Om te voldoen aan de rapportagecriteria uit de rijksbegrotingsvoorschriften wordt in dit onderdeel gerapporteerd op de onderstaande rapportage-items:
-
A. comptabele rechtmatigheid;
-
B. totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie;
-
C. financieel en materieel beheer, en
-
D. overige aspecten van de bedrijfsvoering.
A. Comptabele Rechtmatigheid
Bij de vaststelling van de onderstaande tabel is voor de bestuurskern gebruik gemaakt van een statistische steekproef. Bij gebruik van het instrument steekproef schrijven de rijksbegrotingsvoorschriften voor om in de onderstaande tabellen te rapporteren als de maximale fouten en onzekerheden de rapporteringstolerantiegrenzen overschrijden. De meest waarschijnlijke uitkomsten staan vermeld in de kolommen 4, 5 en 6.
Rapporteringstolerantie | Verantwoord bedrag in euro | Rapporteringstolerantie voor fouten en onzekerheden in euro | Bedrag aan fouten in euro | Bedrag aan onzekerheden in euro | Bedrag aan fouten en onzekerheden in euro |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 20 uitgaven/ontvangsten | 20.742.000 | 2.074.200 | 0 | 127.719 | 127.719 |
Artikel 21 uitgaven/ontvangsten | 22.358.000 | 2.235.800 | 0 | 1.350.311 | 1.350.311 |
Artikel 98 uitgaven/ontvangsten | 352.640.000 | 25.000.000 | 0 | 21.536.230 | 21.536.230 |
Alleen de maximale onzekerheid overschrijdt de rapporteringstolerantie en daarom is de meest waarschijnlijke onzekerheid vermeld.
B. Totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie (nfi)
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
C. Financieel en materieel beheer
In dit onderdeel wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van het financieel en materieel beheer:
-
• opmerkelijke zaken in de processen financieel en materieel beheer waaronder bevindingen ADR ultimo einde verslagjaar;
-
• onvolkomenheden zoals benoemd door de Algemene Rekenkamer inclusief de getroffen/te treffen maatregelen.
Ontwikkeling financieel en materieel beheer en opmerkelijke zaken in de daarmee verbonden processen
De Auditdienst Rijk constateert over 2017: «Het ministerie beheerst de grote financiële stromen goed. Voor de bevindingen over het financieel en materieel beheer uit 2017 geldt dat het ministerie wel maatregelen heeft genomen. De effecten van verbeteracties zijn deels zichtbaar. Er is een verbetering op het inkoopbeheer en het subsidiebeheer.».
Bestuurskern
Gedurende het jaar zijn diverse acties en controles uitgevoerd om onrechtmatigheden te voorkomen. Zo zijn alle verstrekte opdrachten en subsidieverleningen integraal getoetst op ondertekening door de juist gemandateerde. De geconstateerde onrechtmatigheden zijn vervolgens gecorrigeerd.
Ook zijn er gedurende het jaar steekproefsgewijs controles uitgevoerd op de verstrekte en openstaande voorschotten en zijn eventuele onrechtmatigheden gecorrigeerd. Aan een nieuwe procedure voorschotten wordt gewerkt.
Financieel control RWS
In 2017 is door RWS – naast het RWS Controlplan – een Financieel Controlplan opgesteld en uitgevoerd. Hiermee zijn de meest risicovolle processen voor het jaarrekeningtraject onderzocht. Doel hiervan was het krijgen van aanvullende zekerheid en een RWS breed beeld over het gevoerde financieel en materieel beheer, waaronder de kwaliteit van de beheersing van rechtmatigheid van geldstromen.
Financieel control ILT
Door verdere overdracht van bedrijfsvoeringstaken aan IBI en RWS verschuift de focus van de ILT naar regievoering en contractbeheer op de financiële en materiële aspecten.
Prestatie verklaren bestuurskern
Gedurende 2017 is veel aandacht geschonken aan verbetering van de kwaliteit van de afgegeven prestatieverklaringen. Hierin zijn gaandeweg het jaar een aantal verbetermaatregelen genomen, waaronder:
-
– In juni 2017 zijn de templates van de inkoopcontracten aangepast, waarmee mogelijke inconsistenties bij het afgeven van de prestatieverklaring «aan de bron» worden voorkomen;
-
– In september 2017 is, geformaliseerd in een besluit van de Bestuursraad, voor de Bestuurskern een beperking opgelegd aan het afsluiten van inkoopopdrachten op basis van nacalculatie. Dit om inconsistenties en onbedoelde vermenging van elementen inhuur- (op urenbasis) versus uitbestedings-opdrachten (op resultaatbasis) te beperken;
-
– In december 2017 is een door IBI en FMC opgestelde «Handreiking betekenisvol prestatie verklaren», in concept ook met de ADR afgestemd, vastgesteld en deze is vanuit IBI verspreid naar alle directeuren en andere belanghebbenden in hun verzorgingsgebied;
-
– Er wordt gerapporteerd over de kwaliteit van de prestatieverklaringen, mede door op steekproefbasis periodiek een inhoudelijk oordeel te vormen.
Het algemene beeld is dat hiermee nu afdoende maatregelen zijn genomen, bewustwording hierop inmiddels fors is gestegen en dat medewerkers steeds meer betekenisvol en kwalitatief beter prestatie verklaren.
Inkoopproces RWS
Er heeft in 2017 – naar aanleiding van interdepartementale bestuurlijke afspraken over het (aantoonbaar) voldoen aan de in 2016 gewijzigde Aanbestedingswet (waaronder het vervallen van de zogenoemde IIB-diensten) – een beoordeling plaatsgevonden van de eisen die de Aanbestedingswet stelt aan de (onafhankelijke) leveranciersselectie. De uitkomsten hiervan zijn positief. Verdere aandacht wordt besteed aan de wijze waarop de monitoring van de procedurekeuze meer structureel vorm kan krijgen, en wat hiervoor nodig is in termen van ICT-ondersteuning en werkwijze. Er is in 2017 extra aandacht besteed aan de toegankelijkheid, juistheid en volledigheid van het inkoopdossier. Er is een aantal maatregelen getroffen om de borging van een toereikend inkoopdossier weer verder te verbeteren. Uit de monitoring hierop blijkt dat de toereikendheid van het inkoopdossier is verbeterd, maar de ambitie nog niet volledig is gehaald.
Contractbeheer RWS
In 2017 is het kader voor de contractbeheersing aangepast, waarbij onderscheid is gemaakt naar eisen voor contracten met systeemgerichte contractbeheersing (SCB) en zonder SCB. Met SCB toetst RWS risicogestuurd het kwaliteitssysteem van de opdrachtnemer om na te gaan of de contractuele verplichtingen worden nageleefd. De HRM- en opleidingsinspanningen die voor de werkwijze met SCB nodig zijn, zijn in 2017 onverminderd gecontinueerd. Deze inspanningen zijn mede geborgd in de RKW-cyclus van medewerkers die met SCB werken. Om het behaalde niveau van het functioneren van SCB te monitoren is in 2017 – zowel bij de aanleg- als bij de onderhoudsprojecten – een selfassessment uitgevoerd, waarvan de uitkomsten vervolgens zijn gereviewd. De uitkomsten zijn zowel over de borging van de rechtmatigheid als over het functioneren van de SCB positief. Aandachtspunt is de interne kwaliteitsborging, in lijn met de afspraken die in het kader contractbeheersing zijn gemaakt.
De beheersing van de kleinere (niet SCB) contracten heeft in 2017 extra aandacht gehad. Hierbij is geconstateerd dat de beheersing van deze contracten van voldoende niveau is, maar dat de vastlegging onvoldoende is. Hierdoor kan de rechtmatigheid niet op een doelmatige wijze worden aangetoond (gaat m.n. om de onderbouwing van de prestatieverklaringen). Dit proces is eind november 2017 aangepast waarbij de prestatieverklaringen en de onderbouwing hiervan onderdeel zijn geworden van de workflow van het betalingsproces. Het effect van deze verbetermaatregel is nog niet beoordeeld.
Balanspost RWS «Nog uit te voeren werkzaamheden» (NUTW)
In de begrotingsbijlage Infrastructuurfonds 2018 is aangegeven hoe er besluitvorming zal plaatsvinden ultimo Service Level Agreement (SLA)-periode tussen RWS en beleids-DG’s indien er meer of minder middelen beschikbaar zijn voor nog niet volledig uitgevoerde werkzaamheden.
RWS is in 2017 bezig geweest om haar administratieve organisatie daarop in te richten.
Inmiddels is er een SLA 2018–2021 afgesloten waarin afspraken staan over de omgang met de post Nog uit te voeren werkzaamheden (NUTW) binnen de SLA.
Daarin is aangegeven dat bij een positief saldo het bedrag kan worden toegevoegd aan de investeringsruimte en dat bij een negatief saldo het moet worden opgelost door lagere prestaties af te spreken of door aanvulling vanuit de investeringsruimte.
Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen
Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen in werking getreden. Ik moet vaststellen of en in hoeverre het Kerndepartement en de bijbehorende uitvoeringsorganisaties als agentschappen en zelfstandige bestuursorganen zonder rechtspersoonlijkheid Vpb-plichtig zijn. Bij de uitvoering steun ik op de ondersteuning en expertise van het Rijksbrede Fiscale Loket en het Fiscale Loket van RWS. Omtrent de uit te voeren werkzaamheden en verantwoordelijkheden zijn afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in het IenW Kader Vennootschapsbelasting, die geënt is op de Handreiking vennootschapsbelasting rijksoverheid van het Ministerie van Financiën. Voor de aangifte 2016 is uitstel tot 1 mei 2018 aangevraagd.
-
– RWS: De activiteiten van RWS zijn in beeld gebracht en resultaatbepaling heeft voor zover mogelijk plaatsgevonden. Verdere kwantificering van de belastingdruk in de jaarrekening en de effecten op het resultaat is nu nog niet mogelijk in verband met lopend vooroverleg met de Belastingdienst en afhankelijkheid op Rijksbrede dossiers. De clustering van de activiteiten en het proces van afstemming met de Belastingdienst is dermate complex en arbeidsintensief dat resultaten nog effect moeten krijgen in de aangifte 2016 en doorwerken in de aangifte 2017. Als voorlopige aanslag is voor zowel 2016 en 2017 elk circa € 4 miljoen betaald.
-
– KNMI: De Belastingdienst heeft op 19 februari 2018 aangegeven akkoord te zijn met de clustering van activiteiten en aangegeven voor de activiteiten KNMI maatwerkprojecten alleen voor de activiteiten data en infrastructuurdiensten Vpb-plichtig is vanaf 2016. Een voorlopige aanslag Vpb van € 25.000 voor het jaar 2016 (en voor 2017) is betaald.
-
– ILT: ILT heeft op 8 juli 2016 met de Belastingdienst een pre-filing overleg gevoerd. De Belastingdienst heeft aangegeven dat wanneer de kosten goed worden toegerekend en er geen winsten worden behaald er geen sprake zal zijn van een Vpb-plichtige activiteit. Op basis van het activiteitenoverzicht 2016 is geconcludeerd dat deze activiteiten niet kostendekkend en daarom niet Vpb-plichtig zijn. Aangezien de tarieven ook in 2017 niet kostendekkend zijn en de ILT geen winsten behaalt uit haar activiteiten, is ook in 2017 geen sprake van Vpb-plicht.
-
– Bestuurskern: Vpb-plichtige activiteiten vinden in principe niet plaats in de bestuurskern. Jaarlijks worden activiteiten waarbij er sprake is van ontvangsten beoordeeld op Vpb-plicht.
-
– NEa: De Belastingdienst heeft bevestigd dat de overheidstakenvrijstelling ex artikel 8e, lid 1, onderdeel b Wet Vpb 1969 van rechtswege van toepassing is op de resultaten behaald met de activiteit «veiling emissierechten».
Last onder dwangsom ILT
Het beheer van verbeurd verklaarde dwangsommen stond afgelopen jaar onder druk door onvoldoende beheersing van de overdrachtsmomenten in het proces en onvoldoende personele achtervang.
Dit heeft geleid tot het noodgedwongen buiten invordering stellen van verjaarde dwangsommen door de IG. Naast het instellen van een invorderingsbureau om op korte termijn in control te komen, is tegelijkertijd de opdracht gegeven om tot een verbeterd procesontwerp te komen, zodat het beheer structureel geborgd is.
Opbrengsten uit vergunningverlening ILT
De in het verleden ingezette uniformering van de vastlegging in de ICT-systemen heeft ook in 2017 bijgedragen aan verbetering bij het vaststellen van de juistheid en volledigheid van de opbrengsten. Dit is bereikt door het verder inzetten op uniformering en automatisering van het verbandscontroleproces. Het personele verloop en technische beheersing als gevolg van verouderde ICT-applicaties vormden in 2017 een risico op de zekerheid van deze opbrengstenstroom. In het ICT-actieplan is ingezet op modernisering van vergunningapplicaties; een eerste stap daarin is in 2017 gerealiseerd. De organisatorische wijziging waarbij alle vergunningsverleningsafdelingen zijn samengevoegd maakt het eenvoudiger om de beperkte capaciteit aan benodigde kennis te delen/organiseren.
Voortgang op onvolkomenheden Algemene Rekenkamer (in te vullen door rapportagehouders aan Audit Committee)
In het verslagjaar is door het management aan het Audit Committee gerapporteerd over de voortgang op de getroffen maatregelen om de ultimo 2016 geconstateerde onvolkomenheden op te lossen. Met behulp van de onderstaande tabel wordt de voortgang zichtbaar gemaakt per onderwerp.
Onderwerp | Oordeel AR ultimo 2016 | Oordeel IenW ultimo 2017 |
---|---|---|
Regie externe beheerder SAP | Beheer SAP-systeem wel verbeterd, maar nog niet op orde | IBI/DCI heeft veel effort gestoken in het oplossen van de bevindingen. Om te kijken waar we nu concreet staan heeft DCI de ADR gevraagd om te rapporteren overeenkomstig de richtlijn 3000 van de beroepsorganisatie van IT-auditors in Nederland (NOREA). Deze richtlijn stelt eisen aan de kwaliteit en uitvoering van de opdracht, de inhoud van het assurancerapport en de wijze waarop het oordeel wordt geformuleerd. De NOREA 3000 is inmiddels door de ADR uitgevoerd en eind januari worden de uitkomsten met IBI/DCI besproken. Op basis van de uitkomsten van de NOREA 3000 (na hoor en wederhoor) zal IBI/DCI een integraal plan van aanpak opstellen om zo gerichter verder te kunnen werken aan het optimaliseren van haar bedrijfsvoering en het implementeren van de oplossingen voor de laatste openstaande bevindingen. |
Toezicht FMC op inkoopfunctie | Effect op geconstateerde fouten en onzekerheden onvoldoende | Inmiddels zijn nagenoeg alle acties uit het verbeterproject «Versterking financieel beheer BSK» onder regie vanuit FMC afgerond. Uit de in 2017 (aan de BSR aangeboden) kwartaalrapportages «Inkoopmonitor IBI/BSK» komt het volgende beeld naar voren: – Onrechtmatige inkopen: een verdergaande dalende trend qua aantal en financiële omvang van onrechtmatigheden in inkoopopdrachten. De financiële omvang blijft nu (ruim) onder de gestelde tolerantiegrenzen. – «Zelfwerkzaamheid» door diensten: het oorspronkelijke hoge percentage inkoopopdrachten buiten IBI/Inkoop om is fors gereduceerd tot nu ca. 10%. – De verwachting is dat deze onvolkomenheid rond de inkoopfunctie inmiddels afdoende is beheerst en feitelijk opgelost. |
Inkoopbeheer directie KLG | Prestatie verklaren bij inhuurcontracten: urenstaten ontbraken of bleken niet te zijn gecontroleerd | Specifiek bij KLG betrof het enkele specifieke-opdrachten die als resultaatverplichting waren beoogd, maar a.g.v. facturatie en verantwoording/prestatieverklaring op urenbasis als inhuuropdracht en onrechtmatig werden aangemerkt. Als gevolg van extrapolatie van de gecontroleerde post, kwam dit artikel boven de tolerantiegrens. Door de diverse genomen maatregelen op het gebied van prestatie verklaren is deze onvolkomenheid naar verwachting ook opgelost. |
Subsidiebeheer (MenO-beleid) | Subsidiebeheer verdient aandacht; Departementaal MenO-beleid ontbreekt | In het uitvoeringsjaar is departementaal MenO-beleid geschreven dat begin 2018 is geformaliseerd. |
D. Overige aspecten van de bedrijfsvoering.
In dit onderdeel rapporteren agentschappen en bestuurskern over majeure aandachtspunten in overige bedrijfsvoeringprocessen.
Het oplossen van de ADR-bevindingen over informatiebeveiliging vraagt meer aandacht.
Het ministerie pakt de bevinding meldplicht datalekken projectmatig op. De ADR ziet resultaten nog niet.
Informatiebeveiliging
RWS
RWS blijft inzetten op het «in-control» brengen en houden van de beveiliging van de automatisering ter ondersteuning van de missie kritieke processen van RWS. Daarbij is op basis van een risicoanalyse in kaart gebracht wat de te nemen aanvullende beheersmaatregelen zijn in relatie tot de eisen die hieraan worden gesteld, waaronder de eisen van de Baseline Informatiebeveiliging Rijk (BIR). RWS monitort de voortgang van de uitvoering van de beheersmaatregelen actief en beschikt hierdoor over een accuraat inzicht in het identificeren, uitvoeren en borgen van beveiligingsmaatregelen. Het tempo waarin de maatregelen worden uitgevoerd, heeft daarbij expliciete aandacht. Evenals de wijze waarop de informatiebeveiligingsorganisatie op een structurele wijze wordt geborgd. De werking van de geïmplementeerde maatregelen wordt getoetst door middel van een aantal audits.
ILT
Ook in 2017 werd binnen de ILT gewerkt aan een verdere verbetering van de informatiehuishouding, waarbij de verdere overgang van dienstonderdelen naar het gebruik van de centrale applicatie Holmes de beheersbaarheid van de data bevordert.
De ADR heeft een audit uitgevoerd naar een aantal beveiligingsmaatregelen in de applicatie Holmes. Hierbinnen zijn bevindingen gedaan. Door noodzakelijke beveiligingsmaatregelen te nemen, zijn deze bevindingen grotendeels opgelost. Voor Holmes loopt een volledige PDCA-cyclus. Een aantal jaren geleden is vastgesteld welke systemen in het kader van de informatiebeveiliging kritisch zijn voor de processen van de ILT. In 2017 heeft een herijking plaatsgevonden om te kijken of hier verandering in is gekomen. Daarnaast is op advies van afdeling Integrale Beveiliging de externe ontsluiting van de applicatie Terra uitgezet vanwege een verhoogd risico. Deze software was dusdanig verouderd dat de hostingpartij niet meer in kon staan voor de veiligheid van de in Terra aanwezige gegevens.