In dit departementaal jaarverslag 2017 legt de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2017. In dit departementaal jaarverslag wordt tevens verantwoord over het gevoerde beheer over het jaar 2017. Op 26 oktober 2017 is de naam van het Ministerie gewijzigd in Ministerie van Justitie en Veiligheid. In dit jaarverslag wordt gelet op de relatie met de begroting voor 2017 nog de naam Ministerie van Veiligheid en Justitie gehanteerd.
Inhoud
Het jaarverslag van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Het Ministerie) bestaat uit vier onderdelen, zijnde Algemeen (A), Beleidsverslag (B), Jaarrekening (C) en Bijlagen (D).
Algemeen
Het onderdeel Algemeen omvat het verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer.
Beleidsverslag
Het beleidsverslag is opgebouwd uit vijf onderdelen. De paragraaf beleidsprioriteiten bevat een uiteenzetting op hoofdlijnen van de bereikte resultaten van het gevoerde beleid. De beleidsartikelen verantwoorden meer in detail in hoeverre de doelstellingen van Het Ministerie zijn behaald. Tevens is hier de financiële toelichting te vinden op opmerkelijke verschillen tussen realisatie en begroting. Voor het toelichten van de mutaties op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) wordt gebruik gemaakt van de staffel uit de RBV 2018. Dit is zelfde staffel die wordt toegepast voor het toelichten van de mutaties in de suppletoire begrotingen. De toelichting op mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletoire begrotingen) aan de Tweede Kamer zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen opgenomen. In de beleidsartikelen wordt bij ieder artikel een algemene doelstelling en de rol en verantwoordelijkheid van de Minister beschreven.
Voor de begroting 2018 is voor artikel 34 Straffen en Beschermen aan deze beschrijving aandacht besteed, resulterend in een verbeterde en nauwkeuriger formulering. Deze nieuwe formulering is ook in dit jaarverslag opgenomen. De niet-beleidsartikelen verantwoorden de financiële afwikkeling van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de onvoorziene uitgaven en de loon- en prijsbijstellingen en een artikel voor geheime uitgaven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van opmerkelijke zaken in de bedrijfsvoering. Tot slot bevat dit onderdeel in afwijking van de Rijksbegrotingsvoorschriften ook een hoofdstuk over de Raad voor de rechtspraak.
Jaarrekening
De jaarrekening is opgebouwd uit de departementale verantwoordingsstaat en de samenvattende verantwoordingsstaat agentschappen, de saldibalans met de bij dit onderdeel behorende financiële toelichting, de jaarverantwoording van de agentschappen en de rapportage over de topinkomens. De uitgangspunten voor de verslaglegging inzake de agentschappen zijn weergeven in de individuele jaarrekening per agentschap.
Bijlagen
Het jaarverslag bevat vijf bijlagen, te weten de voorgeschreven «Toezichtrelaties ZBO’s en RWT’s», «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek», «Externe inhuur», evenals de aanvullende bijlagen «Voortgangsrapportage VenJ Verandert» en het «Overzicht van in 2017 tot stand gekomen wetten».
Groeiparagraaf
Toelichting bij openstaande rechten
Vanaf 2016 verantwoordt VenJ executeerbare ontnemingsmaatregelen die nog niet zijn overgedragen aan het CJIB als een openstaand recht, zodra de betreffende strafzaak en ontnemingszaak onherroepelijk zijn. In 2017 is onduidelijkheid ontstaan over de verantwoording van geldelijke zaken (waaronder bankbeslag, cryptomunten, buitenlands beslag en effecten), waarbij door de rechter of officier (buitengerechtelijke afdoening) een beslissing tot verbeurdverklaren is genomen en waarbij het beslag nog niet heeft geleid tot een ontvangst. De verslaggevingsvoorschriften voor de rijksoverheid (RBV) bieden op dit moment te weinig houvast. In overleg met het Ministerie van Financiën is besloten om voor dit moment vast te houden aan de huidige beleidslijn. In 2018 zal worden bepaald of deze kortstondige situaties rondom geldelijke zaken als recht moeten worden verantwoord en tegen welke waarde.
Specifieke aandachtspunten
Raad voor de rechtspraak
In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering toegekend aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. De Raad kent een bekostigingssystematiek die gebaseerd is op outputfinanciering. Door VenJ is gekozen voor een bijdrageconstructie. Deze bijdrage is op artikel 32 opgenomen. Voor de Raad is in het jaarverslag zoals gebruikelijk een apart hoofdstuk opgenomen, met daarin een verantwoording over de uitgaven van de Raad.
Overgangsrecht Comptabiliteitswet
Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de jaarverslagen en slotwetten over 2017 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139. Het betreft met name de volgende artikelen:
Art. in CW 2016 | Art. in CW 2001 |
---|---|
3.2 – 3.4 | 19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid |
3.5 | 22, eerste lid; 26, eerste lid |
3.8 | 58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid |
3.9 | 58, eerste lid, onderdeel b en c |
2.37 | 60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid |
2.35 | 61, tweede tot en met vierde lid |
2.40 | 64 |
7.12 | 82, eerste lid; 83, eerste lid |
7.14 | 82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid |