Rijkswaterstaat (RWS)
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie 2017 | (3)=(2)–(1) Verschil realisatie 2017 en vastgestelde begroting | (4) Realisatie 2016 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 2.173.987 | 2.212.833 | 38.846 | 2.235.181 |
Omzet overige departementen | 28.360 | 38.677 | 10.317 | 40.224 |
Omzet derden | 175.683 | 179.317 | 3.634 | 155.069 |
Rentebaten | 800 | – | – 800 | 0 |
Vrijval voorzieningen | – | 3.324 | 3.324 | 22.608 |
Bijzondere baten | 3.000 | 2.348 | – 652 | 3.407 |
Totaal baten | 2.381.830 | 2.436.499 | 54.669 | 2.456.489 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 997.445 | 1.031.132 | 33.687 | 991.288 |
– Personele kosten | 744.372 | 827.364 | 82.992 | 786.627 |
Waarvan eigen personeel | 691.030 | 744.871 | 53.841 | 705.997 |
Waarvan inhuur externen | 51.842 | 82.493 | 30.651 | 80.630 |
Waarvan overige personele kosten | 1.500 | – | – 1.500 | – |
– Materiële kosten | 253.073 | 203.768 | – 49.305 | 204.661 |
Waarvan apparaat ICT | 30.000 | 29.730 | – 270 | 28.650 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 56.000 | 49.337 | – 6.663 | 53.283 |
Waarvan overige materiële kosten | 167.073 | 124.701 | – 42.372 | 122.728 |
Beheer en onderhoud | 1.326.662 | 1.321.514 | – 5.148 | 1.349.063 |
Rentelasten | 8.748 | 3.707 | – 5.041 | 4.041 |
Afschrijvingskosten | 39.975 | 29.086 | – 10.889 | 30.411 |
– Materieel | 38.500 | 27.652 | – 10.848 | 29.246 |
Waarvan apparaat ICT | 6.000 | 2.657 | – 3.343 | 2.223 |
– Immaterieel | 1.475 | 1.433 | – 42 | 1.165 |
Overige Lasten | – | 23.178 | 23.178 | 7.329 |
– Dotaties voorzieningen | – | 12.449 | 12.449 | 7.112 |
– Bijzondere lasten | – | 10.728 | 10.728 | 217 |
Totaal lasten | 2.372.830 | 2.408.615 | 35.785 | 2.382.132 |
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen | 9.000 | 27.884 | 18.884 | 74.357 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 7.885 | 7.885 | ||
Resultaat na belastingen | 9.000 | 19.999 | 10.999 | 74.357 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 9.000 | 8.305 | – 695 | 10.269 |
Nog te verdelen resultaat | – | 11.694 | 11.694 | 64.088 |
Baten
Omzet moederdepartement
Omzet beheer en onderhoud
De omzet beheer en onderhoud (B&O) betreft het deel van de agentschapsbijdrage dat dient ter dekking van de kosten voor beheer, onderhoud en verkeersmanagement van de infrastructurele netwerken (externe productiekosten, baten en lasten stelsel).
Omzet apparaat
De omzet apparaat is het deel van de agentschapsbijdrage dat dient ter dekking van de apparaatskosten die nodig zijn voor de voorbereiding en uitvoering van het beheer en onderhoud en aanlegprogramma (interne kosten, baten en lastenstelsel).
Artikel | Begroting 2017 | Realisatie 2017 | |
---|---|---|---|
Hoofdwatersysteem B&O (Programma) | DF | 190.254 | 200.804 |
Hoofdwegen B&O (Programma) | Art.12 IF | 664.128 | 683.059 |
Hoofdvaarwegen B&O (Programma) | Art.15 IF | 332.080 | 320.481 |
Hoofdstuk 12 B&O (Programma) | Diversen | 283 | – |
1.186.745 | 1.204.344 | ||
Hoofdwatersysteem Apparaat | DF | 216.300 | 224.608 |
Hoofdwegen Apparaat | Art.12 IF | 441.386 | 454.674 |
Hoofdvaarwegen Apparaat | Art.15 IF | 272.770 | 281.666 |
Hoofdstuk 12 Apparaat | Diversen | 56.786 | 68.072 |
987.242 | 1.029.020 | ||
Totaal | 2.173.987 | 2.233.364 |
Toelichting
-
• Hoofdwatersysteem B&O: de hogere omzet ad € 11 miljoen wordt o.a. veroorzaakt door extra toekenning budget voor het project planstudie IJsseldelta fase II (€ 5 miljoen), bijdrage EZ voor het project Wind op Zee (€ 4 miljoen) en door de prijsbijstelling (€ 2 miljoen).
-
• Hoofwegennet B&O: de hogere omzet ad € 19 miljoen wordt o.a. veroorzaakt door extra toekenning budget voor nalevingskosten SWUNG (€ 14 miljoen) en door de prijsbijstelling (€ 5 miljoen).
-
• Hoofvaarwegennet B&O: de lagere omzet ad – € 12 miljoen wordt o.a. veroorzaakt door de overboeking naar de realisatie Twentekanalen fase II (– € 13 miljoen) en overboeking naar de Kustwacht (– € 3 miljoen) en de prijsbijstelling (€ 4 miljoen).
-
• Hoofdwatersysteem Apparaat: de hogere omzet ad € 9 miljoen wordt o.a. veroorzaakt door extra toekenning budget voor capaciteit voor uitbreiding areaal (€ 3 miljoen), bijdrage EZ voor het project Wind op Zee (€ 1 miljoen) en door de loon- en prijsbijstelling (€ 5 miljoen).
-
• Hoofdwegen Apparaat: de hogere omzet ad € 14 miljoen wordt o.a. veroorzaakt door extra toekenning budget voor capaciteit voor uitbreiding areaal (€ 5 miljoen) en door loon- en prijsbijstelling (€ 9 miljoen).
-
• Hoofdvaarwegennet Apparaat: de hogere omzet ad € 9 miljoen wordt o.a. veroorzaakt door capaciteit voor uitbreiding areaal (€ 3 miljoen) en door loon- en prijsbijstelling (€ 6 miljoen)
-
• Hoofstuk 12 Apparaat: de hogere omzet ad 11 € miljoen worden voornamelijk veroorzaakt, omdat bij Voorjaarsnota 2017 het beschikbare budget op het IF voor het programma Aan de slag met de Omgevingswet is toegevoegd aan het apparaat.
De omzet IenM zoals verantwoord in de staat van baten en lasten over de periode januari tot met december 2017 bedraagt in totaal € 2.212,8 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
2017 | 2016 | |
---|---|---|
In huidig boekjaar ontvangen bijdrage moederdepartement | 2.233,3 | 2.330,7 |
In voorgaand boekjaar ontvangen bijdrage voor nog uit te voeren werkzaamheden in huidig boekjaar | 348,0 | 252,5 |
Reeds ontvangen bijdrage voor nog uit te voeren werkzaamheden in volgend boekjaar | 368,5 | 348,0 |
Totaal omzet moederdepartement | 2.212,8 | 2.235,2 |
Het verschil tussen de specificatie omzet IenM ad € 2.233 miljoen zoals verantwoord op de artikelen en omzet IenM ad € 2.213 miljoen zoals verantwoord in de staat van baten en lasten bedraagt € 20 miljoen. Dit betreft omzet moederdepartement waar nog geen kosten tegenover staan en is toegevoegd aan de vlottende passiva als nog uit te voeren werkzaamheden.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere departementen ontvangen vergoedingen voor activiteiten die door Rijkswaterstaat voor die andere departementen zijn uitgevoerd. De omzet overige departementen over 2017 liggen in lijn met dezelfde opbrengsten over 2016. Ten opzichte van de begroting is de stand ongeveer € 10 miljoen hoger dit omdat bij de begroting 2017 onvoldoende zicht was op het structurele karakter. Onderstaande tabel laat een uitsplitsing zien van de omzet van overige departementen.
Ministerie | 2017 | 2016 |
---|---|---|
Ministerie van Defensie | 14,5 | 16,3 |
Ministerie van Economische Zaken | 10,3 | 10,8 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 7,6 | 2,1 |
Ministerie van Veiligheid en Justitie | 3,7 | 3,5 |
Overige departementen | 2,6 | 7,5 |
Totaal omzet overige departementen | 38,7 | 40,2 |
Omzet derden
De omzet derden is in 2017 met € 24,2 miljoen toegenomen ten opzichte van 2016. Deze toename is met name het gevolg van de verdere professionalisering van en inzet op het «Werken voor en met Anderen». Hierdoor is in 2017 een hogere overige omzet derden gerealiseerd van € 13,7 miljoen.
De opbrengsten RVOB (middelenbesluit) zijn met € 5,8 miljoen toegenomen ten opzichte van 2016. Deze toename is met name het gevolg van vernieuwde afspraken omtrent het windparkengebied (€ 4 miljoen). Ook is sprake van een toename van de opbrengsten vanuit de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd)van € 5,2 miljoen als gevolg van een toename in de productie van de NBd en de verdere professionalisering van de bedrijfsvoering sinds de oprichting in 2015.
2017 | 2016 | |
---|---|---|
Opbrengsten schades | 30,3 | 28,0 |
Opbrengsten RVOB (middelenbesluit) | 40,0 | 34,2 |
Opbrengsten NBd | 20,3 | 15,1 |
Opbrengsten NDW | 4,4 | 4,6 |
Opbrengsten personeel (IF, uitlenen, inbesteden e.d.) | 17,8 | 15,2 |
Opbrengsten gladheidsbestrijding en verkoop zout | 1,0 | 1,0 |
Opbrengsten Waterwet (Wvo) | 17,8 | 17,0 |
Opbrengsten Beheer en Onderhoud | 17,8 | 24,0 |
Overige opbrengsten derden | 29,8 | 16,1 |
Totaal omzet derden | 179,3 | 155,1 |
Rentebaten
Deze baten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen over de rekening-courant en korte termijndeposito’s die door Rijkswaterstaat worden aangehouden. Omdat er vanwege de relatief lagere rentestanden gedurende 2017 geen korte termijndeposito’s zijn aangehouden, zijn er over 2016 geen rentebaten gerealiseerd.
Vrijval voorzieningen
De voorzieningen die op balans zijn opgenomen worden jaarlijks geactualiseerd. Ultimo 2017 heeft deze actualisatie ertoe geleid dat een totaal van € 3,3 miljoen uit de voorzieningen is vrijgevallen. De vrijval is als baten in de exploitatierekening verwerkt en bestaat uit:
-
• Vrijval reorganisatie voorziening door de plaatsing van medewerkers zonder maatwerkregeling en het verschuiven van de toekomstige maatwerkverplichting naar de lopende maatwerkverplichting voor € 2,1 miljoen;
-
• Vrijval milieuvoorziening van € 0,5 miljoen naar aanleiding van de herijking in 2017, van het aantal te saneren m2 aan asbestdaken in de gebouwen van RWS en de kosten van de sanering;
-
• Vrijval voorziening arbeidsvoorwaardenverschillen Rijksrederij voor een bedrag van € 0,6 miljoen.
-
• Vrijval voorziening dubieuze debiteuren voor € 0,1 miljoen.
Lasten
Personele kosten
Specificatie | Begroting 2017 | Realisatie 2017 |
---|---|---|
Aantal fte | 8.564 | 8.797 |
Eigen personeelskosten | 691.030 | 744.871 |
Kosten inhuur | 51.842 | 82.493 |
Totale kosten | 742.872 | 827.157 |
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. De hogere kosten ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting bestaan grotendeels uit verwerking van de loonprijsbijstelling ter hoogte van (€ 17,2 miljoen), extra budget voor het programma aan de slag met de Omgevingswet (€ 10,3 miljoen toegekend uit het gereserveerde budget bij Voorjaarsnota 2017), extra toekenning budget voor capaciteit voor uitbreiding areaal (€ 4,3 miljoen), extra taken voor bijvoorbeeld waterkwaliteit (€ 6 miljoen), bijdrage EZ voor Wind op Zee en bijvoorbeeld de Wet op arbeidsbeperking (€ 5 miljoen) en «Werken voor en met anderen» (€ 12 miljoen).
De formatie in 2017 is in de loop van 2017 door extra toekenningen als gevolg van m.n. de Omgevingswet, Capaciteit vanwege areaalgroei, Stormvloedkering, kennis op waterveiligheidsgebied, Connecting Mobility en Payrollers gegroeid van 8.564 fte naar 8.741 fte. De bezetting ultimo 2017 bedraagt 8.797 fte. Daarmee ligt de bezetting iets boven de formatie in 2017 van 8.741 fte uit de begroting 2018. Dit is het gevolg van een extra werving van trainees (73 fte) en medewerkers met een maatwerkarrangement in het kader van de reorganisatie RWS (43 fte). Deze bezetting maakt geen deel uit van de formatie van Rijkswaterstaat.
Specificatie | Realisatie 2016 | Begroting 2017 | Realisatie 2017 | % t.o.v. 2016 |
---|---|---|---|---|
Inhuur apparaat | 80.630 | 51.842 | 82.493 | 102% |
Inhuur programma | 137.499 | 123.608 | 117.550 | 85% |
Totaal | 218.129 | 175.450 | 200.043 |
RWS heeft een aantal maatregelen genomen om de inhuur op kerntaken de komende jaren te laten dalen. Het gaat dan onder meer om:
-
• Extra inzet op het werven van voldoende gekwalificeerd eigen personeel en versnelling van het wervingsproces om vacatures zo snel mogelijk in te vullen;
-
• Een flexibele interne pool om snel interne inzet te kunnen organiseren;
-
• Versterking van cruciale kennis binnen de organisatie door interne loopbaanontwikkeling.
De totale inhuur is afgenomen in vergelijking met 2016, zij het dat de afname lager is dan beoogd. Door krapte op de arbeidsmarkt voor specialistische functies bleek het niet mogelijk om de benodigde capaciteit op kerntaken, nodig door grote uitstroom, volledig te kunnen invullen met eigen personeel. Daarnaast blijft de inhuur op het apparaat hoog vanwege de hoge productieopgave.
Rentelasten
Dit betreft kosten van rentedragende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten. De rentekosten zijn lager dan begroot, omdat in 2017 en eerdere jaren minder is geïnvesteerd dan van tevoren gepland en er sprake is van lagere rentepercentages.
Afschrijvingskosten
Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa. De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot, omdat in 2017 en eerdere jaren minder is geïnvesteerd dan van tevoren gepland.
Overige lasten
De dotaties voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:
-
• Een dotatie van € 11,9 miljoen aan de reorganisatievoorziening;
-
• Een dotatie van € 0,2 miljoen aan de voorziening milieusanering;
-
• Een dotatie van € 0,3 miljoen aan de voorziening dubieuze debiteuren.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten betreffen grotendeels een boekverlies van € 10,7 miljoen op het afstoten van activa.
Agentschapsdeel Vpb lasten
Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen in werking getreden. Deze activiteiten zijn door RWS in kaart gebracht. In 2017 is een voorlopige aangifte Vpb gedaan en betaald voor de jaren 2016 en 2017, die is verwerkt als «Agentschapsdeel Vpb-lasten» in de verantwoordingsstaat van de jaarrekening.
Dotatie Rijksrederij
Deze dotatie bestaat uit het verschil bij de Rijksrederij tussen afschrijvingen op vervangingswaarde (waarop de tarieven zijn gewaardeerd) en historische uitgaafprijs (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd). Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve Rijksrederij, waar dit gereserveerd wordt voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en levensduur verlengend onderhoud.
Nog te verdelen resultaat
Het nog te verdelen resultaat 2017 bedraagt € 11,7 miljoen.
Balans 2017 | Balans 2016 | |||
---|---|---|---|---|
Activa | ||||
Immateriële vaste activa | 2.973 | 5.551 | ||
Materiële vaste activa | 160.020 | 179.471 | ||
– Grond en gebouwen | 96.491 | 110.758 | ||
– Installaties en inventarissen | 13.767 | 10.682 | ||
– Overige materiële vaste activa | 49.762 | 58.031 | ||
Financiële vaste activa | 42.800 | 48.800 | ||
Voorraden | ||||
Onderhanden projecten | 7.457.663 | 8.190.543 | ||
Debiteuren | 35.936 | 36.478 | ||
Overige vorderingen en overlopende activa | 32.183 | 39.107 | ||
Liquide middelen | 676.570 | 601.934 | ||
Totaal activa | 8.408.145 | 9.101.884 | ||
Passiva | ||||
Eigen Vermogen | 134.151 | 153.648 | ||
– Exploitatiereserve | 79.994 | 48.413 | ||
– Onverdeeld resultaat | 11.694 | 64.088 | ||
– Bestemmingsreserve Rijksrederij | 42.463 | 41.147 | ||
Voorzieningen | 38.975 | 44.134 | ||
Leningen bij het MvF | 100.090 | 124.502 | ||
Op te leveren projecten | 7.457.663 | 8.190.543 | ||
Crediteuren | 79.962 | 53.254 | ||
Overige schulden en overlopende passiva | 596.858 | 535.803 | ||
Kortlopende schulden aan ministerie | 446 | |||
Totaal passiva | 8.408.145 | 9.101.884 |
Toelichting op de balans
Activa
Immateriële activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de bij derden bestede kosten, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen. Door terughoudendheid in het investeren in materiële vaste activa, is de waarde van de materiële vaste activa gedaald.
Financiële vaste activa
Onder de financiële vaste activa is het langlopende deel van de vordering op het Ministerie van IenM opgenomen, die ontstaan is bij de vorming van het agentschap in 2006. In 2008 zijn er afspraken gemaakt over de afwikkeling van deze vordering. Resultaat hiervan is dat het restant van de vordering ultimo 2008 in 15 jaar wordt afgebouwd. Het kortlopende deel van deze vordering (aflossing 2018) is opgenomen onder debiteuren.
Onderhanden projecten
Onder de post onderhanden projecten is de som van de uitgaven op lopende MIRT-projecten tot en met de balansdatum opgenomen. Hier tegenover staat aan passivazijde eveneens de post «op te leveren projecten» voor hetzelfde bedrag. Voor een specifieke toelichting van de infrastructurele aanlegprojecten van RWS, wordt verwezen naar de jaarverslagen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Debiteuren
De waardering van de post debiteuren vindt plaats tegen nominale (factuur)waarde of lagere waarde als gevolg van mogelijke oninbaarheid. De debiteuren worden voorzien; ouder dan 2 jaar volledig en overige debiteuren zijn afhankelijk van hun ouderdom procentueel, tenzij aannemelijk is gemaakt dat met een lagere voorziening kan worden volstaan.
Overige vorderingen en overlopende activa
De post overige vorderingen en overlopende activa bestaat met name uit nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen. Deze ontvangsten bestaan voor een belangrijk deel uit de nog te ontvangen bedragen als gevolg van schades en nog te ontvangen betalingen in het kader van beheeropbrengsten uit het areaal (onder meer huren, pachten).
Passiva
Eigen Vermogen
Het Eigen Vermogen bestaat naast een exploitatiereserve en een nog onverdeeld resultaat uit de bestemmingsreserve Rijksrederij. Deze bestemmingsreserve Rijksrederij wordt opgebouwd vanuit het tarief voor het gebruik van de schepen van de Rijksrederij, dat gebaseerd is op vervangingswaarde, en is bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en voor levensduur verlengend onderhoud.
Exploitatie-reserve | Nog te verdelen resultaat | Eigen Vermogen Exploitatie RWS | Bestemmingsreserve Rijksrederij | Totaal Eigen Vermogen | |
---|---|---|---|---|---|
Stand per 31/12/2016 | 48.413 | 64.088 | 112.501 | 41.147 | 153.648 |
Mutaties 2017 | |||||
– Toevoeging 2017 | 64.088 | 64.088 | 10.765 | 74.853 | |
– Onttrekking 2017 | – 32.507 | – 64.088 | – 96.595 | – 9.449 | – 106.044 |
– Resultaat boekjaar | 11.694 | 11.694 | 11.694 | ||
Totaal mutaties 2017 | 31.581 | – 52.394 | – 20.813 | 1.316 | – 19.497 |
Stand per 31/12/2017 | 79.994 | 11.694 | 91.688 | 42.463 | 134.151 |
De dotatie aan de Reserve Rijksrederij betreft het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de schepen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde én de afschrijvings- en rentekosten op basis van de historische kostprijs in 2017. Deze dotatie is als directe resultaatbestemming opgenomen in de staat van baten en lasten.
De toevoeging aan de Bestemmingsreserve Rijksrederij heeft betrekking op:
-
• Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de schepen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde én de afschrijvings- en rentekosten op basis van de historische kostprijs. Deze dotatie, voor 2017 € 8,3 miljoen, wordt als directe resultaatbestemming opgenomen in de staat van baten en lasten.
-
• Eigen vermogensmutatie van € 2,5 miljoen in verband met het aanpassen van het btw-tarief door de Belastingdienst, voor de activiteiten van de Tridens naar 0%. De in de periode 2011–2016 met afnemers en leveranciers verwerkte btw voor het levensduur verlengend onderhoud aan de Tridens, is met terugwerkende kracht verrekend. De financiële gevolgen van de aanpassing van het btw-tarief is via de reserve verwerkt omdat de betrokken kosten, oorspronkelijk aan deze reserve waren onttrokken.
In 2017 is € 9,5 miljoen van de Reserve Rijksrederij aangewend voor investeringen in levensduur verlengend onderhoud aan vaartuigen (o.a. t.a.v. MPV30, Tridens, Arenden en de Barend Biesheuvel).
Het nog te verdelen resultaat 2017 bedraagt € 11,694 miljoen.
Het Eigen Vermogen van een baten-lastenagentschap is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Het Eigen Vermogen per 31 december 2017 bedraagt 5,5% van die gemiddelde jaaromzet. Hierdoor is een surplus ontstaan van € 12,4 miljoen. Overeenkomstig de regeling agentschappen dient het surplus aan Eigen Vermogen uiterlijk bij de eerste suppletoire begroting te zijn uitgekeerd aan de eigenaar.
Voorzieningen
Reorganisatievoorziening | Voorziening arbeidsvoorwaarden-verschil | Voorziening milieusanering | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Stand per 31/12/2016 | 39.300 | 621 | 4.213 | 44.134 |
Mutaties 2017 | ||||
– Dotatie 2017 | 11.962 | – | 187 | 12.149 |
– Onttrekking 2017 | – 12.962 | – | – 1.140 | – 14.102 |
– Vrijval 2017 | – 2.130 | – 621 | – 455 | – 3.206 |
Totaal mutaties 2017 | – 3.130 | – 621 | – 1.408 | – 5.159 |
Stand per 31/12/2017 | 36.170 | 0 | 2.805 | 38.975 |
Reorganisatievoorziening
In 2012 is voor RWS een reorganisatievoorziening getroffen gebaseerd op de besluitvorming over het ondernemingsplan RWS (OP 2015). De reorganisatievoorziening is ultimo 2017, behoudens de disconteringsvoet, opnieuw individueel bepaald op basis van een herijking van de looptijd. Verwachting is dat de resterende kandidaten steeds moeilijker te plaatsen zijn en uiteindelijk zal een aantal kandidaten overblijven. Op basis hiervan is de benodigde reorganisatievoorziening opnieuw berekend en verhoogd met circa € 12 miljoen.
Ultimo 2017 valt de reorganisatievoorziening uiteen in drie gedeelten:
-
• Verwachte toekomstige wachtgeldkosten ad € 8 miljoen (verwachte looptijd tot 2027);
-
• Verwachte toekomstige maatwerkkosten ad € 5,2 miljoen (verwachte looptijd tot en met 2022);
-
• Verwachte toekomstige salariskosten VWNW-kandidaten ad € 23 miljoen (verwachte looptijd tot 2028).
Voorziening arbeidsvoorwaardenverschillen
De in 2009 aangelegde voorziening m.b.t. de arbeidsvoorwaardeverschillen van overgenomen personeel van zowel de Douane als voormalig LNV is met de introductie van het nieuwe kostprijsmodel van de Rijksrederij overbodig geworden. In «het rugzakje» werden alle door de Rijksrederij gemaakte personele kosten opgenomen die gemaakt worden en die de kosten in het kostprijsmodel overstegen. In het huidige kostprijsmodel van de Rijksrederij zijn alle kosten al integraal in het tarief opgenomen. In 2017 is daarom besloten om het restant van de voorziening in zijn geheel vrij te laten vallen, ten gunste van de Overige kosten eigen personeel.
Voorziening milieusanering
Ultimo 2014 is wettelijk geregeld dat asbest(daken) in Nederland vanaf 2024 verboden zijn. Het verbod beschermt mens en milieu tegen de gevaren van blootstelling aan asbest. RWS heeft een groot aantal gebouwen in eigendom welke nog niet aan deze strengere milieueisen voldoen. Tot uiterlijk 2024 zullen voor al deze gebouwen – indien van toepassing – de daarop aanwezige asbestdaken en daarin aanwezige overige gevaarlijke asbesttoepassingen fasegewijs worden gesaneerd.
Een eerste inschatting aan verwachte saneringskosten is in 2015 gedoteerd aan een daartoe gevormde voorziening milieusanering. In 2016 heeft RWS uitvoering gegeven aan een meer gedetailleerde inventarisatie van het aantal te saneren m2 aan asbestdaken in de gebouwen van RWS en de kosten van de sanering. Hiervoor zijn door middel van deskreview 660 gebouwen in een risicoanalyse bekeken. Naar aanleiding daarvan zijn 198 gebouwen met vermoedelijke asbestdaken onderzocht.
Een aantal van 180 gebouwen, met risico op mogelijke aanwezigheid van overig asbest, is in 2017 verder onderzocht. Op basis hiervan is in 2017 € 0,5 miljoen van gevormde voorziening vrijgevallen ten gunste van het resultaat. In 2017 is € 0,2 miljoen aan de voorziening gedoteerd en is € 1,1 miljoen aan de voorziening onttrokken voor het saneren van asbest uit gebouwen.
In «Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen» is de milieusanering aan de infrastructuur-objecten (niet zijnde de bovengenoemde gebouwen) opgenomen. Hier is wellicht sprake van een verplichting, maar hiervoor kan nog geen betrouwbare schatting worden gegeven.
Crediteuren
Het complete crediteurensaldo is jonger dan een halfjaar. In 2017 is 97% van de facturen binnen 28 dagen na ontvangst betaald.
Overige schulden en overlopende passiva
Onder «overige schulden en overlopende passiva» zijn de nog uit te voeren werkzaamheden (€ 368,5 miljoen) en overige schulden en overlopende passiva (€ 228,8 miljoen) opgenomen. De «nog uit te voeren werkzaamheden» zijn op de balans gepassiveerd. Het bedrag aan nog uit te voeren werkzaamheden wordt comptabel bepaald en is bestemd voor werkzaamheden die in 2018 en verder worden uitgevoerd. De overige schulden en overlopende passiva hebben voornamelijk betrekking op derden (leveranciers) en op personeel als het gaat om het nog niet opgenomen verlofsaldo.
RWS-IenM | Overige departementen en agentschappen | Overige derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Debiteuren1 | 7.453 | 1.144 | 30.100 | 38.697 |
Nog te ontvangen bedragen | – 1.199 | 3.942 | 29.439 | 32.183 |
Liquide middelen | 0 | 676.570 | 0 | 676.570 |
Crediteuren | 1.338 | 447 | 78.177 | 79.962 |
Nog te betalen bedragen | 47.109 | 28.878 | 521.317 | 597.304 |
– Waarvan Nog uit te voeren werkzaamheden | 368.507 | 368.507 | ||
– Waarvan Overige schulden en overlopende passiva | 47.109 | 28.878 | 152.810 | 228.797 |
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB + stand deposito-rekeningen 1 januari 2017 | 250.657 | 601.934 | 351.277 |
2a | Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 2.376.530 | 2.447.062 | 70.532 |
2b | Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 2.327.555 | – 2.311.790 | 15.765 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 48.975 | 135.272 | 86.297 |
3a | Totaal investeringen (–/–) | – 29.400 | – 19.743 | 9.657 |
3b | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 4.390 | 4.390 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 29.400 | – 15.353 | 14.047 |
4a | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | – 32.507 | – 32.507 |
4b | Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 14.200 | 14.200 | 0 |
4c | Aflossingen op leningen (–/–) | – 34.000 | – 30.276 | 3.724 |
4d | Beroep op leenfaciliteit (+) | 33.000 | 3.300 | – 29.700 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 13.200 | – 45.283 | – 58.483 |
5. | Rekening-courant RHB + stand depositorekeningen 31 december 2017 (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen | 283.432 | 676.570 | 393.138 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten (operationele inkomsten) en uitgaven (operationele uitgaven) gedurende 2017 uit de reguliere bedrijfsvoering.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de boekwaarden van de verkochte activa (€ 4,4 miljoen) en de investeringen in nieuwe en bestaande activa (€ 19,7 miljoen).
De investeringen hebben voornamelijk betrekking op investeringen in de materiële vaste activa, te weten:
-
• Nieuwbouw steunpunten Baarn, Houten en Nijmegen (€ 3,4 miljoen);
-
• Kantoormeubilair en kantoormachines (€ 1,4 miljoen);
-
• Overige voertuigen zoals ploegen en heftrucks (€ 5,5 miljoen);
-
• Computerapparatuur zoals desktops, displays, laptops en iPads (€ 6,7 miljoen);
-
• Technische installaties, zoals massaspectrometers en digitale sensoren (€ 3,1 miljoen);
-
• Aanschaf en installatie van twee radio-activiteitmonitoren ten behoeve van de CIV (€ 0,5 miljoen).
-
• Negatieve investering van € 1,2 miljoen in verband met het overboeken van activadelen van de steunpunten Baarn en Houten, die verband houden met het beheer en de instandhouding van infrastructuur, en als kosten ten laste zijn gebracht van de externe productiekosten (EPK).
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van Rijkswaterstaat, te weten:
-
– Terugbetaling aan het moederdepartement van € 32,5 miljoen in verband met het over 2016 gerealiseerde surplus op de grens van het eigen vermogen;
-
– Storting van moederdepartement van € 14,2 miljoen, dit is de aflossing van de vordering op het moederdepartement;
-
– Beroep op de leenfaciliteit ten behoeve van investeringen in activa van € 3,3 miljoen;
-
– Aflossingen op leningen ten behoeve van investeringen in activa van € 30,3 miljoen.
Nadere toelichting beroep op leenfaciliteit
Het laatste kwartaal van het jaar is besloten om geen beroep op de leenfaciliteit te doen vanwege de hoge liquiditeitspositie van RWS. RWS heeft vanaf 2017 nieuwe activaklassen (wijziging in levensduur). Voor deze levensduur was geen leenplafond aanwezig en kon dus niet geleend worden. In 2018 wordt in overleg met de Rijkshoofdboekhouding bekeken hoe RWS omgaat met leningen in relatie tot de ontwikkeling van de eigen liquiditeitspositie.
Doelmatigheidsindicatoren
Een doelstelling van de agentschapsvorming van Rijkswaterstaat is het verhogen van de doelmatigheid. Om te kunnen beoordelen hoe de doelmatigheid zich ontwikkelt, wordt gebruik gemaakt van een aantal indicatoren.
Omschrijving | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | Begroting 2017 |
---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten per eenheid areaal (x € 1.000) | |||||
Hoofdwegennet | 25,38 | 24,50 | 26,58 | 26,27 | 24,95 |
Hoofdvaarwegennet | 25,74 | 24,56 | 25,92 | 25,96 | 25,58 |
Hoofdwatersystemen | 1,06 | 1,05 | 1,15 | 1,18 | 1,11 |
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | |||||
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | 21% | 21% | 24% | 24% | 28% |
Tarieven per FTE | |||||
Kosten per FTE | 125.440 | 119.967 | 118.105 | 121.645 | 122.588 |
Met prijspeilcorrectie | 121.987 | 116.283 | 117.471 | 120.190 | – |
Omzet agentschap per product (x € 1.000) | |||||
Hoofdwatersystemen | 393.322 | 486.318 | 486.599 | 476.810 | 410.080 |
Hoofdwegennet | 974.671 | 963.322 | 1.104.007 | 1.125.493 | 1.104.334 |
Hoofdvaarwegennet | 560.165 | 554.384 | 601.597 | 557.416 | 605.625 |
Overig | 254.228 | 220.464 | 42.978 | 53.114 | 53.948 |
TOTAAL | 2.182.386 | 2.224.488 | 2.235.181 | 2.212.833 | 2.173.987 |
Bezetting | |||||
FTE formatie | 8.672 | 8.679 | 8.685 | 8.741 | 8.564 |
FTE bezetting | 8.430 | 8.368 | 8.618 | 8.797 | – |
% overhead | 14,76% | 14,43% | 13% | ||
Exploitatiesaldo (% van de omzet) | |||||
Exploitatiesaldo (% van de omzet | – 0,5% | 0,1% | 3,0% | 1,3% | 0% |
Gebruikerstevredenheid | |||||
Publieksgerichtheid | 41% | 38% | 41% | Zie toelichting | 70% |
Gebruikerstevredenheid HWS | – | – | – | Zie toelichting | 70% |
Gebruikerstevredenheid HWN | 81% | 80% | 81% | 85% | 80% |
Gebruikerstevredenheid HVWN | 72% | 69% | 69% | 69% | 75% |
Ontwikkeling PIN-waarden | |||||
Hoofdwatersystemen | 95 | 91 | 97 | 100 | 100 |
Hoofdwegennet | 98 | 99 | 98 | 100 | 100 |
Hoofdvaarwegennet | 95 | 91 | 97 | 100 | 100 |
Toelichting op het overzicht doelmatigheidsindicatoren
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van Rijkswaterstaat maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal.
Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement. De loonprijsbijstelling is in 2017 verwerkt en de normen voor het areaal zijn niet veranderd, daardoor stijgen de gemiddelde loonkosten.
Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale opbrengst (inclusief GVKA-gelden) van Rijkswaterstaat. Het percentage is ten opzichte van 2016 gelijk gebleven.
Tarieven per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten, materiële kosten, rentekosten en afschrijvingskosten) per formatieve ambtelijke FTE. Er is een stijging waar te nemen als gevolg van het verrekenen van de loonprijsbijstelling in 2017.
Omzet agentschap per product
In deze tabel is de omzet IenM uitgesplitst naar de verschillende netwerken.
Bezetting
Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van Rijkswaterstaat zich ontwikkelt. Op zichzelf zegt dit kengetal niets over de doelmatigheid van de organisatie, maar moet dit worden bezien in relatie tot de omvang van het werkpakket. De formatie in 2017 is in de loop van 2017 door extra toekenningen als gevolg van m.n. Omgevingswet, Capaciteit vanwege areaalgroei, Stormvloedkering, kennis op waterveiligheidsgebied, Connecting Mobility en Payrollers gegroeid van 8.564 fte naar 8.741 fte. De bezetting ultimo 2017 bedraagt 8.797 fte. Daarmee ligt de bezetting iets boven de formatie van 8.741 fte. Dit is het gevolg van een extra werving van trainees en medewerkers met een maatwerkarrangement in het kader van de reorganisatie RWS. Deze bezetting maakt geen deel uit van de formatie van Rijkswaterstaat maar worden wel meegenomen in de bezetting.
Exploitatiesaldo (% van de omzet)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de opbrengst over de afgelopen 4 jaar. Een positief percentage duidt op een positief exploitatiesaldo.
Gebruikerstevredenheid
Jaarlijks laat Rijkswaterstaat de gebruikerstevredenheid toetsen bij groepen gebruikers van de netwerken. De waardering van de gebruikers is opgenomen als een percentage van de ondervraagden dat tevreden is. In 2017 is geen reputatieonderzoek uitgevoerd naar de publieksgerichtheid.
In 2018 is weer een gebruikerstevredenheid onderzoek op het HWS gepland. Op het HWN is wel een gebruikerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd, hier is een tevredenheidsscore van 85% behaald. De score bij de gebruikers van het HVWN is onveranderd gebleven.
Ontwikkeling PIN-waarden
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de PIN-waarde per netwerk. In de berekening van de PIN-waardes wordt het verslagjaar als basisjaar genomen en worden de voorgaande jaren hierop aangepast.
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2017 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2016 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 121.749 | 121.028 | – 721 | 130.828 |
Omzet overige departementen | 375 | 375 | 0 | 373 |
Omzet derden | 23.566 | 27.989 | 4.423 | 22.550 |
Rentebaten | 50 | 0 | – 50 | 14 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 98 | 98 | 1.814 |
Bijzondere baten | 0 | 1.647 | 1.647 | 1.378 |
Totaal baten | 145.740 | 151.137 | 5.397 | 156.957 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 143.541 | 152.664 | 9.123 | 148.136 |
Personele kosten | 100.525 | 112.741 | 12.216 | 111.191 |
Waarvan eigen personeel | 96.825 | 99.425 | 2.600 | 101.429 |
Waarvan externe inhuur | 3.500 | 13.249 | 9.749 | 9.510 |
Waarvan overige personele kosten | 200 | 67 | – 133 | 251 |
Materiële kosten | 43.016 | 39.922 | – 3.094 | 36.945 |
Waarvan apparaat ICT | 200 | 379 | 179 | 245 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 12.666 | 22.146 | 9.480 | 18.767 |
Waarvan overige materiële kosten | 30.150 | 17.397 | – 12.753 | 17.933 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 2.099 | 1.808 | – 291 | 2.369 |
Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materieel | 2.099 | 1.808 | – 291 | 2.369 |
Overige lasten | 100 | 1.535 | 1.435 | 1.660 |
Dotaties voorzieningen | 100 | 1.266 | 1.166 | 6 |
Bijzondere lasten | 0 | 269 | 269 | 1.654 |
Totaal lasten | 145.740 | 156.006 | 10.266 | 152.166 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 4.869 | – 4.869 | 4.791 |
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet IenM betreft de omzet uit hoofde van activiteiten die de ILT verricht voor het moederdepartement. De omzet IenM is grotendeels een vergoeding voor het hoofdproduct Handhaving.
De agentschapsbijdrage 2017 wijkt af van de ontwerpbegroting door diverse mutaties die tijdens de verschillende begrotingsmomenten zijn doorgevoerd.
De gerealiseerde omzet moederdepartement over 2017 wijkt af van de betaalde bijdrage (in kastermen) doordat er middelen, die in voorgaande jaren op de balans zijn gereserveerd, in 2017 zijn gerealiseerd. Daarnaast is een bijdrage van DGB ontvangen voor ERTMS (niet via artikel 24 Hoofdstuk XII).
De belangrijkste begrotingsmutaties betroffen de structurele overheveling van crisisnetwerktaken aan Rijkswaterstaat (VJN) en de overheveling van taken rond de BES-eilanden aan DGB. Daarnaast is loon- en prijsbijstelling ontvangen.
Omzet overige departementen
De realisatie omzet overige departementen van € 0,375 miljoen betreft bijdragen van BZK ter dekking van aanvullende taken in het kader van de Wet Normering Topinkomens (€ 310.240) en een bijdrage aan de kosten van Corpodata (€ 65.130), beide uitgevoerd door de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
Omzet derden
De omzet van derden heeft betrekking op de aan afnemers van producten op het gebied van vergunningverlening in rekening gebrachte tarieven. Deze opbrengsten zijn vraaggestuurd en vielen in 2017 ruim hoger uit dan begroot (€ 2,0 miljoen).
De opbrengsten van de dienstverleningsovereenkomst met de ANVS en de ontvangen bijdragen van deelnemers aan het Inspectieloket zijn ook onder opbrengst derden verantwoord.
Tevens is hier de opbrengst voor het toezicht op de woningcorporaties verantwoord voor zover deze uit de heffing op de wooncorporaties is gefinancierd. De heffing 2017 bedroeg € 15,8 miljoen (incl. € 3,2 miljoen Resultaat Aw 2016). Omdat de Aw over 2017 een negatief resultaat van € 1,2 miljoen heeft behaald, is dit bedrag aanvullend als opbrengst 2017 verantwoord (totaal € 17,0 miljoen). Dit tekort wordt verrekend met de heffing 2018.
Rentebaten
Er zijn geen rentebaten door de lage rentestand.
Vrijval voorzieningen
De vrijval van de voorzieningen betreft vrijval op de voorziening dubieuze debiteuren.
Bijzondere baten
In 2017 is gebleken dat de overlopende posten 2016 te hoog waren ingeschat of dat facturen niet zijn ontvangen (€ 1,6 miljoen). Daarnaast is sprake van opbrengsten voor buiten gebruik gestelde voertuigen (€ 46.407) en ontvangen schade-uitkeringen (€ 14.100).
Lasten
De apparaatskosten betreffen de personele en materiële kosten over 2017.
Personele kosten
De gerealiseerde personele kosten wijken € 12,2 miljoen af van de begroting.
De hogere kosten voor eigen personeel zijn het gevolg van CAO-wijzigingen, hiervoor is ook bij loonbijstelling toegekend. Ten opzichte van 2016 is de bezetting in 2017 lager. De hogere kosten voor inhuur ten opzichte van 2016 betreft met name inhuur ICT en tijdelijke extra inhuur ten behoeve van de inrichting van de Aw.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn lager dan begroot (€ 3,1 miljoen). Dit wordt vooral veroorzaakt door de overheveling van crisisnetwerktaken naar RWS. Ook is sprake van herrubricering van kosten (verschuiving tussen overig materieel en bijdragen aan SSO’s) ten opzichte van de begroting. De materiële kosten zijn hoger dan 2016. De oorzaak hiervan is met name te vinden in de gestegen ICT-vernieuwings- en beheerkosten.
Rentelasten
De inspectie heeft geen lopende leningen en daardoor ook geen rentelasten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot als gevolg van eerdere desinvesteringen.
Dotaties voorzieningen
De grootste dotatie is gedaan aan de voorziening functioneel leeftijdsontslag (€ 1,1 miljoen). Daarnaast zijn er dotaties aan de voorziening claims derden (€ 55.000), reorganisatievoorziening (€ 47.368) en de voorziening dubieuze debiteren (€ 22.309). De voorzieningen zijn nader toegelicht in de toelichting op de balans.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten bestaan voor € 243.941 uit kosten uit 2016, die niet geanticipeerd waren in de jaarrekening 2016. Daarnaast betreft de verschrotingswaarde van afgevoerde activa € 24.770. Deze staat tegenover een opbrengstwaarde ad € 46.407 waardoor effectief sprake is van een boekwinst ad € 21.637.
Saldo van baten en lasten
De ILT heeft over 2017 een negatief resultaat behaald van € 4,9 miljoen dat wordt opgevangen binnen het Eigen Vermogen. De belangrijkste oorzaken voor dit negatieve resultaat zijn een incidentele dotatie aan de voorziening FLO/SBF en gestegen kosten voor ICT. Het negatieve resultaat vormt onderwerp van gesprek bij de IenM-brede concernsturingscyclus en maatregelen voor de gestegen ICT-kosten komen aan bod bij het IenM-brede hoofdbesluitvormingsmoment.
Balans
31 december 2017 | 31 december 2016 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Materiële vaste activa | 2.075 | 3.787 |
Grond en gebouwen | 0 | 0 |
Installaties en inventarissen | 0 | 0 |
Overige materiële vaste activa | 2.075 | 3.787 |
Materiële vaste activa in aanbouw | 0 | 0 |
Onderhanden werk | 0 | 0 |
Debiteuren | 1.587 | 937 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 3.378 | 1.242 |
Liquide middelen | 26.542 | 40.775 |
Totaal activa | 33.582 | 46.741 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 2.595 | 12.230 |
Exploitatiereserve | 7.465 | 7.439 |
Onverdeeld resultaat | – 4.869 | 4.791 |
Voorzieningen | 2.812 | 2.138 |
Leningen bij het MvF | 0 | 0 |
Crediteuren | 1.213 | 294 |
Overige schulden en overlopende passiva | 26.962 | 32.079 |
Totaal passiva | 33.582 | 46.741 |
Activa
Materiële vaste activa
Een belangrijk deel van deze post betreft het huidige wagenpark van de inspectie. Er hebben geen vervangings- of uitbreidingsinvesteringen in het wagenpark plaatsgevonden. Er zijn 9 voertuigen afgevoerd in 2017. Bij toekomstige vervanging van het wagenpark worden de ILT-voertuigen geleased en daarmee geen eigendom van de ILT.
Debiteuren
De debiteurenstand is gestegen ten opzichte van 2016. Dit vanwege een hoger aantal openstaande vorderingen op het moederdepartement (€ 0,2 miljoen), andere onderdelen van het Rijk (€ 0,1 miljoen) en derden (€ 0,3 miljoen).
Overige vorderingen en overlopende activa
Deze post betreft grotendeels nog te factureren werkzaamheden vergunningverlening.
Liquide middelen
De ILT heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. Ondanks de € 26,3 miljoen die per 31 december op de rekening-courant staat, is er geen deposito geplaatst bij de Rijkshoofdboekhouding. Dit vanwege het ontbreken van een rentevergoeding (0%) voor korte en middellange deposito-looptijden.
Tegenover de liquide middelen staan een aantal voorzieningen, reserveringen en schuldposities op de balans en heeft de ILT de beschikking over een eigen vermogen. Het saldo op de rekening-courant staat vrij ter beschikking.
Passiva
Eigen vermogen
De overtollige middelen over 2016 van € 4,8 miljoen zijn in 2017 aan de eigenaar afgedragen. Het negatieve resultaat van € 4,5 miljoen over 2017 komt ten laste van de exploitatiereserve. Het eigen vermogen van de ILT mag maximaal € 7.498.323 bedragen (5% van de gemiddelde omzet over de laatste 3 jaar). Er is geen sprake van overschrijding van het plafond.
Exploitatie reserve | Onverdeeld resultaat | Totale vermogen | |
---|---|---|---|
Stand begin boekjaar | 7.439 | 4.791 | 12.230 |
Resultaatverdeling | 4.791 | – 4.791 | 0 |
Afdracht overschot aan moederdep. | – 4.765 | – 4.765 | |
Resultaat boekjaar | – 4.869 | – 4.869 | |
Stand eind boekjaar | 7.465 | – 4.869 | 2.595 |
Voorzieningen
Voorziening SBF/FLO:
Voor werknemers die werkzaam zijn in een zogenoemde substantieel bezwarende functie is, op basis van de SBF/FLO-regeling, in het verleden een voorziening getroffen omdat deze werknemers recht hebben om vervroegd uit te treden. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. Deze contante waarde is berekend met behulp van de 10 jaar depositorente bij de Rijkshoofdboekhouding. De rente is iets gestegen. Tegelijkertijd is er voor een aantal rechthebbenden een correctie doorgevoerd op hun rechten. Het gaat om erkenning van politiejaren voor de opbouw van rechten voor SB-functies en herstel van in 2015 ingetrokken rechten naar aanleiding van overleg met de vakbonden. Per saldo leidt dit tot een dotatie van € 1,1 miljoen.
Reorganisatievoorziening:
Ontslagregeling CFV. Voor een aantal oud-medewerkers is in het verleden een ontslagregeling getroffen. Er is nog een bedrag van € 127.605 voorzien voor de resterende termijn van de regeling (2018).
Voorziening claims derden:
De dotatie betreft het schikkingsvoorstel van de ILT naar aanleiding van uitspraak van de rechter. Op overige zaken die nog lopen wordt in de niet uit de balans blijkende verplichtingen ingegaan.
SBF/FLO | Reorganisatie | Claims derden | Dubieuze debiteuren | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Stand begin boekjaar | 1.959 | 179 | 0 | 485 | 2.623 |
Dotatie ten laste van het resultaat | 1.142 | 47 | 55 | 22 | 1.266 |
Vrijval ten gunste van het resultaat | 0 | 0 | 0 | – 98 | – 98 |
Onttrekking voorziening | – 471 | – 99 | 0 | 0 | – 570 |
Stand eind boekjaar | 2.629 | 128 | 55 | 409 | 3.221 |
Crediteuren
De crediteuren betreffen facturen uit de reguliere bedrijfsvoering.
Overige schulden en overlopende passiva.
Hieronder vallen vele verschillende schuldposities van de inspectie. Belangrijkste daarbij zijn de verplichtingen aan het personeel (€ 8,5 miljoen) en transitorische posten (€ 9,7 miljoen).
Apart onder nog te betalen staat nog de projectsteun wijkenaanpak. In 2008 heeft CFV een taak gekregen in het innen en verstrekken van bijzondere projectsteun voor de 40 aandachtswijken van jaarlijks € 75 miljoen. Op grond van de eindverantwoordingen (tussenstand) over de verstrekte subsidies 2008 tot en met 2012 is tot en met 2015 € 3,5 miljoen teruggevorderd bij diverse corporaties. Naar verwachting vinden de laatste eindafrekening in 2019 plaats. Het uiteindelijke saldo staat ter beschikking aan de Minister van BZK.
De verhoudingen vorderingen en schulden ten opzichte van het moederdepartement, overige departementen en agentschappen en derden zijn als volgt:
Moederdepartement | Overige ministeries en agentschappen | Derden | |
---|---|---|---|
Debiteuren1 | 293 | 321 | 1.382 |
Nog te ontvangen bedragen | 190 | 246 | 2.037 |
Liquide middelen | 26.542 | ||
Crediteuren | 0 | 393 | 820 |
Nog te betalen bedragen | 5.334 | 6.188 | 15.440 |
Kasstroomoverzicht
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | |
1. Rekening-courant RHB 1 januari 2017 | 31.374 | 40.775 | 9.401 | |
2a. Ontvangsten operationele kasstroom | +/+ | 2.000 | – 5.174 | – 7.174 |
2b. Totaal uitgaven operationele kasstroom | –/– | – 6.000 | – 4.199 | 1.801 |
2. Operationele kasstroom | – 4.000 | – 9.373 | – 5.373 | |
3a. Totaal investeringen | –/– | – 200 | – 120 | 80 |
3b. Totaal boekwaarde desinvesteringen | +/+ | 0 | 25 | 25 |
3. Totaal investeringskasstroom | – 200 | – 96 | 104 | |
4a. Eenmalige uitkering aan moederdepartement | –/– | 0 | – 4.765 | – 4.765 |
4b. Eenmalige storting door moederdepartement | +/+ | 0 | 0 | 0 |
4c. Aflossingen op leningen | –/– | 0 | 0 | 0 |
4d. Beroep op leenfaciliteit | +/+ | 0 | 0 | 0 |
4. Totaal financieringskasstroom | 0 | – 4.765 | – 4.765 | |
5. Rekening-courant RHB 31 december 2017 | 27.174 | 26.542 | – 632 |
De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding.
-
1. Rekening-courant RHB per 1 januari 2017
De rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding stond per 1 januari 2017 op € 40,8 miljoen.
-
2. Operationele kasstroom
De operationele kasstroom geeft de kasstromen weer die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.
De negatieve operationele kasstroom over 2017 is vooral ontstaan door het negatieve resultaat per 31 december (€ 4,5 miljoen).
-
3. Totaal investeringskasstroom
Er is iets minder dan begroot geïnvesteerd in inspectie-apparatuur. De desinvesteringen betreffen de afstoot van 9 voertuigen.
-
4. Totaal financieringskasstroom
De financieringskasstroom in 2017 betreft de afdracht aan het moederdepartement van het overschot aan eigen vermogen per 31 december 2016. Voor de geactiveerde kosten over 2017 is geen lening aangevraagd gezien de huidige liquiditeitspositie.
-
5. Rekening-courant RHB per 31 december 2017
Per 31 december 2017 staat er € 26,5 miljoen op de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding.
Het positieve saldo wordt verklaard doordat er tegenover de liquide middelen schuldposities zijn in de vorm van voorzieningen, eigen vermogen, transitorische posten en overige posten met een structureel karakter (ontvangen waarborgsommen, reservering vakantiegeld). Gezien de nulstand van de rente op deposito’s zijn er geen middelen vastgezet op korte of middellange deposito’s. Het saldo op de rekening-courant is daarmee vrij ter beschikking.
Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 |
1. Kostprijzen per productgroep (x € 1.000) | |||||
– Handhaving | 125.677 | 126.080 | 117.865 | 130.267 | 125.968 |
– Vergunningverlening | 24.103 | 19.750 | 25.363 | 25.739 | 19.772 |
2. Tarieven/uur (x € 1) | |||||
– Handhaving | 134,1 | 129,7 | 145,5 | 145,6 | 139,8 |
– Vergunningverlening | 137,5 | 132,5 | 134,8 | 141,1 | 123,6 |
3. Omzet per productgroep (x € 1.000) | |||||
– Handhaving | 139.898 | 133.154 | 140.082 | 122.759 | 125.968 |
– Vergunningverlening | 7.525 | 13.832 | 12.068 | 14.221 | 7.584 |
4. FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1.171 | 1.135 | 1.152 | 1.099 | 1.121 |
5. Saldo van baten en lasten (%) | 0,25% | 1,02% | 2,08% | – 3,22% | 0% |
6. Kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen1 | 86% | 90% | 86% | 91% | 95% |
7. Kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum | 13 sec. | 21 sec. | 29 sec. | 38 sec. | <20sec. |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||
8. Kwaliteit Handhaving: | |||||
Klachten (bezwaar en beroep)2 | 1.484 | 1.484 | 381 | 1.071 | 1.000 |
Gegrond verklaard (%) | n.b. | 48% | n.b. | n.b. | 0% |
De kostprijzen per productgroep zijn voor vergunningverlening iets gestegen ten opzichte van 2016. De lagere kostprijs voor handhaving zijn onder andere het gevolg van overgehevelde taken (begrotingsmutaties).
In 2016 werden de kosten voor de Aw voor de uurtarieven nog volledig onder handhaving gerekend, inmiddels worden ook activiteiten van de Aw toegerekend aan vergunningverlening.
Het verschil tussen de omzet vergunningverlening en de kosten voor vergunningverlening wordt verklaard doordat de ILT (overwegend) niet-kostendekkende tarieven afgeeft. Daarnaast worden er niet-tarifeerbare producten afgegeven.
De bezetting van de ILT per ultimo 2017 is lager dan eind 2016. Begin 2017 heeft taakoverheveling naar IBI, RWS en DGB plaatsgevonden (12 fte). Daarnaast was de uitstroom in 2017, ondanks forse inspanningen op het gebied van werving en selectie, groter dan de instroom.
De wachttijden bij het informatiecentrum lagen hoger doordat meer sprake was van pieken in de aantallen telefonische vragen door de bulkzendingen handhavingsbrieven energie labels.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
Introductie
Het KNMI adviseert en waarschuwt de samenleving om risico’s met atmosferische of seismologische oorsprong terug te dringen. Het KNMI ontwikkelt daartoe hoogwaardige kennis, verricht waarnemingen, en zet die om in producten en diensten die de veiligheidsrisico’s verminderen, bijdragen aan een duurzame samenleving en economische mogelijkheden bevorderen. Het KNMI richt zich op de publieke taken. Per 1 januari 2016 is de Wet taken meteorologie en seismologie (WtMS) in werking getreden.
Producten en diensten
Om de bovengenoemde algemene beleidsdoelstelling te bereiken levert het KNMI voortdurend informatie, kennis en data op het gebied van meteorologie en seismologie. Deze worden permanent up-to-date gehouden volgens de modernste inzichten van wetenschap en techniek. Informatie, kennis en data moeten ook effectief op de plaatsen terechtkomen waar ze daadwerkelijk nodig zijn: bij burgers, brandweer, politie, water- en wegbeheerders, luchtvaartautoriteiten, bedrijven, beleidsmakers en rampenbestrijders. Daarbij spelen ook de particuliere weerbureaus en de media een belangrijke rol. Het KNMI heeft zijn producten en diensten ingedeeld in de productgroepen Meteorologie en Seismologie. Daarnaast wordt Aardobservatie als product onderscheiden. Meetbare gegevens voor deze productgroepen zijn opgenomen in het beleidsartikel 23.
Staat van baten en lasten agentschap KNMI voor het jaar 2017 (x € 1.000) – Tabel in bewerkbare vorm aanleveren zodat deze kan worden opgenomen.
Toelichting Baten
Begroot 2017 | Realisatie 2017 | Verschil | Realisatie 2016 | |
---|---|---|---|---|
Artikel 11 Waterkwantiteit | 410 | 500 | 90 | 524 |
Artikel 16 Openbaar vervoer en spoor | 0 | 20 | 20 | 44 |
Artikel 17 Luchtvaart | 20 | 44 | 24 | 14 |
Artikel 19 Klimaat | 398 | 424 | 26 | 809 |
Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie | 40.852 | 43.088 | 2.236 | 35.952 |
Inzet middelen Balans | 0 | 6.599 | 6.599 | 10.662 |
Bijdrage ILT | 104 | 0 | – 104 | 104 |
Bijdrage RWS | 2.531 | 2.370 | – 161 | 2.458 |
ANVS | 213 | 213 | 0 | 213 |
Overig IenM | 1.051 | 1.051 | 138 | |
Overig | 0 | |||
Totaal | 44.528 | 54.309 | 9.781 | 50.918 |
In bovenstaande tabel wordt de aansluiting weergegeven tussen de ontvangen middelen van het moederdepartement en de omzet die in de administratie is verantwoord. De inzet middelen balans betreffen de nog uit te voeren werkzaamheden uit 2017. Deze bestaat voornamelijk uit aardobservatie (€ 5,0 miljoen). Daarnaast zijn middelen ingezet voor het Datalab (€ 0,6 miljoen) en Space Weather (€ 0,4 miljoen). De overige opbrengsten bestaan voornamelijk uit opbrengsten in het kader van de orkaan Irma op St. Maarten (€ 0,3 miljoen) en extra opdrachten voor RWS (€ 0,5 miljoen).
De ontvangsten waar nog geen prestaties (kosten) tegenover staan worden niet als opbrengst verantwoord, maar als vooruitontvangen bedragen verantwoord ter dekking van toekomstige kosten. Zodra de prestaties (kosten) worden geleverd, worden de opbrengsten verantwoord en de vooruitontvangen bedragen verminderd. In 2017 zijn de vooruitontvangen bedragen vooral verminderd door geboekte opbrengsten in het kader van Aardobservatie. Een uitsplitsing van de vooruitontvangen positie volgt uit de onderstaande tabel.
per | Vooruitontvangen | per | ||
---|---|---|---|---|
1-1-2017 | BIJ | AF | 31-12-2017 | |
Aardobservatie | 10.260 | 4.971 | 5.289 | |
Cabauw | 89 | 89 | 0 | |
BES overname dvl | 433 | 433 | 0 | |
Radar | 205 | 205 | 0 | |
AOD | 175 | 175 | 0 | |
Reken- en opslaginfrastructuur | 340 | 340 | 0 | |
BES Golfmodel | 215 | 215 | 0 | |
BES Meteo en seismo | 210 | 23 | 42 | 191 |
Datascientist | 138 | 138 | ||
Totaal vooruitontvangen Transitorische passiva | 11.927 | 161 | 6.470 | 5.618 |
Klimaatsheets | 1 | 0 | 1 | 0 |
Space Weather | 373 | 0 | 371 | 2 |
SBW Wind | 65 | 0 | 65 | 0 |
Golfmodel | 215 | 109 | 106 | |
Radar | 205 | 144 | 61 | |
Overig | 20 | 20 | 0 | |
Totaal | 12.386 | 581 | 7.180 | 5.787 |
Begroot 2017 | Realisatie 2017 | Verschil | Realisatie 2016 | |
---|---|---|---|---|
RIVM | 476 | 115 | – 361 | 0 |
Defensie | 976 | 1.183 | 207 | 984 |
EZ | 950 | 1.069 | 119 | 982 |
Buitenlandse zaken | 0 | 25 | 25 | |
Overig | 49 | 49 | 69 | |
Totaal | 2.402 | 2.441 | 39 | 2.035 |
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de opbrengsten vanuit overige departementen per saldo nagenoeg gelijk zijn aan de begrote opbrengsten. De opbrengsten RIVM zijn lager, omdat in de begroting rekening is gehouden met € 0,4 miljoen opbrengsten voor facilitaire dienstverlening. Deze dienstverlening is echter in de kosten verantwoord. De opbrengsten Defensie zijn vooral hoger dan begroot door het uitvoeren van een extra project (€ 0,2 miljoen). De opbrengsten EZ zijn hoger door een indexatie van de opbrengsten ter compensatie van de gestegen kosten.
Begroot 2017 | Realisatie 2017 | Verschil | Realisatie 2016 | |
---|---|---|---|---|
Luchtvaart | 9.232 | 9.103 | – 129 | 9.288 |
Projecten extern gefinancierd | 9.477 | 9.787 | 310 | 10.325 |
Dataverstrekkingen en licenties | 511 | 649 | 138 | 693 |
Overig | 4.127 | 1.465 | – 2.662 | 698 |
Totaal | 23.347 | 21.004 | – 2.343 | 21.004 |
De lagere dan begrote realisatie van de opbrengsten derden wordt veroorzaakt doordat een aantal hier begrote projecten niet zijn gerealiseerd.
Rentebaten
De rentebaten bestaan uit ontvangen rente over het saldo op de rekening-courant. De realisatie is nihil door de lage rentestand in 2017.
Toelichting Lasten
Begroot 2017 | Realisatie 2017 | Verschil | Realisatie 2016 | |
---|---|---|---|---|
Personeel | 29.960 | 32.760 | 2.800 | 32.784 |
Specificatie | ||||
Eigen personeelskosten | 29.460 | 31.515 | 2.055 | 30.478 |
waarvan: Loonkosten | 29.750 | 28.512 | ||
waarvan: Overige personeelskosten | 1.765 | 1.966 | ||
Inhuur | 500 | 1.245 | 745 | 2.306 |
Gemiddeld aantal fte | 370,0 | 382,7 | 12,7 | 372,0 |
Mutatie fte t.o.v. voorgaand jaar | 2,9% | 4,0% | ||
Loonsom per medewerker | 77,7 | 76,7 | ||
Mutatie salariskosten per medewerker | 1,4% | 2,0% |
De gemiddelde bezetting in 2017 bedraagt 383 fte, dit is een stijging van 12,7 fte ten opzichte van de begroting 2017. Dit verklaart grotendeels het verschil van de realisatie van de personeelskosten tussen de jaren ten opzichte van de begroting 2017. De stijging van de realisatie van de gemiddelde bezetting zit met name in de tijdelijke bezetting en wordt voornamelijk veroorzaakt door de benodigde capaciteit en kennis voor het uitvoeren van de diverse maatwerk- en subsidieprojecten. Het KNMI heeft een groeiende flexibele schil. Van de medewerkers binnen het KNMI is 18% per 31-12-2017 in tijdelijke dienst. Het gemiddelde ziekteverzuim (2,7%) is beneden de norm (4%) gebleven in 2017.
Begroot 2017 | Realisatie 2017 | Verschil | Realisatie 2016 | |
---|---|---|---|---|
Materieel | 38.064 | 45.260 | 7.196 | 39.115 |
Contributie Bijdragen | 24.885 | 20.278 | ||
waarvan aardobservatie | 22.204 | 17.318 | ||
waarvan overig | 2.681 | 2.961 | ||
Onderhoud en exploitatie | 4.821 | 4.284 | ||
Huur en lease | 4.907 | 5.280 | ||
Bureau, voorlichting en huisvesting | 1.642 | 1.786 | ||
SWO | 0 | 0 | ||
Uitbesteding | 9.069 | 7.348 | ||
Overige kosten | – 65 | 139 |
Rentelasten, afschrijvingskosten en overige lasten
De afschrijvingskosten zijn in 2017 lager dan begroot. De oorzaak is dat de aangeschafte activa later in gebruik is genomen dan verwacht. Het aansluiten van de nieuwe activa op de bestaande infrastructuur en aansluitend het testen duurde langer dan verwacht. Door het in gebruik nemen van de nieuwe radar, wolkenhoogtemeters en HPC zijn de afschrijvingslasten hoger dan in 2016. De rentelasten zijn laag doordat eind 2014 de bestaande leningen versneld zijn afgelost.
Agentschapsdeel Vpb-lasten
Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vbp-plicht overheidsondernemingen in werking getreden. Deze activiteiten zijn door het KNMI in kaart gebracht. In 2017 is een voorlopige aangifte Vpb gedaan en betaald voor de jaren 2016 en 2017, die is verwerkt als «Agentschapsdeel Vpb-lasten» in de verantwoordingsstaat van de jaarrekening.
Saldo van baten en lasten
Het resultaat over 2017 is € 2,2 miljoen negatief. Voorgesteld wordt om het resultaat ten laste van het eigen vermogen te brengen. In opdracht van de eigenaar zijn in 2017 toekomstplannen opgesteld. Op basis van deze plannen ontwikkelt het KNMI zich naar een instituut met een gezonde bedrijfsvoering en financiën met een adequate infrastructuur, om te voorzien in een dienstverlening die aansluit op de ontwikkelingen in de samenleving.
Balans
31-12-2017 | 31-12-2016 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | ||
* Software licenties | 63 | 0 |
* In ontwikkeling | 1.556 | 0 |
Materiële vaste activa | ||
* Grond en gebouwen | 4.460 | 4.546 |
* Installaties en inventaris | 4.058 | 292 |
* Overige activa | 5.513 | 2.768 |
* In ontwikkeling | 91 | 4.233 |
Onderhanden projecten | 4.512 | 2.883 |
Debiteuren | 2.738 | 2.227 |
Nog te ontvangen | 1.399 | 212 |
Liquide middelen | 4.110 | 11.668 |
Totaal activa | 28.499 | 28.829 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ||
* Exploitatiereserve | 2.256 | 2.123 |
* Onverdeeld resultaat | – 2.234 | 133 |
Voorzieningen | 480 | 556 |
Lening bij Min. van Financiën | 4.516 | 0 |
Vooruitontvangen projecten | 3.936 | 3.089 |
Crediteuren | 266 | 502 |
Nog te betalen | 19.279 | 22.426 |
Totaal passiva | 28.499 | 28.829 |
Toelichting Balans
Wachtgeld | Reorganisatie-voorziening | Totaal | |
---|---|---|---|
Saldo per 1 jan 2017 | 538 | 18 | 556 |
Bij: | |||
dotatie | 0 | 0 | 0 |
Af: | |||
vrijval | 0 | 0 | 0 |
mutaties | 58 | 18 | 76 |
Totaal af | 58 | 18 | 76 |
Saldo per 31 dec 2017 | 480 | 0 | 480 |
In 2015 is er een wachtgeldvoorziening gevormd voor een wettelijke en juridische verplichting aan één voormalige medewerker en een reorganisatievoorziening voor een Van-werk-naar-werk-kandidaat. In 2017 zijn de kosten voor de hiervoor vermelde voorzieningen als onttrekkingen opgenomen. De reorganisatievoorziening is eind 2017 volledig verbruikt.
31-12-2017 | 31-12-2016 | |
---|---|---|
Vooruitontvangen Overheid | 5.615 | 11.927 |
Vooruitontvangen overig | 816 | 733 |
Af te dragen derden | 527 | 92 |
Nog te betalen | 7.123 | 5.914 |
Nog te betalen Ministerie van Financiën | 948 | |
Te betalen vakantiegeld | 924 | 894 |
Te betalen vakantiedagen | 1.117 | 1.164 |
Te verrekenen luchtvaartmeteo | 2.077 | 1.434 |
Te betalen eindejaaruitkering | 137 | 132 |
Te betalen BTW | – 5 | 136 |
Totaal | 19.279 | 22.426 |
De vooruit ontvangen bedragen overheid hebben voornamelijk betrekking op de bijdragen voor aardobservatie (€ 5,3 miljoen). Deze bedragen zullen in komende jaren worden uitgegeven. De daling wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de contributiebetalingen aan EUMETSAT € 5,0 miljoen hoger waren dan de in 2017 ontvangen vergoeding.
De nog te betalen post betreft vooral de nog niet in 2017 ontvangen facturen van SSC-Campus (€ 4,2 miljoen) voor de dienstverlening in het derde en het vierde kwartaal en voor de kosten van het transformatieproject. De post Nog te betalen Ministerie van Financiën betreft het deel van de lening dat in 2018 moet worden terugbetaald. Te betalen vakantiedagen betreft de reservering voor niet opgenomen vakantiedagen voor eigen personeel. Te verrekenen luchtvaartmeteo bestaat uit prijs- en volumeverschillen van de tarieven van 2013 t/m 2017. Het bedrag van € 2,1 miljoen wordt in de komende periode verrekend in het tarief.
Debiteuren | Onderhanden projecten | Nog te ontvangen | Liquide middelen | Crediteuren | Vooruit ontvangen projecten | Nog te betalen | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Moederdepartement | 85 | 52 | – | 169 | 5.785 | ||
Overige ministeries en agentschappen | 328 | 227 | 446 | 4.110 | 0 | 650 | 4.210 |
Derden | 2.324 | 4.285 | 900 | 265 | 3.117 | 9.284 | |
Totaal | 2.738 | 4.512 | 1.399 | 4.110 | 266 | 3.936 | 19.279 |
De post «Nog te betalen derden» is toegelicht onder het kopje Transitorische passiva (Nog te betalen). Met betrekking tot de posten Onderhanden en vooruitontvangen projecten zijn er veel projecten met een nog te ontvangen bedrag. Het TROPOMI project is met een nog te ontvangen bedrag van bijna € 1,3 miljoen met afstand de grootste. Andere projecten met een groot te ontvangen bedrag zijn OMI (€ 0,4 miljoen) en een tweetal CAMS-projecten (samen € 0,6 miljoen).
Daarnaast zijn er diverse projecten met een vooruitontvangen bedrag. De grootste bedragen zijn voor de seismologische dienstverlening aan het Ministerie van EZ (€ 0,6 miljoen) en de EU-subsidieprojecten Eunadics (€ 0,5 miljoen) en Blue Sky (€ 0,3 miljoen). De post debiteuren derden bestaat voor € 2,4 miljoen uit posten met een ouderdom kleiner dan 30 dagen. De grootste posten zijn Eurocontrol (€ 0,5 miljoen), ECMWF (€ 0,3 miljoen), Netherlands Space Office (€ 0,3 miljoen) en European Space Research (€ 0,2 miljoen).
31-12-2017 | |
---|---|
Saldo Eigen vermogen per 31/12/2016 | 2.123 |
Bij: Onverdeeld resultaat 2016 | 133 |
Saldo Eigen vermogen per 1/1/2017 | 2.256 |
Af: Eenmalige uitkering aan moederdepartement | |
Bij: Onverdeeld resultaat 2017 | – 2.234 |
Saldo Eigen vermogen per 31/12/2017 | 22 |
Voorgesteld wordt om het onverdeelde resultaat van 2017 ten laste te brengen van het eigen vermogen. Het eigen vermogen bedraagt na verwerking van het verlies over 2017 € 0,022 miljoen. In de onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het eigen vermogen over de afgelopen jaren weergegeven.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | realisatie 2016 | Vastgestelde begroting 2017 | realisatie 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 611 | 1.877 | 5.407 | 1.783 | 2.123 | 2.123 | 2.256 |
2. Saldo van baten en lasten | 1.266 | 2.276 | – 1.250 | 340 | 133 | 0 | – 2.234 |
3a. Uitkering aan moederdepartement | – 2.374 | ||||||
3b. Bijdrage van moederdepartement | |||||||
3c. Overige mutaties | |||||||
3. Totaal directe mutaties in EV | 1.254 | ||||||
4. Eigen vermogen per 31/12 | 1.877 | 5.407 | 1.783 | 2.123 | 2.256 | 2.123 | 22 |
% gemiddelde omzet laatste 3 jaar | 3,1% | 8,9% | 2,9% | 2,9% | 3,4% | 3,2% | 0,0% |
Kastroomoverzicht
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2017 + stand depositorekeningen | 13.400 | 11.668 | – 1.732 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 2.011 | 1.921 | ||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 3.945 | – 8.171 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | – 1.934 | – 6.250 | – 4.316 |
3a. | Totaal investeringen (–/–) | – 3.927 | – 6.143 | – 2.216 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 319 | 319 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 3.927 | – 5.824 | – 1.897 |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | ||
4b. | Eenmalige storting door moederdepartement (+) | |||
4c. | Aflossingen op leningen (–/–) | – 366 | 0 | 366 |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+) | 3.927 | 4.516 | 589 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 3.561 | 4.516 | 955 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2017 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 11.100 | 4.110 | – 6.990 |
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom wordt afgeleid uit (afgerond) het saldo van baten en lasten (€ – 2,2 miljoen), dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingskosten (€ 1,9 miljoen), toename onderhanden projecten (€ – 1,6 miljoen), toename kortlopende vorderingen (€ 1,7 miljoen), afname voorzieningen (€ 0,1 miljoen) en een afname van de schulden (€ – 2,5 miljoen).
Investeringskasstroom
In 2017 is vooral verder geïnvesteerd in vervanging van de nieuwe supercomputer (HPC) (€ 3,5 miljoen), de vervanging van de neerslagradars (€ 1,0 miljoen) en immateriële vaste activa (o.a. upgrade serverpark € 0,9 miljoen).
Financieringskasstroom
Er is in 2017 voor € 4,5 miljoen beroep op de leenfaciliteit gedaan. Dit ter financiering van de investeringen in activa (HPC, neerslagradars en immateriële vaste activa).
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | Begroting 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Kostprijs in € per eenheid product | ||||||
– percentage overhead | 100 | 112 | 100 | 103 | 97 | 109 |
– fte's indirect | 125 | 118 | 100 | 92 | 104 | 95 |
Tarieven/uur | 121 | 111 | 100 | 95 | 96 | 104 |
Omzet per productgroep | ||||||
– meteorologie | 46.254 | 47.121 | 50.946 | 54.544 | 52.649 | 51.420 |
– seismologie | 2.690 | 1.753 | 2.089 | 2.096 | 2.898 | 1.828 |
– aardobservatie | 8.468 | 9.846 | 13.050 | 17.318 | 22.207 | 17.029 |
FTE- per 31 december | 358 | 354 | 348 | 372 | 383 | 370 |
Saldo van baten en lasten (%) | 4 | – 2 | 1 | 0 | – 3 | 0 |
Algemene weersverwachtingen en adviezen | ||||||
– afwijking min. temperatuur (°C) | – 0,01 | – 0,18 | 0,45 | 0,44 | 0,34 | ABS(<0,5) |
– afwijking max. temperatuur (°C) | – 0,25 | – 0,52 | – 0,31 | – 0,36 | – 0,31 | ABS(<0,5) |
– gem afwijking windsnelheid (m/s) | 0,26 | 0 | 0 | 0,26 | – 0,12 | ABS(<1,0) |
Maritieme verwachtingen | ||||||
– tijdigheid marifoonbericht (%) | 99,3 | 99,9 | 99,5 | 98,9 | 99,4 | >99 |
Overheadkosten
De overheadkosten kennen een licht dalende trend ten opzichte van 2016. Door wijzigingen in de totale kosten wordt een wijziging van de overheadkosten niet altijd zichtbaar in het percentage overhead. Het aantal niet direct aan producten toe te wijzen fte’s is gelijk aan 2016.
Aantal fte’s
De stijging van het aantal fte’s wordt voornamelijk veroorzaakt door de benodigde capaciteit en kennis voor het uitvoeren van de diverse maatwerk- en subsidieprojecten. De stijging zit voornamelijk in de tijdelijke fte’s.
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
Introductie
De nieuwe missie van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) luidt: De Nederlandse Emissieautoriteit borgt als uitvoeringsorganisatie en toezichthouder dat bedrijven die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) en de wet- en regelgeving voor hernieuwbare energie vervoer en brandstoffen luchtverontreiniging, voldoen aan hun verplichtingen. Dat doet de NEa door bedrijven te informeren, te adviseren en door toezicht te houden.
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2017 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2016 |
Baten | ||||
Omzet IenM | 7.002 | 7.405 | 403 | 8.149 |
Omzet overige departementen | 106 | 7 | – 99 | 0 |
Omzet derden | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 7.108 | 7.412 | 304 | 8.149 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– personele kosten | 5.423 | 5.349 | – 74 | 5.412 |
*waarvan eigen personeel | 4.586 | 4.778 | 192 | 4.685 |
*waarvan externe inhuur | 517 | 422 | – 95 | 586 |
*waarvan overige personele kosten | 320 | 149 | – 171 | 141 |
– materiële kosten | 1.170 | 1.151 | – 19 | 1.269 |
*waarvan apparaat ICT | 448 | 191 | – 257 | 175 |
*waarvan bijdrage aan SSO's | 502 | 527 | 25 | 461 |
*waarvan overige materiële kosten | 220 | 433 | 213 | 633 |
Rentelasten | 8 | 2 | – 6 | 8 |
Afschrijvingskosten | ||||
– materieel | 2 | 2 | 2 | |
*waarvan apparaat ICT | ||||
– immaterieel | 507 | 315 | – 192 | 737 |
Totaal lasten | 7.108 | 6.819 | – 289 | 7.428 |
Resultaat voor belastingen | 0 | 592 | 592 | 721 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Resultaat na belastingen | 0 | 592 | 592 | 721 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft de omzet voor werkzaamheden die de NEa verricht voor het moederdepartement. De omzet is onder te verdelen in de volgende onderdelen:
-
– Naleving Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) stationair en 442 broeikasgasinstallaties (€ 4,7 miljoen)
-
– Nationale verplichtingen emissiehandel onder EU en VN (lump sum € 0,1 miljoen)
-
– Naleving Richtlijnen Hernieuwbare Energie (EV), 209 deelnemersrollen (€ 2,35 miljoen)
-
– Advies, ontwikkeling en implementatie EV, 2.182 uur (€ 0,25 miljoen)
De gerealiseerde omzet komt € 0,3 miljoen hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Van de voor 2017 verkregen opdracht van € 8,126 miljoen is € 7,412 miljoen gerealiseerd. Van de offerte is de Initiële toewijzing fase 2 voor € 0,3 miljoen niet uitgevoerd en op Advies, Ontwikkeling en Implementatie EV is € 0,5 miljoen minder gerealiseerd. De omzet overige departementen is gerealiseerd bij het CBS.
Lasten
Personele kosten
De kosten van het eigen personeel zijn lager dan de kosten in de oorspronkelijke begroting. Er heeft een overschrijding op de salariskosten van eigen medewerkers plaatsgevonden van € 0,1 miljoen doordat de gemiddelde salariskosten per medewerker hoger uitvallen dan waarmee gebudgetteerd is (€ 83.000 per medewerker ten opzichte van € 75.000 in het budget). Daar tegenover staan lagere kosten voor externe inhuur (minder ingehuurd dan begroot) en overige personeelskosten (lagere kosten voor opleidingen dan gebudgetteerd. In 2017 is ook door eigen personeel gewerkt aan het Register Energie voor Vervoer fase 2. De loonkosten die betrekking hadden op deze uren (€ 0,056 miljoen zijn overgeboekt naar Zelfontwikkelde immateriële vaste activa in aanbouw).
Specificatie personele kosten | Begroting 2017 | Realisatie 2017 |
---|---|---|
Aantal FTE | 60 | 56,9 |
Eigen personeelskosten | 4.906 | 4.927 |
Kosten inhuur | 517 | 422 |
Totale personele kosten | 5.423 | 5.349 |
Materiële kosten
De totale materiële kosten zijn nagenoeg conform budget. Bij enkele posten heeft een overschrijding plaatsgevonden die op andere onderdelen wordt gecompenseerd door lagere uitgaven. Dit komt doordat een aantal kosten op een andere grootboekrekening is vastgelegd dan in de begroting. Hierin hebben geen noemenswaardige verschillen ten opzichte van budget plaatsgevonden.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten vallen lager uit dan begroot. Het Register Energie voor Vervoer fase 2 is nog niet in gebruik genomen terwijl dit wel was begroot. Hierdoor hebben er nog geen afschrijvingen over plaatsgevonden. De desbetreffende wetgeving lag ultimo 2017 in de Eerste Kamer ter goedkeuring. Als de wetgeving wordt aangenomen, wordt fase 2 in gebruik genomen en start de afschrijving.
Balans
31 december 2017 | 31 december 2016 | |
---|---|---|
ACTIVA | ||
Vaste activa | ||
Immateriële vaste activa | 2.276 | 1.821 |
Materiële vaste activa | ||
– Overige materiële vaste activa | 0 | 3 |
2.276 | 1.824 | |
Vlottende activa | ||
Debiteuren | 95 | 84 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 127 | 222 |
222 | 306 | |
Liquide middelen | 2.297 | 1.714 |
TOTAAL ACTIVA | 4.795 | 3.844 |
PASSIVA | ||
Eigen vermogen | ||
Exploitatiereserve | 381 | 299 |
Onverdeeld resultaat | 592 | 721 |
973 | 1.020 | |
Langlopende schulden | ||
Leenfaciliteit Ministerie van Financiën | 280 | 420 |
Kortlopende schulden | ||
Crediteuren | 17 | 3 |
Overige schulden en overlopende passiva | 3.524 | 2.401 |
3.541 | 2.404 | |
TOTAAL PASSIVA | 4.795 | 3.844 |
Toelichting
Activa
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Onder de immateriële vaste activa valt het in mei 2015 in gebruik genomen Register Energie voor Vervoer fase 1 en het in aanbouw zijnde Register Energie voor Vervoer fase 2. Het PAN-informatiesysteem is per 1 januari 2017 afgeschreven en heeft derhalve geen boekwaarde meer.
Overige vorderingen en overlopende activa
De post overige vorderingen en overlopende activa bestaat voornamelijk uit een te ontvangen boete als gevolg van een opgelegd boetebesluit en vooruitbetaalde licentiekosten.
Liquide middelen
De post liquide middelen bestaat uit het saldo van de rekening courant RHB ten bedrage van € 2,2 miljoen zoals overeenkomt met het saldobiljet per 31 december 2017 en de waarde van de aanwezige VVV cadeaubonnen.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het nog onverdeelde resultaat van het afgesloten boekjaar, minus afroming. In de tabel is de ontwikkeling van het eigen vermogen opgenomen.
Ontwikkeling eigen vermogen (x € 1.000) | Stand per 31 december 2014 | Stand per 31 december 2015 | Stand per 31 december 2016 | Stand per 31 december 2017 |
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen: | ||||
– exploitatiereserve | 954 | 1.261 | 299 | 1.020 |
– directe mutatie eigen vermogen1 | – 590 | – 897 | – 639 | |
– onverdeeld resultaat | 897 | – 65 | 721 | 592 |
Totaal | 1.261 | 299 | 1.020 | 973 |
Toelichting
Per ultimo 2017 overschrijdt het eigen vermogen het toegestane plafond van maximaal 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar met € 0,588 miljoen. Dit zal in 2018 worden afgeroomd.
Crediteuren
De post crediteuren betreft 6 facturen van derden (€ 0,011 miljoen) en 1 factuur van een ander ministerie (€ 0,006 miljoen).
Overige schulden en overlopende passiva
Deze post is onder te verdelen in een vooruit ontvangen bedrag van € 1,7 miljoen (waarvan € 0,9 miljoen correctie omzet), € 1 miljoen af te dragen bestuurlijke boetes en inleggelden, € 0,3 miljoen nog te betalen bedragen (o.a. DVO FM en kosten vertrekregeling medewerker), € 0,28 miljoen reservering vakantiegeld, vakantiedagen en EJU, € 0,14 miljoen leenfaciliteit en € 0,012 miljoen crediteuren.
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2017 | 1.510 | 1.713 | 203 |
2a +/+ | Totaal ontvangsten operationele kasstroom | 7.108 | 2.332 | – 4.776 |
2b –/– | Totaal uitgaven operationele kasstroom | – 6.601 | 0 | 6.601 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 507 | 2.332 | 1.825 |
3a –/– | Totaal investeringen | – 750 | – 770 | – 20 |
3b +/+ | Totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 750 | – 770 | – 20 |
4a –/– | Eenmalige uitkering aan Moederdepartement | 0 | – 639 | – 639 |
4b +/+ | Eenmalige storting door Moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
4c –/– | Aflossingen op leningen | – 340 | – 340 | 0 |
4d +/+ | Beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 340 | – 979 | – 639 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2017 (5=1+2+3+4) (maximale roodstand € 0,5 mln.) | 927 | 2.296 | 1.369 |
Operationele kasstroom
Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.
Investeringskasstroom
In 2017 is geïnvesteerd in het Register Energie voor Vervoer fase 2 (€ 0,77 miljoen).
Eenmalige uitkering moederdepartement
In 2017 is € 0,6 miljoen aan het moederdepartement terugbetaald. In de oorspronkelijke begroting van 2016 en 2017 is uitgegaan van een nul resultaat. Doordat in 2016 een positief resultaat is behaald, is het eigen vermogen boven de 5% norm uitgekomen. Het surplus is in 2017 afgeroomd.
Financieringskasstroom
Op de leenfaciliteit is in 2017 € 0,34 miljoen afgelost.
Doelmatigheidsindicatoren1 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Oorspronkelijke begroting 2017 |
---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (x € 1): | |||||
Onderhoud ETS (per BKG-installatie) | 7.474 | 10.078 | |||
Communicatie en voorlichting (helpdeskvragen)2 | 106 | ||||
Registeradministratie handelaren (per rekening)2 | 1.071 | ||||
Tijdelijk regime Hernieuwbare energie en brandstoffen (per deelnemer)2 | 6.725 | ||||
Naleving ETS (per BKG-installatie) | 10.311 | 10.439 | 9.682 | ||
Naleving EV (per deelnemersrol) | 12.537 | 11.294 | 10.824 | ||
Tarieven per uur (x € 1): | |||||
Laag | 75 | 75 | 74 | 69 | 74 |
Midden | 95 | 94 | 94 | 90 | 93 |
Hoog | 124 | 123 | 120 | 106 | 120 |
FTE totaal (excl. externe inhuur) | 49,9 | 48,5 | 49 | 56,9 | 60 |
Omzet per productgroep (x € 1.000) | |||||
Overige producten/diensten2 | 8 | ||||
Naleving ETS stationair3 | 3.483 | 4.414 | |||
Naleving ETS luchtvaart3 | 231 | 222 | |||
Naleving ETS3 | 4.743 | 4.614 | 4.430 | ||
(Tijdelijk regime) Hernieuwbare energie en brandstoffen2 | 1.580 | 2.866 | |||
Naleving EV4 | 2.207 | 2.361 | 2.313 | ||
Advies, ontwikkeling en implementatie EV4 | 329 | 248 | 139 | ||
Infodesk NEa2 | 254 | ||||
Registeradministratie handelaren2 | 179 | ||||
Nationale verplichtingen onder EU en VN | 119 | 120 | 123 | 119 | 120 |
Initiële toewijzing fase 4 | 0 | ||||
NEa-brede producten en diensten2 | 259 | ||||
Projecten2 | 950 | ||||
Overige | 19 | 747 | 106 | ||
Totaal | 7.063 | 7.641 | 8.149 | 7.342 | 7.108 |
Saldo van baten en lasten | 12,69% | – 0,85% | 8,80% | 8,46% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren5 | |||||
Naleving ETS | |||||
Vergunningaanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 100% | 100% | 100% | 90% |
Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 98% | 96% | 93% | 93% | 80% |
BKG's waarvoor toezichtactiviteit heeft plaatsgevonden | 14% | 17% | 12% | ||
Jaarlijks toezichtsprogramma is uitgevoerd | 74% | 100% | |||
Emissie ETS stationair waarvoor tijdig emissierechten zijn ingeleverd | 100% | 100% | |||
Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 92% | 91% | 80% | ||
Naleving ETS luchtvaart | |||||
Monitoringsplannen binnen gestelde termijn getoetst | 100% | ||||
Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 100% | |||
Naleving EV | |||||
Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting 2017 EV en brandstoffen luchtverontreiniging | 20-jun | voor 15 juli | |||
Jaarlijks toezichtprogramma is uitgevoerd | 142% | 100% | |||
Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 86% | 80% | |||
Tijdelijk regime hernieuwbare energie en brandstoffen | |||||
Aantal in te dienen biobrandstofbalansen dat tijdig is ingediend | 95% | 96% | |||
Deelnemers tijdelijk regime hernieuwbare energie en vervoer waarvoor toezichtactiviteit heeft plaatsgevonden | 13% | 32% | |||
Hernieuwbare energie en brandstoffen | |||||
Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting HEV en brandstoffen luchtverontreiniging | 15 juli | ||||
Deelnemers waarvoor toezichtsactiviteit heeft plaatsgevonden | 15% | ||||
Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 85% | ||||
Infodesk NEa | |||||
Van vragen binnen gestelde termijn afgerond | 98% | 96% | |||
Project afbouw NOx-emissiehandel6 | |||||
Van tijd NOx-register online | 100% | ||||
Algemeen | |||||
Aantal formele klachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aantal gegronde bezwaarprocedures waarbij de NEa onjuist gehandeld heeft | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aantal fraude gevallen EU-register die NEa had kunnen voorkomen | 0 | 0 | 0 | ||
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren | 67% | 59% | 48% | 64% | 70% |
Voor de opdracht 2014 is de producten- en dienstencatalogus van de NEa herzien, hierdoor komen minder/andere producten voor in de realisatie dan in de oorspronkelijke begroting.
Voor de offerte 2015 zijn diverse producten en diensten die in voorgaande jaren apart in de producten- en dienstencatalogus werden genoemd samengevoegd en in de producten Naleving ETS en Hernieuwbare Energie en brandstoffen opgenomen. Dit verklaart de stijging van de kostprijs en de omzet bij deze producten in 2015 ten opzichte van voorgaande jaren en verklaart het ontbreken van realisatiecijfers voor deze producten en diensten in 2015.
In de opdracht over 2016 zijn de producten Naleving ETS stationair en Naleving ETS luchtvaart vervallen, hiervoor is het product Naleving ETS in de plaats gekomen.
In de opdracht over 2016 is het product (Tijdelijk regime) Hernieuwbare energie en brandstoffen vervallen. De producten Naleving EV en Advies, ontwikkeling en implementatie EV zijn hiervoor in de plaats gekomen.
In de opdracht voor 2014 zijn nieuwe prestatie indicatoren opgenomen en zijn oude prestatie-indicatoren vervallen. Vanaf 2014 zijn de indicatoren toegewezen aan thema’s. In dit overzicht zijn de nieuwe indicatoren opgenomen. Een aantal bestaande indicatoren is behouden en voor die indicatoren is er nog een vergelijking met voorgaande jaren mogelijk.
De gerealiseerde omzet komt licht hoger uit dan begroot: € 7,4 miljoen ten opzichte van € 7,1 miljoen begroot. Het verschil van € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties in de voorjaarsnota en najaarsnota en het niet (geheel) uitvoeren van enkele producten (AOI en Initiële Fase 4 en Motie Dijkstra).