Base description which applies to whole site

5.2 Ontvangsten, uitgaven en vermogens van de zorgfondsen (Zvw, Wlz en AWBZ)

Zorgverzekeringswet (Zvw)

De financiering van Zvw loopt deels via de zorgverzekeraars en deels via het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van de Zvw.

Tabel 17 Uitgaven en inkomsten Zvw (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

Bijstelling

Jaarverslag

 

2019

2019

2019

 

a

b

c=a+b

Zorgverzekeringsfonds

   

Uitgaven

28,2

‒ 0,3

27,9

- Uitkering aan zorgverzekeraars

25,5

0,0

25,5

- Rechtstreekse uitgaven Zvf

2,7

‒ 0,3

2,4

    

Inkomsten

27,8

0,2

28,0

- Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB)

25,1

0,2

25,2

- Rijksbijdrage verzekerden 18-

2,7

0,0

2,7

- Overige baten

0,0

0,0

0,0

    

Saldo

‒ 0,4

0,5

0,1

    

Vermogenssaldo 2018

0,5

0,5

1,0

Vermogenssaldo 2019

0,0

1,1

1,1

    

Individuele zorgverzekeraars

   

Uitgaven

48,5

‒ 0,7

47,8

- Uitgaven zorg

47,7

‒ 1,4

46,3

- Beheerskosten/saldo

0,9

0,7

1,6

    

Inkomsten

48,5

‒ 0,7

47,8

- Uitkering van Zvf

25,5

0,0

25,5

- Nominale premie/eigen risico

23,0

‒ 0,7

22,3

    

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal. De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2019 zijn afkomstig of afgeleid van Zorginstituut-cijfers. De raming van de zorguitgaven van zorgverzekeraars is vrijwel volledig gebaseerd op de maartlevering van Zorginstituut (met uitzondering van enkele sectoren waar de cijfers te onzeker zijn). Dit geldt ook voor de rijksbijdragen en de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden, verdragsgerechtigden). Het vermogen per ultimo 2018 is overgenomen uit het Zorginstituut-jaarverslag fondsen 2018. Het vermogenssaldo van het fonds in 2018 is hiervan afgeleid. Voor de beschikbaarheidbijdragen is aangesloten bij NZa-cijfers. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt. Het vermogenssaldo 2019 is bepaald door het exploitatiesaldo 2019 op te tellen bij het vermogenssaldo 2018.

    

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut en NZa.

Zorgverzekeringsfonds

De zorguitgaven in het kader van de Zvw (€ 48,6 miljard) bestaan uit de zorguitgaven van verzekeraars (afgerond € 46,3 miljard) en de rechtstreekse betalingen van het Zvf (afgerond € 2,4 miljard). De uitgaven van het Zvf bestaan naast de rechtstreekse uitgaven uit de (verevenings) bijdrage aan verzekeraars. De rechtstreekse uitgaven zijn € 0,3 miljard lager uitgekomen dan geraamd in de begroting 2019. Er zijn op dit moment geen realisatiecijfers over de uitkering uit het Zvf aan zorgverzekeraars. Daarom is de raming hiervan ongewijzigd gebleven4.

De ontvangsten uit de inkomensafhankelijke bijdrage zijn € 0,2 miljard hoger uitgekomen dan de raming uit de begroting 2019. De raming van de overige baten5 is ongewijzigd. De rijksbijdrage voor verzekerden 18- is vastgesteld conform de raming in de begroting 2019.

Het saldo van het Zvf komt op grond van het bovenstaande in 2019 € 0,5 miljard hoger uit dan geraamd in de begroting 2019. Het vermogenssaldo van het Zvf per ultimo 2019 komt € 1,1 miljard hoger uit. Dit is het gevolg van een opwaartse bijstelling van het vermogen per ultimo 2018 met € 0,5 miljard (betreft verschil tussen het negatieve vermogen 2018 in de begroting 2019 (-€ 0,2 miljard) en het positieve vermogen in het Financieel Jaarverslag Fondsen 2018 van het Zorginstituut (+€ 0,3 miljard) plus het positieve saldo 2019 van € 0,5 miljard.

Individuele verzekeraars

De zorguitgaven van individuele zorgverzekeraars komen naar huidige inzichten € 1,4 miljard lager uit dan in de begroting 2019. Deze lagere uitgaven werden deels al door zorgverzekeraars voorzien toen zij hun premie vaststelden; die premie werd gemiddeld € 48 lager vastgesteld dan geraamd door VWS. Daarom valt de opbrengst van de nominale premie € 0,7 miljard lager uit dan geraamd in de begroting 2019. De bijdrage uit het Zvf komt naar huidige inschatting wel uit op de raming uit de begroting 2019. De post beheerskosten/saldo komt daardoor € 0,7 miljard hoger uit (€1,4 ‒ € 0,7).

Wet langdurige zorg (Wlz)

Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van het Fonds langdurige zorg (Flz).

Tabel 18 Uitgaven en inkomsten Flz (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

Bijstelling

Jaarverslag

 

2019

2019

2019

 

a

b

c=a+b

Uitgaven

23,7

0,0

23,8

- Zorgaanspraken en subsidies

23,5

0,0

23,6

- Beheerskosten

0,2

0,0

0,2

    

Inkomsten

23,5

‒ 0,3

23,2

- Procentuele premie

17,0

‒ 1,3

15,7

- Eigen bijdragen

1,9

0,0

1,8

- BIKK

3,7

0,0

3,7

- Rijksbijdrage Wlz

1,0

1,0

2,0

    

Saldo

‒ 0,2

‒ 0,4

‒ 0,6

    

Vermogen Fonds langdurige zorg 2018

0,0

‒ 0,3

‒ 0,3

Vermogen Fonds langdurige zorg 2019

‒ 0,3

‒ 0,6

‒ 0,9

    

1Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal. De meeste cijfers in de kolom Jaarverslag 2019 zijn afkomstig of afgeleid van Zorginstituut-cijfers. De eigen bijdragen, de BIKK en de post overig (rentebaten) zijn overgenomen uit de maartrapportage van het Zorginstituut. Het vermogen van het Flz per ultimo 2018 is overgenomen uit het Jaarverslag Fondsen 2018 van het Zorginstituut. De uitgavencijfers zijn gebaseerd op NZa-cijfers en voor de premieopbrengst 2019 is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt.

    

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut en NZa.

Uitgaven

De uitgaven gefinancierd via de Wlz zijn vrijwel uitgekomen op de raming uit de begroting 2019.

Inkomsten

De procentuele Wlz-premie heeft € 1,3 miljard minder opgebracht. De BIKK is uitgekomen op de raming in de begroting 2019. De eigen bijdragen zijn € 0,1 miljard lager uitgekomen dan de raming in de begroting 2019. De rijksbijdrage Wlz is € 1,0 miljard hoger vastgesteld dan geraamd in de begroting 2019, omdat in de begroting 2020 al werd voorzien dat de Wlz-premie-inkomsten zouden tegenvallen. Per saldo zijn de inkomsten van het Flz hierdoor € 0,3 miljard lager uitgekomen dan geraamd in de begroting 2019. Vanwege de vrijwel ongewijzigde uitgaven en de € 0,3 miljard lagere inkomsten is het saldo van het Flz € 0,4 miljard lager uitgekomen dan de raming (op ‒ € 0,6 miljard). Dit saldo van ‒ € 0,6 miljard telt mee in het EMU-saldo.

Het vermogen van het Flz is per ultimo 2018 blijkens het Zorginstituut-jaarverslag fondsen 2018 uitgekomen op ‒ € 0,3 miljard. Dit is € 0,3 miljard lager dan geraamd in de begroting 2019. Het vermogen van het Flz komt naar huidige inschatting per ultimo 2019 € 0,6 miljard lager uit dan geraamd in de begroting 2019 (op ‒ € 0,9 miljard in plaats van ‒ € 0,3 miljard). Deze ‒ € 0,6 miljard is de optelling van de € 0,3 miljard lagere vermogen per ultimo 2018 en het € 0,4 miljard lagere saldo 2019.

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)

Met ingang van 2015 verlopen de uitgaven in het kader van de langdurige zorg via de Wlz. Daarom komen er met ingang van 2015 geen nieuwe uitgaven en inkomsten ten gunste of ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)6. Het vermogen van het AFBZ wordt nog wel beïnvloed door bijstellingen bij de uitgaven en inkomsten van de jaren vóór 2015. Uit informatie van het Zorginstituut blijkt dat het vermogen van het AFBZ thans minder negatief wordt ingeschat dan in het VWS-jaarverslag 20187.

Tabel19 Vermogen Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (bedragen x € 1 miljard)1
 

Jaarverslag

Bijstelling

Jaarverslag

 

2018

 

2019

 

A

b

c=a+b

Vermogen

‒ 15,4

0,8

‒ 14,5

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Bron: Zorginstituut.

In het jaarverslag 2018 werd het vermogen van het AFBZ geraamd op ‒ € 15,4 miljard. In de recente Zorginstituut Rapportage financiële afwikkeling AFBZ 2018 wordt het ingeschat op ‒ € 14,5 miljard. De opwaartse bijstelling van € 0,8 hangt voor het grootste deel samen met een opwaartse bijstelling van de opbrengst van de AWBZ-premies, als gevolg van nabetalingen van de belastingdienst. De inkomsten uit de eerste schijf van de loon- en inkomstenheffing worden in eerste instantie verdeeld op basis van ramingen. Achteraf wordt bepaald welk deel van de loon- en inkomstenheffing voor de AWBZ en de Wlz is bestemd. De afwijking van de eerdere verdeling wordt verwerkt via nabetalingen. Dit heeft geen gevolgen voor het EMU-saldo omdat deze nabetaling een verschuiving tussen twee delen van de overheid betreft.

4

In het najaar van 2020 komt hier voor het eerst zicht op met de voorlopige afrekening 2019.

5

Dit betreft het saldo van baten en lasten voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en rente en de premie van verdragsgerechtigden.

6

De uitzondering betreft de rente die het fonds moet betalen aan de schatkist.

7

In het jaarverslag 2016 is geen informatie over het vermogen van het AFBZ gemeld.

Licence