Het Uitgavenplafond Zorg is bij de Startnota van het kabinet-Rutte III voor de periode 2018-2021 vastgesteld. Het Uitgavenplafond Zorg wordt conform de begrotingsregels bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen en overboekingen tussen de Uitgavenplafonds Zorg, Rijksbegroting en Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA).
In tabel 3 is de opbouw van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 te zien.
2019 | |
---|---|
Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2019 | 71.939,9 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 79,7 |
Overboekingen tussen Uitgavenplafonds | ‒ 687,6 |
Uitgavenplafond Zorg stand jaarverslag 2019 | 71.172,6 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Toelichting
Bijstelling als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling
Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld met € 0,1 miljard, als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling dan eerder geraamd.
Bijstelling als gevolg van overboekingen tussen de Uitgavenplafonds
Het Uitgavenplafond Zorg is verlaagd met € 0,7 miljard als gevolg van overboekingen vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar het Uitgavenplafond Rijksbegroting. Een groot deel hiervan betreft overboekingen naar het gemeentefonds in verband met tekorten in de jeugdhulp (€ 350 miljoen) en loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo- en jeugdbudget (€ 187,3 miljoen). De overige kleinere mutaties betreffen voornamelijk overboekingen naar de VWS-begroting.