Kwalitatief goede, toegankelijke zorg is een groot goed in Nederland. Het draagt bij aan de stijgende levensverwachting en het aantal in goede gezondheid ervaren levensjaren. Onze zorg heeft echter ook een prijs. De Nederlandse zorguitgaven zijn de laatste decennia gestegen. Dat raakt uiteindelijk iedereen in Nederland, via premies, belastingen en eigen betalingen. Om goede zorg te kunnen blijven bieden hebben we geïnvesteerd waar nodig. Bijvoorbeeld in meer handen aan het bed, de nieuwste behandelingen of door zorg en ondersteuning thuis te organiseren zodat meer mensen in hun eigen huis kunnen blijven wonen. Ook willen we voorkomen dat kosten bij mensen stapelen. Hiervoor is een aantal maatregelen genomen, onder andere de invoering van het abonnementstarief voor eigen bijdragen Wmo (maximaal 17,50 euro per 4 weken).
De waarde van een mensenleven is oneindig, maar het budget niet. Ook het aantal mensen dat zorg kan geven is niet oneindig. Het kabinet heeft daarom ook haar verantwoordelijkheid genomen om de zorg en de uitgaven aan de zorg te beheersen. Daarbij werken we samen met ziekenhuizen, verzekeraars, psychologen, artsen en verpleegkundigen. Met al deze zorgpartijen zijn in 2018 afspraken gemaakt in de vorm van de hoofdlijnakkoorden om de zorgkosten in de komende jaren onder controle te houden. Onderdeel van de hoofdlijnenakkoorden en verschillende actieprogramma’s zijn afspraken over de juiste zorg op de juiste plek.
De zorg betaalbaar en organiseerbaar houden is niet alleen een opdracht voor deze kabinetsperiode, want ook voor onze kinderen en kleinkinderen moet de zorg kwalitatief goed, toegankelijk en betaalbaar zijn. Als het beroep op de arbeidsmarkt even snel blijft stijgen als in deze kabinetsperiode, moet in 2040 één op de vier mensen in de zorgen werken, tegenover één op de zeven nu. Daarover moeten we tijdig nadenken. Veel kennis hierover zit bij de partijen in de zorg, maar het is altijd goed om ook een blik van buiten de zorg te hebben voor mogelijk aanvullende of nieuwe inzichten en om zeker te zijn dat we geen zaken over het hoofd zien. Daarom hebben we in 2018 ook gevraagd aan wetenschappers van de WRR en de sociale partners van de SER om mee te denken over beleidsopties voor de toekomst (TK 36 620, nr. 208). Daarnaast is de commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen aan de slag gegaan met een advies om de zorg voor thuiswonende ouderen ook in de toekomst op peil te houden (TK 31 765 en 34 104, nr. 348).
De juiste zorg op de juiste plek
Als we complexe zorg overlaten aan specialistische teams en eenvoudige zorg zoveel mogelijk dichtbij huis en thuis leveren, betekent dit dat we uiteindelijk minder ziekenhuisbedden nodig hebben. In het voorjaar van 2018 heeft een Taskforce, bestaande uit experts van de verschillende disciplines in de zorg en het sociaal domein, een rapport opgesteld en hiermee een waardevolle bijdrage geleverd aan het debat over de toekomst van de zorg in Nederland.
De essentie van de juiste zorg op de juiste plek is: Het voorkomen van (duurdere) zorg, verplaatsen van zorg (dichterbij mensen thuis) en het vervangen van zorg door andere zorg, zoals e-health.
Het rapport laat zien dat er al tal van inspirerende initiatieven zijn waaruit blijkt dat de beweging naar de juiste zorg op de juiste plek echt mogelijk is en ook al plaatsvindt. De juiste zorg op de juiste plek is een belangrijke inhoudelijke pijler in de gesloten hoofdlijnenakkoorden en alle bestuurlijke partijen hebben zich gecommitteerd deze beweging in de praktijk verder te brengen.
Hoofdlijnenakkoorden curatieve zorg
Binnen het traject van de juiste zorg op de juiste plek vallen ook de in 2018 afgesloten hoofdlijnakkoorden voor de periode 2019 tot en met 2022. De hoofdlijnenakkoorden zijn afgesloten met de medisch-specialistische zorg, de geestelijke gezondheidszorg, wijkverpleegkundigen en huisartsen. We willen dat mensen passende zorg dichtbij huis krijgen, terwijl complexe zorg wordt geconcentreerd in de ziekenhuizen. Hiermee verbeteren we zowel de kwaliteit als de betaalbaarheid van de medische zorg. Daarnaast zijn er in de hoofdlijnenakkoorden afspraken gemaakt over het terugdringen van de regeldruk in de zorg, over het verminderen van wachttijden en de modernisering van opleidingen gericht op innovatievere zorgvormen.
Betaalbaarheid en toegankelijkheid geneesmiddelen
Mede door de komst van nieuwe, zeer dure geneesmiddelen lopen de kosten van geneesmiddelen op, vooral in de medisch-specialistische zorg (MSZ). Om geneesmiddelen ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden, moeten we de kosten blijven beheersen.
Dit is gedaan door invulling te geven aan de besparing uit het regeerakkoord. Onder meer door een aanpassing van de Wet Geneesmiddelenprijzen, de modernisering van het geneesmiddelenvergoedingssysteem en de overheveling van geneesmiddelen naar het ziekenhuis (TK 29 477, nr. 489 en 29 477, nr. 532). Ook in het hoofdlijnakkoord MSZ hebben we afspraken gemaakt om de betaalbaarheid en toegankelijkheid van geneesmiddelen te verbeteren. Met deze maatregelen wordt de instroom van geneesmiddelen beter beheerst en gepast gebruik gestimuleerd (TK 29 248, nr. 311).
Een belangrijke mijlpaal in 2018 was het in werking treden van de AmvB voor de geneesmiddelensluis. Met deze AmvB is verankerd dat geneesmiddelen binnen de aanspraak geneeskundige zorg (intramuraal) buiten het pakket worden geplaatst in plaats van direct instromen als zij stand van de wetenschap en praktijk zijn. Dit gebeurt bij geneesmiddelen met een heel hoog financieel risico zodat eerst een advies kan worden gevraagd aan het Zorginstituut en, indien nodig, onderhandeld kan worden over de (totale) kosten van het betreffende geneesmiddel. In 2018 zijn zeven nieuwe financiële arrangementen gesloten. Eind 2018 lopen er negen sluisprocedures (TK 29 477, nr. 520). Stand van zaken ten behoeve van het beleidsverslag geactualiseerd t/m 31-12-2018).
De toegang tot geneesmiddelen is in Nederland goed, maar kan beter. Daarom zijn in 2018 verschillende maatregelen genomen. Zo is – na succesvolle onderhandelingen – het geneesmiddel Spinraza beschikbaar gesteld aan patiënten met de spierziekte spinale musculaire atrofie. Deze onderhandelingen hebben we in Beneluxa (België, Nederland, Luxemburg en Oostenrijk) verband gevoerd, waarbij we samen met België een prijsafspraak hebben kunnen maken (TK 29 477, nr. 512). Ook is een nieuwe regeling voor voorwaardelijke toelating van geneesmiddelen opgesteld, deze zal in 2019 definitief worden gemaakt. Deze regeling is specifiek voor weesgeneesmiddelen en geneesmiddelen die door het Europees Geneesmiddelen agentschap (EMA) voorwaardelijk tot de markt zijn toegelaten (conditionals) (TK 29 477, nr. 532).
Ggz
VWS en partijen uit de ggz en het sociale domein hebben in 2018 het hoofdlijnenakkoord ggz gesloten. Met dit akkoord maken partijen zich onder andere sterk voor het verbeteren van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg.
In 2018 is tevens de transparantie van en het zicht op de wachttijden toegenomen. Dit dankzij de Transparantieregeling. Deze verplicht alle ggz-aanbieders om wachttijden bij Vektis aan te leveren. Om de oorzaken van de wachttijdenproblemen op regionaal niveau te achterhalen en tot oplossingen te komen, zijn regionale taskforces in 2018 gestart. Hierin werken zorgaanbieders, zorgverzekeraars, en gemeenten samen met elkaar en met cliëntenvertegenwoordigers (TK 25 424, nr. 423). De aanpak van de wachttijden is een belangrijk onderdeel van het hoofdlijnenakkoord (TK 25 424, nr. 420). Samen met ZN, MIND, GGZ Nederland en Platform MEERGGZ is gestart met het actieplan wachttijden (TK 25 424, nr. 423).
Verder is de informatievoorziening voor patiënten verbeterd door de komst van de website www.kiezenindeggz.nl (TK 25 424, nr. 451). Ook is in 2018 een subsidieregeling van start gegaan zodat ggz-instellingen hun digitale basis op orde kunnen brengen, patiënten beter inzicht krijgen in hun eigen gegevens en de inzet van e-health wordt versterkt.
EMA
In 2018 hebben we in nauwe samenwerking met de ministeries van BZK en BZ en de gemeente Amsterdam de benodigde voorbereidingen getroffen voor de komst van het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) naar Nederland. We zijn gestart met de bouw van het nieuwe hoofdkantoor en er is een tijdelijk kantoorgebouw aangekocht en verbouwd. Daarnaast hebben we EMA-medewerkers en hun gezinnen ondersteund bij het zoeken van een woning en werk. In juni werd de zetelovereenkomst tussen Nederland en het EMA gesloten, die de rechten en plichten van het Agentschap in Nederland regelt. Vanaf januari 2019 neemt het EMA zijn intrek in het tijdelijke gebouw en volgens schema wordt het definitieve gebouw half november 2019 opgeleverd.
Uitkomstgerichte zorg
Als je ziek bent, dan wil je graag een goede behandeling die past bij je persoonlijke situatie. Naarmate de medische mogelijkheden toenemen, is het steeds belangrijker dat artsen en andere zorgverleners samen met de patiënt alle mogelijkheden bespreken en samen tot de beste keuze komen. De tijd dat voor iedere aandoening één beste behandeling bestond, is voorbij. Waar we naartoe willen, is dat we in de zorg niet automatisch alles doen wat medisch mogelijk is, maar patiënten de behandeling bieden, die in hun specifieke situatie het beste is. Veel zorgorganisaties en zorgverleners vinden dit ook belangrijk. Op allerlei plaatsen in Nederland werd hier in 2018 aan gewerkt zoals het Elisabeth TweeSteden, het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis, het Medisch Spectrum Twente, het Erasmus MC, de samenwerkende topklinische ziekenhuizen (STZ) en artsenverenigingen (zoals het Nederlands Huisartsen Genootschap via thuisarts.nl). De Patiëntenfederatie informeert patiënten over het belang van een bewuste keuze bij behandelingen en manieren om daarover het gesprek te voeren met artsen (TK 31 476, nr. 21).
Voor de helft van de ziektelast moet binnen vijf jaar duidelijk zijn welke invloed behandelingen voor deze aandoeningen op het leven kunnen hebben. Om deze ambities waar te maken zijn in 2018 met de sector afspraken gemaakt in het hoofdlijnenakkoord MSZ. Daarnaast is gestart met het opbouwen van een proof of concept bij de Santeon ziekenhuizen, waarbij praktijkervaring wordt opgedaan met het meten, verzamelen en gebruiken van zorguitkomsten en door de patiënt gerapporteerde uitkomsten ten behoeve van Samen beslissen. Met de proof of concept moet het beter mogelijk worden om het werken met uitkomsten in de zorg op te schalen.
Verpleeghuisaanpak
In het programma Thuis in het verpleeghuis is de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg uiteengezet. Om deze opdracht mogelijk te maken, heeft het kabinet structureel 2,1 miljard euro beschikbaar gesteld voor de kwaliteitsverbetering van de verpleeghuiszorg. Er is in 2018 vanuit dit budget in totaal reeds 435 miljoen euro verwerkt in de tarieven. Tevens is uitgewerkt hoe de komende jaren instellingen aanspraak kunnen maken op extra middelen en ondersteuning. Elke zorginstelling heeft eind 2018 een kwaliteitsplan en een daarop gebaseerde begroting in bij de zorgkantoren ingediend. Op basis van deze plannen worden in 2019 door zorgkantoren extra middelen toegekend aan de zorgaanbieders.
In 2018 nam de opleidingsinspanning van verpleeghuizen toe in de vorm van extra stage- en leerwerkplaatsen. Ook was een lichte stijging van 2% van het aantal zorgverleners zichtbaar. Daarnaast dienden verpleeghuizen 26.000 opleidingstrajecten in via de regeling Sectorplan Plus. Dit betekent dat meer mensen, vooral zij- en doorstromers, opgeleid worden tot zorgprofessional om de zorg en aandacht voor kwetsbare ouderen te verbeteren.
Geestelijke verzorging
In het regeerakkoord zijn extra middelen opgenomen voor levensbegeleiders/geestelijke verzorging. In 2018 zijn de randvoorwaarden om te komen tot een goede verdeling van de middelen tot stand gebracht. Allereerst is een uitgebreid thematisch onderzoek naar geestelijke verzorging uitgevoerd. Het onderzoek concludeert dat het wenselijk is om de mogelijkheden voor geestelijke verzorging in de thuissituatie te vergroten, zowel in de palliatieve zorg als zorg in breder perspectief (levensbegeleiding). In samenwerking met het veld is vervolgens een plan van aanpak opgesteld om de structurele inschakeling van geestelijk verzorgers/levensbegeleiders in de thuissituatie te verbeteren en te investeren in de verdere ontwikkeling van geestelijke verzorging in brede zin.
Pact voor de Ouderenzorg
Om de ouderenzorg nu en in de toekomst gezamenlijk goed vorm te kunnen geven is op 8 maart het Pact voor ouderenzorg gesloten. Eind 2018 zijn inmiddels 200 partijen aangesloten: maatschappelijke en culturele organisaties, bedrijven, kerkelijke organisaties, goede doelen organisaties en overheden.
Onder het pact vallen programma’s waar een aantal vraagstukken concreet wordt aangepakt: eenzaamheid bestrijden (programma Een tegen Eenzaamheid), mensen in zo goed mogelijke omstandigheden zo lang mogelijk in hun eigen omgeving laten wonen (programma Langer Thuis) en de verpleeghuiszorg verbeteren (programma Thuis in het Verpleeghuis). Met behulp van het pact willen we de maatschappelijke partners betrekken bij de doelen van de programma’s.
Programma Langer Thuis
Het programma Langer Thuis heeft als doel om ouderen in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig oud te laten worden met een goede kwaliteit van leven. Voor een belangrijk deel ligt de opgave van het programma Langer Thuis op lokaal en regionaal niveau: zorgverleners, zorgaanbieders, sociale wijkteams, welzijnswerkers, gemeenten, woningcorporaties en verzekeraars zijn hierbij aan zet. Het programma Langer Thuis zet erop in om deze lokale en regionale partijen te ondersteunen en te helpen versnellen op drie terreinen: verbetering van zorg en ondersteuning thuis, goede ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers in zorg en welzijn en het vergroten van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen.
In 2018 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de inzet van specialisten ouderengeneeskunde in de eerste lijn en de acute keten. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben per mei 2018 regionale coördinatiefuncties gerealiseerd, waardoor beschikbare capaciteit in het eerstelijnsverblijf voor elke huisarts en elk ziekenhuis in de regio inzichtelijk is geworden. Om bewustwording van mantelzorgers te vergroten is een documentaire gemaakt Moeder aan de lijn die in oktober in première is gegaan en ook op televisie te zien was. De Rijksbouwmeester is begonnen met de Community of Practice. De community is een netwerk dat ervoor moet zorgen dat de nieuwe vormen van wonen en zorg die bedacht zijn ook echt tot stand komen.
Programma Eén tegen Eenzaamheid
Het programma Eén tegen Eenzaamheid, gelanceerd in maart 2018, richt zich op het signaleren en bespreekbaar maken van eenzaamheid en het duurzaam aanpakken en doorbreken hiervan. We zijn in 2018 gestart met een grote publiekscampagne om mensen alert te maken dat iedereen iets kan doen om eenzaamheid te verminderen. Landelijk zijn partijen verbonden in de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid. Inmiddels zijn al 130 partijen aangesloten: maatschappelijke en culturele organisaties, bedrijven, kerkelijke organisaties, goede doelen organisaties en overheden.
Ook is een Raad van Ouderen ingesteld om met ouderen zelf de aanpak te bespreken en hen goed te betrekken bij de uitvoering van de programma’s en het pact. De Raad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de Minister. Omdat de raadsleden 8 regio’s vertegenwoordigen, verdeeld over het land en met netwerken van ouderen, biedt de Raad ook de mogelijkheid initiatieven en ideeën terug te leggen op lokaal niveau en daar tot uitvoering te brengen.
Programma Onbeperkt Meedoen!
In juni 2018 is het programma Onbeperkt Meedoen! gelanceerd samen met ervaringsdeskundigen, vertegenwoordigers van gemeenten en bestuurders van diverse branches uit het Nederlandse bedrijfsleven. Het programma geeft uitvoering aan de implementatie van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking. Het doel is dat mensen met een beperking meer naar eigen wens en vermogen kunnen meedoen aan de samenleving.
Diverse branches in het bedrijfsleven hebben samen met VNO-NCW en MKB Nederland actieplannen toegankelijkheid ontwikkeld. In een vijftal gemeenten zijn winkelgebieden geheel toegankelijk gemaakt. Met diverse partijen in de bouwsector en met de inbreng van ervaringsdeskundigen is een actieplan toegankelijkheid voor de bouw opgesteld dat gepresenteerd is aan de Tweede Kamer.
Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Er is de Meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang vastgesteld waarmee de betrokken landelijke partijen de lokale partijen willen ondersteunen om een versnelde implementatie van de regioplannen te realiseren. Ook hebben regio’s elk 25.000 euro ontvangen voor het organiseren van bestuurlijke samenwerking in de regio. Tot slot is verder gewerkt aan het nieuwe verdeelmodel voor beschermd wonen, maatschappelijke opvang en begeleiding dat per 1 januari 2021 geïmplementeerd zal worden
Cliëntondersteuning
Het is belangrijk dat mensen die de toegang naar juiste zorg en ondersteuning niet zelfstandig kunnen vinden geholpen worden door een cliëntondersteuner. In de praktijk loopt dit nog niet goed. Daarom hebben we met cliëntenorganisaties, gemeenten, aanbieders van cliëntondersteuning en de beroepsgroep vier vraagstukken gedefinieerd: (1) Meer inzicht in de behoefte naar cliëntondersteuning en meer overzicht in al het bestaande aanbod; (2) Meer bekendheid voor het recht op gratis onafhankelijke cliëntondersteuning; (3) Beter vindbaar maken, door het om en bij de toegang te organiseren; (4) Meer kwaliteit en deskundigheid van geboden cliëntondersteuning.
In 2018 zijn onderzoeken gestart naar de vraag en het in de markt ontstane aanbod van onafhankelijke cliëntondersteuning. Verder is in 2018 besloten om pilots te gaan uitvoeren met specifieke (cliënt)groepen in de Wlz en de Wmo 2015. De Beroepsvereniging voor Clientondersteuners voor Mensen met een Beperking (BCMB) is met steun van VWS aan de slag gegaan om de beroepsgroep te versterken.