Inleiding
Algemeen
De opdracht van het Nationaal Archief (voortaan NA) is om uitvoering te geven aan haar missie: het dienen van ieders recht op informatie en geven van inzicht in het verleden van ons land door ons in te zetten voor een sterk archiefbestel en door de nationale archiefcollectie in Den Haag te beheren en on site en online te presenteren.
De collectie van het NA bestaat uit archieven van nationale betekenis met het accent op archieven van de rijksoverheid.
Nationaal Archief en Regionale Historische Centra
Op basis van de Archiefwet 1995 heeft de Minister van OCW een specifieke verantwoordelijkheid voor alle rijksarchiefbewaarplaatsen, zijnde het Nationaal Archief in Den Haag en elf rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciehoofdsteden. Deze archiefbewaarplaatsen in de provinciehoofdsteden maken deel uit van Regionale Historische Centra (RHC’s). Deze centra zijn gemeenschappelijke regelingen, die vanuit het Rijk en andere deelnemers een bijdrage ontvangen.
Deze jaarrekening handelt alleen om de baten en lasten van het NA. De rijksbijdragen aan de afzonderlijke RHC’s worden elders verantwoord op artikel 14 (Cultuur) van de Rijksbegroting.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie t-1 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
• | Omzet | 36.546 | 39.751 | 3.205 | 36.948 | |
– | Omzet moederdepartement | 35.467 | 38.559 | 3.092 | 36.218 | |
– | Omzet overige departementen | 400 | 400 | 0 | 400 | |
– | Omzet derden | 679 | 792 | 113 | 330 | |
• | Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
• | Mutatie projectgelden | 2.196 | 416 | – 1.780 | 1.988 | |
• | Vrijval voorzieningen | 74 | 144 | 70 | 151 | |
• | Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal baten | 38.816 | 40.311 | 1.495 | 39.087 | ||
Lasten | ||||||
• | Apparaatskosten | 36.722 | 38.818 | 2.096 | 37.288 | |
– | Personele kosten | 17.923 | 18.305 | 382 | 17.036 | |
Waarvan eigen personeel | 15.510 | 14.892 | – 618 | 14.111 | ||
Waarvan inhuur externen | 1.004 | 2.335 | 1.331 | 2.055 | ||
Waarvan overige personele kosten | 1.409 | 1.078 | – 331 | 870 | ||
– | Materiële kosten | 18.799 | 20.513 | 1.714 | 20.252 | |
Waarvan apparaat ICT | 1.107 | 912 | – 195 | 923 | ||
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 432 | 2.726 | 2.294 | 2.704 | ||
Waarvan overige materiële kosten | 17.260 | 16.875 | – 385 | 16.625 | ||
• | Rentelasten | 20 | 9 | – 11 | 12 | |
• | Afschrijvingskosten | 2.074 | 1.554 | – 520 | 1.552 | |
– | Materieel | 2.074 | 1.554 | – 520 | 1.552 | |
Waarvan apparaat ICT | 130 | 97 | – 33 | 240 | ||
– | Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | |
• | Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal lasten | 38.816 | 40.381 | 1.565 | 38.852 | ||
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | – 70 | – 70 | 235 | ||
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ||||||
Saldo van baten en lasten | 0 | – 70 | – 70 | 235 |
Toelichting:
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet van het moederdepartement over 2018 bedraagt € 38,6 miljoen. In de omzet moederdepartement zijn de tweede geldstroom projecten van totaal € 1,8 miljoen opgenomen. De ontvangen budgetten voor tweede geldstroom projecten in 2018 betreft de programma’s Gemeenschappelijk Cultureel erfgoed, Kennis & Innovatie en het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (voorheen Rijk aan Informatie).
Het verschil tussen de begroting en de realisatie is voornamelijk veroorzaakt door een hogere omzet van het moederdepartement vanwege loon- en prijscompensatie en programmageld en een per saldo lager dan verwachte onttrekking uit de projectgelden.
Omzet overige departementen
De bijdrage van de Provincie Zuid Holland (€ 400.000) is voor het beheer van de archieven Zuid Holland.
Omzet derden
De omzet derden betreft de opbrengst van de dienstverlening en verkoop van producten. Deze post is hoger door ontvangsten voor het beheer van de collectie van het Rode Kruis en ontvangen bijdragen van het Genootschap voor het NA ten behoeve van de VOC tentoonstelling.
Rentebaten
In de vastgestelde begroting is geen rekening gehouden met rentebaten vanwege de lage rentestand.
Mutatie Projectgelden
De mutatie projectgelden is lager dan begroot. Uitgaven op projecten zijn in 2018 vooral investeringen geweest. Voor de staat van baten en lasten houden toevoegingen en onttrekkingen aan de projectrekeningen in 2018 elkaar redelijk in evenwicht.
Vrijval voorzieningen
De vrijval van de voorziening betreft het ongebruikte deel van de reorganisatievoorziening voor aansluiting bij FM Haaglanden nadat die aansluiting halverwege het traject is gestaakt vanwege de specifieke aard van het pand. Verder is er een vrijval van een deel van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen voor een medewerker die geen recht meer heeft op een uitkering.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten bedragen € 38,8 miljoen en liggen circa € 2,1 miljoen boven de begroting. Dit is vooral het resultaat van hogere uitgaven aan ICT inhuur voor het ontwikkelen van toegangen op het e-depot. Ook zijn de kosten voor eigen personeel hoger door cao loonstijgingen en hogere pensioenpremies.
De materiële kosten zijn iets hoger dan 2017 terwijl een daling was begroot. Het gevolg is dat de materiële kosten fors hoger zijn dan begroot. Dit is vooral door overgang naar een nieuwe ICT dienstverlener.
De bijdrage aan SSO’s is aangepast aan de gehanteerde definitie van SSO’s volgens de Rijksbrede Kostensoortentabel. Bij de vaststelling van de begroting werd die lijst nog niet gehanteerd en het RVB opgenomen onder de overige materiele kosten. Dit verklaart het verschil.
Afschrijvingskosten
Er zijn geen afschrijvingen van immateriële vaste activa, omdat in 2013 de immateriële vaste activa volledig zijn afgeboekt en er in 2018 geen software aanwezig is die voldoet aan alle criteria voor activering.
De afschrijving van de materiële vaste activa bedraagt € 1,6 miljoen en is € 0,6 miljoen lager dan begroot. De oorzaak van dit verschil is het feit dat de eerste investeringen in de locatie Emmen pas eind 2018 zijn gedaan en de afschrijvingen starten vanaf het moment van oplevering van het pand in 2019.
Omschrijving | 2018 | 2017 | |||
---|---|---|---|---|---|
Activa | |||||
• | Vaste activa | 12.045 | 7.412 | ||
– | Immateriële vaste activa | 0 | 0 | ||
– | Materiële vaste activa | 12.045 | 7.412 | ||
– | Grond en gebouwen | 953 | 576 | ||
– | Installaties en inventarissen | 7.330 | 6.836 | ||
– | Overige materiële vaste activa | 3.762 | 0 | ||
• | Vlottende Activa | 35.406 | 24.483 | ||
– | Voorraden en onderhanden projecten | 35 | 0 | ||
– | Debiteuren | 149 | 204 | ||
– | Overige vorderingen en overlopende activa | 4.437 | 2.334 | ||
– | Liquide middelen | 30.785 | 21.945 | ||
Totaal activa | 47.451 | 31.895 | |||
Passiva | |||||
• | Eigen Vermogen | 1.934 | 2.504 | ||
– | Exploitatiereserve | 2.004 | 2.269 | ||
– | Onverdeeld resultaat | – 70 | 235 | ||
• | Voorzieningen | 159 | 424 | ||
• | Langlopende schulden | 300 | 400 | ||
– | Leningen bij het Ministerie van Financiën | 300 | 400 | ||
• | Kortlopende schulden | 45.058 | 28.567 | ||
– | Crediteuren | 2.086 | 2.087 | ||
– | Schulden bij het Rijk | 0 | 0 | ||
– | Investeringsbijdrage | 8.723 | 3.471 | ||
– | Projectgelden | 13.263 | 18.901 | ||
– | Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 | ||
– | Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 100 | 100 | ||
– | Overige schulden en overlopende passiva | 20.886 | 4.008 | ||
Totaal passiva | 47.451 | 31.895 |
Toelichting:
Activa
De balans van het NA vertoont een stijging van de totale activa en passiva vanwege de toename van overige schulden en overlopende passiva en de liquide middelen. De liquide middelen zijn gestegen door ontvangsten van gelden van de RHC’s. Het Ministerie van OCW heeft een fonds voor huisvesting gevormd van € 19,0 miljoen ter dekking van de risico’s vanwege het nieuwe huisvestingsstelsel van de RHC’s. De middelen zijn afkomstig van de bestemmingsfondsen voor huisvesting bij zeven RHC’s. De voorziening is opgenomen als kortlopende schuld aan het moederdepartement. Twee RHC’s maken begin 2019 nog een restant deel van in totaal € 0,9 miljoen over. Hiervoor is een vordering opgenomen onder de overlopende activa.
Vaste Activa
De post Installaties en Inventarissen stijgt 0,5 miljoen door de laatste investeringen in de verdichting van depots en investeringen in ICT devices voor de nieuwe werkplek.
Overige materiele vaste activa betreft activa in uitvoering en is een nieuwe post van € 3,8 miljoen. Dit zijn uit projectgelden aangeschafte depotstellingen en een ontzurings-machine voor het pand in Emmen. Bij oplevering van het pand in Emmen begint de afschrijving op deze investeringen.
Vlottende Activa
In 2018 is de winkelvoorraad nieuw op de balans. De voorraad boeken is begin van het jaar overgenomen van het Genootschap.
De debiteuren en nog te ontvangen bedragen zijn als volgt te specificeren:
Omschrijving | 2018 | 2017 |
---|---|---|
Vorderingen op het moederdepartement | 0 | 0 |
Vorderingen op overige departementen | 14 | 125 |
Vorderingen op overige debiteuren | 135 | 79 |
Stand per 31 december | 149 | 204 |
Omschrijving | 2018 | 2017 |
---|---|---|
Nog te ontvangen van moederdepartement | 0 | 0 |
Nog te ontvangen op overige departementen | 0 | 0 |
Nog te ontvangen van overige organisaties | 4.437 | 2.334 |
Stand per 31 december | 4.437 | 2.334 |
De stijging van de vorderingen op overige organisaties met ruim € 2,1 miljoen is vanwege vooruitbetaalde kosten van € 1,3 miljoen aan de nieuwe dienstverlener voor applicatieontwikkeling en beheer in het eerste kwartaal van 2019 en van € 0,3 miljoen aan ICT licenties. Verder is er nog € 0,9 miljoen te ontvangen van twee RHC’s i.v.m. de terugvordering van de middelen uit de bestemmingsfondsen voor huisvesting.
De liquide middelen bestaan uit de Rekening-Courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het Ministerie van Financiën en een klein saldo kasmiddelen. De liquide middelen zijn gestegen als gevolg van terugbetalingen van de RHC’s.
Passiva
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2018 € 1,9 miljoen. Hiermee blijft het eigen vermogen onder de maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Het verloop van het vermogen ziet er als volgt uit:
2018 | 2017 | 2016 | |
---|---|---|---|
Exploitatiereserve | |||
Saldo per 1 januari | 2.504 | 2.269 | 1.660 |
Onverdeeld resultaat | – 70 | 235 | 609 |
Overige directe mutaties | 0 | 0 | 0 |
Directe vermogensmutatie | |||
Bijdrage door moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
Overige directe mutaties | – 500 | 0 | 0 |
Saldo per 31 december | 1.934 | 2.504 | 2.269 |
De verdeling van het onverdeeld resultaat over 2018 komt tot uitdrukking in de jaarrekening 2019.
Voorzieningen
De voorzieningen zijn per saldo gedaald met € 0,3 miljoen als gevolg onttrekkingen en vrijval van wachtgeldverplichtingen en de lopende reorganisatievoorziening. De vrijval van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen betreft een medewerker die geen recht meer heeft op een uitkering. De reorganisatievoorziening is grotendeels vrijgevallen na het staken van het aansluitingstraject met FM Haaglanden. Het verloop van de voorzieningen is als volgt weer te geven:
Wachtgeld | Reorganisatie | Totaal | ||
---|---|---|---|---|
Stand 1/1/2018 | 174 | 250 | 424 | |
Dotatie | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking | 33 | 88 | 121 | |
Vrijval | 27 | 117 | 144 | |
Stand 31/12/2018 | 114 | 45 | 159 |
Langlopende schulden
Op de lening bij het Ministerie van financiën wordt binnen een jaar € 0,1 miljoen afgelost. Dit bedrag is opgenomen onder de kortlopende schulden.
Kortlopende schulden
In de staat van baten en lasten worden de mutatie van projectgelden apart gepresenteerd op grond van de bijzondere aard en omvang. Daarom wordt ook in de balans inzichtelijk gemaakt welke posten betrekking hebben op de projectgelden.
In de post «investeringsbijdrage» staan bedragen waartegenover investeringen staan.
De belangrijkste mutaties in de investeringsbijdrage betreffen de dotaties vanwege investeringen in activa voor de projecten Masterplan Archiefdepots en de ontvangstruimte van het Nationaal Archief. Een oorzaak van de lagere stand van de projectgelden is de realisatie van depotstellingen en een ontzurings-machine voor het nieuwe depot op locatie Emmen. De geplande oplevering van het pand is in april 2019. Na ingebruikname van het pand start de afschrijving op de voor Emmen aangeschafte activa. Verder is het NA begonnen met investeren in de back-up en uitwijk in Groningen en de migratie van het primaire datacenter naar Rijswijk.
De crediteuren en nog te betalen bedragen zijn als volgt te specificeren:
Omschrijving | 2018 | 2017 |
---|---|---|
Schulden op het moederdepartement | 0 | 73 |
Schulden op overige departementen | 878 | 512 |
Schulden op overige crediteuren | 1.208 | 1.502 |
Stand per 31 december | 2.086 | 2.087 |
Omschrijving | 2018 | 2017 |
---|---|---|
Nog te betalen aan moederdepartement | 18.775 | 639 |
Nog te betalen aan overige departementen | 144 | 55 |
Nog te betalen aan overige organisaties | 2.067 | 3.414 |
Stand per 31 december | 20.986 | 4.108 |
De nog te betalen bedragen aan het moederdepartement zijn de terugontvangen gelden van de RHC’s uit de gevormde bestemmingsfondsen voor huisvesting. Dit geld is van het moederdepartement en direct opvraagbaar.
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2018 + stand depositorekeningen | 16.268 | 21.945 | 5.677 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 36.546 | 56.024 | 19.478 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 36.742 | – 40.396 | – 3.654 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 196 | 15.628 | 15.824 |
Totaal investeringen (–/–) | – 4.670 | – 6.187 | – 1.517 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 4.670 | – 6.187 | – 1.517 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | – 500 | – 500 | |
Eenmalig storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 652 | – 100 | 552 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 652 | – 600 | 52 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2018 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 10.750 | 30.786 | 20.036 |
Toelichting:
In het kasstroomoverzicht wordt voor de operationele kasstroom een uitsplitsing gemaakt naar ontvangsten en uitgaven. De ontvangsten hebben betrekking op bijdragen van het moederdepartement, andere departementen, omzet derden en projectgelden. De uitgaven betreffen betalingen aan personeel en leveranciers voor de reguliere werkzaamheden, maar ook voor projecten. De vastgestelde begroting is niet aangepast, omdat de aanpassing geen consequenties heeft voor de totale operationele kasstroom.
De liquide middelen van het NA zijn in 2018 met circa € 8,8 miljoen toegenomen. De belangrijkste oorzaak van deze toename is de betaling van de RHC’s. De operationele kasstroom is € 15,6 miljoen hoger dan begroot vanwege de RHC ontvangsten. De investeringskasstroom is negatief ten opzichte van de begroting als gevolg van meer investeringen op projecten. Het betreft met name investeringen in het kader van het project Masterplan Archiefdepots in stellingen en een ontzurings-machine voor het depot in Emmen en investeringen in ICT in het kader van het DTR project.
De financieringskasstroom is negatief vanwege de jaarlijkse € 0,1 miljoen aflossing van leningen bij het Ministerie van Financiën voor investeringen in de publieksruimte van het NA in 2013.
Doelmatigheid
Omschrijving | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | |
Generiek Deel | |||||
Gemiddeld gewogen kostprijs per productgroep | |||||
– de (gem) prijs per km fysiek archief (capaciteit) | 14.350 | zie toelichting | zie toelichting | 15.294 | 12.960 |
– de (gem) prijs per Terabyte digitaal archief | zie toelichting | zie toelichting | zie toelichting | 1.163 | 1.278 |
Gemiddeld gewogen uurtarief intern personeel | |||||
– primaire taken – activiteiten | 48 | 50 | 55 | 0 | 51 |
– programma's en projecten 2e en 3e geldstromen | 48 | 50 | 54 | – | – |
Aantal fte | |||||
– formatie op lumpsum en projecten | 151,5 | 186,32 | 194,83 | 198,29 | 200–210 |
– formatie Programma Digitale Taken rijksarchieven | 45,3 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo baten en lasten | 59.149 | 609.108 | 0 | – 70.332 | 0 |
Ontwikkeling aantallen bezoekers | |||||
– bezoekers | 19.430 | 12.288 | 17.482 | 19.078 | 22.500 |
– onderwijs | 3.310 | 3.527 | 12.655 | 7.539 | 12.500 |
– studiezaal – bezoekers | 12.328 | 14.940 | 15.433 | 12.000 | |
– studiezaal – raadplegingen archiefstukken | 114.297 | 114.349 | 104.570 | 100.000 | |
– Website Nationaal Archief | 1.183.834 | 1.350.798 | 1.721.451 | 1.500.000 | |
Cijfer bezoeker tevredenheid | 7 | 7 | 7,5 | 7,5 | – |
Voldoen aan webrichtlijnen Rijk | *** | *** | *** | *** | |
Beschikbaarheid – bereikbaarheid organisatie | |||||
– fysieke dienstverlening; geopend: | |||||
– informatiecentrum en studiezaal | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr |
– tentoonstelling | di t/m vr | di t/m vr | di t/m zo | di t/m zo | di t/m zo |
– ontvangst schoolgroepen | ma | ma t/m vr | |||
– Digitale dienstverlening eDepot (basisdienstverlening) | |||||
– beschikbaarheid (%) | nvt | nvt | nvt | nvt | |
– helpdesk openingstijden op werkdagen | nvt | 8:30–17:00 | 8:30–17:00 | 8:30–17:00 | 8:30–17:00 |
Toelichting:
De afgelopen jaren waren er geen ingevulde indicatoren voor «prijs per km fysiek archief» en «prijs per Terabyte digitaal archief»: de aanbevelingen uit de agentschapsdoorlichting door het Ministerie van Financiën in 2016 hebben geleid tot het besluit om een actueel integraal kostprijsmodel uit te werken. Het kostprijsmodel wat er lag bleek onvoldoende toereikend voor het toerekenen van kosten aan de producten en diensten van het NA. De opzet van het nieuwe kostprijsmodel is in 2017 afgerond en in 2018 verder geïmplementeerd. Met de opzet en implementatie van het integrale kostprijsmodel is het nu mogelijk om per product en dienst de kosten inzichtelijk te maken en de benodigde lumpsum te onderbouwen voor uitvoering van de opgedragen taken. De kostprijzen per 2018 zijn opgenomen in de tabel.
In 2018 komt het uurtarief voor primaire taken en activiteiten uit in lijn met de voorgaande jaren.