In dit departementaal jaarverslag 2020 legt de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2020. In dit departementaal jaarverslag wordt tevens verantwoord over het gevoerde beheer over het jaar 2020.
Het Jaarverslag geeft een overzicht van de uitvoering van het voorgenomen beleid en daaraan gerelateerde financiële middelen en is een spiegel van de vastgestelde begroting 2020. In de loop van het jaar 2020 is twee keer een suppletiore begrotingswet gemaakt. In de maand april de eerste suppletoire begrotingswet en in de maand november de tweede suppletoire begrotingswet. Een aantal van de financiele mutaties in het jaarverslag zijn dus al in een eerder stadium in deze supplotiore begrotingswetten voorgelegd aan de Tweede Kamer. Samen met het departementaal jaarverslag wordt tevens de Slotwet aan de Tweede Kamer aangeboden. Hierin worden de wijzigingen ten opzichte van de tweede suppletoire begrotingswet uiteengezet.
Inhoud van het jaarverslag
Het jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Het Ministerie) bestaat uit vier onderdelen, zijnde Algemeen (A), Beleidsverslag (B), Jaarrekening (C) en Bijlagen (D).
Algemeen
Het onderdeel algemeen omvat het verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer.
Beleidsverslag
Het beleidsverslag is opgebouwd uit vijf onderdelen. In de paragraaf beleidsprioriteiten staat met name een uiteenzetting op hoofdlijnen van de bereikte resultaten van het gevoerde beleid met het overzicht van de prestatieindicatoren Veiligheidsagenda.
De beleidsartikelen verantwoorden meer in detail in hoeverre de doelstellingen van Justitie en Veiligheid zijn behaald. Tevens is hier de financiële toelichting te vinden op opmerkelijke verschillen tussen realisatie en begroting. Voor het toelichten van de mutaties op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) wordt gebruik gemaakt van de staffel uit de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2021. Dit is dezelfde staffel die wordt toegepast voor het toelichten van de mutaties in de suppletoire begrotingen. De toelichting op mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletoire begrotingen) aan de Tweede Kamer zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen opgenomen. In de beleidsartikelen wordt bij ieder artikel een algemene doelstelling en de rol en verantwoordelijkheid van de Minister beschreven.
De niet-beleidsartikelen verantwoorden de financiële afwikkeling van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de nog te verdelen posten en een artikel voor geheime uitgaven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van opmerkelijke zaken in de bedrijfsvoering.
Tot slot bevat dit onderdeel in afwijking van de Rijksbegrotingsvoorschriften ook een hoofdstuk over de Raad voor de rechtspraak. Dit is in overeenstemming met de wijze waarop dit in de Vastgestelde begroting 2020 is opgenomen.
Jaarrekening
De jaarrekening is opgebouwd uit de departementale verantwoordingsstaat en de samenvattende verantwoordingsstaat agentschappen, de saldibalans met de bij dit onderdeel behorende financiële toelichting, de jaarverantwoording van de agentschappen en de rapportage over de topinkomens. De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2021 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.
Bijlagen
Het jaarverslag bevat zeven bijlagen, waarvan er drie bijlagen zijn welke dit jaar nieuw zijn. Het betreft de bijlagen:
– Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer
– Overzicht van de coronasteunmaatregelen (maakt onderdeel uit van het beleidsverslag)
– Focusonderwerp 2020: naleving CW3.1
Specifieke aandachtspunten
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In de beleidsprioriteiten wordt teruggekomen op de landenspecifieke aanbevelingen zoals verwoord in de begroting.
Raad voor de rechtspraak
In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering toegekend aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. De Raad kent een bekostigingssystematiek die gebaseerd is op outputfinanciering. Door JenV is gekozen voor een bijdrageconstructie. Deze bijdrage is op artikel 32 opgenomen. Voor de Raad is in het jaarverslag zoals gebruikelijk een apart hoofdstuk opgenomen, waarin de feitelijke vertaling van de aan de rechterlijke organisatie ter beschikking gestelde bijdrage in concrete beleidsdoelstellingen en prestaties van de Raad en de gerechten wordt gegeven.
Groeiparagraaf
Verwerking openstaande rechten 2020
In de RBV is opgenomen dat geldelijke zaken met een onherroepelijke beslissing of waar sprake is van een buitengerechtelijke afdoening per jaareinde verantwoord dienen te worden onder de saldibalanspost openstaande rechten.Met het Ministerie van Financiën is in 2020 afgesproken dat JenV geldelijke zaken niet in de saldibalans van 2020 hoeft te verantwoorden. In 2020 wordt inzicht verschaft in het aantal zaken waarbij openstaand recht verband houdend met geldelijke zaken aan de orde is.Onder geldelijke zaken wordt verstaan, bankbeslag Nederland, bankbeslag buitenland, cryptomunten en effecten, waarbij door de rechter of officier van justitie (buitengerechtelijke afdoening) een beslissing tot verbeurdverklaren is genomen en waarbij het beslag in deze zaken, nog niet heeft geleid tot een boeking op de ontvangstenrekening of vorderingenrekening. Hierbij wordt net als in 2019 afgeweken van artikel 3 van de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV). Deze afwijking is met goedkeuring van het Ministerie van Financiën. Verwachting is dat in 2021 een structurele oplossing wordt geboden in de Rijksbegrotingsvoorschriften die recht doet aan het karakter en de omvang van de geldelijke zaken.
Focusonderwerp
In de verantwoording over 2020 is artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (CW3.1) het focusonderwerp. Toepassing en naleving van CW3.1 stimuleert de voorbereiding in termen van onderbouwing en evaluatie van beleidsvoorstellen die aan de Tweede Kamer worden gezonden. Zo wordt bijgedragen aan (grotere) doeltreffendheid en doelmatigheid. Ten behoeve van dit focusonderwerp is Bijlage 7 toegevoegd.
De bijlage JenV-verandert
Vanaf 2016 is de Tweede Kamer twee keer per jaar geïnformeerd over de voortgang van het verbeterprogramma JenV-verandert, in de vorm van een blijage bij de ontwerpbegroting en het jaarverslag.Deze bijlage is komen te vervallen, nu dit programma is afgerond en het Ministerie de volgende stap wil zetten in zijn organisatieontwikkeling met het programma JenV Next Level. Dit is de werktitel van het programma dat voortbouwt op de basis van het programma JenV Verandert en de aanbevelingen en dilemma’s die genoemd zijn in het Auditdienst Rijk (ADR)-rapport en eerdere rapporten.