Zvw-uitgaven
Het Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit, Zorgverzekeraars Nederland, de zorgverzekeraars en VWS werken nauw samen om de financiële effecten van corona op de Zvw-zorg in beeld te brengen.
Net zoals in de VWS-ontwerpbegroting 2021 en de 2e suppletoire begroting 2020 heeft er een actualisatie van de Zvw-uitgaven plaatsgevonden. Deze actualisatie24 is gebaseerd op ramingen van de zorgverzekeraars van de totale te verwachten schade over 2020 die zij hebben aangeleverd bij het Zorginstituut Nederland. Deze ramingen zijn deels gebaseerd op daadwerkelijke declaraties en deels op inschattingen onder meer op basis van contractafspraken over 2020. De realisatiecijfers zullen nog veranderen, omdat na afloop van 2020 nog declaraties over 2020 binnenkomen. De zorgverzekeraars geven aan dat hun ramingen vanwege de coronacrisis met meer onzekerheid dan normaal zijn omgeven.
Desondanks geven deze cijfers het meest actuele beeld van de Zvw-uitgaven in 2020. De nieuwe actualisatie in dit jaarverslag leidt op het totaal van de Zvw-uitgaven voor 2020 tot een beperkte, opwaartse ramingsbijstelling van circa € 194 miljoen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2020. De grootste bijstelling doet zich voor bij de medisch-specialistische zorg. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de ontwikkeling van corona in de laatste maanden van 2020, waarmee verzekeraars in eerdere ramingen nog geen rekening konden houden.
Voor de Zvw-gerelateerde kosten onder het Uitgavenplafond Zorg is in onderstaande tabel onderscheid gemaakt tussen de reguliere zorgkosten, de netto continuïteitsbijdragen en coronagerelateerde meerkosten. Ook is een kolom toegevoegd, die laat zien tot welke aanpassingen de nieuwste actualisatie leidt ten opzichte van de stand bij de 2e suppletoire begroting 2020. Onder de tabel staat een korte toelichting van de gepresenteerde kosten.
Stand 2e suppletoire begroting 2020 | Stand jaarverslag 2020 | wv. Reguliere zorgkosten | wv. Netto continuïteitsbijdragen | wv. Coronagerelateerde meerkosten | Aanpassing bij jaarverslag 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
A | B | C | D | E | F= B-/-A | |
Eerstelijnszorg | 6.392,3 | 6.339,8 | 6.057,8 | 219,3 | 62,8 | ‒ 52,4 |
Huisartsenzorg | 3.303,3 | 3.290,4 | 3.130,7 | 112,6 | 47,0 | ‒ 12,9 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 679,1 | 689,5 | 689,5 | 0,0 | 0,0 | 10,4 |
Tandheelkundige zorg | 786,3 | 764,6 | 717,9 | 38,6 | 8,0 | ‒ 21,7 |
Paramedische zorg | 834,2 | 813,6 | 751,4 | 58,4 | 3,7 | ‒ 20,6 |
Verloskunde | 263,1 | 261,4 | 259,8 | 0,2 | 1,4 | ‒ 1,6 |
Kraamzorg | 347,8 | 351,2 | 346,6 | 2,5 | 2,1 | 3,3 |
Zorg voor zintuiglijk gehandicapten | 178,5 | 169,1 | 161,8 | 6,9 | 0,5 | ‒ 9,4 |
Tweedelijnszorg | 26.923,3 | 27.142,0 | 23.864,0 | 2.589,2 | 688,7 | 218,7 |
Medisch-specialistische zorg | 24.338,8 | 24.525,0 | 21.461,1 | 2.418,9 | 645,0 | 186,1 |
Geriatrische revalidatiezorg | 759,2 | 766,2 | 674,6 | 78,8 | 12,8 | 7,1 |
Eerstelijnsverblijf | 293,1 | 307,7 | 267,2 | 25,9 | 14,6 | 14,6 |
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | 813,1 | 813,1 | 813,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Beschikbaarheidbijdrage overig medische-specialistische zorg | 114,9 | 115,3 | 115,3 | 0,0 | 0,0 | 0,4 |
Overig curatieve zorg | 604,3 | 614,7 | 532,8 | 65,6 | 16,4 | 10,4 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 4.219,2 | 4.207,1 | 4.111,2 | 74,6 | 21,2 | ‒ 12,2 |
Apotheekzorg en hulpmiddelen | 6.689,4 | 6.656,5 | 6.577,0 | 57,2 | 22,3 | ‒ 32,8 |
Apotheekzorg | 4.992,0 | 4.984,1 | 4.949,0 | 22,1 | 13,1 | ‒ 7,9 |
Hulpmiddelen | 1.697,4 | 1.672,4 | 1.628,1 | 35,2 | 9,2 | ‒ 25,0 |
Wijkverpleging | 3.497,1 | 3.489,9 | 3.359,7 | 99,4 | 30,9 | ‒ 7,2 |
Ziekenvervoer | 796,6 | 810,5 | 790,5 | 9,6 | 10,4 | 13,9 |
Ambulancevervoer | 683,1 | 696,5 | 687,4 | 0,0 | 9,1 | 13,4 |
Overig ziekenvervoer | 113,5 | 114,0 | 103,1 | 9,6 | 1,4 | 0,5 |
Opleidingen | 1.303,1 | 1.381,8 | 1.381,8 | 0,0 | 0,0 | 78,7 |
Grensoverschrijdende zorg | 608,8 | 596,2 | 596,2 | 0,0 | 0,0 | ‒ 12,5 |
Totaal | 50.429,7 | 50.623,8 | 46.738,3 | 3.049,3 | 836,3 | 194,1 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Toelichting tabel:
• Stand 2e suppletoire begroting 2020 (kolom A).
• Stand jaarverslag 2020 (kolom B = optelsom kolommen C t/m E).
• Reguliere zorgkosten (kolom C):
Hieronder vallen alle kosten voor zorg aan niet-coronapatiënten en zorg aan bewezen en vermoedelijke coronapatiënten, exclusief de hieronder beschreven coronagerelateerde meerkosten. Zorgverzekeraars geven aan dat er nog onzekerheden zijn omtrent het herkennen van coronapatiënten en het ramen van deze kosten. Er is een traject gaande om deze verantwoording te verbeteren en de reguliere zorgkosten adequaat toe te rekenen aan beide groepen. Dit is voor verzekeraars van belang, omdat zij de kosten van zorg aan bewezen en vermoedelijke coronapatiënten kunnen inbrengen in de catastroferegeling op grond van artikel 33 van de Zorgverzekeringswet.
• Netto continuïteitsbijdragen (kolom D):
Ter compensatie van de vraaguitval door corona kunnen zorgaanbieders van zorgverzekeraars een continuïteitsbijdrage ontvangen ter financiering van hun doorlopende kosten bij omzetdaling. Met deze toeslag waarborgen zij de continuïteit van zorg om ook in de toekomst aan hun zorgplicht te kunnen blijven voldoen en om personeel in de zorg te kunnen behouden. In de tabel zijn de verwachtingen van verzekeraars over de netto continuïteitsbijdragen weergegeven, dat wil zeggen de bijdragen ter compensatie van zorguitval, gesaldeerd met de lagere vergoeding van de inhaalzorg. Het betreft hier uitsluitend bijdragen voor zorg onder de basisverzekering. Verzekeraars geven aan dat er nog onzekerheden zijn omtrent het herkennen en ramen van inhaalzorg. Netto continuïteitsbijdragen lopen mee in de reguliere risicoverevening (zie paragraaf 5 van het Financieel Beeld Zorg).
• Coronagerelateerde meerkosten (kolom E):
Kosten om de benodigde zorg aan coronapatiënten en niet-coronapatiënten veilig te kunnen (blijven) leveren. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor het creëren van extra zorgcapaciteit voor coronapatiënten, kosten die gemaakt worden voor niet-coronapatiënten door het bestaan van corona (bijvoorbeeld extra beschermingsmaatregelen) en kosten voor zorgcapaciteit die bewust actief leeg en beschikbaar gehouden wordt voor coronapatiënten (bijvoorbeeld het paraat houden van bedden). Deze meerkosten worden in rekening gebracht via een opslag op de kosten van een individuele verzekerde of via een aanneemsom voor een groep verzekerden. Ook deze kosten vallen onder de catastroferegeling. Zorgverzekeraars geven aan dat hun ramingen nog onzeker zijn, omdat zij op een deel van deze meerkosten nog onvoldoende zicht hebben.
• Aanpassingen begrotingsstanden (kolom F = B-/-A)
Dit zijn de bijstellingen vanwege de actualisatiecijfers ten opzichte van de stand van de 2e suppletoire begroting 2020. De actualisatie leidt tot een incidentele opwaartse ramingsbijstelling van de totale Zvw-uitgaven (inclusief continuïteitsbijdragen en coronagerelateerde meerkosten) van circa € 194 miljoen.
Voor de kosten voor zorg aan coronapatiënten en de coronagerelateerde meerkosten kunnen zorgverzekeraars in aanmerking komen voor een compensatie volgens de catastroferegeling op grond van artikel 33 van de Zorgverzekeringswet. Zeer voorlopige inschattingen van zorgverzekeraars duiden er op dat uitgaven van verzekeraars aan coronazorg in 2020 op totaalniveau uitkomen op circa € 1,3 miljard. Naar alle waarschijnlijkheid zullen nagenoeg alle verzekeraars de drempel voor de catastroferegeling halen. Paragraaf 5 van het Financieel Beeld Zorg gaat nader in op de financiering van de reguliere en de coronagerelateerde zorguitgaven.
Zoals aangegeven zijn de gepresenteerde cijfers met meer onzekerheden omgeven dan normaal. Dit geldt zowel voor de raming van de totale kosten, als voor de kostenverdeling van zorg aan coronapatiënten en zorg aan niet-coronapatiënten. Er loopt reeds een aantal intensieve trajecten zodat te zijner tijd de risicoverevening en catastroferegeling op basis van de vereiste betrouwbaarheids beoordelingen kunnen worden afgewikkeld.