijstelling zijn de garantieverplichtingen (in euro) afgenomen.
Kernongevallen (WAKO)
De WAKO regelt de aansprakelijkheid van exploitanten van nucleaire installaties voor kernongevallen. De exploitant is verantwoordelijk voor schade bij kernongevallen. De exploitant is verplicht deze aansprakelijkheid te verzekeren tot een maximumbedrag van € 1,2 mld. Voor de staatsgarantie betaalt de exploitant jaarlijks een vergoeding aan de Nederlandse Staat. Het doel van deze risicoregeling is tweeledig: enerzijds schadeloosstelling van slachtoffers indien zich een ernstig kernongeval in Nederland voordoet en anderzijds het internaliseren van kosten die met het gebruik van kernenergie samenhangen. De Staat staat voor 5 installaties garant voor een maximaal bedrag van € 1,5 mld. per ongeval en voor de kerncentrale Borssele voor maximaal € 2,3 mld. per ongeval. Het totaalrisico voor deze installaties bedraagt € 9,8 mld.
Verzekeringen
De openstaande garantieverplichting betreft voornamelijk het risico (obligo) van de Staat als verzekeraar van exportkredieten (€ 16,7 mld., is inclusief het uitstaande obligo van de oude Seno-Gom portefeuille van € 51,0 mln.). In 2017 zijn er meer exportkredietverzekeringen verstrekt dan vervallen, waardoor er een netto verhoging van het uitstaand obligo van € 960,7 mln. heeft plaatsgevonden. Daarnaast betreft de openstaande verplichting voor € 94,2 mln. het risico uit hoofde van de Regeling Investeringsverzekeringen (RIV).
Stabiliteitsmechanisme EFSM
De lidstaten van de eurozone (en van de EU wat betreft EFSM) hebben in 2010 als onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen ter borging van de financiële stabiliteit de tijdelijke stabiliteitsmechanismen EFSM en EFSF opgericht. Het EFSM is een tijdelijk noodfonds voor alle landen in de EU, waar alle EU-lidstaten via hun aandeel in de Europese begroting garant staan. Via het EFSM is maximaal € 60 mld. beschikbaar voor steun. Voor Nederland gaat het dan om een garantstelling van € 2,8 mld. In november 2010 heeft Ierland en in april 2011 Portugal een beroep gedaan op het EFSM voor respectievelijk € 22,5 mld. en € 24,3 mld. voor een periode van drie jaar. In juli 2015 heeft het EFSM een overbruggingskrediet verstrekt aan Griekenland, dat toen in afwachting was van een derde steunprogramma. Bij de start van dit ESM-programma is deze lening afgelost. Het Nederlandse aandeel in deze garantie is in 2017 niet gewijzigd.
Stabiliteitsmechanisme EFSF
Het EFSF is een tijdelijk noodfonds voor alle lidstaten van de eurozone, waar alle lidstaten van de eurozone via hun aandeel garant staan. Het Nederlandse aandeel in het EFSF bedraagt circa 6,1%. Het tijdelijke noodfonds EFSF gaat sinds juli 2013 geen nieuwe leningenprogramma’s meer aan maar blijft bestaan totdat de reeds verstrekte leningen zijn afgelost. In 2013 is op basis van toenmalige inschattingen van de uiteindelijke omvang van de toen nog lopende EFSF-programma’s voor Ierland, Portugal en Griekenland een garantieplafond van € 49,6 mld. voor het EFSF vastgesteld. Naar aanleiding van het beëindigen van deze programma’s is het garantieplafond opnieuw bekeken. Het nu vastgestelde garantieplafond van € 34,2 mld. is gebaseerd op een maximale schulduitgifte door het EFSF van € 241 mld., de hoogte van het Guaranteed Debt Issuance Programme. Naast de hoofdsom van EFSF-schuldbewijzen worden ook couponbetalingen gegarandeerd, de zogenaamde rentegarantie. In eerdere berekeningen werd de rentegarantie berekend op basis van de looptijd van de door het EFSF verstrekte leningen. Het Nederlandse aandeel in deze garantie is in 2017 niet gewijzigd.
Garantie DNB winstafdracht
Als gevolg van diverse maatregelen (o.a. SMP, OMO en CBPP) waartoe de ECB de afgelopen periode heeft besloten om het functioneren van de Eurozone te stabiliseren, zijn de zogenaamde crisisgerelateerde (financiële) risico’s in de balans van nationale centrale banken in de Eurozone, en dus ook van DNB (verder) opgelopen. Daarom heeft de Staat in 2013 een garantie afgegeven van € 5,7 mld. Hierdoor wordt het buffervermogen van DNB versterkt.
Stabiliteitsmechanisme ESM
In december 2010 is besloten tot oprichting van een permanent stabiliteitsmechanisme, het ESM. In 2012 hebben de lidstaten van de Eurozone de ratificatie van het ESM-Verdrag voltooid en op 8 oktober 2012 is het ESM-Verdrag en daarmee het permanente noodfonds in werking getreden. Het ESM heeft een effectieve leencapaciteit van € 500 mld. en bestaat voor € 80,5 mld. uit volgestort kapitaal en € 624,2 mld. uit oproepbaar kapitaal. Het Nederlandse aandeel bestaat voor € 4,6 mld. uit volgestort kapitaal en € 35,4 mld. oproepbaar kapitaal. Sinds de inwerkingtreding van het ESM, is het ESM het voornaamste noodfonds. Het Nederlandse aandeel in deze garantie is in 2017 niet gewijzigd.
Garantie SRF
De tweede pijler onder de Bankenunie betreft het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor banken (Single Resolution Mechanism of SRM). In dat kader is een Afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund of SRF) opgericht. Gedurende de overgangsperiode (2016–2023) zal het SRF worden opgebouwd tot minimaal 1 procent van de gedekte deposito’s van alle banken(groepen) in de bankenunie. Op dit moment is de minimale omvang van het SRF bepaald op € 55 mld., waarvan Nederlandse banken € 4,16 mld. zullen bijdragen.
Tijdens de Ecofin-raad van 18 december 2013 is afgesproken dat voor de periode tot en met 2023, wanneer het SRF nog niet gevuld is, voorzien zal worden in een systeem waarbij in laatste instantie een beroep kan worden gedaan op brugfinanciering. Deze brugfinanciering bestaat uit garanties (of kredietlijnen) van de lidstaten aan de SRB voor een bedrag van maximaal de hoogte van het aandeel van die lidstaat in het fonds (voor Nederland € 4,16 mld.). Er kan alleen in laatste instantie een beroep worden gedaan op deze garantie als een Nederlandse bank(engroep) in afwikkeling wordt geplaatst.
Brugfinanciering is noodzakelijk aangezien zich situaties kunnen voordoen waarbij de aanwezige middelen in het SRF ontoereikend zijn om de kosten voortkomend uit een afwikkelingscasus mee te financieren en er vervolgens niet (voldoende) ex-post bijdragen bij banken in de betreffende lidstaat kunnen worden geïnd. Voor de geloofwaardigheid is het van cruciaal belang dat het SRF effectief en voldoende gefinancierd is.
Overige
De stijging in het uitstaande garantiebedrag komt grotendeels doordat er in 2017 een nieuwe garantie is ingesteld: het depositogarantiestelsel op de BES-eilanden. Deze staat voor € 135 mln. in de boeken. Op de overige garanties is een daling te noteren van per saldo € 65 mln., dit komt met name vanwege de daling van de Eurofima-garantie aan NS en het vervallen van de garantie aan de SDU.
Niet in de balans opgenomen garantieverplichting
De Staat heeft op grond van haar overeenkomst met FMO (overeenkomst Staat-FMO van 16 november 1998) instandhoudingsverplichtingen ten opzichte van FMO na eventuele uitputting van haar Reserverekening Algemene Risico's (RAR Fonds) en bij onvoldoende dekking van bijzondere bedrijfsrisico’s. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in artikel 7 van de overeenkomst Staat-FMO. Daarnaast heeft de Staat op grond van artikel 8 van haar overeenkomst met FMO nog andere financiële zekerheidsverplichtingen ten opzichte van FMO. Aangezien deze garantieverplichting in theorie ongelimiteerd is, is deze niet opgenomen in de balans (zie ook 3.4 Overzicht risicoregelingen).
14. Andere verplichtingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | |
---|---|---|
Vordering SRH | 1.762.112 | 1.598.050 |
Deelnemingen ontwikkelingsbanken | 1.223.953 | 585.364 |
Kapitaaluitbreiding TenneT | 630.000 | 780.000 |
Overige | 604.464 | 737.413 |
Totaal | 4.220.529 | 3.700.827 |
Vordering SRH
Op 30 september 2015 is SNS Bank afgesplitst van de holding SNS REAAL (thans SRH). Aan de verplaatsing van SNS Bank zijn geen kasstromen te pas gekomen. De Staat heeft voor de koopprijs van € 2,7 mld. de aandelen in de bank verkregen door de eerder aan SNS REAAL verstrekte overbruggingslening van € 1,1 mld. en de door SNS verschuldigde rente van € 1,95 mln. op deze lening te verrekenen en het restant van de koopprijs van € 1,598 mld. (€ 2,7 mld. – € 1,102 mld.) schuldig te blijven waardoor SRH een vordering op de Staat heeft verkregen ter hoogte van hetzelfde bedrag. In 2017 is daarnaast € 161 mln. aan liquide middelen overgeheveld van SRH naar de Staat. Dit bedrag is opgeteld bij de reeds bestaande verplichting. Tot slot is de Staat ook rente verschuldigd over de vordering, dit bedraagt in 2017 € 3,1 mln. en is eveneens opgeteld bij de reeds bestaande verplichting.
Deelnemingen ontwikkelingsbanken
Per 31 december 2017 zijn er nog openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank (met name meerjarige betalingen voor IDA), alsmede de betalingsverplichting voor het paid-in capital van de AIIB. Bij de 18e-middelenaanvulling van IDA is Nederland een nieuwe betalingsverplichting ter hoogte van € 690,3 mln. aangegaan.
Kapitaaluitbreiding TenneT
Op 12 juli 2016 is de Kamer geïnformeerd over de kapitaaluitbreiding bij TenneT. In 2017, 2018 en 2019 wordt in totaal een bedrag van € 780 mln. aan TenneT uitgekeerd. Aangezien in 2017 een eerste tranche van € 150 mln. is overgemaakt aan TenneT, daalt de resterende verplichting van € 780 mln. naar € 630 mln.
Overige
De Belastingdienst heeft in 2016 een meerjarige verplichting van € 539 mln. aangegaan voor de bekostiging van de vertrekregeling. Een deel van deze verplichting is in 2016 en 2017 tot uitbetaling gekomen, waarmee de resterende openstaande verplichting eind 2017 is afgenomen tot € 288 mln.
Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen
De per 1 januari 2016 ingevoerde belastingplicht van overheidsondernemingen heeft voor het Ministerie van Financiën tot gevolg dat over een deel van het resultaat over 2016 vennootschapsbelasting, zijnde € 245, is betaald. Vanwege uitstel is dit bedrag in 2017 betaald. Als gevolg van de voorlopige aanslag in 2016 is voor het fiscale jaar 2017 een voorlopige aanslag opgelegd en betaald van € 261.943.
Er kan nog geen definitieve inschatting worden gemaakt van de omvang van de fiscale Vpb-positie, aangezien het aangifteproces nog loopt. Naar verwachting betreft het geen substantiële verplichting.
15. Deelnemingen
De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:
-
• Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
-
• Internationale instellingen: op basis van het gestorte kapitaal, waarde per 31 december 2017. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.
De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de laatste kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2017 vermeld.
Ultimo 2017 | Ultimo 2016 | Aandeel in % | |
---|---|---|---|
Nederlandse ondernemingen | |||
Nederlandse Gasunie N.V. | 10.067.312 | 10.067.312 | 100 |
NS N.V. | 1.012.265 | 1.012.265 | 100 |
TenneT B.V. | 850.000 | 700.000 | 100 |
De Nederlandsche Bank (DNB) | 500.000 | 500.000 | 100 |
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) | 69.613 | 69.613 | 50 |
N.V. Luchthaven Schiphol | 58.937 | 58.937 | 69,7 |
Havenbedrijf Rotterdam | 462.667 | 462.500 | 29,17 |
Nederlandse Loterij B.V. | 78.273 | 78.273 | 99 |
Overige | 73.209 | 73.164 | div. |
Subtotaal | 13.172.276 | 13.022.064 | |
ABN AMRO GROUP N.V. | 12.186.590 | 15.182.537 | 56,26 |
ASR Nederland N.V. | 0 | 2.325.052 | 0 |
RFS Holdings B.V. | 2.642.000 | 2.642.000 | 1,25 |
SRH N.V. | 2.200.000 | 2.200.000 | 100 |
Volksbank Holding B.V. (Volksbank) | 2.700.000 | 2.700.000 | 100 |
Subtotaal | 32.900.866 | 38.071.653 | |
Internationale instellingen | |||
IBRD | 283.082 | 322.076 | 2,06 |
EFSF | 1.623 | 1.623 | 5,70 |
ESM | 4.573.600 | 4.573.600 | 5,70 |
EIB | 969.040 | 969.040 | 4,47 |
EBRD | 155.250 | 155.250 | 2,51 |
IFC | 46.803 | 53.250 | 2,19 |
MIGA | 6.545 | 7.447 | 2,16 |
AIIB | 103.210 | 78.285 | 1,03 |
Subtotaal | 6.139.153 | 6.160.571 | |
Totaal | 39.040.019 | 44.232.224 |
TenneT B.V.
Op 12 juli 2016 is de Kamer geïnformeerd over de kapitaaluitbreiding bij TenneT B.V. In het kader hiervan is in 2017 een storting van € 150 mln. aan eigen vermogen gedaan. Hiermee stijgt de waardering van TenneT B.V. in de balans van € 700 mln. naar € 850 mln.
Overige
In 2017 is Holland Casino omgevormd van een stichting naar een naamloze vennootschap. Holland Casino wordt daarom dit jaar voor het eerst opgenomen in het deelnemingenoverzicht, onder het kopje «overige».
ABN AMRO GROUP N.V.
Op 28 juni en 15 september 2017 heeft de Staat aandelen ABN AMRO naar de beurs gebracht. Er zijn in totaal 130 mln. aandelen verkocht (14%) voor respectievelijk € 22,75 en € 23,50 per aandeel. Dit heeft geleid tot een totaalopbrengst van € 3,0 mld. Ultimo 2017 heeft de Staat nog 56,26% van de aandelen ABN AMRO in handen, met een historische aanschafwaarde van € 12,2 mld.
ASR Nederland N.V.
Op 13 januari, 5 april, 13 juni en 14 september 2017 heeft de Staat aandelen a.s.r. naar de beurs gebracht. Er zijn in totaal 95,6 mln. aandelen verkocht (63,7%) voor respectievelijk € 22,15, € 25,75, € 29,00 en € 33,75 per aandeel. Dit heeft geleid tot een totaalopbrengst van € 2,7 mld. Met de laatste aandelenplaatsing in september heeft de Staat haar volledige aandeel in a.s.r. verkocht.
RFS Holdings B.V.
In 2012 is het belang dat de Staat houdt in RFS Holdings B.V. overgedragen aan de Stichting Administratiekantoor Beheer Financiële Instellingen (NLFI) tegen uitgifte van certificaten in het kapitaal van de onderneming. Het belang in RFS is verbonden aan de onverdeelde boedel van het in 2007, door het consortium RBS (R), Fortis (F) en Santander (S), overgenomen voormalige ABN AMRO. RBS is door de consortiumpartners gemachtigd om de activa in RFS op ordentelijke wijze te beheren en te verkopen. Er is € 2.642 mln. toe te wijzen aan RFS. Het grootste activum op de balans van RFS is een belang in de Saudi Hollandi Bank. Het verkoopproces hiervan is gaande. Het is niet mogelijk om uitspraken te doen over de verwachte opbrengst en termijn waarbinnen de verkoop gerealiseerd zal worden. Als deze transactie is afgerond, kunnen de gedeelde activa voor het grootste deel worden afgewikkeld. Tot op heden heeft de Staat circa € 16 mln. aan overtollig kapitaal uit de Z-share mogen ontvangen.
SRH (voorheen: SNS REAAL N.V.)
In 2015 heeft SNS REAAL Holding (SRH) «VIVAT Verzekeringen» (REAAL N.V., hierna «VIVAT») verkocht aan de Chinese verzekeraar Anbang. Met de verkoop van VIVAT en de verplaatsing van de bank onder de Staat, is SRH een holding zonder activiteiten geworden. SRH wordt daarom afgewikkeld. SRH zal de resterende activa verkopen, de crediteuren met die opbrengsten betalen en het restant aan de aandeelhouder uitkeren. Doordat SRH nog lopende verplichtingen heeft zal de ontmanteling van SRH nog enige tijd in beslag nemen. Aangezien SRH een holding zonder financiële activiteiten is geworden, heeft de Staat in 2017 de aandelen overgenomen van NLFI.
Volksbank Holding B.V. (Volksbank)
De Staat heeft SNS Bank N.V. op 30 september 2015 voor € 2,7 mld. gekocht van SRH (het toenmalige SNS Reaal) en onder een nieuwe holding, SNS Holding B.V., geplaatst. De Staat heeft SNS Bank verkregen voor € 2,7 mld. In 2017 is bekend geworden dat SNS Bank N.V. doorgaat onder de nieuwe naam Volksbank N.V. Zowel medio 2016 als medio 2017 heeft de Minister van Financiën de Kamer gemeld dat de Volksbank nog niet klaar is voor een eventuele verkoop. De Volksbank zal de komende tijd intern verbeteringen doorvoeren, waarna later wordt besloten over de toekomst van de bank.
Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)
Door de appreciatie van de euro t.o.v. de dollar is de waardering van de totale deelneming Wereldbank verlaagd.
ESM
Als onderdeel van de gemaakte Europese afspraken neemt Nederland deel in het ESM met een aandeel van 5,7%.
AIIB
In 2015 heeft Nederland besloten deel te nemen aan de oprichting van de AIIB. Daarbij heeft Nederland zich ingeschreven voor 2.063 paid-in shares. De daadwerkelijk aangekochte aandelen representeren per 31 december 2017 een deelneming van € 103,2 mln.