Base description which applies to whole site

2. LEESWIJZER

Algemeen

In het constituerend beraad van 26 oktober 2017 zijn de portefeuilles van het beëdigde kabinet vastgesteld en heeft er een departementale herindeling plaatsgevonden. In de onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de portefeuilleverdeling en verantwoordelijkheid in 2017 vanaf dat moment verdeeld waren voor de begrotingsartikelen en -onderdelen van de begroting van HXII. Tevens is de naamgeving van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gewijzigd naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Stcrt. 2017, 62720). De herverkavelingen tussen departementen worden niet voor het verslagjaar 2017 doorgevoerd. Daarom wordt voor het Jaarverslag 2017 de naam Infrastructuur en Milieu aangehouden en staan ook de overgehevelde onderwerpen nog in dit jaarverslag.

Verantwoordelijkheidsverdeling ministers

Artikel (onderdeel)

Omschrijving

Beleidsverantwoordelijke ministers

Opmerking

 

Beleidsartikelen

   

11

Integraal Waterbeleid

Minister van IenW

 

13.01

Ruimtelijk Instrumentarium

Minister van BZK

 

13.02

Geo-informatie

Minister van BZK

 

13.03

Gebiedsontwikkeling

Minister van BZK

 

13.04

Ruimtegebruik bodem

Minister van IenW

Deel Structuurvisies naar BZK

13.05

Eenvoudig Beter

Minister van BZK

 

14

Wegen en Verkeersveiligheid

Minister van IenW

 

16

Openbaar Vervoer en Spoor

Minister van IenW

 

17

Luchtvaart

Minister van IenW

 

18

Scheepvaart en Havens

Minister van IenW

 

19

Klimaat

Minister van EZK/IenW

 

19.01

Tegengaan Klimaatverandering

Minister van EZK

 

19.02

Internationaal beleid, Coördinatie en Samenwerking

Minister van IenW

Deel Klimaat

naar EZK

20

Lucht en Geluid

Minister van IenW

 

21

Duurzaamheid

Minister van IenW

 

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Minister van IenW

 

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Minister van IenW

 

24

Handhaving en Toezicht

Minister van IenW

 

25

Brede Doeluitkering

Minister van IenW

 

26

Bijdrage Investeringsfondsen1

   
 

Niet-beleidsartikelen

   

97

Algemeen Departement

Minister van IenW

 

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Minister van IenW

 

99

Nominaal en Onvoorzien

Minister van IenW

 
1

De beleidsverantwoordelijke Minister op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds wordt toegelicht in het Jaarverslag 2017 van respectievelijk het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Voor u ligt het Jaarverslag 2017 van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. In dit Jaarverslag 2017 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven, ontvangsten en aangegane verplichtingen ten opzichte van de begroting 2017.

Overgangsrecht Comptabiliteitswet

Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de jaarverslagen en slotwetten over 2017 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139. Het betreft met name de volgende artikelen:

Artikelen in CW 2016 en CW 2001

Art. in CW 2016

Art. in CW 2001

3.2 – 3.4

19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid

3.5

22, eerste lid; 26, eerste lid

3.8

58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid

3.9

58, eerste lid, onderdeel b en c

2.37

60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid

2.35

61, tweede tot en met vierde lid

2.40

64

7.12

82, eerste lid; 83, eerste lid

7.14

82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid

Opbouw

Het Jaarverslag IenM 2017 bestaat uit de volgende onderdelen:

  • A. Een algemeen deel: hierin is naast deze leeswijzer de officiële aanbieding van het Jaarverslag aan de Staten-Generaal en het verzoek tot dechargeverlening opgenomen.

  • B. Het beleidsverslag 2017 van IenM: hierin wordt ingegaan op de resultaten die in 2017 zijn geboekt. Het beleidsverslag bestaat uit vier onderdelen: het verslag over de beleidsprioriteiten, de beleidsartikelen, de niet-beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringparagraaf.

  • C. De Jaarrekening 2017 van IenM: deze bestaat uit de departementale verantwoordingstaat van IenM en de samenvattende verantwoordingsstaten van de agentschappen Rijkswaterstaat (RWS), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Tevens bevat dit deel de departementale saldibalans van IenM, de balansen van de agentschappen en de opgave van Topinkomens.

  • D. De bijlagen bestaan uit:

    • 1. het overzicht inzake het toezicht op de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) en de rechtspersonen met een wettelijke taak (rwt’s)

    • 2. het overzicht van afgerond evaluatie- en overig onderzoek

    • 3. het overzicht van niet-financiële informatie over inschakeling van externe adviseurs en tijdelijk personeel (externe inhuur)

    • 4. de rapportage correspondentie

    • 5. de lijst van afkortingen

Naast dit Jaarverslag, Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting, kent IenM ook de Jaarverslagen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, respectievelijk Hoofdstuk A en J van de Rijksbegroting. In deze fondsen worden de concrete investeringsprojecten en programma’s geraamd en verantwoord.

Met het Infrastructuurfonds wordt invulling gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de Wet op het Infrastructuurfonds (Stb. 1993, nr. 319), te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur.

Het Deltafonds kent zijn oorsprong in de Waterwet (Stb. 2009, nr. 107). In de Waterwet is als doel van dit fonds opgenomen de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening.

Normering Jaarverslag

De financiële informatie in het beleidsverslag (onderdeel B) wordt gepresenteerd door middel van de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid». Hierin worden opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar toegelicht. De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften 2018 van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2018 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, die worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van financiële instrumenten.

Norm bij te verklaren verschillen

Omvang begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

(stand ontwerpbegroting)

(ondergrens in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

in € miljoen

   

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

5

=> 1.000

5

5

Betreffende de niet-financiële informatie moet worden vermeld dat IenM bij het verkrijgen van deze indicatoren voor een deel afhankelijk is van verzameling door externe partijen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De praktijk is zodanig dat deze gegevens in een aantal gevallen later beschikbaar komen. Dit leidt ertoe dat niet in alle gevallen de gegevens over het verslagjaar 2017 ten tijde van het opstellen van het jaarverslag beschikbaar waren.

Focusonderwerp financiële verplichtingen

Groeiparagraaf

In de departementale jaarverslagen over 2017 krijgen de twee thema’s: «Toetsbare beleidsplannen» en «Verplichtingen: pijler van het budgetrecht» extra aandacht. Deze twee thema’s zijn door de Tweede Kamer benoemd als focusonderwerpen voor het jaarverslag 2017.

Het budgetrecht van de Kamer rust op twee pijlers: de financiële verplichtingen en de uitgaven die uit de verplichtingen voortkomen. Nieuwe plannen voor Nederland betekenen ook nieuwe financiële verplichtingen en mogelijk het «openbreken» van bestaande verplichtingen. Dit alles moet op een goede, transparante en controleerbare wijze aan de Staten-Generaal worden voorgelegd. Om dit inzichtelijk te maken en het budgetrecht te bestendigen heeft de commissie «Verplichtingen: pijler van het budgetrecht» als focusonderwerp ingesteld. Hieraan is invulling gegeven door in het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR) specifiek aandacht te geven aan het onderwerp financiële verplichtingen. De uitwerking van dit focusonderwerp leidt niet tot aanpassingen in Hoofdstuk XII, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Focusonderwerp toetsbare beleidsplannen

De Kamer constateert dat het evalueren van beleid makkelijker wordt als daarmee rekening wordt gehouden bij het maken van nieuwe beleidsplannen. Het moet duidelijk zijn welke doelen met het beleid worden nagestreefd, wat de financiële gevolgen zijn en, waar mogelijk, welke doelmatigheid wordt verwacht. Deze ambitie blijkt onder meer uit de aanpassingen in de Comptabiliteitswet 2016 die voorziet (artikel 3.1) in de noodzaak tot het treffen van waarborgen aan de voorkant.

De operationalisering ervan voorziet bij nieuw beleid en intensivering ervan in stringente toepassing van de zogenaamde IAK-vragen die eerst moeten worden beantwoord. De op dit Integraal Afwegingskader (IAK) gerichte vragen geven vooraf inzicht in probleem, instrumenten en verwachte gevolgen. Het IAK bestaat als zodanig reeds sinds 2010 maar voor het eerst in 2017 maakt dit ook deel uit van de financiële toets bij de beoordeling van de enveloppes bestedingsplannen. Dergelijke op IAK gebaseerde bestedingsplannen zijn inmiddels vervaardigd op het terrein van Infra en Fiets, Waterkwaliteit en Natuur en Cybersecurity.

De ambitie is om in het kader van de Rijksbrede operatie Inzicht in Kwaliteit verdere verbeteringen door te voeren. IAK geldt dan ook als één van de speerpunten van de Stuurgroep Goed Geregeld. Verder wordt doorgegaan op een al eerder ingeslagen weg. Dit betekent consequenties van nieuw beleid inzichtelijk maken in memories van toelichting van wetgeving, in maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) en in bijdragen van planbureaus. De criteria voor nieuwe investeringen zijn in bestuurlijke overleggen MIRT aan de orde geweest en eind 2017 aan de Tweede Kamer in het kader van de Begroting 2018 van het Infrastructuurfonds gemeld.

Overig nieuw beleid uit het Regeerakkoord wordt uitgewerkt en door het departement en door het Ministerie van Financiën expliciet getoetst op de doeltreffendheid en doelmatigheid.

Licence