Base description which applies to whole site

3. Beleidsprioriteiten

Inleiding

Het jaar 2020 was een bijzonder moeilijk jaar voor Nederland. Het COVID-19 virus houdt ons land net als de rest van de wereld in zijn greep. Het virus heeft niet alleen enorme gevolgen voor de volksgezondheid, maar door alle maatregelen die nodig zijn, heeft het tegelijkertijd indringende gevolgen voor onze manier van samenleven, werken en reizen. Niet alleen Nederland, maar ook de Caribische delen van het Koninkrijk zijn hard geraakt. Terugkijkend op 2020 zien we door het hele IenW-beleidsveld de gevolgen van COVID-19; of het nou gaat om de luchtvaart, het openbaar vervoer, de afvalstromen, de beschikbaarheid van desinfectiemiddelen of de bereikbaarheid van Caribisch Nederland; overal is de impact van COVID-19 te zien. Naast het bestrijden van de crisis is gewerkt aan de lange termijn-opgaven: een veilig en bereikbaar Nederland met een gezonde en duurzame leefomgeving. De transities naar een veilig, slim en duurzaam mobiliteitssysteem, klimaatadaptatie en een circulaire economie zijn hierbij belangrijke bouwstenen.

Bereikbaarheid

Impact van COVID-19

We werken als gevolg van COVID-19 meer thuis, een ontwikkeling die we stimuleren in samenwerking met regionale overheden en werkgevers. Tijdens de eerste lockdown nam de drukte op de weg af en waren er minder files. Vervolgens zagen we dat, toen de maatregelen tegen COVID-19 werden verruimd, de drukte op de weg ook weer snel toenam. Nadat de maatregelen in het najaar verder werden aangescherpt, nam de drukte op de weg weer af. De afname was echter minder dan tijdens het voorjaar.

In het OV zijn de reizigersaantallen sinds de uitbraak van COVID-19 sterk gedaald. Het kabinet heeft alle Nederlanders verzocht zoveel mogelijk vanuit huis te werken. Het verplaatsen van grote groepen mensen is tegengegaan door het sluiten van sectoren zoals de horeca, en publiekstrekkers. Hierdoor zijn de inkomsten in het OV gedaald. Omdat het OV een onmisbare schakel is voor mensen die bijvoorbeeld in de zorg werken of zich niet op een andere manier kunnen verplaatsen, heeft het kabinet de OV sector gevraagd om een volwaardig OV aanbod te blijven realiseren. Bij dit verzoek hoort een vergoeding, de beschikbaarheidsvergoeding OV. Deze vergoeding dekt de kosten voor de vervoerders tot 93% en in sommige gevallen 95% (BVOV 2020). Er is een budget beschikbaar gesteld voor circa €1,5 miljard voor 2020. In het OV-protocol zijn met alle OV-partijen afspraken vastgelegd over hoe veilig en verantwoord met het OV gereisd kan worden. Sinds 1 juni 2020 is het verplicht een mondkapje te dragen in het OV. In april 2020 is aan de «Terschellinger Stoomboot Maatschappij» en «Wagenborg Passagiersdiensten» tijdelijke liquiditeitssteun geboden in de vorm van een lening van respectievelijk €3 en €1 miljoen. Hiermee is voorkomen dat de Friese Waddenveren op korte termijn met varen zouden moeten stoppen. De leningen zijn in december 2020 terugbetaald.

COVID-19 heeft ook grote impact op de luchtvaart. Zo werden grootschalige reisbeperkingen ingevoerd en maatregelen ingevoerd om vliegen onder voorwaarden veilig te laten verlopen. Daarover heeft continue intensief overleg plaatsgevonden met alle betrokken partijen. IenW heeft opdracht gegeven aan RIVM en het NLR een wetenschappelijk onderzoek uit te voeren naar het risico van besmetting Covid-19 aan boord van vliegtuigen. Dit wordt uitgevoerd door het NLR en het RIVM gezamenlijk. 2Het kabinet heeft in 2020 steun verleend aan KLM dat ernstig getroffen is door de coronacrisis. Deze steun acht het kabinet noodzakelijk vanwege het belang van KLM voor het intercontinentale netwerk dat voor de Nederlandse economie van grote betekenis is. Het pakket van € 3,4 mld., bestaat uit een lening van de Staat van € 1 mld. en een garantie van de staat voor een lening van banken van € 2,4 mld. Aan deze steun zijn voorwaarden verbonden waaronder de opstelling van een herstructureringsplan door KLM en eisen ten aanzien van het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit en duurzaamheid.3

Omvorming Infrastructuurfonds naar Mobiliteitsfonds

Zowel de Tweede als de Eerste Kamer hebben het Wetsvoorstel Mobiliteitsfonds aangenomen. Met de omvorming van Infrastructuurfonds naar het Mobiliteitsfonds wordt een belangrijke stap gezet in de ambitie om meer integraal aan bereikbaarheidsopgaven te werken, met flexibiliteit in de oplossingsrichtingen. Het Mobiliteitsfonds bevordert dat breed, over de modaliteiten heen mobiliteitsmaatregelen worden afgewogen. Daartoe worden eerst de opgaven op het gebied van mobiliteit, mede in relatie tot veiligheid, leefomgeving en klimaatadaptatie, in kaart gebracht. Daarbij maakt het Mobiliteitsfonds het mogelijk om, behalve bekostiging van infrastructuur, ook bekostiging mogelijk te maken van maatregelen waarmee beoogd wordt het doelmatig gebruik van infrastructuur te bevorderen. Op deze manier werkt het kabinet aan een mobiliteitssysteem dat bijdraagt aan de veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid.

Opvolger Nationale markt- en capaciteitsanalyse (NMCA)

Er is verkend hoe de NMCA aangevuld en aangepast kan worden. Eind 2020 is gestart met de uitwerking van de analyse, met als doel in 2021 de opvolger van de NMCA naar de Kamer te sturen.

Aanleg wegprojecten

In 2020 zijn een aantal nieuwe investeringsbesluiten genomen. Met de provincie Overijssel is afgesproken een MIRT-verkenning te starten voor de N35. Daarnaast zijn bij het BO MIRT afspraken gemaakt voor de A28 Amersfoort-Hoogeveen, een MIRT-verkenning knooppunt A27 Eemnes-Almere en de korte termijn aanpak van zowel knelpunten in Noord-Nederland als de A12 Gouda-Utrecht. Nadat begin juli de eerste vijf rijstroken van de A9 Gaasperdammertunnel zijn geopend, is de tunnel vanaf 23 november 2020 helemaal opengesteld voor verkeer. Een ander belangrijk besluit in 2020 betrof het nemen van het Tracébesluit van de A27/A12 Ring Utrecht. Ook hiervoor is aanvullend budget mogelijk gemaakt (€265 miljoen). De A27/A12 Ring Utrecht is één van de 7 MIRT projecten waarvan door de Tweede Kamer is verzocht deze zo snel als mogelijk tot uitvoering te brengen in het licht van de stikstofproblematiek.Verschillende projecten hadden te maken met kostenverhogende factoren, waaronder vertragingskosten door COVID-19 en de PAS-uitspaak. Ook de huidige marktsituatie zorgt ervoor dat projecten duurder uitvallen dan geraamd. Dit speelt bijvoorbeeld bij de projecten ZuidasDok, de A27 Houten- Hooipolder en Knooppunt Hoevelaken. Om de voortgang van de projecten te waarborgen is in 2020 het budget van een aantal regeerakkoordprojecten, waaronder de A2 Deil-Vught (€380 miljoen) en de A15 Papendrecht - Gorinchem (€375 miljoen), opgehoogd.

Stikstof

Het is altijd de bedoeling geweest om met de uitvoering van de projecten uit het MIRT recht te doen aan de bescherming van Natura 2000-gebieden. Sinds het PAS niet langer als onderbouwing kan worden gebruikt bij tracébesluiten en natuurvergunningen, worden de stikstofeffecten op Natura 2000 project-specifiek beoordeeld. Op dit moment ondervinden projecten ten aanzien van wegen, vaarwegen, spoor, luchtvaart en het hoofdwatersysteem nog gevolgen van de stikstofproblematiek voor zowel de planning als uitgaven. Onder coördinatie van de minister van LNV is het afgelopen jaar gewerkt aan een structurele aanpak waarin maatregelen worden getroffen om natuur te verbeteren en om stikstof te reduceren. De wet die in belangrijke mate de borging biedt voor het behalen van de doelen voor stikstofreductie en natuurverbetering is door de Minister van LNV naar de Kamer gestuurd. Met de aanpak wordt recht gedaan de bescherming van Natura 2000 gebieden en tegelijkertijd ruimte geboden voor ruimtelijke ontwikkelingen waaronder MIRT. Dit betekent echter zeker niet dat de problemen voor het MIRT zijn opgelost. Stikstofruimte is en blijft zeer schaars en de mogelijkheden voor MIRT-projecten om project-specifiek maatregelen te treffen zijn beperkt. IenW onderzoekt zorgvuldig voor ieder individueel project wat er mogelijk is binnen de natuur- en stikstofkaders.

Instandhouding Rijksinfrastructuur

Veroudering, intensiever en zwaarder gebruik van de infrastructuur en ontwikkelingen op het gebied van klimaat, duurzaamheid en ICT zorgen voor een toenemende instandhoudingsopgave van de Rijksinfrastructuur. De inspanningen op het gebied van beheer en onderhoud zijn daarom vergroot. De benodigde budgetreeksen voor de netwerken van Rijkswaterstaat en ProRail zijn opnieuw opgebouwd en extern gevalideerd. 4De budgetbehoefte is structureel hoger dan het beschikbare budget. Voor de periode 2022–2035 is de budgetbehoefte in de orde van gemiddeld € 1 miljard per jaar hoger dan het beschikbare budget. Voor de komende jaren zijn incidentele financiële maatregelen getroffen. Zo zijn risicoreserveringen ad €1,8 miljard toegevoegd aan de instandhoudingsbudgetten en is met een kasschuif €700 miljoen budget naar voren gehaald voor de instandhouding van de Rijkswaterstaatnetwerken. Ook is extra budget (€255 miljoen) uitgetrokken voor de apparaatskosten van Rijkswaterstaat. Hiermee heeft IenW de instandhoudingsopgave van RWS voor de periode tot en met 2023 beheersbaar gemaakt; voor ProRail is dit het geval voor de periode tot en met 2025. In 2020 zijn voor het eerst voor alle netwerken van IenW de rapportages Staat van de Infra aan de Kamer beschikbaar gesteld.5 Uit de externe validaties blijkt dat het assetmanagement en de (financiële) administratie bij RWS structurele verbetering behoeft. Hiervoor is het Ontwikkelplan Assetmanagement opgesteld.6 De eerste verbeteracties hieruit zijn in gang gezet. Binnen het programma Vervanging en Renovatie zijn realisatiebesluiten genomen voor de N99 Kooijbrug, de A73 Roertunnel en Swalmentunnel en A32 vervangen fundering Heerenveen-Akkrum. Ook is besloten de Van Brienenoordbrug te vervangen. Tot slot zijn realisatiebesluiten genomen voor Voedingskanaal Noordervaart Brug 1 Nederweert, de Kelperbrug, de Erpsebrug en de vervanging van de eerste twee kleine sluizen in Zeeland.

Vaarweginfrastructuur

Betrouwbare vaarwegen zijn van groot belang voor een efficiënt en duurzaam goederenvervoersysteem. Daarom zijn in het BO MIRT 2020 afspraken gemaakt over de bediening en besturing op de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (€118 miljoen) en het creëren van robuuste vaarwegen (€100 miljoen). In datzelfde BO zijn in het kader van de goederencorridors middelen vrijgemaakt voor het toepassen van walstroom op rijksligplaatsen en een subsidieregeling aanpak kademuren. Tevens is de tweede sluiskolk bij Eefde in gebruik genomen en zijn er extra ligplaatsen gecreëerd op de Merwede bij Gorinchem. Voorts is een bestuursovereenkomst getekend voor Kornwerderzand, wat de realisatie weer een stapje dichterbij brengt.

Vrachtwagenheffing

In het Regeerakkoord is de invoering van een Vrachtwagenheffing afgesproken. Doel is dat binnen- en buitenlands vrachtverkeer betaalt voor het gebruik van de weg. In november heeft de Raad van State advies uitgebracht over het wetsvoorstel Vrachtwagenheffing. Daarnaast is verder gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering van het heffingstelsel. De netto-opbrengsten uit de heffing worden teruggesluisd naar de vervoerssector. In overleg met de sector is voor de terugsluis een verduurzamings- en innovatie-opgave geformuleerd: de versnelde transitie naar emissieloos vrachtvervoer.

Marktordening spoor

De Tweede Kamer is geïnformeerd over het voornemen voor de hoofdlijnen van het integrale besluit voor de marktordening op het spoor na 2024.7Dit voorgenomen besluit bestaat uit verschillende onderdelen. De nieuwe vervoerconcessie voor het hoofdrailnet (HRN) wordt onderhands aan de Nederlandse Spoorwegen (NS) gegund. Het binnenlands vervoer over de HSL-Zuid blijft onderdeel van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet. De internationale verbindingen kunnen worden versterkt door meer ruimte te geven aan andere vervoerders op basis van open toegang. Met een marktverkenning wordt onderzocht welke vanuit publiek belang wenselijke internationale verbindingen in open toegang tot stand kunnen komen. Als blijkt dat het aanbod in onvoldoende mate tot stand komt, kan een internationale verbinding alsnog via een concessie geregeld worden. Het Rijk en provincie Fryslân maken afspraken over decentralisatie van de sprinterdienst Zwolle-Leeuwarden. Om bij mogelijke toekomstige decentralisaties van treindiensten een afgewogen keuze te maken in het belang van de reiziger, wordt een toetsingskader opgesteld. Ook is een begin gemaakt met de Stationsagenda. Met de agenda kan beter worden ingespeeld op het toenemende maatschappelijke belang van stations als knooppunten (hub). Ook is aandacht voor de samenwerking tussen de verschillende partijen op stations, het aanbod en de vindbaarheid van (deel)vervoer en de positie van community stations in lijn met de motie Amhaouch8.

Omvorming ProRail

In februari is het wetsvoorstel Publiekrechtelijke Omvorming ProRail ingediend en de lagere regelgeving in internetconsultatie gebracht. In het najaar zijn vragen van Kamerfracties m.b.t. het wetsvoorstel beantwoord9. Door ProRail en IenW zijn in nauwe samenwerking voorbereidingen getroffen voor de implementatie van het wetsvoorstel om de overgang van b.v. naar zbo zo zorgvuldig en beheerst mogelijk te laten verlopen. Het voornemen tot omvorming heeft daarmee in zichzelf al een stevige impuls gegeven aan de samenwerking tussen ProRail en IenW.

Investeren in verbindingen en stations

In het Toekomstbeeld OV is de ambitie neergezet om vaak en snel te reizen in een brede stedelijke ring en met sterke assen naar de verschillende landsdelen en de ons omringende landen, ook voor goederenvervoer. Daarom is verder geïnvesteerd in hoogfrequent rijden op zes reizigerscorridors en de goederencorridor Zuid-Nederland. Zo is het tracébesluit Meteren-Boxtel vastgesteld waardoor goederentreinen straks vanuit Rotterdam via ’s Hertogenbosch en Boxtel naar Venlo/Duitsland en Zuid-Nederland rijden. Met andere overheden is gewerkt aan verdere verbetering van het spoornetwerk zoals een extra sneltrein tussen Leeuwarden en Groningen, verbeterde bereikbaarheid van Zwolle en omgeving en de opening van het vernieuwde station Driebergen-Zeist. Een aantal grote opgaven uit het Toekomstbeeld OV zijn door de regio's uitgewerkt tot proposities voor het Nationaal Groeifonds. Daarnaast is besloten te investeren in herontwikkeling van de stations in Nijmegen, Den Bosch en Amsterdam Lelylaan. Stations en andere soorten hubs zijn een steeds belangrijker onderdeel van ons beleid. We spraken daarom dit jaar af om in het programma Toekomstbeeld OV met de OV-sector te komen tot een Actie-agenda OV-knooppunten. Ook hebben we ingezet op extra fietsparkeerplekken zoals een nieuwe fietsenstalling in Zwolle. Tenslotte is ProRail gevraagd de opties te onderzoeken voor de doorontwikkeling van de tractie-energievoorziening voor een betere dienstregeling met meer en langere treinen.

Internationaal spoorvervoer

Mede op Nederlands initiatief is in juni een ministeriële verklaring voor de versterking van internationaal spoorvervoer voor reizigers ondertekend door 27 Europese staten. Op specifieke verbindingen zijn, ondanks de COVID-19 pandemie, ook goede stappen gezet: sinds oktober rijdt er een directe Eurostar tussen Amsterdam en Londen. En zodra de reisadviezen dit toelaten start ook de nachttrein Amsterdam-Wenen. In het BO MIRT zijn afspraken gemaakt voor de trajecten Amsterdam-Berlijn en Eindhoven-Düsseldorf, maar ook de korte grensoverschrijdende verbinding Emmen-Rheine.

Luchtvaartnota

In de Luchtvaartnota is de koers voor de luchtvaart naar 2050 uitgezet. Daarnaast is er een uitvoeringsagenda gemaakt waarin de aanpak en de planning zijn uitgewerkt. De Luchtvaartnota is opgebouwd rond vier publieke belangen: het borgen van de veiligheid, het zorgdragen voor een goede internationale verbondenheid, het belang van een verbeterde kwaliteit van de leefomgeving en het halen van de klimaatdoelen.

Ontwikkeling Schiphol en Lelystad

In 2020 is voortgang geboekt met het ontwerp-Luchthavenverkeersbesluit 1 (LVB-1). Het ontwerpbesluit is eind 2020 vastgesteld en wordt in het eerste kwartaal van 2021 in procedure gebracht. Met dit besluit wordt het nieuwe normen- en handhavingstelsel Schiphol (NNHS) juridisch verankerd en eindigt het anticiperend handhaven door de ILT. Het LVB1 legt het maximumaantal vliegtuigbewegingen op Schiphol vast op 500.000, waarvan 29.000 nachtvluchten. Hiermee wordt het aantal nachtvluchten met 3.000 verminderd. Als gevolg van COVID-19 is het aantal vliegbewegingen op Schiphol drastisch teruggelopen. De verwachting is dat het plafond van 500.000 vliegtuigbewegingen rond 2024 of 2025 bereikt wordt. Om op Schiphol meer ruimte te maken voor mainportgebonden verkeer moet Lelystad Airport gaan fungeren als overloopluchthaven voor Schiphol. Voor opening van de luchthaven dienen nog verschillende stappen te worden gezet. 10

Regionale luchthavens

In de Luchtvaartnota is ook de visie op de positie van de regionale burgerluchthavens geschetst. Deze gaat uit van het verbeteren van de samenwerking tussen de luchthavens, het beter inbedden van de luchthavens in de regio en het versterken van de governance en participatie. Wat betreft Eindhoven Airport is eind 2020 een aanvullend advies11ontvangen over de ontwikkeling van de luchthaven. 

Programmatische aanpak meten en berekenen van vliegtuiggeluid

Het doel van de programmatische aanpak is het verbeteren van de berekeningen van vliegtuiggeluid en het daarvoor (ook) gebruiken van metingen. Het onderling versterken van beide methodes leidt tot voor iedereen betrouwbare en herkenbare gegevens op basis waarvan burgers goed geïnformeerd kunnen worden en weloverwogen beleidskeuzes kunnen worden gemaakt. In 2020 is gestart met de uitvoering van het programma, gericht op de onderwerpen Meetstrategie, Signaalfunctie, Modelontwikkeling, Publiekscommunicatie, Hinder en gezondheid, Citizen Science en Wetenschappelijke advisering.12

Programma luchtruimherziening

Het kabinet werkt aan een nieuwe, toekomstbestendige en adaptieve indeling van het Nederlandse luchtruim. Er is gewerkt aan het opstellen van de ontwerp-Voorkeursbeslissing (ontwerp-VKB). De ontwerp-VKB bevat een conceptueel plan voor de hoofdstructuur van het toekomstig Nederlandse luchtruim en een nieuw operationeel concept voor de afhandeling van het verkeer. De ontwerp-VKB wordt onderbouwd door een onafhankelijk opgestelde milieueffectrapportage (MER) in de vorm van een plan-MER13. Tevens is de samenwerking met Duitsland voor een gezamenlijk grensoverschrijdend oefengebied concreet vormgegeven, voortbouwend op de eerdere gezamenlijke verkenning.

Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma

Het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) 2020-2024 is aangeboden aan de Tweede Kamer. Het nationale veiligheidsdoel is het continu verbeteren van luchtvaartveiligheid door het kennen van de grootste nationale risico’s en deze te beheersen tot een acceptabel niveau.

Programma drones

Vanaf 31 december 2020 gelden in de EU voor alle dronevliegers dezelfde regels. Ter uitvoering van de verordeningen zijn in 2020 verschillende regelgevingsproducten opgesteld. Om nationaal invulling te kunnen geven aan verschillende (geografische) karakteristieken van de lidstaten heeft de Europese Commissie de mogelijkheid geboden om geografische zones in te stellen. Nederland heeft deze zones ingesteld.

Verduurzaming Luchtvaart

Het beleid gericht op de verduurzaming van de luchtvaart is vastgelegd in de Luchtvaartnota. Europees en nationaal is het draagvlak vergroot voor een bijmengverplichting voor duurzame kerosine en is gestart met het ontwikkelen van een juridisch voorstel door de Europese Commissie voor een bijmengverplichting. Daarnaast is gestart met het ontwikkelen van een CO2-plafond. Tevens is met het oog op mondiale besluitvorming in 2022 en mede onder leiding van Nederland begonnen met de ontwikkeling van een lange termijn CO2-reductiedoel voor de internationale luchtvaart. De partijen van de Duurzame Luchtvaarttafel hebben het Akkoord Duurzame Luchtvaart verder uitgewerkt met het Programmaplan Duurzame Luchtvaart. Hierin is afgesproken dat technische werkgroepen actieprogramma’s opstellen, waaronder het Actieprogramma Hybride Elektrisch Vliegen.14NS, ProRail, Schiphol en KLM hebben samen met IenW het initiatief genomen voor de Actieagenda Trein en Luchtvaart. Dit geeft verdere invulling aan maatregelen om de internationale trein als alternatief voor en aanvulling op het vliegtuig te bevorderen voor zes bestemmingen.

Havennota

In november is de definitieve Havennota 2020–2030 naar de Tweede Kamer gezonden.15De Kamer heeft de Havennota in december vastgesteld. De Havennota schetst de kaders en uitgangspunten aan de hand waarvan de havens een systeemsprong kunnen maken naar een digitale en duurzame haveneconomie. De Havennota gaat in op acht integrale thema’s zoals onder andere veiligheid, bereikbaarheid, logistiek, economie en innovatie. De ambitie van de Havennota 2020-2030 is dat de Nederlandse havens hun leidende en krachtige positie kunnen behouden in de economie van de toekomst die verbonden, digitaal en duurzaam is. Meer samenwerking is daarom een speerpunt van de Havennota met als doel een geïntegreerd systeem van samenwerkende havenbedrijven.

Nationaal Groeifonds met pijler infrastructuur

Het kabinet heeft de komende vijf jaar in totaal € 20 miljard euro uitgetrokken voor investeringen die bij moeten dragen aan de structurele groei van de economie. Dit geld, ondergebracht in het Nationaal Groeifonds (NGF) in beheer van EZK en FIN, gaat naar kennisontwikkeling, fysieke infrastructuur en R&D en innovatie. IenW heeft samen met BZK een strategisch perspectief voor het verbeteren van de bereikbaarheid in Nederland opgesteld met daaronder voorstellen voor meerdere multimodale schaalspongen voor de pijler-infrastructuur. Vanuit IenW en BZK zijn zes proposities door de toegangspoort gekomen om te worden beoordeeld door de beoordelingsadviescommissie van het NGF. Dit zijn de proposities ‘Schaalsprong Metropolitaan OV en Verstedelijking Zuidelijke Randstad’, ‘Schaalsprong Metropolitaan systeem OV MRA’ ‘Brainportlijn Eindhoven’ en ‘Verbeteren bereikbaarheid Midden-Nederland’ voor personenvervoer. Met betrekking tot het goederenvervoer zijn dit de proposities ‘buisleidingenbundel’ en ‘Vitale, robuuste, veilige en bevaarbare rivieren’. De proposities 'Redesign van het (hoofd)wegennet rond steden, (lucht)havens & corridors', «Europese Spoorverbindingen» en «nieuwe snelle spoorverbinding Randstad-Noord-Nederland» zijn nu niet doorgeleid maar kunnen desgewenst na verdere uitwerking en aanvulling opnieuw voor toetsing worden ingediend in een volgende ronde.

'Naar een veilig, slim en duurzaam mobiliteitssysteem’

Verkeersveiligheid

Het afgelopen jaar is, samen met medeoverheden en maatschappelijke organisaties, verder gewerkt aan de uitvoering van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV). Onderdeel van dat plan is onder meer een risico-inventarisatie door gemeenten, provincies en waterschappen om de gevaarlijke verkeerssituaties op hun wegen in kaart te brengen. Ook zijn er pilots gestart voor het veilig fietsen naar scholen en is de MONO-zakelijk campagne opgezet waarbij werkgevers worden gestimuleerd en ondersteund om hun werknemers MONO te laten rijden. Naast de €50 miljoen uit het Regeerakkoord voor het verbeteren van de veiligheid van N-wegen, hebben meer dan tweehonderd medeoverheden een rijksbijdrage van 50% ontvangen voor verkeersveiligheidsmaatregelen, zoals de aanleg van oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers, het verbreden van fietspaden en de aanleg van rotondes. Vanwege de vele aanvragen heeft het Kabinet de beschikbare rijksbijdrage opgehoogd door geld naar voren te halen uit de investeringsimpuls verkeersveiligheid. In totaal is voor circa €165 miljoen aan rijksbijdrage verleend.16De outline voor het toelatingskader Lichte Elektrische Voertuigen (LEVs) is opgesteld. De sterke opkomst en het toenemend gebruik van LEVs vragen om een herziening van de wijze waarop deze voertuigen momenteel zijn toegelaten op de weg, om zo de verkeersveiligheid te waarborgen.17

European rail traffic management system (ERTMS)

ERTMS vervangt het huidige treinbeïnvloedingssysteem. Een en ander komt ook voort uit de Europese verplichtingen om interoperabele spoorverbindingen te creëren. ERTMS biedt voordelen op het gebied van veiligheid, betrouwbaarheid en capaciteit. Het systeem werd dit jaar aanbesteed door ProRail voor in de infrastructuur en door NS en Arriva voor reizigerstreinen. Ook werd de verkenning implementatie ERTMS bij spoorgoederenvervoerders opgeleverd.

Overwegen

Binnen het Niet-Automatisch Beveiligde Overwegen (NABO)- programma en het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)is verder gewerkt aan het (verder) beveiligen of saneren van overwegen. De aanpak van overwegen volgt een risicogestuurde aanpak. Inmiddels zijn 67 van de 180 NABO’s uit het NABO- programma aangepakt en zijn afspraken gemaakt met de gemeentes Winterswijk en Hof van Twente om nog eens 24 NABO’s aan te pakken. In 2020 is naar aanleiding van de doorlichting van zowel het NABO- programma als het LVO- programma ca. €25 miljoen beschikbaar gesteld om de overwegenaanpak op korte termijn voor te kunnen zetten. Om voor 2024 alle 180 NABO’s te hebben aangepakt, is €112,5 miljoen extra vrijgemaakt. Als gevolg van de COVID-pandemie worden de bijeenkomsten met regionale wegbeheerders die voorzien waren voor najaar 2020 vervangen door digitale bijeenkomsten. Binnen het LVO- programma zijn afspraken gemaakt met de gemeentes Gilze Rijen, Boxmeer en Horst aan de Maas om ook daar overwegen verder te beveiligen. Uit een evaluatie van de effectiviteit van de overwegenaanpak bleek dat een programmatische overwegenaanpak de afgelopen decennia positief heeft bijgedragen aan het beveiligen of saneren van overwegen.

Veiligheid zeescheepvaart , binnenvaart en zeehavens

In november is een uitgebreide kabinetsreactie naar de Kamer gestuurd met een integrale reactie op de rapporten van o.a. de OvV, de ILT en MARIN over het ongeval met de MSC Zoe.18 Gelijktijdig is een brief aan de OvV gestuurd waarin wordt ingegaan op de aanbevelingen uit het OvV-rapport. Daarnaast is een aantal maatregelen ingevoerd en acties ondernomen naar aanleiding van het ongeval met de MSC Zoe. Zo is de advisering die de Kustwacht geeft aan grote containerschepen op basis van het MARIN-onderzoek uitgebreid naar de kleinere scheepstypen Panamax en feeder. Ook is met Duitsland gesproken over de opvolging van het ongeval waardoor Duitsland sinds november een gelijkluidende advisering aan containerschepen (type ULCS en Panamax) in westelijke richting uitbrengt als de Kustwacht doet. Sinds begin oktober wordt specifieke informatie over golfperiode en –richting tijdens stormomstandigheden aan de scheepvaart uitgezonden. Ook wordt een aantal initiatieven voorbereid in de International Maritime Organisation om de informatiepositie van de bemanning te verbeteren. Dit alles verbetert de veiligheid van de containerscheepvaart boven de Wadden.Vanuit de wens om proactief de maritieme veiligheid structureel te borgen op zowel nautische veiligheid als op maritieme security heeft IenW in november het beleidskader maritieme veiligheid naar de Kamer gestuurd, met daarin een integrale risico-gestuurde aanpak voor de maritieme veiligheid.

Slimme mobiliteit

De ontwikkelingen op het gebied van slimme mobiliteit gaan hard.Nationaal en internationaal wordt samengewerkt aan het delen van data. De afgelopen jaren is IenW voorzitter geweest van de Europese Data Taskforce. Binnen de Taskforce delen voertuigfabrikanten, serviceproviders en overheden onderling kosteloos de door hen verzamelde data en informatie over onveilige verkeerssituaties. Via het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) komen data over wegverkeer (NDW) en multimodale reisinformatie (DOVA) samen. De totstandkoming van het NTM is in 2020 bij het MIRT afgesproken. Deze zijn vindbaar en toegankelijk voor alle partijen. Voor heel Nederland is sinds kort data van verkeersborden beschikbaar als open data. Aanvullend is de landelijke database maximumsnelheden ontwikkeld: locatie en geldigheid van borden die een maximumsnelheid aangeven zijn digitaal ontsloten. Er is invulling gegeven aan de aanbevelingen van het OVV-rapport Wie stuurt? Verkeersveiligheid en automatisering in het wegverkeer. Omdat personenauto’s steeds meer software en sensoren bevatten waarmee voertuigen rijktaken overnemen, zijn het ministerie, RDW, CBR en Rijkswaterstaat een onderzoeksproject gestart om te komen tot protocollen voor de beoordeling van geautomatiseerde rijfuncties en de bijbehorende interactie met de bestuurder.19 Concreet zijn er binnen het innovatiepartnership Talking Traffic ruim zevenhonderd intelligente verkeerslichten (iVRI’s) op straat gerealiseerd en worden ruim twee miljoen weggebruikers geïnformeerd over actuele maximumsnelheden en advies snelheden die o.a. rekening houden met brugopeningstijden. Hierdoor zijn deze weggebruikers veiliger en duurzamer onderweg. Daarnaast neemt IenW deel aan de City Deal ‘Een Slimme Stad, zo doe je dat’ onder de Agenda Stad, samen met de ministeries van BZK en J&V en ca. vijftig andere overheden en bedrijven. IenW gebruikt deze samenwerking o.a. om de digitale zichtbaarheid van nood en hulpdiensten te verbeteren, het gebruik van deelmobiliteit en hubs te versterken en het verder optimaliseren van de stadslogistiek. Mobility as a Service gaat om het plannen, boeken, betalen en combineren van al het mogelijke vervoer via apps. Zodat reizen op maat en volgens de wensen van de reiziger mogelijk is. Maar ook om het mobiliteitssysteem te verbeteren. Het betekent een andere samenwerking tussen mobiliteitspartijen, datapartijen en overheden. Door COVID-19 zijn de pilots later gestart.

Duurzame mobiliteit

Het verduurzamen van onze mobiliteit is voor Nederland een grote en noodzakelijk ambitie. Met de uitvoering van de mobiliteitspijler van het Klimaatakkoord liggen we op schema. In het Belastingplan 2020 is de fiscale stimulering voor elektrische auto’s tot 2025 vastgelegd. De Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren is per 1 juli opengesteld. De uitbreiding van laadinfrastructuur, inclusief slimme pleinen, vordert gestaag. Voor de realisatie van middelgrote zero-emissiezones voor stadslogistiek in dertig tot veertig gemeenten zijn landelijke afspraken gemaakt met gemeenten, VNG, MKB Nederland, TLN, Evofenedex, RAI Vereniging, BOVAG en Natuur&Milieu. Deze afspraken zijn gericht op een soepele overgang en een geleidelijk en zorgvuldig proces, waarbij ondernemers voldoende tijd hebben om te kunnen overstappen op een emissieloze bestel- en vrachtauto. De internetconsultatie voor de subsidieregeling voor emissieloze bestelauto’s is eind november gestart.De minister van BZK heeft samen met de minister en staatssecretaris van IenW en de ministers van EZK en Defensie financieel mandaat gekregen om met de bouwsector tot afspraken te komen over stikstofreductie.De RED II (Richtlijn hernieuwbare energie) implementatie is in volle gang. Eind 2020 is het wetsvoorstel voor de periode 2022-2030 aangeboden aan de Tweede Kamer.20Naar aanleiding van een grootschalige fraudezaak in 2019 is een ketenanalyse naar kwetsbaarheden en verbeteringen uitgevoerd. Met het wetsvoorstel wordt publiek toezicht conform de analyse versterkt. Ook is Europees gestart met het smeden van een coalitie om toezicht te versterken en transparantie te vergroten. Tevens is geregeld dat RED I in 2021 wordt voortgezet. Het Besluit energie vervoer is door de Tweede Kamer vastgesteld en geeft daarmee een jaarverplichting voor een aandeel van 17,5% hernieuwbare energie in vervoer. 21.Daarnaast is de Regeling energie vervoer aangepast, waardoor de inzet van biobrandstoffen in zeevaart is ingeperkt tot uitsluitend inzet van geavanceerde biobrandstoffen.

Fiets

Om fietsforenzen te bevorderen is een landelijk netwerk van fietsambassadeurs gerealiseerd. Deze werkgevers dragen binnen hun regio, organisatie of branche bij aan meer forenzen op de fiets. Vanwege COVID-19 is de stijgende lijn in woon-werk fietsverkeer niet doorgezet. Wel zijn mensen in deze periode meer gaan fietsen. IenW heeft financieel bijgedragen aan de totstandkoming van zeventien snelfietsroutes. Het aantal stallingsplaatsen is uitgebreid met ruim 15.000. Nieuwe fietsenstallingen zijn onder meer geopend bij de stations Amsterdam RAI, Leiden, Delft, Driebergen-Zeist, Den Haag Centraal, Holten, Goes en Coevorden. De internetconsultatie voor een normerende regeling om op werkgebonden personenmobiliteit CO2-reductie te realiseren is eind oktober van start gegaan.

Een veilige leefomgeving

Nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en beveiliging

De samenwerking met de buurlanden op het gebied van nucleaire veiligheid is voortgezet. Informatie over de staat van de reactoren is uitgewisseld, er zijn gezamenlijke crisisoefeningen uitgevoerd en Nederland en haar buurlanden betrekken elkaar over en weer bij vergunningsdossiers bij nucleaire installaties. Het publiek wordt onder meer via de website van de ANVS op de hoogte gehouden van ongewone gebeurtenissen bij nucleaire installaties. De nucleaire beveiliging is verder versterkt door het uitvoeren van een integrale analyse van cyberweerstand bij alle nucleaire inrichtingen. De vervolgacties van de wettelijke evaluatie van de ANVS zijn opgepakt. Ook is een eerste Staat van de Nucleaire Veiligheid opgeleverd. De COVID-19 crisis verhinderde de uitvoering van fysieke kruisinspecties. Ook is de internationale toetsing in het kader van het VN Verdrag Nucleaire Veiligheid uitgesteld. Wel is er op digitale wijze kennis en ervaring uitgewisseld.

Vuurwerk

Per 1 december zijn voortaan ook knalvuurwerk vuurpijlen enkelschotsbuizen en F3 vuurwerk verboden voor consumenten. Half 2020 is gestart met het onderzoek naar de veiligheid van het consumentenvuurwerk. 2020 was een bijzonder jaar. Omwille van de druk op de zorg en de handhaving- is in december via de tijdelijke wet maatregelen COVID-19 - de verkoop, het vervoer en het afsteken van vuurwerk éénmalig verboden gedurende de jaarwisseling 2020-2021. 

Asbest

Om het verwijderen van asbestdaken gezamenlijk voort te zetten en te intensiveren heeft de staatsecretaris een samenwerkingsverklaring ondertekend met provincies, gemeenten en andere partijen. Om particuliere dakeigenaren te helpen bij het saneren van hun asbestdak is een fonds opgericht waaruit leningen kunnen worden verstrekt.

Omgevingsveiligheid (Programma Duurzame Veiligheid)

Eind 2020 is het programma Duurzame Veiligheid 2030 (DV2030) afgerond. Om de met DV2030 gestarte samenwerking structureel voort te zetten is de Safety Delta Nederland (SDN) gelanceerd Het doel is om door structurele samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap en overheid het veiligheidsniveau van de (petro)chemie verder te verbeteren.

Biotechnologie GGO’s (genetisch gemodificeerde organismen)

Met de nationale spoedregeling voor klinische proeven ter bestrijding van COVID-19 werd de vergunningverlening voor klinische testen met een ggo-vaccin of medicijn ter bestrijding van COVID-19 versneld, zonder afbreuk te doen aan het veilig werken met ggo’s. In de zomer is de Europese ggo-regelgeving voor klinische studies met ggo’s die bedoeld zijn om COVID-19 te bestrijden en voorkomen, via een Europese spoedverordening tijdelijk buiten werking gesteld. Hierdoor kunnen snel klinische testen met ggo-vaccins of medicijnen ter bestrijding van COVID-19 plaatsvinden. Daarmee werd de Nederlandse spoedregelgeving, inclusief een volledige milieurisicobeoordeling, buiten werking gesteld. Gezien de mondiale pandemie is dat voor een beperkte periode gerechtvaardigd.

Vrijstelling desinfectiemiddelen

Het uitbreken van COVID-19 leidde tot een plotselinge en sterke stijging van de vraag naar desinfectiemiddelen waarvoor het regulier toegelaten aanbod niet toereikend bleek. In het voorjaar zijn dan ook vrijstellingen voor desinfectiemiddelen afgegeven zodat de benodigde, goed werkzame desinfectiemiddelen in de zorg en in andere vitale sectoren snel en veilig beschikbaar kwamen en tekorten voor professioneel gebruik konden worden voorkomen.

‘Klimaatadaptatie’

De Global Commission on Adaptation (GCA) heeft in 2020 wereldwijd acties versneld die gericht waren op een grotere weerbaarheid tegen klimaatverandering. Nederland heeft bijgedragen met acties gericht op water en weerbare infrastructuur. Om de resultaten te borgen en verder te brengen, organiseert Nederland met ondersteuning van het GCA de naar 2021 verplaatste Climate Adaptation Summit. In 2020 zijn GCA regiokantoren geopend in Afrika en in Bangladesh.

Klimaatbestendige en water robuuste inrichting

De urgentie om ons aan te passen aan klimaatverandering is onverminderd groot. Ook in 2020 waren er weersextremen zoals langdurige droogte en hitte. Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zelf werkten aan stresstesten en vervolgstappen zoals risicodialogen en het opstellen van uitvoeringsprogramma’s. IenW heeft financieel bijgedragen aan de hiervoor benodigde procesondersteuning. Ook is financieel bijgedragen aan een achttal pilots waarin klimaatadaptatie-maatregelen in de praktijk worden gebracht.Op 1 juli 2020 trad een wijziging van de Waterwet in werking zodat bijdragen vanuit het Deltafonds aan decentrale overheden voor het tegengaan van wateroverlast nu mogelijk zijn. Samen met de medeoverheden is in 2020 de tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie opgesteld. Binnen de Nationale adaptatiestrategie (NAS) en het Deltaprogramma zijn met andere departementen en decentrale overheden stappen gezet om te komen tot klimaatbestendigheid.

Integraal Riviermanagement

In het programma Integraal Riviermanagement (IRM) zijn verschillende mijlpalen bereikt. In februari is de Notitie Reikwijdte en Detailniveau ter inzage gelegd. Ondanks dat de COVID-19 crisis fysieke bijeenkomsten moeilijk maakte, is het participatietraject van start gegaan. Zo zijn vier digitale Bouwdagen georganiseerd. Op het Deltacongres van 12 november is de intentieverklaring IRM getekend. Tijdens het BO-MIRT is besloten tot een zestal nieuwe pilot-projecten IRM langs de Maas. Ook is de procesaanpak afgerond voor de beleidsbeslissing en de ontwikkeling van maatregelen voor de aanpak van laagwaterknelpunten in de rivieren.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

Het KNMI startte in 2020 met verdiepend modelmatig onderzoek naar het afsmelten van Antarctica om te komen tot nieuwe scenario’s voor zeespiegelstijging. Rijkswaterstaat heeft in beeld gebracht welke aanpassingen aan en ontwikkeling van modellen noodzakelijk zijn om de gevolgen van zeespiegelstijging op de huidige aanpak van waterveiligheid en de omgang met zoetwater te kunnen berekenen. Onder leiding van de Deltacommissaris is een begin gemaakt met het onderzoeken van concrete alternatieven voor de zeer lange termijn.

Omgaan met droogte en voldoende zoetwater

IenW doet er samen met de andere partners alles aan om ons land weerbaarder te maken tegen watertekorten. Het uitvoeringsprogramma van ruim €400 miljoen bevat o.a. de uitbreiding van de klimaatbestendige wateraanvoer naar West-Nederland en het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen waterbeheerders. Concrete resultaten om water beter vast te houden zijn er onder andere bij de Springendalse Beek in Twente, bij de meanderende Maas en bij de stuwwal Nijmegen.In de nieuwe Nationale Omgevingsvisie wordt voor de ruimtelijke inrichting meer rekening gehouden met de waterbeschikbaarheid, zuinig omgaan met, het beter vasthouden van en het slimmer verdelen van water. Veel aanbevelingen van de Beleidstafel droogte zijn inmiddels afgerond.De voorbereiding van de maatregelen voor de tweede fase van het Deltaprogramma Zoetwater is in 2020 grotendeels afgerond. Voor de periode 2022 tot en met 2027 is al €150 miljoen gereserveerd in het Deltafonds en daar komt €100 miljoen bij. Samen met de cofinanciering vanuit de regio kan een maatregelenpakket van €800 miljoen gerealiseerd worden.

Leefbaarheid

Bodem

Het tweede geactualiseerde tijdelijk handelingskader PFAS is gepubliceerd. Op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten is een ruimere toepassing van PFAS-houdende grond en baggerspecie toegestaan dan in de voorgaande handelingskaders. Daarnaast is een landelijke achtergrondwaarde PFAS afgeleid, waardoor lokaal meer ruimte voor toepassingen kon ontstaan. Veiligheid is en blijft hierbij het uitgangspunt. Ook zijn rapporten van Kuijken (evaluatie granuliet en kwalibostelsel) en Riedstra (evaluatie PFAS) naar de Kamer verzonden.22 Naar aanleiding van deze rapporten is een taskforce Bodemstelsel opgericht om te komen tot een plan van aanpak voor verbeteringen in het bodemstelsel.

Bronbeleid PFAS

Nederland werkt in samenwerking met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen aan een restrictievoorstel op al het niet-essentieel gebruik van (producten met) PFAS. Het RIVM heeft hieraan een grote inbreng geleverd. Een EU-stakeholderconsultatie in het voorjaar leverde meer dan vijfhonderd reacties en veel relevante informatie op. Het doel om waar mogelijk gebruik van PFAS te laten verdwijnen is ook onderdeel van de Europese Strategie voor duurzame chemische stoffen.

Luchtkwaliteit

De afgelopen jaren is de luchtkwaliteit aanzienlijk verbeterd. Voor de resterende overschrijdingen is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) voortgezet. Aan verdere en permanente verbetering van de luchtkwaliteit wordt in het Schone Lucht Akkoord gewerkt. Dit akkoord is in 2020 ondertekend door 61 gemeenten en provincies. Inzet van het kabinet is om voor de gezondheidseffecten afkomstig van Nederlandse bronnen een gezondheidswinst van 50% in 2030 ten opzichte van 2016 te behalen.

Geurhinder veehouderijsector

Geurhinder vormt een probleem in een aantal gebieden waar veel veehouderij geconcentreerd is. In 2020 is onderzoek verricht naar de werking van combiluchtwassers en naar een andere manier van meten van geur, om innovaties te bevorderen. Pilots in het kader van het Schone Lucht Akkoord bieden decentrale overheden handelingsperspectief in bestaande situaties. Onder de Omgevingswet wordt geregeld dat rekening gehouden moet worden met cumulatie bij het afgeven van vergunningen. Voorts is de beschikbare subsidie voor de warme sanering van varkenshouderijen vanwege de stikstofproblematiek aanzienlijk verhoogd. De intekening voor deze subsidieregeling is afgerond.

Geluid en spoortrillingen

De Eerste Kamer heeft de Aanvullingswet geluid Omgevingswet aangenomen. De feitelijke normering is uitgewerkt in het Aanvullingsbesluit geluid en de uitvoeringsregels zijn opgenomen in de Aanvullingsregeling geluid. Deze bevat een actualisatie van onder meer meet- en rekenvoorschriften. De saneringsoperatie heeft geleid tot extra gesaneerde woningen. Ook in 2020 is het volledige budget besteed. Verbreding van de saneringsoperatie vindt plaats via de nieuwe geluidregelgeving onder de Omgevingswet. Daarnaast zijn maatregelen in het kader van het Meerjarenprogramma Geluidsanering verder uitgewerkt.Op verschillende plekken in Nederland veroorzaken langsrijdende treinen trillingen die omwonenden soms als hinderlijk ervaren. Om beter zicht te krijgen welke oplossingen kunnen bijdragen aan de aanpak van trillingshinder is €20 miljoen vrijgemaakt om een innovatieagenda voor de komende 4 jaar te financieren.

Delta-aanpak Waterkwaliteit

Met de Nationale analyse waterkwaliteit is de resterende opgave voor de Kaderrichtlijn Water in kaart gebracht.23 De resultaten hiervan zijn door waterbeheerders benut bij het opstellen van de ontwerp Stroomgebiedbeheerplannen.

Grote wateren

Het resterende budget voor de tweede tranche Programmatische Aanpak Grote Wateren is na overleg met regio en stakeholders toebedeeld aan drie projecten in de Zuidwestelijke Delta (zandsuppletie Galgeplaat), IJsselmeer (Marker Wadden) en het Waddengebied (Eemszijlen/ Binnendijkse slibsedimentatie). Om uitvoering te geven aan de projecten zijn vier verkenningen opgestart in het IJsselmeergebied en het Waddengebied. Eén project in het Waddengebied is overgegaan naar de planuitwerkingsfase. Zo werkt IenW aan ecologisch gezonde, toekomstbestendige grote wateren waarin een hoogwaardige natuur samengaat met een krachtige economie. Het Rijk en regio hebben de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050 vastgesteld. Het resultaat is een integraal langetermijnperspectief voor de ontwikkeling van de Zuidwestelijke Delta, inclusief een kennis- en innovatieprogramma en een oriënterende uitvoeringsagenda.

Waddenagenda

Op 11 december 2020 is de Agenda voor het Waddengebied 2050 aangeboden aan de Tweede Kamer.24 De Agenda is opgesteld in samenwerking met de provincies, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties en het bedrijfsleven in het Waddengebied. De Agenda biedt een gezamenlijk richtinggevend en integraal perspectief op de ontwikkeling van het Waddengebied. In 2020 is een start gemaakt met het uitwerken van de in de Agenda opgenomen doorkijk van het Uitvoeringsprogramma Waddengebied 2021-2026.

Noordzee

Het kabinet heeft met belangenorganisaties vanuit de energiesectoren, natuur en milieu en scheepvaart en havens een Noordzeeakkoord gesloten. Het Noordzeeakkoord en –overleg hebben tot doel de transities op gebied van energie, voedsel/visserij en natuurherstel langdurig en duurzaam met elkaar in balans te brengen, rekening houdend met scheepvaart, zandwinning, defensie en recreatie. In 2020 is ook het geactualiseerde monitoringprogramma Kaderrichtlijn Mariene Strategie deel 2 vastgesteld.

‘Naar een circulaire economie’

Circulaire economie (CE)

De ambitie van dit kabinet is dat Nederland in 2050 ’een volledig circulaire economie heeft. In 2030 wordt een reductie van 50% nagestreefd van het gebruik van primaire abiotische grondstoffen. Hiertoe is het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019 ‒ 2023 in 2020 geactualiseerd waarbij per transitieagenda en per dwarsdoorsnijdend thema de activiteiten zijn weergegeven.25Tevens is aandacht besteed aan regionale initiatieven. Begin 2020 heeft het PBL de eerste voortgangsrapportage opgeleverd vanuit het monitoringsprogramma. 26Samen met maatschappelijke en bestuurlijke partners worden de beleidsdoelen op verschillende niveaus geconcretiseerd.In februari is voor de tweede keer de Nationale Conferentie Circulaire Economie georganiseerd om de bewustwording te vergroten dat naast recycling meer stappen hoger op de R-ladder27 nodig zijn om de doelen te bereiken. Producten moeten langer mee kunnen gaan en ook het delen van producten moet belangrijker worden. In het Versnellingshuis Nederland Circulair! werken VNO-NCW/MKB-Nederland, MVO Nederland, Het Groene Brein en IenW samen om circulair ondernemerschap te bevorderen, individuele ondernemers te ondersteunen en doorbraakprojecten (zogenaamde «moonshot-projecten) te starten. In 2020 liepen acht moonshot-projecten, zijn er meer dan vierhonderd ondernemers geholpen en zijn rode draden voor verbetering opgehaald. Dit dient als input voor de actualisatie van het Uitvoeringsprogramma.

Circulaire Economie in Europees en mondiaal verband

Nederland beweegt proactief en ambitieus in de Europese Unie (EU) en in mondiaal verband. De Nederlandse inzet komt terug in het ambitieuze Europese Circulaire Economie Actieplan dat in maart door de Europese Commissie is gepubliceerd. Het plan kondigt initiatieven aan voor de hele levenscyclus van producten. De focus ligt op de sectoren waar het potentieel voor circulariteit groot is. Nederland, Frankrijk en Denemarken namen het voortouw in het realiseren van het European Plastics Pact. Dit pact werd in maart 2020 gelanceerd met ruim 80 ondertekenaars: plasticproducenten, grote bedrijven, overheden en recyclers. Het pact bevat doelstellingen voor 2025: 20% minder gebruik van virgin plastics, 25% toename van de inzameling-, sortering- en recyclingcapaciteit, nieuwe verpakkingen bevatten gemiddeld 30% recyclaat en alle verpakkingen zijn waar mogelijk geschikt voor hergebruik en in iedere geval recyclebaar. Internationaal is het Nederlandse profiel op het gebied van circulaire economie verder versterkt in het World Economic Forum, het World Circular Economy Forum (WCEF) en de EU. Voorbereidingen zijn gestart voor een speciale WCEF-editie: WCEF+Climate in 2021 waarvan Nederland gastland is.

Programma Nederland circulair in 2050

Het Beleidsprogramma circulair textiel 2020 ‒ 2025 is naar de Tweede Kamer gestuurd28. Hierin zijn ambities geformuleerd om de textielketen, samen met alle partners uit de keten, circulair te maken. Belangrijke maatregelen zijn een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel en een communicatiecampagne gericht op consumenten. In oktober ondertekenden de staatssecretaris van IenW en de minister van EZK met diverse partijen uit de textielketen de Green Deal Circulaire Denim. Partijen uit de keten hebben samen een aanpak ontwikkeld om de toepassing van gerecyclede vezels in denim als nieuwe standaard te realiseren. Het duurzaamheidskader biogrondstoffen is in oktober naar de Tweede Kamer verzonden.29 De uitvoering van de bijbehorende uitvoeringsagenda is reeds gestart. IenW heeft in het kader van de implementatie van de herziene Europese Verpakkingenrichtlijn nieuwe recyclingdoelstellingen voor de verschillende materiaalstromen van verpakkingen gesteld (glas, kunststof, papier en karton, metaal en hout). Ook zijn circulaire doelstellingen geïntroduceerd voor de verschillende materiaalstromen waarin ook hergebruik meetelt. Het EU-recyclingdoel voor alle verpakkingen samen is 70% voor 2030. Nederland haalt deze doelstelling in 2021 al en legt de lat daarom hoger. In 2025 moet in Nederland 74% gerecycled en/of hergebruikt worden. Een subsidieregeling is gestart om circulaire ketenprojecten, waarin mkb-ondernemers samen een product of dienst circulair ontwerpen of samen processen of een businessmodel circulair organiseren, te stimuleren. In totaal hebben 80 bedrijven €1,3 miljoen subsidie ontvangen.

Urgenda-vonnis en Klimaatenveloppemiddelen inclusief GWW

Voorts wordt uitvoering gegeven aan het Urgenda-vonnis. Het budget voor de grond-, weg- en waterbouw (GWW) is uitgeput en via contracten van Rijkswaterstaat zijn CO₂ reducerende circulaire maatregelen gestimuleerd, bijvoorbeeld via nieuwe asfalt- of betonmengsels en de toepassing van gerecycled staal. Als gevolg van de COVID-19-crisis dienden minder bedrijven een aanvraag in voor ondersteuning bij de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie voor Circulaire Economieprojecten. Ook lijkt de ‘Urgenda I-regel’ dat projecten voor eind 2020 uitgevoerd moesten zijn, belemmerend te zijn geweest voor bedrijven om subsidie aan te vragen. Daarom schuift het kabinet een deel van de middelen voor uitvoering van het Urgenda-vonnis door naar 2021. In april heeft het kabinet aanvullend €8,5 miljoen vrijgemaakt voor een communicatie campagne voor een retourpremie koel- en vrieskasten en een aanvullend budget voor de GWW. Dit moet de CO2 uitstoot verder reduceren. Verder zijn de maatregelen uit de klimaatenveloppe grotendeels tot uitvoering gebracht. De subsidieregeling circulaire ketenprojecten was zelfs binnen een dag uitgeput.

Afvalbeheer

Door de COVID-19-crisis zijn reguliere afvalverwerkingsmogelijkheden in het buitenland weggevallen. Dit leidde tot problemen bij de verwerking van specifieke afvalstromen. Voor de PMD-stroom viel de vraag naar recyclaat weg. Daarom zet Nederland zich in voor Europese regelgeving met een verplicht percentage recyclaat om de markt voor secundaire grondstoffen te versterken. Tijdens de tweede golf en in het najaar bleef afvalbeheer onder druk staan. Ondanks dat afzet van plasticrecyclaat moeilijk blijft, normaliseerden de meeste afvalstromen zich wel enigszins. Het Versnellingshuis Nederland Circulair!, de Transitieagenda Kunststoffen en Het Actieplan Toepassen Recyclaat onderzoeken in het Moonshotproject «Ontwikkeling markt recyclaat» voor welke productfamilies op korte termijn recyclaat al goed toegepast kan worden.Ook de beschikbare verwerkingscapaciteit van bioafval en textiel werd overstegen. Dit had tot gevolg dat andere vormen van afvalverwerking dan neergelegd in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) mogelijk moesten worden gemaakt door de bevoegde gezagen. De afvalstoffen afkomstig van zorg voor (potentieel) met COVID-19 besmette personen zette de veilige verwerking in Nederland onder druk. De enige verwerker in Nederland gaf aan dat er een tekort was aan officiële vervoersverpakkingen. Hieraan kwam IenW tegemoet door vervoer in speciale plastic zakken toe te staan.Op EU-niveau heeft IenW zich hard gemaakt voor vergaande digitalisering van vervoersdocumentatie en het openhouden van de grenzen voor afvalverkeer, zodat landen elkaar kunnen blijven helpen met afvalverwerking. Dit is ook gerealiseerd.

Verpakkingen en plastic

In 2020 is het Besluit over statiegeld plastic flesjes afgekondigd waardoor statiegeld op kleine plastic flesjes vanaf juli 2021 verplicht is. Begin 2020 is ook voor blikjes in het zwerfaval een tweesporenbeleid ingezet. Hiervoor is tot doel gesteld dat het aandeel blikjes in het zwerfafval met 70-90% gereduceerd moet worden en dat 90% van de blikjes gerecycled moet worden. Aangezien het aantal blikjes in het milieu niet afneemt maar toeneemt, is vervroegd besloten dat op 31 december 2022 statiegeld voor blikjes wordt ingevoerd.. Het aantal ondertekenaars van het Plastic Pact NL is gestegen van 75 naar 110. In februari is de nulmeting van het Plastic Pact aangeboden aan de Tweede Kamer.30 Van de 67 partijen die data voor de indicatoren konden leveren, heeft inmiddels 88 procent dit gedaan. Voor microplastics is voor de periode 2018-2020 €10 miljoen beschikbaar gesteld uit de Enveloppe Natuur en waterkwaliteit. De kennisagenda microplastics en gezondheid is opgesteld om goed zicht te krijgen op deze thema’s. In de Nieuwe Maas is een pilot gestart met een vangsysteem voor plastics in het water. Meerdere pilots zijn uitgevoerd om zwerfafval bij rivieren te verminderen.

Duurzaam IenW

IenW werkte verder aan het verankeren van duurzaamheid in zijn eigen beleid, uitvoering en bedrijfsvoering. In de bedrijfsvoering is een CO2-reductie van 49% bereikt ten opzichte van 2009, mede als gevolg van COVID-19. IenW, RWS en ProRail voeren samen de Strategie Naar Klimaatneutrale en Circulaire Rijksinfrastructuurprojecten uit. Ook is gewerkt aan nadere invulling van circulaire economie in het eigen handelen en aan meervoudig ruimtegebruik op het RWS-areaal. IenW heeft opnieuw een duurzaamheidsverslag opgesteld en heeft trede vijf op de CO2-Prestatieladder behaald.

IenW en Caribisch Nederland

Door vliegverboden en inreisbeperkingen werden Sint Eustatius en Saba vrijwel geheel afgesloten van de buitenwereld. Om de onderlinge bereikbaarheid van de eilanden te vergroten heeft IenW middelen beschikbaar gesteld voor de opzet van een pilot ferry tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Verder is een hypothecaire lening van €2,7 miljoen verstrekt, gefinancierd door BZK (€1 miljoen) en IenW (€1,7 miljoen), om het faillissement van de luchtvaartmaatschappij Winair (Sint Maarten) te voorkomen.Om de toegang tot drinkwater voor iedereen te borgen, zijn in aanvulling op de structurele subsidies voor het verlagen van de drinkwatertarieven, aanvullende COVID-19 subsidies (€1,3 miljoen) toegekend. Daarnaast is via het vergroten van de opslag- en productiecapaciteit voor water en het vernieuwen en vergroten van de watertransportleiding de toegang tot drinkwater op Sint Eustatius vergroot.Verder is op de BES eilanden gebouwd aan de luchtvaartinfrastructuur op grond en in de lucht. Door de inreisbeperkingen verschuift de oplevering van de verkeerstoren en terminal op Sint Eustatius naar voorjaar 2021. Op Saba en Sint Eustatius is gebouwd aan toekomstbestendige havens. Op Bonaire zijn de afhandelingspieren onderhouden. Ook is met subsidie van IenW het beheer en onderhoud van diverse wegen uitgevoerd, zo zijn op Bonaire de onverharde wegen rondom de scholen verhard.Op milieugebied is in samenwerking tussen IenW, LNV en BZK, betrokken besturen en stakeholders het Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 vastgesteld. Het behalen van de plandoelen is cruciaal voor het behoud van natuurwaarden.Op Bonaire heeft IenW het programma ‘Afvalbeheer op Maat’ met daarin 21 afvalprojecten ondersteund met de jaarlijkse subsidie. Voor de exploitatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie is €2 miljoen euro subsidie verleend. Daarnaast zijn extra middelen verstrekt (€ 1,6 miljoen) om het urgente probleem van opslag en verantwoorde verwerking van afgewerkte olie structureel op te lossen. Voor Saba en Sint Eustatius is het opzetten van afvalinfrastructuur en handhaving ondersteund. Sint Eustatius heeft met financiële steun van IenW een nieuwe afvalverbrandingsinstallatie aangekocht.Tot slot is de brandstofproblematiek op Bonaire opgepakt. Sinds mei is een noodmaatregel van kracht om leveringszekerheid te garanderen waardoor Bonaire niet meer afhankelijk is van brandstof afkomstig van BOPEC. De terminal van BOPEC ligt momenteel nagenoeg stil door internationale sancties. De ILT draagt zorg voor de naleving van de milieueisen en de brandveiligheidsvoorschriften door middel van handhaving. In samenwerking tussen IenW, EZK en BZK is dit jaar de Kamer geïnformeerd over de oprichting van een nieuwe beleidsdeelneming Bonaire Brandstof Terminals.

IenW en de EU

Vanuit IenW is op Europees vlak ingezet op de ondersteuning, begeleiding en coördinatie van de uitwerking van de verschillende Green Deal (wets-)voorstellen en de beleidsbeïnvloeding daarvoor, de uitrol van de Brexit en de verdere uitwerking en implementatie van het Europese herstelfonds. 2020 stond met name in het teken van de onderhandelingen tussen de EU en het VK en, voor het geval de onderhandelingen mislukten, het voorbereiden op een mogelijke no deal per 1/1/21. Het zwaartepunt van de no deal voorbereidingen lag bij het voorkomen van ernstige disrupties rond de ferryhavens door onvoorbereide transporteurs.Met het Recovery and Resilience Facility (RRF) beoogt de Europese Raad het economisch herstel in lidstaten te bevorderen terwijl tegelijkertijd de digitale en groene transitie ondersteund wordt. Op basis van een nationaal plan is voor Nederland € 5,96 miljard aan subsidies beschikbaar.In interdepartementaal verband is gewerkt aan het nationale ruimtevaartbeleid. Naast het gebruik van satellietdata en het meewerken aan satellietinfrastructuur draagt IenW beleidsverantwoordelijkheid voor de Europese programma’s voor satellietnavigatie Galileo en EGNOS. IenW heeft ingezet op het geïntegreerd gebruik van satellietdata als onderdeel van beleid zoals bij het meten van de uitstoot van zeeschepen. Verder is wetgeving voor de Public Regulated Services beheer in voorbereiding. Ook is IenW bezig met de verwerving en realisatie van een Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire.

2

Kamerstukken II, 2020-2021, 31 936 nr.805 en Kamerstukken II, 2020-2021, 31 936 nr.816

3

Kamerstukken II, 2020-2021, 29 232 nr.45

4

Horvat (2020) Validatie budgetbehoefte instandhouding 2020-2035, PWC|REBEL (2020) Analyse Instandhoudingskosten Rijksinfrastructuur

5

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570-A-46

6

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570-A-46, 2020D53305

7

Kamerstukken II, 2019- 2021, 29 984, nr.899

8

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570-XII, nr.33

9

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 396 nr.10; Kamerstukken II, 2020-2021, 35 396 nr.12

10

Kamerstukken II 2017-2018, 31 936, nr.462

11

Kamerstukken II, 2020-2021, 31 936 nr.829

12

Kamerstukken II, 2019-2020, 31 936 nr.711; Kamerstukken II, 2020-2021, 31 936 nr.824

13

Kamerstukken II, 2020-2021, 31936 nr.795 en kamerstukken II, 2020-2021, 2020Z25488

14

Kamerstukken II, 2019-2020, 31936 nr. 727

15

Kamerstukken II, 2020-2021, 31409 nr.306

16

Kamerstukken II, 2020-2021, 29 398, nr.887

17

Kamerstukken II, 2020-2021 29 398 nr.886

18

Kamerstukken II, 2019-202 31 409 nr. 308

19

Kamerstukken II, 2020-2021, 2020Z25391

20

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 626, nr.2

21

Staatsblad 2020, 471

22

Kamerstukken II, 2020-2021, 30 015 nr.80 en bijlagen: (Onderzoek kwantificering ILT-bevindingen naleefgedrag Kwalibo-stelsel (P2, september 2020), Beleidsevaluatie Kwaliteitsborging Bodem deel 1 en deel 2 (WiBo iov IenW, september 2020), Rapportage over granuliet en het Besluit bodemkwaliteit «Kleine korrels, grote discussie» (Kuijken, september 2020)) en Kamerstukken II, 2020-2021 35 334-123 met bijlage Evaluatie van de totstandkoming van het tijdelijk handelingskader PFAS (ABD-TOPConsult, november 2020)

23

Kamerstukken II, 2019-2020, 27 625 nr.502

24

Kamerstukken, II, 2020-2021, 29 684, nr. 210

25

Kamerstukken II, 2020-2021, 32 852 nr.130

26

Kamerstukken II 2019-2020 32 852, nr.115

27

De mate van circulariteit wordt vaak gerelateerd aan de zogenaamde R-ladder. Hoe hoger een strategie op deze lijst (ladder) van circulariteitsstrategieën staat, hoe circulairder de strategie is.

28

Kamerstukken II, 2019-2020, 32 852 nr.116

29

Kamerstukken II, 2020-2021, 32 813 nr.617

30

Kamerstukken II, 2019-2020, 32 852 nr.112

Licence