Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Goed functionerende economie en markten | 2021 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Commissie van Aanbestedingsexperts | 2019 | Kamerstuk 34 252, nr. 13 | |
Evaluatie van de aangewezen instanties metrologiewet | 2019 | Kamerstuk 33 159, nr. 3 | |
Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet | 2022 | Evaluatie is uitgesteld tot de nieuwe Waarborgwet 2019 twee jaar in werking is. (verwachte inwerkingtreding op 1 juli 2020). | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
Agentschap Telecom | 2020 | De doorlichting is gestart. Verwachte oplevering in 2020. | |
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied | 2018 | Kamerstuk 32 768, nr. 11 | |
Samenvatting afgeronde evaluaties 2019 artikel 1
Commissie van Aanbestedingsexperts / Rechtsbescherming bij aanbesteden
Op 12 juli 2019 zijn het onderzoek rechtsbescherming bij aanbesteden, inclusief de evaluatie van de Commissie van aanbestedingsexperts (verder: CvAE), en de voorgenomen beleidsmaatregelen naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstuk 34 252, nr. 13). Uit het onderzoek blijkt dat ondernemers aangeven dat de meerderheid van de aanbestedende diensten zich professioneel opstelt. Hier staat tegenover dat er ook een groep aanbestedende diensten is waarbij het functioneren van klachtenafhandeling en de rechtsbescherming als onvoldoende ervaren wordt. De ervaren problemen zien op (i) wij/zij denken tussen ondernemers en aanbestedende diensten, (ii) geringe impact van klachtafhandeling, (iii) rechtsverwerkingsclausules en (iv) beperkte mogelijkheden hoger beroep. De beleidsmaatregelen -aangevuld in de beantwoording van de Kamervragen van 29 oktober 2019 (Aanhangsel Handelingen 2019-2020, nr. 582)- zien op verdere professionalisering van de aanbestedingspraktijk en klachtafhandeling op lokaal niveau, het inperken van het extreme gebruik van rechtsverwerkingsclausules en de functie van de CvAE. Daarnaast is een wetswijziging van de Aanbestedingswet 2012 voorzien waardoor er meer ruimte is voor rechterlijke toetsing, het hebben van een klachtenloket verplicht wordt en een nieuwe rol van de CvAE wordt vastgelegd. Voor de uitwerking van de maatregelen wordt ook gebruik gemaakt van de klankbordgroep rechtsbescherming.
Evaluatie van de aangewezen instanties metrologiewet
Op basis van de Metrologiewet aangewezen instanties stellen vast of een meetinstrument voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt en geven dan een certificaat af waarmee de fabrikant toegang krijgt tot de markt. In Nederland zijn NMi-Certin B.V., Kalibra International B.V., SGS Nederland B.V., Kiwa B.V. en KEMA B.V. aangewezen. Het evaluatierapport van KWINK laat zien dat de aangewezen instanties in Nederland hun taken over het algemeen doeltreffend uitvoeren. KWINK geeft geen overkoepelend oordeel over de doelmatigheid van de aangewezen instanties, hetgeen vanwege de private status van deze instanties ook niet tot de opdracht behoorde. KWINK geeft wel aan dat er indicaties zijn dat de prijs-kwaliteitsverhouding voor conformiteitsbeoordelingen naar behoren is.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Doorlichting artikel 21 | |||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Eureka / Eurostars / JTI’s | 2020 | Is uitgesteld naar 2020. | |
Ruimtevaart | 2018 | Kamerstuk 24 446, nr. 62 | |
Intellectueel Eigendomsbeleid | 2018 | Kamerstuk 30 635, nr. 5 | |
Groeifaciliteit | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 344 | |
Garantiefaciliteit Ondernemersfinanciering | 2020 | Is uitgesteld naar 2020. | |
Groene Groei | 2020 | Is uitgesteld naar begin 2020. De evaluatie door RVO.nl is vrijwel afgerond. | |
Toerisme / NBTC | 2019 | Kamerstuk 26 419, nr. 75 | |
Valorisatieprogramma | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 317 | |
WBSO/RDA | 2019 | Kamerstuk 32 637, nr. 358 | |
Evaluatie NFIA | 2020 | Is uitgesteld naar begin 2020. | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
Samenvatting afgeronde evaluaties 2019 artikel 2
Toerisme / NBTCHet Ministerie van EZK verstrekt jaarlijks subsidie aan NBTC, voor het bevorderen van inkomend toerisme en zakelijk bezoek. Dialogic heeft onderzocht wat de legitimiteit, doeltreffendheid en doelmatigheid is van de activiteiten die NBTC in het kader van deze subsidie heeft uitgevoerd in de periode 2016-2019. In de evaluatie wordt geconcludeerd dat overheidsingrijpen en de taken die NBTC momenteel uitvoert zijn te legitimeren vanuit diverse soorten marktfalen. Het gaat hierbij onder andere om activiteiten op het gebied van de promotie van de bestemming Nederland, maar ook om nieuwe activiteiten gelieerd aan de kennis- en datafunctie en de bovenregionale en –sectorale rol op het gebied van aanbodontwikkeling. Er wordt geconstateerd dat het publiek-private samenwerkings- en financieringsmodel er mede toe leidt dat NBTC haar middelen op een efficiënte wijze inzet en zij hierbij zowel publieke als private partijen een rol geeft in de invulling van activiteiten. Tot slot geven de onderzoekers aan dat NBTC op koers ligt om tenminste vier van de vijf afgesproken streefwaarden te halen. Er wordt echter ook geconstateerd dat de wijze waarop de effectmeting op dit moment wordt uitgevoerd het niet (goed) mogelijk maakt om de additionaliteit van de activiteiten van NBTC goed te meten. Komende maanden zal EZK samen met NBTC afspraken maken voor de nieuwe subsidie periode (2020-2023). Belangrijke verbeterpunten, zoals een meer kwalitatieve toepassing van de effectmeting zullen hierbij worden mee genomen.
WBSO/RDAOp 11 april 2019 is de evaluatie van de WBSO, in combinatie met de voormalige RDA (2012-2015), naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierbij is een beleidsreactie gegeven door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. De evaluatie is uitgevoerd door een consortium bestaande uit Dialogic, APE en UNU-MERIT. Er is gebruikgemaakt van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Het zwaartepunt van de evaluatie lag bij het onderzoeken in welke mate de WBSO van invloed is op de uitgaven aan speur- en ontwikkelingswerk (S&O) door bedrijven. Econometrische schattingen hebben als resultaat opgeleverd dat een euro WBSO gemiddeld genomen 0,90 euro extra S&O-loonuitgaven oplevert bij bedrijven. Door onvoldoende beschikbaarheid van data over overige S&O-uitgaven (materiële uitgaven en uitgaven aan kapitaalgoederen) kon het effect op de totale S&O-uitgaven niet worden gekwantificeerd. De onderzoekers merken op dat het effect op de totale S&O-uitgaven aanzienlijk hoger kan zijn dan het effect op de S&O-loonuitgaven door complementariteit tussen S&O-loonuitgaven en overige S&O-uitgaven. De onderzoekers beoordelen de WBSO verder als een kostenefficiënte regeling qua uitvoeringskosten en schatten in dat de economische baten van de WBSO groter zijn dan de economische kosten, mede vanwege de spillovereffecten die aan S&O verbonden zijn. Het kwantificeren van de effecten van de RDA (afzonderlijk van de WBSO) bleek niet goed mogelijk door beperkingen in de data.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Doorlichting artikel 31 | |||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Innovatiekrediet | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 344 | |
Seed-regeling | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 344 | |
Dutch Venture Initiative | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 344 | |
Business Angels / Informal investors | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 344 | |
Vroege fase financiering | 2018 | Kamerstuk 32 637, nr. 344 | |
Meta-evaluatie financieringsinstrumenten | 2019 | Kamerstuk 32 637, nr. 386 | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
Samenvatting afgeronde evaluaties 2019 artikel 3
Meta-evaluatie financieringsinstrumentenHet mkb-financieringsbeleid heeft tot doel het wegnemen van knelpunten op de mkb-financieringsmarkt voor ondernemers met goede ondernemersplannen, maar die in de markt geen financiering daarvoor kunnen verkrijgen. EZK heeft door Dialogic, Rotterdam School of Management (RSM) en het Erasmus Centre for Entrepreneurship (ECE) een onderzoek laten uitvoeren naar de mate waarin de mix aan financieringsinstrumenten en de beleidsaanpak van het ministerie nog past bij de huidige ontwikkelingen en werking van de MKB-financieringsmarkt. De meeste recente evaluaties van de financieringsinstrumenten zijn in het onderzoek meegenomen. Het onderzoek laat zien dat de markt voor mkb-financiering met name voor de doelgroep klein mkb (het hoogste risicosegment) diverse knelpunten kent waar het huidige mkb-financieringsbeleid goed op aangrijpt, maar waar nog aanvullende inzet op mogelijk is. Specifiek voor kredietverlening geldt dat het mkb in Nederland minder financiering verkrijgt dan het Europees gemiddelde, mogelijk als gevolg van een lagere financieringsbehoefte van bedrijven en de markconcentratie op de mkb-financieringsmarkt. Het instrumentarium is noodzakelijkerwijs gevarieerd om aan te sluiten op een ingewikkelde markt. De instrumenten grijpen aan op reële knelpunten in de markt waarvoor overheidsingrijpen gerechtvaardigd lijkt. Het overkoepelende beeld dat hierbij ontstaat, is dat het beleid voor spill-overs relatief rijk is. Alleen in de proof-of-concept en preseed-fase kent de beleidsmix weinig interventie (wel regionale initiatieven). Minder rijk is het beleid voor coördinatie en ontwikkeling van vaardigheden. Tot slot kan de invloed van verdere digitalisering in de toekomst grote gevolgen hebben, zowel voor aanbieders van financiering als de mkb’ers, maar vooralsnog is de impact hiervan onduidelijk.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Klimaat1 | 2018 | Kamerstuk 30 991, nr. 34 | |
Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering2 | |||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Proeftuinen Smart Grids | 2019 | Kamerstuk 31 530, nr. 2 | |
Wet voorraadvorming Aardolieproducten (Wva 2012) | 2018 | Kamerstuk 32 849, nr. 131 | |
Energie Investeringsaftrek (EIA) | 2018 | Kamerstuk 34 785, nr. 91 | |
Pallas | 2019 | De beleidsverantwoordelijkheid is overgegaan naar VWS. | |
Postcoderoosregeling | 2018 | Kamerstuk 31 239, nr. 287 | |
Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) | 2019 | Kamerstuk 31 239, nr. 306 | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
IBO Grondvergoedingen | 2019 | Kamerstuk 32 813, nr. 403 | |
Tussenevaluatie energie-audits (o.b.v. Europese Energie-Efficiency richtlijn (EED)) | 2018 | Kamerstuk 31 209, nr. 220 | |
Derde structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) | 2019 | De evaluatie is inmiddels gereed en zal in het voorjaar van 2020 met de startnotitie Programma energiehoofdstructuur aan de Kamer worden aangeboden. | |
Tussenevaluatie Regeling Duurzame Scheepsbouw | 2019 | Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 83 | |
Samenvatting afgeronde evaluaties 2019 artikel 4
Proeftuinen Smart GridsDeze regeling was onderdeel van het Innovatie Agenda Energie die in 2016 door RVO is geëvalueerd en door SEO is beoordeeld. Het programma Intelligente netten wilde ondernemers samen met andere partijen in staat stellen om in een realistische gebruiksomgeving te leren over de mogelijkheden van intelligente toepassingen die optimaal kunnen bijdragen aan de realisatie van belangrijke maatschappelijke baten. Het gaat om projecten met een technisch, economisch en/of maatschappelijk risico. Daartoe werd in 2011 de tender Intelligente netten gepubliceerd. Samenwerkingsprojecten met bedrijven als penvoerder konden via deze regeling 40 procent van de meerkosten tegen een maximum van € 4 mln per project subsidie ontvangen. Met de regeling was in totaal € 16 mln gemoeid. Er zijn 12 projecten uitgevoerd. Daarin deden mee: MKB (18 actoren), Grootbedrijf (97 actoren), Kennis-instellingen (15 actoren), Overig (17 actoren). In de evaluatie is gekeken naar de criteria:
– Potentieel: Heeft het innovatieprogramma potentie? Is er een duidelijke beschrijving van doel, doelgroep en aanpak? Zijn de randvoorwaarden voor uitvoering bekend? Is er sprake van een goed uitgewerkte maatschappelijke relevante, en vooral specifieke op de looptijd van het programma gerichte doelstelling waardoor de effectiviteit op voorhand goed is in te schatten.
– Veelbelovend: Is het programma in theorie effectief? Hiervoor wordt vanuit de theorie de legitimiteit van het programma onderzocht. In hoeverre verkleinen de gekozen interventies het markt-, transformatief- en systeemfalen?
– Doelbereiking: Welke resultaten zijn met het programma bereikt? Welke doelgroep is bereikt? Wat is de omvang van het ingezette budget (publiek en privaat)? Wat is de mate van diversiteit van de gefinancierde projecten en komt dit overeen met de focus van het programma?
Op alle drie de criteria scoorde het programma ‘redelijk'. De leerervaringen van de projecten waren input voor het vormgeven (speerpunten) van het innovatieprogramma van de TKI Urban Energy (programmalijnen ‘flexibele energie-infrastructuur’ en ‘energieregelsystemen en -diensten’) en het Meerjarig Missiegedreven Innovatie Programma 5 (Het nieuwe energiesysteem in de gebouwde omgeving in evenwicht) van de Integrale Kennis- en Innovatieagenda (IKIA).
Evaluatie ISDEIn 2016 is de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) geïntroduceerd als middel om ook voor particulieren en kleine bedrijven kleinschalige hernieuwbare energie-opties te stimuleren. SEO Economisch Onderzoek (SEO) heeft de beleidsevaluatie uitgevoerd. Belangrijkste resultaten: De ISDE beoogt een grootschalige uitrol van bewezen technieken op een eenvoudige wijze. Uit de evaluatie blijkt dat er vanaf de openstelling in 2016 in toenemende mate gebruik is gemaakt van de ISDE. In de periode 2016 tot en met 2018 is € 215 mln subsidie verstrekt, waarmee een bijdrage is geleverd aan de aanschaf van 114 duizend apparaten. Deze apparaten produceren in totaal circa 5,3 PJ hernieuwbare energie per jaar en daarmee wordt een jaarlijkse CO₂-reductie van ongeveer 0,3 megaton bereikt. De evaluatie is positief over de beperkte administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de relatief lage uitvoeringskosten van de ISDE.
IBO GrondvergoedingenHet IBO Grondvergoeding Energievoorzieningen had ten doel om meer inzicht te verschaffen in hoe de grondmarkt voor hernieuwbare energie werkt en het effect dat de SDE+-regeling op deze markt heeft. Het onderzoek concludeert dat de bestaande systemen voldoende naar wens werken maar dat de ruimte in Nederland voor wind- en zonne-energie schaars is. Deze bevinding vormt voor het kabinet de aanleiding om het programma «Hernieuwbare Energieopwekking op Rijksvastgoed» uit te werken die nu in oprichting is. In het programma zullen Rijksvastgoedbeheerders circa 80 locaties in kaart brengen waar hernieuwbare energieopwekking realistisch en kansrijk wordt geacht. Binnen de kaders van de Regionale Energiestrategieën (RES) zullen lokale overheden een deel van de voorgestelde locaties kiezen om ontwikkeld te worden. Deze locaties worden opengesteld via een tendersystematiek voor geïnteresseerde marktpartijen. Hiermee draagt het Rijk concreet bij aan duurzaam opgewekte energie op land.
Tussenevaluatie Subsidieregeling Duurzame innovatieve ScheepsbouwBij de behandeling van de EZK-begroting 2019 is naar aanleiding van het amendement Bruins/Veldman aangegeven dat de Subsidieregeling Duurzame innovatieve Scheepsbouw (SDS) in 2019 tussentijds wordt geëvalueerd alvorens een besluit te nemen over het perspectief van de SDS na 2019. De SDS geeft ondersteuning aan scheepswerven die een scheepsbouwinnovatieproject willen uitvoeren dat een bijdrage levert aan duurzame ontwikkeling. In de evaluatie is onderzocht in hoeverre de SDS legitiem, doeltreffend en doelmatig is. Omdat is voortgebouwd op de uitkomsten van de externe evaluatie van de vergelijkbare SIS-regeling, de voorloper van de SDS, en vanwege de beperkte omvang van het projectenportfolio van de SDS is gekozen voor een interne evaluatie in samenspraak met branchevereniging Netherlands Maritime Technology (NMT). Om de kwaliteit te borgen zijn de opzet en uitkomsten van de evaluatie extern gevalideerd door prof. dr. C. Koopmans van de Vrije Universiteit (VU). De belangrijkste bevindingen uit de SDS evaluatie zijn:
– De SDS is als regeling doeltreffend in de zin dat de beoogde doelgroep wordt bereikt en dat er in 2017 en 2018 in totaal zestien uiteenlopende duurzame schepen worden ontwikkeld die op termijn in gebruik zullen worden genomen. Alle SDS-projecten dragen in potentie bij aan emissiereductie.
– Over de doeltreffendheid kunnen vooralsnog geen harde conclusies worden getrokken. De analyse van het projectenportfolio maakt goed inzichtelijk tot welke duurzame innovaties de sector in staat is en welke ontwikkelrisico’s die met zich mee brengen. De risico’s die de scheepswerven bij de ontwikkeling van deze schepen lopen, wijken niet af van de gebruikelijke ondernemingsrisico’s van dit type bedrijven (system integrator) in dit soort markten (kapitaalintensieve projecten in kleine series) en vormen op zichzelf dan ook geen legitimering voor overheidsingrijpen.
– De verkenning van het Europese speelveld laat zien dat alleen Duitsland een vergelijkbare regeling als de SDS heeft waarbij directe ordersteun aan scheepswerven wordt verleend.
– Omdat er in deze fase van de SDS nog geen harde conclusies getrokken kunnen worden met betrekking tot de doeltreffendheid, is er geen uitspraak mogelijk over de doelmatigheid van de regeling.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Doorlichting artikel 51 | 2021 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||