Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Vindplaats | Jaar van afronding |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens | Kamerstuk 31104, nr. 6 | 2019 | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Voedselagenda | 2021 | ||
Garantieregeling Landbouw (GL) | Kamerstuk 35300 XIV, nr. 63 | 2019 | |
Garantieregeling Landbouw/Vermogensversterkende kredieten (tussenevaluatie) | 2022 | ||
Ondersteuning projecten biologische sector, met name via Bionext | Kamerstuk 35300, XIV, nr. 75 | 2020 | |
Energiesubsidies glastuinbouw: Marktintroductie energie-innovaties (MEI) en Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw (EG) / Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw (2014-2020) en Kas als Energiebron | Kamerstuk 32813 nr. 652 | 20201 | |
Inbeslaggenomen goederen (IBG) en Landelijke inspectiedienst dierenbescherming (LID) | 20212 | ||
Landelijk informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) | 2021 | ||
Stichting Zeldzame huisdieren | 2021 | ||
Wet Dieren | Kamerstuk 28286 nr.1139 | 2020 | |
Identificatie en registratie hond | 2026 | ||
Subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling)3 | 2022 | ||
Landbouwvrijstelling | 2022 | ||
Energiebelasting verlaagd tarief glastuinbouw | 2021 | ||
Beknopte* evaluatie Meststoffenwet4 | 20215 | ||
Evaluatie Meststoffenwet | Uiterlijk 2027 | ||
Voedingscentrum | Kamerstuk 35300, XIV, nr. 75 | 2020 | |
Voedselzekerheid | Kamerstuk 34952, nr. 81 | 2019 | |
Wet gewasbeschermingsmiddelen/ beleidsnota Gezonde Groei, Duurzame Oogst | Kamerstuk 27858, nr. 461 | 2019 | |
Centrale commissie dierproeven | 20216 | ||
Nationaal comité advies dierproevenbeleid | 20212 | ||
Brede weersverzekering (incl. vrijstelling ASB) | 2023 | ||
Midterm evaluatie Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) (2014–2020) | Kamerstuk 21 501-32, nr. 1190 | 2019 | |
Raad voor Plantenrassen | 2022 | ||
Ctgb | 2022 | ||
Plantaardige en biologische keurings-diensten (NAK, Naktuinbouw, BKD, KCB, SKAL) | 2022 | ||
Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014–2020 | Kamerstuk 32813 nr. 652 | 2020 | |
Tussenevaluatie Groenpact | 2021 | ||
Programma DuurzaamDoor (incl. Jong Leren Eten) | 2021 | ||
Fonds kleine Toepassingen | Kamerstuk 27858, nr. 523 | 2020 | |
Slimmer Landgebruik | 20217 | ||
Voedselverspilling | 20218 | ||
Integrale aanpak methaan en ammoniak via het voer- en dierspoor | 2025 | ||
Innovatie op het boerenerf | 2023 | ||
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen | 20221 | ||
Subsidiemodules brongerichte verduurzaming van stallen | 20241 | ||
Envelop Natuur- en Waterkwaliteit | Uiterlijk 20279 | ||
Brongerichte maatregelen: pilots en demo’s | 2025 | ||
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 2023 | ||
Regeling kunstmestvervanging en mestverwerking | 2025 | ||
Regeling waterbassins mest | 2025 | ||
Bureau Erkenningen | 2021 | ||
COKZ | 20216 | ||
2.Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
GLB / NSP | 202110 | ||
3. Overig onderzoek | |||
Agentschapsdoorlichting NVWA | 2023 | ||
Onderzoeksrapporten van de Auditdienst Rijk (ADR) over de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Kamerstuk 33835, nr. 118 | 2019 | |
Onderzoek kostentoerekening en doelmatigheid NVWA | Kamerstuk 33835, nr. 160 | 2020 | |
Energiebelasting verlaagd tarief glastuinbouw | 202111 | ||
Vrijstelling overdrachtsbelasting cultuurgrond | 202112 | ||
Verlaagd tarief sierteelt | In de periode 2023-202613 | ||
WOT genetische bronnen | 202114 | ||
WOT Visserijonderzoek | 2021 | ||
WOT Economische informatievoorziening | 2021 | ||
WOT Voedselveiligheid | 202114 | ||
WOT Besmettelijke dierziekten | 202114 | ||
WOT Natuur en milieu | 2022 |
Deze evaluatie wordt betrokken bij de Rijksbrede integrale evaluatie van het klimaatbeleid in 2024.
Subsidiëring van Wageningen Research loopt mee in de evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2- regeling). Zie hiervoor de EZK begroting.
Volgend op de Nitraatrapportage welke in november 2020 is opgeleverd verschijnt in eerste helft 2021 de beknopte evaluatie Meststoffenwet die in jaarverslag 2021 zal worden opgenomen.
Deze evaluatie is vertraagd en wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 naar de Tweede Kamer verzonden.
O.a. LULUCF (Land Use, Land-Use Change and Forestry) rapportages. Een mid-term evaluatie zal in 2021 plaatsvinden. Deze evaluatie wordt betrokken bij de Rijksbrede integrale evaluatie van het klimaatbeleid in 2024.
Loopt mee in evaluatie van de Voedselagenda. Deze evaluatie wordt daarnaast, voor zover relevant, betrokken bij de Rijksbrede integrale evaluatie van het klimaatbeleid in 2024.
Deze evaluatie wordt, voorzover relevant, betrokken bij de Rijksbrede integrale evaluatie van het klimaatbeleid in 2024.
Samenvatting afgeronde evaluaties 2020 Artikel 11
Ondersteuning projecten biologische sector, met name via Bionext
De evaluatie betreft de projecten die vanuit het artikelonderdeel ‘Ondersteuning projecten biologische sector’ zijn gefinancierd in de periode 2014-2018. Voor deze evaluatie is het gedifferentieerde evaluatieregime voor subsidies toegepast, dat vanaf 1 januari 2019 voor departementen geldt. De biologische sector heeft in verhouding tot de reguliere sector te maken met stringentere regels en biologische productiemethoden vereisen een andere vakkennis. Doel van het betreffende artikelonderdeel is dan ook om in brede zin de benodigde vakkennis binnen de biologische sector te bevorderen en (blijvende) omschakeling naar biologische landbouw te ondersteunen. Hiervoor is jaarlijks € 130.000,- beschikbaar. De evaluatie is gericht op de doeltreffendheid en effectiviteit, waarbij gekeken is naar de bijdrage van de projecten aan het doel van het begrotingsartikelonderdeel. Uit de evaluatie komt naar voren dat de alle uitgevoerde projecten ofwel gericht waren op kennisontwikkeling, kennisverspreiding of een combinatie ervan. De onderwerpen hebben een verdeling over de sector en gaan in op actuele maatschappelijke thema’s (bijv. volksgezondheid en dierenwelzijn). Met de inzet van een relatief beperkt instrument wordt een positieve bijdrage geleverd aan de (kennis) ontwikkeling van de biologische sector en worden omschakelaars gefaciliteerd. Een verbeterpunt is de blijvende ontsluiting van de resultaten van de uitgevoerde projecten voor ondernemers. Voor de toekomst kan nadrukkelijker worden aangesloten bij de doelstellingen van de LNV-visie: Waardevol en Verbonden (Kamerstuk 35000-XIV, nr. 5).
Energiesubsidies glastuinbouw: Marktintroductie energie-innovaties (MEI) en Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw (EG) en Kas als Energie Bron
De evaluatie van de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw (2014-2020) en de subsidieregelingen Energie-efficiëntie Glastuinbouw (EG) en Marktintroductie Energie-Innovaties (MEI) is op 18 december 2020 met de Tweede Kamer gedeeld (Kamerstuk 32813 nr. 652). In de evaluatie wordt geconcludeerd dat belangrijke stappen zijn gezet om de ambities van de Meerjarenafspraak en het CO2-convenant te realiseren. Het CO2-sectorsysteem werkt op dit moment echter niet optimaal, met name door vertraagde afhandeling van de verevening en gebrek aan individuele prikkels voor tuinders om maatregelen te treffen. De MEI en EG regelingen beogen de toepassing van energiebesparende technieken in de glastuinbouw te stimuleren. De MEI-regeling richt zich op innovaties en de EG-regeling op de bredere uitrol van bewezen technieken. Volgens de evaluatie zijn beide regelingen doeltreffend.
Wet Dieren
In de wet is bepaald dat de wet vijf jaar na inwerkingtreding wordt geëvalueerd om inzicht te bieden in de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. De minister van LNV heeft in november 2020 het evaluatierapport vergezeld met haar reactie op het rapport aan de Kamer gestuurd (TK 28286 nr.1139). Belangrijkste conclusies uit de evaluatie zijn:
• Wanneer de Wet in 2021 volledig inwerking is getreden, is er sprake van een integraal en samenhangend stelsel met overzichtelijke uitvoeringsregeling.
• Voor sommige diersoorten en diercategorieën worden meer regels gesteld dan voor andere.
• De open normen in de wet lijken onvoldoende handvatten te geven voor de handhaving.
De minister van LNV heeft in november 2020 het evaluatierapport vergezeld met haar reactie op het rapport aan de Kamer gestuurd (TK 28286 nr.1139). Daarbij heeft de minister onder andere aangegeven dat LNV en de NVWA een proces hebben opgesteld op lastig handhaafbare open normen nader in te vullen.
Voedingscentrum
In 2019 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de taken die het Voedingscentrum heeft uitgevoerd over de periode van 2013 t/m 2018. Het doel van de evaluatie was om het achterhalen of het Voedingscentrum de beschikbare gestelde LNV middelen doeltreffend en doelmatig heeft ingezet en of het Voedingscentrum de meest geschikte uitvoerder hiervoor is. De evaluatie geeft hierop een positief antwoord. Daarnaast worden in de evaluatie nog specifieke aanbevelingen aan LNV en het Voedingscentrum gedaan. Het evaluatierapport is op 2 juni 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Fonds kleine toepassingen
Het vierde Fonds Kleine Toepassingen is geëvalueerd over 2015 t/m 2019 (Kamerstuk 27858, nr. 523). Uit de evaluatie is gebleken dat de financiële ondersteuning heeft geleid tot uitbreidingen van toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen, maar geen bijdrage aan de toelating van biologische bestrijders. De organisatie – bestuur, toekenningscommissie en secretariaat – heeft voldoende efficiënt gefunctioneerd. De problematiek van de kleine toepassingen is echter niet verminderd. Er zijn naast financiële belemmeringen ook andere belemmeringen voor kleine toepassingen, zoals het niet hernieuwen van de goedkeuring van werkzame stoffen op Europees niveau en verschillen in definities van kleine toepassingen in de verschillende lidstaten. Een eventueel nieuw fonds moet aansluiten bij de Toekomstvisie gewasbescherming 2030, de doelgroep van het fonds actief benaderen en naast de reeds betrokken partijen moeten ook andere partijen worden betrokken. De conclusies en aanbevelingen worden meegenomen in de opzet van een nieuw fonds.
Onderzoek kostentoerekening en doelmatigheid NVWA
Bij de aanbieding van de ADR-rapporten (Kamerstuk 33858, nr. 118) is aangegeven dat deze rapporten nog niet voldoende helderheid gaven op alle vragen van de Tweede Kamer en de minister van LNV. Op basis hiervan is er een vervolgonderzoek ingesteld. Op 26 mei 2020 is het rapport `kostentoerekening en doelmatigheid NVWA´ aan de Tweede Kamer aangeboden. De aanbevelingen dragen bij aan het inzichtelijker en transparanter maken van de kostentoerekening van de NVWA en aan het optimaliseren van het retributiestelsel. Daarnaastis duidelijk in kaart gebracht welke kosten doorberekend mogen worden en welke prikkels ingezet kunnen worden om de efficiënte te verhogen. Tot slot, onderstreept het ook het belang om in goed dialoog te blijven met het bedrijfsleven. Daartoe is onder voorzitterschap van de eigenaar (SG LNV) een strategische NVWA-tafel vormgegeven. Aan deze tafel zitten deelnemers vanuit zowel de overheid als het bedrijfsleven.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Vindplaats | Jaar van afronding |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken | 2021 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Natuurbeleids- en koraal actieplan Caribisch Nederland 2020–2030 | 2025 | ||
Programma natuurlijk ondernemen (waaronder Subsidieregeling innovatieve projecten biodiversiteit) | Kamerstuk 33576, nr. 166 | 2019 | |
Evaluatie Natuurpact/Natuurvisie | Kamerstuk 33576, nr. 200) | 2020 | |
Evaluatie collectief stelsel Agrarisch natuur en landschapsbeheer (ANLb) | 20211 | ||
Regio Envelop | 2023 | ||
Beleidsevaluatie Programma aanpak Stikstof (PAS) en evaluatie Wetstraject PAS | Kamerstuk 2020, nr. Z18692 | 2020 | |
Evaluatie implementatie exotenverordening | 2021 | ||
Programma naar een Rijke Waddenzee | 2022 | ||
Evaluatie faunabeheer | 2021 | ||
Beheerautoriteit Waddenzee | 2023 | ||
Impuls natuurherstelmaatregelen | 2023 | ||
Programma Natuur | * | ||
Bossenstrategie | * | ||
Opkoop rondom Natura 2000-gebieden | 20212 | ||
Convenant visserij in beschermde gebieden | 20213 | ||
EU gemeenschappelijk visserijbeleid | 2022 | ||
Noordzeeakkoord | 2023 | ||
IBP Vitaal Platteland | 2021 | ||
Veenweiden | 20232 | ||
3. Overig onderzoek | |||
Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer | In de periode 2023- 20264 | ||
Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3 | In de periode 2023- 2026 | ||
Bosbouwvrijstelling | In de periode 2023-2026 | ||
Vrijstelling overdrachtsbelasting natuurgrond | 20215 | ||
Vrijstelling overdrachtsbelasting Bureau Beheer Landbouwgronden | 20215 | ||
Vrijstelling overdrachtsbelasting inrichting landelijk gebied | 20215 | ||
Natuurschoonwet | 20336 | ||
Balans van de Leefomgeving (PBL) | Kamerstuk 31253, nr. 33 | 2020 | |
Voortgangsrapportage Natuurpact (Jaarlijks) | Kamerstuk 33576, nr. 200 | 2020 (zesde voortgangsrapportage) | |
Natura 2000 Doelendocument | Kamerstuk 33576, nr. 189 | 2020 |
De voorziene oplevering van de evaluatie is als gevolg van Corona een aantal maanden vertraagd waardoor de oplevering gepland is in maart 2021.
Deze evaluatie wordt betrokken bij de Rijksbrede integrale evaluatie van het klimaatbeleid in 2024.
Het evaluatierapport wordt met een appreciatie samen met het Toekomstperspectief Garnalenvisserij naar de Tweede Kamer gestuurd.
De drie specifieke vrijstellingen overdrachtsbelasting(OVB) maken onderdeel uit van de evaluatie van de overdrachtsbelasting. Deze wordt momenteel door het ministerie van Financiën uitgevoerd. Deze evaluatie wordt afgerond in 2020.
Samenvatting afgeronde evaluaties 2020 Artikel 12
Evaluatie Natuurpact/natuurvisie
In het Natuurpact (2013) is de afspraak opgenomen dat Rijk (LNV) en provincies om de drie jaar de uitvoering van het Natuurpact laten evalueren door het PBL. De tweede evaluatierapportage kijkt terug naar de resultaten van het provinciale natuurbeleid in de afgelopen jaren (vanaf 2011). De centrale vraag van de tweede evaluatie is in hoeverre de provincies met hun beleidsstrategieën de drie hoofdambities dichterbij hebben gebracht en wat de provincies hierbij leren. Hoewel de stikstofcrisis geen onderdeel uitmaakt van de evaluatie is de gewijzigde context wel door het PBL in de evaluatie betrokken. De tweede evaluatie is in 2020 opgeleverd. PBL concludeert dat de afronding van het natuurnetwerk in 2027 zonder wijzigingen lastig wordt aangezien het tempo van de uitbreiding vertraagt. Belangrijke oorzaak is dat de laatste stukken grond lastig te verwerven zijn. Met betrekking tot de biodiversiteit is de conclusie dat de herstelmaatregelen tot een significant positief effect leiden bij natte ecosystemen. Bij droge ecosystemen is er minder resultaat omdat het effect van de maatregelen nog te kleinschalig en te versnipperd is. Het lukt de provincies de laatste jaren om meer burgers en maatschappelijke partijen te betrekken bij natuur. De betrokkenheid is echter nog vooral kleinschalig. PBL stelt vast dat de veranderende context (stikstofcrisis, corona) de urgentie voor natuurherstel bevestigt.
Beleidsevaluatie Programma aanpak Stikstof (PAS) en evaluatie Wetstraject PAS
De kabinetsreactie op het rapport is gegeven in de Kamerbrief van 13 oktober 2020 (Kamerstuk 35334, nr. 133). Belangrijke conclusie in het rapport is dat het PAS niet effectief is geweest. Het PAS beoogde economische ontwikkeling samen te laten gaan met het op termijn realiseren van de doelen voor de Natura 2000-gebieden. De conclusie luidt dat de daling van de stikstofdepositie als gevolg van ammoniakemissiereductie niet is gerealiseerd, waardoor de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden onverminderd onder druk staan. Tegelijkertijd concluderen de onderzoekers dat het PAS ook goede elementen bevatte. Onderdelen van het PAS hebben volgens de onderzoekers goed gefunctioneerd en kunnen meerwaarde hebben bij het ontwikkelen van nieuw stikstofbeleid. De minister onderschrijft in de Kamerbrief de conclusies uit het rapport en neemt de aanbevelingen mee in de uitwerking van de structurele aanpak van de stikstofproblematiek.
Voortgangsrapportage Natuurpact (Zesde voortgangsrapportage)
Jaarlijks stellen provincies en LNV gezamenlijk een Voortgangsrapportage Natuur (VRN) op. De VRN 2019 beschrijft de natuurkwaliteit, de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) en de belangrijkste ontwikkelingen van beleid en uitvoering in 2019, en geeft een doorkijk naar 2020. De jaarlijkse rapportage door de provincies is afgesproken in het Natuurpact van 2013. Sinds 2018 rapporteren provincies en LNV gezamenlijk. Eind oktober is de rapportage over 2019 naar de Eerste en Tweede Kamer verzonden. Provincies geven daarin onder meer de nieuwe cijfers over de voortgang van verwerving, inrichting en beheer van het NNN. In 2019 is 2.727 ha ingericht en er resteert nu nog een opgave van 38.530 ha. Dit betekent dat er een versnelling nodig is om de afgesproken 80.000 ha in 2027 te kunnen halen.
Natura 2000 Doelendocument
Natura 2000 is opgericht om de achteruitgang van de biodiversiteit in Europa te stoppen. Via Natura 2000 wordt invulling gegeven aan de gebiedsbescherming van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Het Natura 2000-doelendocument beschrijft de gehanteerde systematiek voor de instandhoudingsdoelen. Deze systematiek is geëvalueerd aan de hand van onder meer de uitkomsten van de Europese fitnescheck (2015/2016) en de ervaringen die zijn opgedaan met de instandhoudingsdoelen sinds 2006. Dit heeft geleid tot een adviesrapport actualisatie Natura 2000 doelensysteem dat in 2020 naar de Kamer is gestuurd (Kamerbrief 17 april 2020). De adviezen uit dit rapport worden opgepakt in de vervolgfasen van de actualisatie Natura 2000. Hierbij worden ook de bevindingen uit de onderzoeken Natura 2000 (kamerbrief 13 oktober 2020) betrokken.