Base description which applies to whole site

8.2 Saldibalans Ministerie van Financiën IXB

Saldibalans Ministerie van Financiën (IXB) per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)

Activa

 

Passiva

 

31-12-2017

31-12-2016

   

31-12-2017

31-12-2016

Intra-comptabele posten

 

Intra-comptabele posten

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

6.724.378

9.967.503

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

148.037.644

133.265.180

3)

Liquide middelen

10.572

22.950

         

4)

Rekening-courant RHB

141.510.114

123.536.813

         

5)

Rekening-courant RHB

Begrotingsreserve

425.970

408.158

 

5a)

Begrotingsreserves

425.970

408.158

6)

Vorderingen buiten

begrotingsverband

3.827

2.135

 

7)

Schulden buiten

begrotingsverband

211.247

264.221

Subtotaal intra-comptabel

148.674.861

133.937.559

 

Subtotaal intra-comptabel

148.674.861

133.937.559

Extra-comptabele posten

 

Extra-comptabele posten

9)

Openstaande rechten

20.831.276

20.447.768

 

9a)

Tegenrekening openstaande

rechten

20.831.276

20.447.768

10)

Vorderingen

3.981.084

5.722.632

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

3.981.084

5.722.632

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

12)

Voorschotten

279.876

14.598.180

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

279.876

14.598.180

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

170.020.180

158.293.412

 

13)

Garantieverplichtingen

170.020.180

158.293.412

14a)

Tegenrekening andere

verplichtingen

4.220.529

3.700.827

 

14)

Andere verplichtingen

4.220.529

3.700.827

15)

Deelnemingen

39.040.019

44.232.224

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

39.040.019

44.232.224

Subtotaal extra-comptabel

238.372.964

246.995.043

 

Subtotaal extra-comptabel

238.372.964

246.995.043

Overall Totaal

387.047.825

380.932.602

 

Overall Totaal

387.047.825

380.932.602

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

Specifieke toelichting per saldibalanspost

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2017. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2017. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2017 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

5. en 5a. Begrotingsreserves

In de praktijk wordt dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorziening genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.

Overzicht begrotingsreserves (bedragen x € 1 mln.)

Naam begrotingsreserve

Saldo 1-1-2017

Toevoegingen 2017

Onttrekkingen 2017

Saldo 31-12-2017

Verwijzing naar begrotingsartikel

Garantie BES

0

1,0

0

1,0

2

Garantie TenneT

30,4

4,8

0

35,2

3

Seno-Gom

12,5

0

12,5

0

5

EKV

365,3

24,5

0

389,7

5

Totaal

408,2

30,3

12,5

425,9

 

Garantie BES

In 2017 heeft de Staat een garantie voor het DGS voor de BES-eilanden ingesteld. De premie voor deze garantie (€ 1 mln.) wordt jaarlijks toegevoegd aan de begrotingsreserve.

Garantie TenneT

In 2010 heeft TenneT de overname van het transportnet van E.ON (Transpower) definitief afgerond. Om deze overname te financieren heeft de Staat een garantie van € 300 mln. aan de Stichting Beheer Doelgelden afgegeven. De premie die voortvloeit uit de garantie wordt jaarlijks in de per 1 januari 2010 opgerichte begrotingsreserve afgestort. Eventuele betalingen vloeien eveneens voort uit deze reserve.

Seno-Gom

De interne begrotingsreserve Seno-Gom portefeuille (onderdeel ekv) wordt afbeheerd.

EKV

In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die met derden moeten worden verrekend.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2017 heeft grotendeels betrekking op in december 2017 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies. Ultimo 2017 bevatte de consignatiekas ongeveer € 69,5 mln.

9. Openstaande rechten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Openstaande rechten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Belastingvorderingen

20.433.645

20.123.659

Vorderingen Domeinen Roerende Zaken

233.822

312.904

Btw-compensatiefonds

9.201

9.701

Overige

154.608

1.504

Totaal

20.831.276

20.447.768

Belastingvorderingen

De belangrijkste posten van de ultimo 2017 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.

Belangrijkste posten openstaande belastingvorderingen (bedragen x € 1 mld.)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Vennootschapsbelasting

5,9

5,5

Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen

5,0

5,3

Omzetbelasting

2,5

2,4

Loonbelasting/premies volksverzekeringen

1,6

1,8

Erf- en schenkbelasting

0,6

0,6

Douanerechten

0,5

0,5

Totaal

16,1

16,1

Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de belastingvorderingen zijn ontstaan.

Belastingvorderingen (in %)

Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 79% van de openstaande vorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 34% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.

Verloop van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Ultimo vorig jaar

20.123.659

19.815.157

Conserverende aanslagen en rechten BCN vorig jaar

– 3.330.936

– 2.920.092

Ontstane rechten

70.094.042

69.627.868

     

Vervallen rechten:

   

Ontvangsten

– 2.385.355

– 32.845.328

Verleende verminderingen en negatieve aanslagen

– 65.993.250

– 35.416.032

Oninbaarlijdingen en kwijtscheldingen

– 1.263.959

– 1.468.850

     

Rechten Belastingdienst Caribisch Nederland

31.610

40.724

Conserverende aanslagen lopend jaar IB/PVV

3.058.120

3.177.250

Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting

99.714

112.962

Totaal

20.433.645

20.123.659

Naast de niet direct invorderbare conserverende aanslagen (€ 3,2 mld.) zijn als rechten de openstaande belastingvorderingen (€ 17,3 mld.) opgenomen. Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten. Deze zijn gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2017 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.

Vorderingen Domeinen Roerende Zaken

De vorderingen van Domeinen Roerende Zaken bestaan voor 99,05% uit strategische verkopen roerende zaken. De vorderingen (rechten) van € 233,8 mln. ultimo 2017 hebben betrekking op de periode tot en met 2027. In 2017 is € 9,4 mln. aan strategische debiteuren vervallen. Dit betekent dat er in 2017 voor dit bedrag is gefactureerd.

De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen Domeinen Roerende Zaken is als volgt:

Ouderdom vorderingen Domeinen Roerende Zaken (bedragen x € 1.000)

Ontstaan in 2017

9.064

Ontstaan in 2016

0

Ontstaan in 2015

16

Ontstaan in 2014

123.010

Ontstaan vóór 2014

101.732

Totaal

233.822

Overige

Financiën heeft nog een vordering van ongeveer € 155 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen. De grootste vordering hierin is de nog terug te ontvangen dividendbelasting ABN AMRO over 2017 t.w.v. € 101 mln.

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

454.690

497.422

Overige vorderingen exportkredietverzekering

258.988

285.691

Diverse toeslagen Belastingdienst

0

1.665.168

Overige

69.026

75.971

Subtotaal

782.704

2.524.252

Ontstaan als gevolg van de kredietcrisis

   

Lening Griekenland

3.198.380

3.198.380

Subtotaal

3.198.380

3.198.380

Totaal

3.981.084

5.722.632

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 0,45 mld. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.

Diverse toeslagen Belastingdienst

De Belastingdienst voert de toeslagregelingen uit voor de toeslagendepartementen. Het betreft het Ministerie voor Wonen en Rijksdienst (huurtoeslag), het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (zorgtoeslag) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag). Met ingang van het verantwoordingsjaar 2017 worden, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2018, de verschillende saldibalansposten van de toeslagen (vorderingen en voorschotten) verantwoord in het jaarverslag van de bovengenoemde beleidsverantwoordelijke ministeries. Deze ministeries zijn ook verantwoordelijk voor de programmabudgetten en zodoende sluiten begroting en verantwoording op elkaar aan.

Ouderdomsoverzicht van de vorderingen

De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:

Ouderdom van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Ontstaan in 2017

15.657

Ontstaan in 2016

22.640

Ontstaan in 2015

0

Ontstaan in 2014

0

Ontstaan vóór 2014

3.229.109

Totaal

3.267.406

Lening Griekenland

In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF is daarmee in totaal € 3,2 mld.

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Opeisbaarheid1

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

15.817

Op termijn opeisbare vorderingen

3.942.767

Geconditioneerde vorderingen

22.500

Totaal

3.981.084

1

Zie Regeling departementale begrotingsadministratie 2007.

Niet uit de balans blijkende vordering

Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken uit de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreft de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Nederland heeft in juli 2014 aan het ESM de SMP-inkomsten over 2014 (€ 112 mln.) overgemaakt. Het ESM heeft hiervoor een speciale rekening, waarop lidstaten de SMP-winsten kunnen overmaken. Omdat de voortgangsmissie destijds niet is afgerond, zijn de SMP-inkomsten over 2014 niet meer naar Griekenland overgemaakt en staan deze nog op deze speciale rekening. Medio 2018 zal worden besloten of dit alsnog aan Griekenland wordt uitgekeerd.

Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). De stand van de MOV-posities bedroeg ultimo 2017 € 46 mln. (stand per 30 november 2017). Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.

11. Schulden

Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Het Ministerie van Financiën heeft geen schulden.

12. Voorschotten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Toeslagen

0

14.290.877

Personeel en Materieel

25.381

20.389

Btw-compensatiefonds

134.910

170.231

Overige

119.585

116.683

Totaal

279.876

14.598.180

Toeslagen

Zie voor toelichting «Diverse toeslagen Belastingdienst» onder «10. Vorderingen».

Personeel en Materieel

Deze post betreft diverse voorschotten aan personeel. Daarnaast hebben deze voorschotten betrekking op betalingen aan diverse crediteuren waarvan de goederen/diensten nog geleverd dienen te worden.

Btw-compensatiefonds

Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten.

Overige voorschotten

Voor € 119,6 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2017.

Overzicht van het verloop en de ouderdom van de voorschotten

Dit betreffen voorschotten exclusief de toeslagen, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Het overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten en tevens is aangeven welk deel in 2017 tot afrekening is gekomen.

Verloop en ouderdom van de voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Stand per 01-01-2017

Verstrekt 2017

Afgerekend 2017

Stand per 31-12-2017

vóór 2014

0

 

0

0

2014

0

 

0

0

2015

74

 

25

49

2016

307.229

 

304.948

2.281

2017

0

350.652

73.106

277.546

Totaal

307.303

350.652

378.079

279.876

13. Garantieverplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Garantieverplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Deelnemingen:

58.176.254

47.419.983

IMF

42.649.080

31.198.068

Ontwikkelingsbanken/NWB

15.527.174

16.221.915

     

Kernongevallen (WAKO)

9.768.901

9.768.901

     

Verzekeringen:

16.813.801

15.913.473

Exportkredietverzekering

16.719.554

15.758.816

Investeringsverzekering

94.247

154.657

     

Stabiliteitsmechanisme EFSM

2.820.000

2.820.000

Stabiliteitsmechanisme EFSF

34.154.159

34.154.159

     

Garantie DNB winstafdracht

5.700.000

5.700.000

Garantie ESM

35.445.400

35.445.400

Garantie SRF

4.163.500

4.163.500

     

Overige

2.978.165

2.907.996

Totaal

170.020.180

158.293.412

Deelnemingen

  • IMF: DNB draagt namens de Staat, onder Staatsgarantie, bij aan de middelen van het IMF. In 2017 is conform het aangekondigde voornemen een nieuwe bilaterale lening met het IMF afgesloten voor hetzelfde bedrag als de voorgaande lening uit 2012 die reeds verlopen is (€ 13,6 mld.). De Nederlandse bilaterale lening wordt verstrekt door DNB. De Nederlandse Staat staat voor het volledige bedrag garant67. Daarnaast heeft er een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting aan DNB inzake IMF plaatsgevonden. De totale garantieverplichting met betrekking tot het IMF bestaat naast de nieuwe bilaterale lening uit de Quotamiddelen, de SDR-allocatie, de New Arrangements to Borrow en de middelen voor PRGT-programma’s. Hiermee kwam de totale garantieverplichting aan DNB inzake IMF in totaal in 2017 € 11,5 mld. hoger uit dan in de begroting opgenomen.

  • Ontwikkelingsbanken (Wereldbank, EIB, EBRD, MIGA, AIIB) en NWB: dit betreft het garantiekapitaal (de niet volgestorte aandelen) inzake de deelneming van de Staat in het kapitaal van de betreffende banken. Slechts indien de banken in ernstige financiële problemen komen, kan om storting (vol- of bijstorting) van het garantiekapitaal worden gevraagd. Door een wisselkoersbijstelling zijn de garantieverplichtingen (in euro) afgenomen.

Kernongevallen (WAKO)

De WAKO regelt de aansprakelijkheid van exploitanten van nucleaire installaties voor kernongevallen. De exploitant is verantwoordelijk voor schade bij kernongevallen. De exploitant is verplicht deze aansprakelijkheid te verzekeren tot een maximumbedrag van € 1,2 mld. Voor de staatsgarantie betaalt de exploitant jaarlijks een vergoeding aan de Nederlandse Staat. Het doel van deze risicoregeling is tweeledig: enerzijds schadeloosstelling van slachtoffers indien zich een ernstig kernongeval in Nederland voordoet en anderzijds het internaliseren van kosten die met het gebruik van kernenergie samenhangen. De Staat staat voor 5 installaties garant voor een maximaal bedrag van € 1,5 mld. per ongeval en voor de kerncentrale Borssele voor maximaal € 2,3 mld. per ongeval. Het totaalrisico voor deze installaties bedraagt € 9,8 mld.

Verzekeringen

De openstaande garantieverplichting betreft voornamelijk het risico (obligo) van de Staat als verzekeraar van exportkredieten (€ 16,7 mld., is inclusief het uitstaande obligo van de oude Seno-Gom portefeuille van € 51,0 mln.). In 2017 zijn er meer exportkredietverzekeringen verstrekt dan vervallen, waardoor er een netto verhoging van het uitstaand obligo van € 960,7 mln. heeft plaatsgevonden. Daarnaast betreft de openstaande verplichting voor € 94,2 mln. het risico uit hoofde van de Regeling Investeringsverzekeringen (RIV).

Stabiliteitsmechanisme EFSM

De lidstaten van de eurozone (en van de EU wat betreft EFSM) hebben in 2010 als onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen ter borging van de financiële stabiliteit de tijdelijke stabiliteitsmechanismen EFSM en EFSF opgericht. Het EFSM is een tijdelijk noodfonds voor alle landen in de EU, waar alle EU-lidstaten via hun aandeel in de Europese begroting garant staan. Via het EFSM is maximaal € 60 mld. beschikbaar voor steun. Voor Nederland gaat het dan om een garantstelling van € 2,8 mld. In november 2010 heeft Ierland en in april 2011 Portugal een beroep gedaan op het EFSM voor respectievelijk € 22,5 mld. en € 24,3 mld. voor een periode van drie jaar. In juli 2015 heeft het EFSM een overbruggingskrediet verstrekt aan Griekenland, dat toen in afwachting was van een derde steunprogramma. Bij de start van dit ESM-programma is deze lening afgelost. Het Nederlandse aandeel in deze garantie is in 2017 niet gewijzigd.

Stabiliteitsmechanisme EFSF

Het EFSF is een tijdelijk noodfonds voor alle lidstaten van de eurozone, waar alle lidstaten van de eurozone via hun aandeel garant staan. Het Nederlandse aandeel in het EFSF bedraagt circa 6,1%. Het tijdelijke noodfonds EFSF gaat sinds juli 2013 geen nieuwe leningenprogramma’s meer aan maar blijft bestaan totdat de reeds verstrekte leningen zijn afgelost. In 2013 is op basis van toenmalige inschattingen van de uiteindelijke omvang van de toen nog lopende EFSF-programma’s voor Ierland, Portugal en Griekenland een garantieplafond van € 49,6 mld. voor het EFSF vastgesteld. Naar aanleiding van het beëindigen van deze programma’s is het garantieplafond opnieuw bekeken. Het nu vastgestelde garantieplafond van € 34,2 mld. is gebaseerd op een maximale schulduitgifte door het EFSF van € 241 mld., de hoogte van het Guaranteed Debt Issuance Programme. Naast de hoofdsom van EFSF-schuldbewijzen worden ook couponbetalingen gegarandeerd, de zogenaamde rentegarantie. In eerdere berekeningen werd de rentegarantie berekend op basis van de looptijd van de door het EFSF verstrekte leningen. Het Nederlandse aandeel in deze garantie is in 2017 niet gewijzigd.

Garantie DNB winstafdracht

Als gevolg van diverse maatregelen (o.a. SMP, OMO en CBPP) waartoe de ECB de afgelopen periode heeft besloten om het functioneren van de Eurozone te stabiliseren, zijn de zogenaamde crisisgerelateerde (financiële) risico’s in de balans van nationale centrale banken in de Eurozone, en dus ook van DNB (verder) opgelopen. Daarom heeft de Staat in 2013 een garantie afgegeven van € 5,7 mld. Hierdoor wordt het buffervermogen van DNB versterkt.

Stabiliteitsmechanisme ESM

In december 2010 is besloten tot oprichting van een permanent stabiliteitsmechanisme, het ESM. In 2012 hebben de lidstaten van de Eurozone de ratificatie van het ESM-Verdrag voltooid en op 8 oktober 2012 is het ESM-Verdrag en daarmee het permanente noodfonds in werking getreden. Het ESM heeft een effectieve leencapaciteit van € 500 mld. en bestaat voor € 80,5 mld. uit volgestort kapitaal en € 624,2 mld. uit oproepbaar kapitaal. Het Nederlandse aandeel bestaat voor € 4,6 mld. uit volgestort kapitaal en € 35,4 mld. oproepbaar kapitaal. Sinds de inwerkingtreding van het ESM, is het ESM het voornaamste noodfonds. Het Nederlandse aandeel in deze garantie is in 2017 niet gewijzigd.

Garantie SRF

De tweede pijler onder de Bankenunie betreft het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor banken (Single Resolution Mechanism of SRM). In dat kader is een Afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund of SRF) opgericht. Gedurende de overgangsperiode (2016–2023) zal het SRF worden opgebouwd tot minimaal 1 procent van de gedekte deposito’s van alle banken(groepen) in de bankenunie. Op dit moment is de minimale omvang van het SRF bepaald op € 55 mld., waarvan Nederlandse banken € 4,16 mld. zullen bijdragen.

Tijdens de Ecofin-raad van 18 december 2013 is afgesproken dat voor de periode tot en met 2023, wanneer het SRF nog niet gevuld is, voorzien zal worden in een systeem waarbij in laatste instantie een beroep kan worden gedaan op brugfinanciering. Deze brugfinanciering bestaat uit garanties (of kredietlijnen) van de lidstaten aan de SRB voor een bedrag van maximaal de hoogte van het aandeel van die lidstaat in het fonds (voor Nederland € 4,16 mld.). Er kan alleen in laatste instantie een beroep worden gedaan op deze garantie als een Nederlandse bank(engroep) in afwikkeling wordt geplaatst.

Brugfinanciering is noodzakelijk aangezien zich situaties kunnen voordoen waarbij de aanwezige middelen in het SRF ontoereikend zijn om de kosten voortkomend uit een afwikkelingscasus mee te financieren en er vervolgens niet (voldoende) ex-post bijdragen bij banken in de betreffende lidstaat kunnen worden geïnd. Voor de geloofwaardigheid is het van cruciaal belang dat het SRF effectief en voldoende gefinancierd is.

Overige

De stijging in het uitstaande garantiebedrag komt grotendeels doordat er in 2017 een nieuwe garantie is ingesteld: het depositogarantiestelsel op de BES-eilanden. Deze staat voor € 135 mln. in de boeken. Op de overige garanties is een daling te noteren van per saldo € 65 mln., dit komt met name vanwege de daling van de Eurofima-garantie aan NS en het vervallen van de garantie aan de SDU.

Niet in de balans opgenomen garantieverplichting

De Staat heeft op grond van haar overeenkomst met FMO (overeenkomst Staat-FMO van 16 november 1998) instandhoudingsverplichtingen ten opzichte van FMO na eventuele uitputting van haar Reserverekening Algemene Risico's (RAR Fonds) en bij onvoldoende dekking van bijzondere bedrijfsrisico’s. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in artikel 7 van de overeenkomst Staat-FMO. Daarnaast heeft de Staat op grond van artikel 8 van haar overeenkomst met FMO nog andere financiële zekerheidsverplichtingen ten opzichte van FMO. Aangezien deze garantieverplichting in theorie ongelimiteerd is, is deze niet opgenomen in de balans (zie ook 3.4 Overzicht risicoregelingen).

14. Andere verplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Vordering SRH

1.762.112

1.598.050

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

1.223.953

585.364

Kapitaaluitbreiding TenneT

630.000

780.000

Overige

604.464

737.413

Totaal

4.220.529

3.700.827

Vordering SRH

Op 30 september 2015 is SNS Bank afgesplitst van de holding SNS REAAL (thans SRH). Aan de verplaatsing van SNS Bank zijn geen kasstromen te pas gekomen. De Staat heeft voor de koopprijs van € 2,7 mld. de aandelen in de bank verkregen door de eerder aan SNS REAAL verstrekte overbruggingslening van € 1,1 mld. en de door SNS verschuldigde rente van € 1,95 mln. op deze lening te verrekenen en het restant van de koopprijs van € 1,598 mld. (€ 2,7 mld. – € 1,102 mld.) schuldig te blijven waardoor SRH een vordering op de Staat heeft verkregen ter hoogte van hetzelfde bedrag. In 2017 is daarnaast € 161 mln. aan liquide middelen overgeheveld van SRH naar de Staat. Dit bedrag is opgeteld bij de reeds bestaande verplichting. Tot slot is de Staat ook rente verschuldigd over de vordering, dit bedraagt in 2017 € 3,1 mln. en is eveneens opgeteld bij de reeds bestaande verplichting.

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

Per 31 december 2017 zijn er nog openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank (met name meerjarige betalingen voor IDA), alsmede de betalingsverplichting voor het paid-in capital van de AIIB. Bij de 18e-middelenaanvulling van IDA is Nederland een nieuwe betalingsverplichting ter hoogte van € 690,3 mln. aangegaan.

Kapitaaluitbreiding TenneT

Op 12 juli 2016 is de Kamer geïnformeerd over de kapitaaluitbreiding bij TenneT. In 2017, 2018 en 2019 wordt in totaal een bedrag van € 780 mln. aan TenneT uitgekeerd. Aangezien in 2017 een eerste tranche van € 150 mln. is overgemaakt aan TenneT, daalt de resterende verplichting van € 780 mln. naar € 630 mln.

Overige

De Belastingdienst heeft in 2016 een meerjarige verplichting van € 539 mln. aangegaan voor de bekostiging van de vertrekregeling. Een deel van deze verplichting is in 2016 en 2017 tot uitbetaling gekomen, waarmee de resterende openstaande verplichting eind 2017 is afgenomen tot € 288 mln.

Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen

De per 1 januari 2016 ingevoerde belastingplicht van overheidsondernemingen heeft voor het Ministerie van Financiën tot gevolg dat over een deel van het resultaat over 2016 vennootschapsbelasting, zijnde € 245, is betaald. Vanwege uitstel is dit bedrag in 2017 betaald. Als gevolg van de voorlopige aanslag in 2016 is voor het fiscale jaar 2017 een voorlopige aanslag opgelegd en betaald van € 261.943.

Er kan nog geen definitieve inschatting worden gemaakt van de omvang van de fiscale Vpb-positie, aangezien het aangifteproces nog loopt. Naar verwachting betreft het geen substantiële verplichting.

15. Deelnemingen

De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:

  • Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.

  • Internationale instellingen: op basis van het gestorte kapitaal, waarde per 31 december 2017. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.

De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de laatste kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2017 vermeld.

Deelnemingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2017

Ultimo 2016

Aandeel in %

Nederlandse ondernemingen

     

Nederlandse Gasunie N.V.

10.067.312

10.067.312

100

NS N.V.

1.012.265

1.012.265

100

TenneT B.V.

850.000

700.000

100

De Nederlandsche Bank (DNB)

500.000

500.000

100

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

69.613

69.613

50

N.V. Luchthaven Schiphol

58.937

58.937

69,7

Havenbedrijf Rotterdam

462.667

462.500

29,17

Nederlandse Loterij B.V.

78.273

78.273

99

Overige

73.209

73.164

div.

Subtotaal

13.172.276

13.022.064

 

ABN AMRO GROUP N.V.

12.186.590

15.182.537

56,26

ASR Nederland N.V.

0

2.325.052

0

RFS Holdings B.V.

2.642.000

2.642.000

1,25

SRH N.V.

2.200.000

2.200.000

100

Volksbank Holding B.V. (Volksbank)

2.700.000

2.700.000

100

Subtotaal

32.900.866

38.071.653

 

Internationale instellingen

     

IBRD

283.082

322.076

2,06

EFSF

1.623

1.623

5,70

ESM

4.573.600

4.573.600

5,70

EIB

969.040

969.040

4,47

EBRD

155.250

155.250

2,51

IFC

46.803

53.250

2,19

MIGA

6.545

7.447

2,16

AIIB

103.210

78.285

1,03

Subtotaal

6.139.153

6.160.571

 

Totaal

39.040.019

44.232.224

 

TenneT B.V.

Op 12 juli 2016 is de Kamer geïnformeerd over de kapitaaluitbreiding bij TenneT B.V. In het kader hiervan is in 2017 een storting van € 150 mln. aan eigen vermogen gedaan. Hiermee stijgt de waardering van TenneT B.V. in de balans van € 700 mln. naar € 850 mln.

Overige

In 2017 is Holland Casino omgevormd van een stichting naar een naamloze vennootschap. Holland Casino wordt daarom dit jaar voor het eerst opgenomen in het deelnemingenoverzicht, onder het kopje «overige».

ABN AMRO GROUP N.V.

Op 28 juni en 15 september 2017 heeft de Staat aandelen ABN AMRO naar de beurs gebracht. Er zijn in totaal 130 mln. aandelen verkocht (14%) voor respectievelijk € 22,75 en € 23,50 per aandeel. Dit heeft geleid tot een totaalopbrengst van € 3,0 mld. Ultimo 2017 heeft de Staat nog 56,26% van de aandelen ABN AMRO in handen, met een historische aanschafwaarde van € 12,2 mld.

ASR Nederland N.V.

Op 13 januari, 5 april, 13 juni en 14 september 2017 heeft de Staat aandelen a.s.r. naar de beurs gebracht. Er zijn in totaal 95,6 mln. aandelen verkocht (63,7%) voor respectievelijk € 22,15, € 25,75, € 29,00 en € 33,75 per aandeel. Dit heeft geleid tot een totaalopbrengst van € 2,7 mld. Met de laatste aandelenplaatsing in september heeft de Staat haar volledige aandeel in a.s.r. verkocht.

RFS Holdings B.V.

In 2012 is het belang dat de Staat houdt in RFS Holdings B.V. overgedragen aan de Stichting Administratiekantoor Beheer Financiële Instellingen (NLFI) tegen uitgifte van certificaten in het kapitaal van de onderneming. Het belang in RFS is verbonden aan de onverdeelde boedel van het in 2007, door het consortium RBS (R), Fortis (F) en Santander (S), overgenomen voormalige ABN AMRO. RBS is door de consortiumpartners gemachtigd om de activa in RFS op ordentelijke wijze te beheren en te verkopen. Er is € 2.642 mln. toe te wijzen aan RFS. Het grootste activum op de balans van RFS is een belang in de Saudi Hollandi Bank. Het verkoopproces hiervan is gaande. Het is niet mogelijk om uitspraken te doen over de verwachte opbrengst en termijn waarbinnen de verkoop gerealiseerd zal worden. Als deze transactie is afgerond, kunnen de gedeelde activa voor het grootste deel worden afgewikkeld. Tot op heden heeft de Staat circa € 16 mln. aan overtollig kapitaal uit de Z-share mogen ontvangen.

SRH (voorheen: SNS REAAL N.V.)

In 2015 heeft SNS REAAL Holding (SRH) «VIVAT Verzekeringen» (REAAL N.V., hierna «VIVAT») verkocht aan de Chinese verzekeraar Anbang. Met de verkoop van VIVAT en de verplaatsing van de bank onder de Staat, is SRH een holding zonder activiteiten geworden. SRH wordt daarom afgewikkeld. SRH zal de resterende activa verkopen, de crediteuren met die opbrengsten betalen en het restant aan de aandeelhouder uitkeren. Doordat SRH nog lopende verplichtingen heeft zal de ontmanteling van SRH nog enige tijd in beslag nemen. Aangezien SRH een holding zonder financiële activiteiten is geworden, heeft de Staat in 2017 de aandelen overgenomen van NLFI.

Volksbank Holding B.V. (Volksbank)

De Staat heeft SNS Bank N.V. op 30 september 2015 voor € 2,7 mld. gekocht van SRH (het toenmalige SNS Reaal) en onder een nieuwe holding, SNS Holding B.V., geplaatst. De Staat heeft SNS Bank verkregen voor € 2,7 mld. In 2017 is bekend geworden dat SNS Bank N.V. doorgaat onder de nieuwe naam Volksbank N.V. Zowel medio 2016 als medio 2017 heeft de Minister van Financiën de Kamer gemeld dat de Volksbank nog niet klaar is voor een eventuele verkoop. De Volksbank zal de komende tijd intern verbeteringen doorvoeren, waarna later wordt besloten over de toekomst van de bank.

Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)

Door de appreciatie van de euro t.o.v. de dollar is de waardering van de totale deelneming Wereldbank verlaagd.

ESM

Als onderdeel van de gemaakte Europese afspraken neemt Nederland deel in het ESM met een aandeel van 5,7%.

AIIB

In 2015 heeft Nederland besloten deel te nemen aan de oprichting van de AIIB. Daarbij heeft Nederland zich ingeschreven voor 2.063 paid-in shares. De daadwerkelijk aangekochte aandelen representeren per 31 december 2017 een deelneming van € 103,2 mln.

67

Kamerstukken II 2016–2017, 21 501-07, nr. 1398.

Licence