Base description which applies to whole site

4.2. Ontvangsten, uitgaven en vermogens van de zorgfondsen (Zvw, Wlz en AWBZ)

Zorgverzekeringswet (Zvw)

De financiering van de Zvw loopt deels via de zorgverzekeraars en deels via het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van de Zvw.

Tabel 12 Uitgaven en inkomsten Zvw (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

Bijstelling Startnota

Startnota

Bijstelling

Jaarverslag2

 

2018

2018

2018

2018

2018

 

a

b

c=a+b

d

e=c+d

Zorgverzekeringsfonds

         

Uitgaven

27,3

0,0

27,3

– 0,2

27,0

– Uitkering aan zorgverzekeraars

24,8

0,0

24,8

0,0

24,8

– Rechtstreekse uitgaven Zvf

2,5

0,0

2,5

– 0,2

2,3

           

Inkomsten

27,1

0,0

27,1

0,0

27,2

– Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB)

24,0

0,0

24,0

0,0

24,0

– Rijksbijdrage verzekerden 18-

2,7

0,0

2,7

0,0

2,7

– Rijksbijdrage HLZ

0,5

0,0

0,5

0,0

0,5

– Overige baten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Saldo

– 0,1

0,0

– 0,1

0,3

0,1

           

Vermogenssaldo 2017

0,2

0,0

0,2

0,7

0,9

Vermogenssaldo 2018

0,0

0,0

0,0

1,0

1,0

           

Individuele zorgverzekeraars

         

Uitgaven

46,8

0,0

46,8

– 0,9

45,9

– Uitgaven zorg

46,0

0,0

46,1

– 1,6

44,4

– Beheerskosten/saldo

0,8

0,0

0,8

0,8

1,5

           

Inkomsten

46,8

0,0

46,8

– 0,9

45,9

– Uitkering van Zvf

24,8

0,0

24,8

0,0

24,8

– Nominale premie/eigen risico

22,0

0,0

22,0

– 0,9

21,2

           

Bron: VWS, CPB, ZiNL en NZa.

1

Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2018 zijn afkomstig of afgeleid van ZiNL-cijfers. De raming van de zorguitgaven van zorgverzekeraars is vrijwel volledig gebaseerd op de maartlevering van ZiNL (met uitzondering van enkele sectoren waar de cijfers te onzeker zijn). Dit geldt ook voor de rijksbijdragen en de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, verdragsgerechtigden). Het vermogen per ultimo 2017 is overgenomen uit het ZiNL-jaarverslag fondsen 2017. Het vermogenssaldo van het fonds in 2017 is hiervan afgeleid. Voor de beschikbaarheidbijdragen is aangesloten bij NZa-cijfers. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt.

Bij wetswijziging is kort na het verschijnen van de begroting 2018 besloten tot het stabiliseren van het eigen risico op € 385. Dat resulteerde voor 2018 in een € 0,1 miljard lagere opbrengst van het eigen risico, € 0,04 miljard hogere uitgaven zorgverzekeraars (vanwege het gedragseffect) en € 0,1 miljard hogere opbrengst van de nominale premie. Daarnaast muteerden ook de bijdrage aan zorgverzekeraars, de rijksbijdrage en het saldo van het Zvf in beperkte mate. De inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) bleef ongewijzigd als gevolg van afronding. De hogere zorguitgaven, de lagere opbrengst van het eigen risico en de hogere rijksbijdrage zijn verwerkt in de nota van wijziging. Hierin is ook een beperkte wijziging van de loon- en prijsbijstelling verwerkt. Het premie-effect is gemeld in het wetsvoorstel waarin de stabilisering is geregeld2.

De Zvw-uitgaven komen € 1,8 miljard lager uit dan geraamd in de Startnota. Deze bijstelling betreft voor € 1,6 miljard de zorguitgaven van zorgverzekeraars en voor € 0,2 miljard de rechtstreekse uitgaven van het Zvf. Omdat de nacalculatie in het kader van de risicoverevening in sterke mate is afgebouwd, leiden lagere uitgaven van zorgverzekeraars niet automatisch tot een lagere uitkering uit het Zvf aan zorgverzekeraars. In 2018 draagt het Zvf nog een beperkt deel van het risico van uitgavenbijstellingen. De huidige inzichten duiden er op dat de uitkering uit het Zvf aan zorgverzekeraars niet verandert3. De inkomensafhankelijke bijdrage (in de EMU-definitie) komt uit op de raming uit de begroting 2018, net als de overige baten4. De rijksbijdrage voor verzekerden 18- en de rijksbijdrage HLZ zijn exact uitgekomen op de raming in de Startnota.

Het saldo van het Zvf komt op grond van het bovenstaande in 2018 € 0,3 miljard hoger uit dan in de raming die resulteert na verwerking van de stabilisering van het eigen risico. Het vermogenssaldo van het Zvf per ultimo 2018 komt € 1,0 miljard hoger uit. Dit is het gevolg van een opwaartse bijstelling van het vermogen per ultimo 2017 met € 0,7 miljard die resulteert uit het ZiNL-jaarverslag fondsen 2017 en het positieve saldo 2018 van € 0,3 miljard. Het hogere vermogen per ultimo 2017 resulteert per saldo uit lagere uitgaven in het kader van de nacalculatie van zorgverzekeraars over 2014–2017 (samen € 0,7 miljard) en lagere rechtstreekse uitgaven in 2015 en 2016 (samen € 0,2 miljard) en tegelijkertijd lagere inkomsten bij de IAB 2017 (€ 0,2 miljard).

De zorguitgaven van individuele zorgverzekeraars komen naar huidige inzicht € 1,6 miljard lager uit dan in de Startnota. Deze lagere uitgaven werden deels al door zorgverzekeraars voorzien toen zij hun premie vaststelden. Mede daarom valt de opbrengst van de nominale premie € 0,9 miljard lager uit dan geraamd ten tijde van het stabiliseren van het eigen risico. De bijdrage uit het Zvf komt naar huidige inschatting wel uit op de raming ten tijde van het stabiliseren van het eigen risico. De post beheerskosten/saldo komt daardoor € 0,8 miljard hoger uit.

Wet langdurige zorg (Wlz)

Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van het Fonds langdurige zorg (Flz).

Tabel 13 Uitgaven en inkomsten Flz (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

Bijstelling Startnota

Startnota

Bijstelling

Jaarverslag2

 

2018

2018

2018

2018

2018

 

a

b

c=a+b

d

e=c+d

Uitgaven

21,8

0,0

21,9

– 0,5

21,4

– Zorgaanspraken en subsidies

21,6

0,0

21,7

– 0,5

21,2

– Beheerskosten

0,2

0,0

0,2

0,0

0,2

           

Inkomsten

23,0

0,0

23,0

– 1,0

22,0

– Procentuele premie

17,6

0,0

17,6

– 1,0

16,6

– Eigen bijdragen

1,9

0,0

1,9

– 0,1

1,8

– BIKK

3,6

0,0

3,6

0,0

3,6

           

Saldo

1,2

– 0,1

1,1

– 0,5

0,6

           

Vermogen Fonds langdurige zorg 2017

0,3

0,0

0,3

– 0,5

– 0,3

           

Vermogen Fonds langdurige zorg 2018

1,5

– 0,1

1,4

– 1,1

0,4

Bron: VWS, CPB, ZiNL en NZa.

1

Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

De meeste cijfers in de kolom Jaarverslag 2018 zijn afkomstig of afgeleid van ZiNL-cijfers. De eigen bijdragen, de BIKK en de post overig (rentebaten) zijn overgenomen uit de maartrapportage van ZiNL. Het vermogen van het Flz per ultimo 2017 is overgenomen uit het Jaarverslag Fondsen 2017 van ZiNL. De uitgavencijfers zijn gebaseerd op NZa-cijfers en voor de premieopbrengst 2018 is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt.

In de Startnota zijn beperkt hogere uitgaven, beperkt lagere eigen bijdragen en een beperkt hogere Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) verwerkt. De premies zijn niet gewijzigd ten opzichte van de begroting 2018. Per saldo verslechtert het saldo van het Flz met € 0,1 miljard.

De uitgaven gefinancierd via de Wlz zijn € 0,5 miljard lager uitgekomen dan geraamd in de Startnota. De procentuele Wlz-premie heeft € 1,0 miljard minder opgebracht. De BIKK is uitgekomen op de raming in de Startnota. De eigen bijdragen zijn € 0,1 miljard lager uitgekomen dan de raming uit de Startnota. Per saldo zijn de inkomsten van het Flz hierdoor € 1,0 miljard lager uitgekomen dan geraamd in de Startnota.

Vanwege de € 0,5 miljard lagere uitgaven en de € 1,0 miljard lagere inkomsten is het saldo van het Flz € 0,5 miljard lager uitgekomen dan de raming (op € 0,6 miljard). Dit saldo van € 0,6 miljard telt mee in het EMU-saldo.

Het vermogen van het Flz is per ultimo 2017 blijkens het ZiNL-jaarverslag fondsen 2017 uitgekomen op – € 0,3 miljard. Dit is € 0,5 miljard lager dan geraamd in de begroting 2018 en de nota van wijziging. Deze verslechtering resulteert vooral uit neerwaartse bijstellingen bij de premie-inkomsten in 2016. De premie-inkomsten 2017 vallen hoger uit. De uitgaven zijn in 2016 hoger en in 2017 lager uitgekomen.

Het vermogen van het Flz komt naar huidige inschatting per ultimo 2018 € 1,1 miljard lager uit dan geraamd in de begroting 2018 (op € 0,4 miljard in plaats van € 1,5 miljard). Deze € 1,1 miljard is de optelling van de € 0,5 miljard lagere vermogen per ultimo 2017 en het € 0,5 miljard lagere saldo 2018.

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)

Met ingang van 2015 verlopen de uitgaven in het kader van de langdurige zorg via de Wlz. Daarom komen er met ingang van 2015 geen nieuwe uitgaven en inkomsten ten gunste of ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)5. Het vermogen van het AFBZ wordt nog wel beïnvloed door bijstellingen bij de uitgaven en inkomsten van de jaren vóór 2015.

Tabel 14 Vermogen Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (bedragen x € 1 miljard)
 

Jaarverslag

Bijstelling

Jaarverslag

 

2017

 

2018

 

a

b

c=a+b

Vermogen

– 15,8

0,4

– 15,4

In het Jaarverslag 2017 werd het vermogen van het AFBZ geraamd op – € 15,8 miljard. In de recente ZiNL rapportage financiële afwikkeling AFBZ 2017 wordt het ingeschat op – € 15,4 miljard. De opwaartse bijstelling van € 0,4 miljard hangt voor het grootste deel samen met een opwaartse bijstelling van de opbrengst van de AWBZ-premies, als gevolg van nabetalingen van de belastingdienst. De inkomsten uit de eerste schijf van de loon- en inkomstenheffing worden in eerste instantie verdeeld op basis van ramingen. Achteraf wordt bepaald welk deel van de loon- en inkomstenheffing voor de AWBZ en de Wlz is bestemd. De afwijking van de eerdere verdeling wordt verwerkt via nabetalingen. Dit heeft geen gevolgen voor het EMU-saldo omdat deze nabetaling een verschuiving tussen twee delen van de overheid betreft.

3

In het najaar van 2019 komt hier voor het eerst zicht op met de voorlopige afrekening 2018.

4

Dit betreft het saldo van baten en lasten voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en rente en de premie van verdragsgerechtigden.

5

De uitzondering betreft de rente die het fonds moet betalen aan de schatkist.

Licence