De prestaties van de Hoofdspoorweginfrastructuur wordt gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De prestatieafspraken met ProRail zijn opgenomen in de tienjarige beheerconcessie en de jaarlijkse beheerplannen. Onderstaand wordt ingegaan op de door ProRail geleverde prestaties, de areaalgegevens, de gerealiseerde budgetten intandhouding en op het volume uitgesteld en achterstallig onderhoud.
Prestaties ProRail
Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. De Tweede Kamer wordt jaarlijks in een separate brief over de jaarverantwoording van ProRail geïnformeerd.
Kern Prestatie-indicator | Bodem-waarde1 | Streef-waarde | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Klantoordeel reizigersvervoerders | 6 | 7 | 7 | 7 |
Klantoordeel goederenvervoerders | 6 | 7 | 5 | 6 |
Reizigerspunctualiteit HRN 5 minuten (gezamenlijk met NS) | 88,9% | 91,1% | 92,6% | 93,5% |
Reizigerspunctualiteit HRN 15 minuten (gezamenlijk met NS) | 96,7% | 97,3% | 97,7% | 97,9% |
Reizigerspunctualiteit HSL 5 minuten (gezamenlijk met NS) | 82,1% | 82,1% | 83,4% | 85,2% |
Treinpunctualiteit reizigersverkeer totaal 3 minuten | 86,8% | 89,9% | 91,9% | nvt |
Treinpunctualiteit regionale series 3 minuten | 92,4% | 93,4% | 95,2% | 96,1% |
Transitotijd goederenvervoer | 7,5% | 3,8% | 3,40% | 3,20% |
Geleverde treinpaden | 97,5% | 98,2% | 98,5% | 98,5% |
Impactvolle storingen op de infra | 610 | 546 | 436 | 361 |
Bron: Jaarrapporage ProRail 2020
Toelichting
In 2020 zijn alle bodemwaarden gehaald en met uitzondering van het klantoordeel goederenvervoerders ook alle streefwaarden. Ook zijn alle gerealiseerde waarden in 2020 gelijk of hoger dan in 2019.
Ontwikkeling van het areaal
Hieronder wordt inzicht gegeven in de omvang van het areaal in beheer bij ProRail ultimo 2019. Ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag zijn nog niet alle gegevens over het areaal van ProRail per einde 2020 beschikbaar. Volledigheidshalve is hieronder de meest recente informatie opgenomen ten aanzien van het areaal van ProRail.
Areaal | Eenheid | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|
Spoorlengte | km | 7.097 | n.n.b. |
Wissels | stuks | 6.560 | n.n.b. |
Overwegen | stuks | 2.477 | n.n.b. |
Seinen | stuks | 11.586 | n.n.b. |
Beweegbare bruggen | stuks | 67 | n.n.b. |
Tunnels | stuks | 26 | n.n.b. |
Stations | stuks | 400 | n.n.b. |
Bron: Jaarrekening ProRail 2019
Budgetten Instandhouding ProRail
In onderstaand overzicht is het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over de betalingen door IenW aan ProRail.
Begroting | Realisatie | Verschil | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Artikelonderdeel | 2020 | 2020 | 2020 | ||
IF 13.02 | 1.472 | 1.506 | 34 | 1 | |
IF 13.07 | 10 | 10 | 0 | ||
Totaal realisatie instandhouding HSWI | 1.482 | 1.516 | 34 |
Toelichting
1. In 2020 is € 34 miljoen (inclusief btw) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de prijsbijstelling 2020 (€ 24 miljoen), het doorgeschoven saldo uit 2019 (€ 14 miljoen), het doorgeschoven saldo naar 2021 (- € 6 miljoen) en de vaststelling van de subsidie 2019 (€ 2 miljoen, zie ook de ontvangsten op artikelonderdeel 13.09). Afrekening van de subsidie 2020 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
In het onderzoek naar de instandhoudingskosten van ProRail dat in 2020 door PwC/Rebel is uitgevoerd is tevens een analyse uitgevoerd naar het uitgesteld en achterstallig onderhoud van de spoorassets (Kamerstukken II 2019/20, 35570, nr. 46). Uit deze analyse blijkt dat er sprake is van enig uitgesteld onderhoud. De risico’s van het uitgesteld onderhoud lijken beperkt, omdat een groot deel van dit uitgesteld onderhoud weloverwogen en bewust ontstaat omdat dit past binnen haar asset management strategie. In incidentele gevallen is sprake van achterstallig onderhoud.
In haar Staat van de Infra concludeert ProRail dat de technische staat van de Nederlandse spoorinfrastructuur in 2019, net als in 2017, gemiddeld goed is (Kamerstukken II 2019/20, 35570, nr. 46). Er was over het geheel bezien sprake van weinig storingen en het spoor is veilig en betrouwbaar. Met uitzondering van de situatie in het Rotterdamse havengebied dat de laatste jaren veel hinder ondervond door onverwachte infrastoringen, wat tot hinder voor de goederenvervoerders leidde. Waar ProRail met het vorige rapport nog constateerde dat vooral wissels en spoor aan het verouderen waren, concludeert ProRail dat deze objecten niet verder verouderd zijn ten opzichte van 2017. ProRail concludeert dat er nauwelijks sprake is van achterstallig onderhoud, behoudens in het havengebied Rotterdam. In 2020 heeft ProRail in het kader van ‘infra op orde’ stappen gezet om de huidige onderhoudsachterstanden op de havenspoorlijn in de komende twee jaar weg te werken. De Staat van de Infra zal voortaan jaarlijks verschijnen, waarmee jaarlijks de actuele technische toestand van het areaal inzichtelijk is gemaakt.
Balansposten ProRail
Tussen IenW en ProRail is sprake van een subsidierelatie waarbij is afgesproken dat:
– Overschotten en tekorten bij ProRail op uitgevoerde werkzaamheden (prijsverschillen, zoals aanbestedingsmeevallers) worden toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve op de balans bij ProRail. De egalisatiereserve mag maximaal + of ‒ 5% van de (vijfjaars gemiddelde) subsidie bedragen.
– Overschotten bij ProRail die betrekking hebben op verleende subsidies die pas later in de tijd benodigd blijken te zijn (hoeveelheidsverschillen), worden jaarlijks, na vaststelling van de subsidie, terugbetaald aan IenW en weer toegevoegd aan de middelen in het Infrastructuurfonds, waarna ze door ProRail weer kunnen worden aangevraagd in het jaar dat deze middelen alsnog benodigd zijn.
Ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag zijn de gegevens van de balansposten van ProRail per eind 2020 nog niet beschikbaar. Volledigheidshalve is hieronder de meest recente informatie opgenomen ten aanzien van de balansposten ProRail.
BOV | Aanleg | Totaal | |
---|---|---|---|
Vooruit ontvangen bijdragen van derden (per saldo) | 184 | 79 | 263 |
Vooruit ontvangen bijdragen van IenW (per saldo) | 27 | 6 | 33 |
Vooruit ontvangen bijdragen | 211 | 85 | 296 |
Nog te egaliseren investeringsbijdragen | 105 | 37 | 142 |
Nog te egaliseren exploitatiebijdragen | ‒ 53 | 0 | ‒ 53 |
Nog te egaliseren bijdragen | 52 | 37 | 89 |
Getroffen voorzieningen en overige reserves | 78 | ||
Saldo van nog te betalen kosten en vooruitbetaalde kosten | ‒ 43 | ||
Nog te betalen kosten | 35 | ||
Liquide middelen per 31-12-2019 | 420 |
Bron: Jaarrekening ProRail 2019