Base description which applies to whole site

BIJLAGE 3: EXTERNE INHUUR

Overzicht niet-financiële informatie over inschakeling van externe adviseurs en tijdelijk personeel

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Verslagjaar 2018 (Bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten1

 

1. Interim-management

3.561

2. Organisatie- en Formatieadvies

4.071

3. Beleidsadvies

5.193

4. Communicatieadvisering

1.600

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

14.425

5. Juridisch Advies

2.458

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

19.409

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

2.199

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

24.066

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)2

172.721

Ondersteuning bedrijfsvoering

172.721

Totaal uitgaven inhuur externen

211.212

1

Realisaties van Agentschappen zijn o.b.v. kosten en de realisaties van de Bestuurskern zijn o.b.v. werkelijke uitgaven.

2

Deze categorie bestaat uit drie posten. (1) De uitzendkrachten van het ministerie (€ 7,7 miljoen); (2) de uitgaven externe inhuur ten behoeve van het primaire proces van de uitvoeringsorganisatie RWS, die niet of niet gemakkelijk zijn onder te brengen onder de acht door BZK onderscheiden categorieën externe inhuur (€ 59,7 miljoen); (3) Inhuurcontracten voor dienstverlening die niet tot de kernactiviteiten van RWS behoren en naar aard van de activiteit de aanschaf van een product betreffen, maar onder de definitie van externe inhuur vallen (€ 105,3 miljoen).

Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

2018

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

0

Toelichting op het inhuurpercentage 2018

In 2018 gaf het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat € 211 miljoen aan externe inhuur uit. De uitgaven voor het ambtelijke personeel bedroegen € 1,1 miljard. Samen zijn de uitgaven € 1,3. miljard. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, komt in 2018 op een inhuurpercentage van totaal 16,1% en overschrijdt de norm van 10%. Het inhuurpercentage in 2018 zonder inhuur op niet-kerntaken is 8,8% en valt wel binnen de norm van 10%.

Van de € 211 miljoen die IenW in 2018 aan inhuur heeft uitgegeven, is € 180 miljoen aan Rijkswaterstaat toe te wijzen. De € 180 miljoen is 19% ten opzichte van het RWS-totaal en is als volgt verdeeld:

  • bijna € 75 miljoen betreft inhuur op kerntaken

  • ruim € 105 miljoen betreft inhuur op niet-kerntaken

De feitelijke realisatie in 2018 bij RWS laat opnieuw een daling zien ten opzichte van de realisatie 2017 (€ 200 miljoen).

RWS spant zich met succes in om de inhuur op niet-kerntaken zoveel mogelijk om te zetten naar contracten op basis van productafspraken (uitbesteding). In 2018 is de inhuur op niet-kerntaken opnieuw gedaald (met € 13 miljoen) en valt binnen de begroting. De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud in de staat van baten en lasten en aanleg op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord.

Ook de inhuur op kerntaken is gedaald in vergelijking met 2017 (met € 7 miljoen), zij het dat de afname van de inhuur op kerntaken lager is dan begroot. Door krapte op de arbeidsmarkt voor specialistische functies bleek het niet mogelijk om de benodigde capaciteit op kerntaken, nodig door grote uitstroom, volledig te kunnen invullen met eigen personeel. Daarnaast blijft de inhuur op apparaat hoog vanwege de hoge productieopgave.

RWS heeft een aantal maatregelen genomen om de inhuur op apparaat (kerntaken) de komende jaren verder te laten dalen. Het gaat dan onder meer om:

  • extra inzet op het werven van voldoende gekwalificeerd eigen personeel en versnelling van het wervingsproces om vacatures zo snel mogelijk in te vullen;

  • een flexibele interne pool om snel interne inzet te kunnen organiseren;

  • versterking van cruciale kennis binnen de organisatie met interne loopbaanontwikkeling.

Licence