Focusonderwerp CW3.1 | Naam voorstel |
kst. 27830 nr. 317 | Vervanging capaciteit tactisch luchttransport |
kst. 34919 nr. 70 | Revitaliseringsplannen voor de Bernhardkazerne in Amersfoort |
kst. 27830 nr. 314 | Behoeftestelling Future Littoral All Terrain Mobility Band Vagn (FLATM BV) |
kst. 31865 nr. 178 | Pilot vindbaarheid CW 3.1 Defensie |
kst. 34919 nr. 75 | Midlife update vier patrouilleschepen ocean going patrolvessels |
kst. 31125 nr. 115 | CV bijlage bij Reactie van Defensie AcICT-advies GrIT |
Toelichting
De Kamerbrieven van Defensie die vallen onder het bereik van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (CW 3.1) betreffen uitsluitend voornemens tot verwerving en aanpassing van projecten aangaande materieel, IT en vastgoed. Met de Kamer is voor deze projecten het Defensie Materieel Proces (DMP) vastgesteld waarbij afhankelijk van de complexiteit en financiële omvang van het project tot maximaal vijf brieven aan de Kamer worden gestuurd, ter afsluiting van fase A t/m E.
Voor de toepassing van CW 3.1 worden brieven over projecten met een omvang groter dan 100 miljoen euro in ogenschouw genomen.
In 2020 zijn in totaal 12 brieven verstuurd die hier onder vielen. Vanaf 1 juni tot en met 31 december 2020 was de pilot CW 3.1 van kracht, zoals aangekondigd in de derde voortgangsrapportage van de Operatie Inzicht in Kwaliteit (Tweede Kamer, 31 865, nr. 168). In deze pilotperiode moeten de departementen brieven met significante financiële gevolgen voorzien van een aparte bijlage waar in wordt gegaan op de onderdelen van CW 3.1. Defensie heeft, conform de mogelijkheden die de pilot bood, aan de Kamer gemeld dat het aantal DMP brieven dat voorzien wordt van een bijlage wordt beperkt tot zes (Tweede Kamer, 31 865, 178). Vijf van de hier genoemde brieven zijn gedurende de pilotperiode van een bijlage voorzien. De A-brief Vervanging FRISC is nog niet verzonden en zal naar verwachting buiten de reikwijdte van de pilot vallen. Er is daarnaast een bijlage opgenomen bij de reactie op het AcICT-advies GrIT waardoor het totale aantal verstuurde bijlagen alsnog zes is.
Tot 1 juni, de periode voor de pilot, werden geen aparte CW 3.1 bijlagen opgesteld. Wel werd CW 3.1 reeds toegepast als integraal onderdeel van het DMP. In de behoeftestellingsfase gaat hierbij de aandacht met name uit naar de doelstelling, het in te zetten instrument en de financiële gevolgen. In de daaropvolgende fasen wordt het project nader uitgewerkt en is er aandacht voor de doelmatigheid en de doeltreffendheid, waaronder het uitvoeren van een kosten-batenanalyse. Projecten met een E-fase worden afgesloten met een evaluatie die aan de Kamer wordt verstuurd. Kijkend naar de verschillen en/of overeenkomsten tussen beide perioden is te concluderen dat het DMP in alle gevallen conform afspraken met de Kamer gevolgd is en dat er daarom ook geen groot verschil is tussen de twee perioden in de toepassing van CW artikel 3.1. De pilot CW 3.1 heeft wel geleid tot meer bekendheid van dit artikel binnen de organisatie.