De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich voor het jaar 2020 hebben voorgedaan sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2020.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
• Autonoom: voornamelijk bijstellingen als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland en de NZa en bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
• Beleidsmatig: bijstellingen die verbandhouden met politieke prioriteitstelling.
• Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 7 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.
2020 | |
---|---|
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 51.044,3 |
Bijstellingen | |
Autonoom | ‒ 291,7 |
Actualisering Zvw-uitgaven (zie tabel 7A) | ‒ 256,1 |
Nominaal en onverdeeld (zie tabel 7A) | ‒ 13,7 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 21,7 |
Overig autonoom | ‒ 0,3 |
Beleidsmatig | ‒ 52,0 |
Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen | ‒ 167,5 |
Besparingsverlies vertraging Wgp | 87,5 |
Voorraadverhoging apotheekzorg | 5,0 |
Mitigerende maatregelen Wgp-herijking | 20,0 |
Ruimte apotheekzorg | ‒ 10,0 |
Herijking geneesmiddelenprijzen door wisselkoers Noorse Kroon | ‒ 10,0 |
Bekostiging ggz-opleidingen | 17,2 |
Nominaal en onverdeeld VT-middelen | ‒ 10,0 |
Herstelzorg paramedie coronapatiënten | 11,8 |
Opschaling vervoer IC-capaciteit i.v.m. corona | 4,0 |
Technisch | ‒ 76,8 |
Gedeeltelijke vrijval VT-middelen | ‒ 15,0 |
Subsidie(s) wijkverpleging | ‒ 60,0 |
Overig technisch | ‒ 1,8 |
Totaal bijstellingen | ‒ 420,5 |
Bruto Zvw-uitgaven jaarverslag 2020 | 50.623,8 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 3.189,7 |
Totaal bijstellingen | 0,0 |
Zvw-ontvangsten jaarverslag 2020 | 3.189,7 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 47.854,6 |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | ‒ 420,5 |
Netto Zvw-uitgaven jaarverslag 2020 | 47.434,1 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Toelichting
Autonoom
Actualisering Zvw-uitgaven
Stand bijstellingen ontwerpbegroting 2021 | Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2020 t.o.v. ontwerpbegroting 2021 | Bijstellingen jaarverslag 2020 t.o.v. 2e suppletoire begroting 2020 | Stand bijstellingen jaarverslag 2020 | |
---|---|---|---|---|
A | B | C | D= A t/m C | |
Eerstelijnszorg | ‒ 14,4 | ‒ 33,4 | ‒ 52,4 | ‒ 100,3 |
Tweedelijnszorg | ‒ 49,9 | 36,7 | 218,7 | 205,5 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 82,2 | 54,8 | ‒ 12,2 | 124,8 |
Apotheekzorg en hulpmiddelen | 37,3 | ‒ 0,5 | ‒ 32,8 | 4,0 |
Wijkverpleging | ‒ 559,3 | ‒ 101,9 | ‒ 7,2 | ‒ 668,3 |
Ziekenvervoer | ‒ 24,6 | ‒ 2,9 | 13,9 | ‒ 13,6 |
Opleidingen | 0,0 | 0,0 | 78,7 | 78,7 |
Grensoverschrijdende zorg | ‒ 34,8 | ‒ 53,3 | ‒ 12,5 | ‒ 100,6 |
Nominaal en onverdeeld | 213,7 | 0,0 | 0,0 | 213,7 |
Totaal bijstellingen | ‒ 349,8 | ‒ 100,5 | 194,1 | ‒ 256,1 |
Nominaal en onverdeeld | ‒ 13,7 | ‒ 13,7 | ||
Totaal bijstellingen inclusief correctie nominaal en onverdeeld | ‒ 349,8 | ‒ 114,2 | 194,1 | ‒ 269,8 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
In tabel 7A is het onderdeel ‘Actualisering Zvw-uitgaven’ uit tabel 7 uitgesplitst. Op basis van voorlopige realisatiecijfers van het Zorginstituut Nederland over alle vier de kwartalen van 2020 zijn de Zvw-uitgaven 2020 geactualiseerd.
Voor het jaar 2020 is in de ontwerpbegroting 2021 een neerwaartse bijstelling van € 349,8 miljoen gerapporteerd en in de 2e suppletoire begroting 2020 een aanvullende neerwaartse bijstelling van € 100,5 miljoen op basis van voorlopige gegevens over 2020. Ten opzichte daarvan vindt er in dit jaarverslag een opwaartse bijstelling van de Zvw-uitgaven plaats van € 194,1 miljoen.
Actualisering Zvw-uitgaven: wijkverpleging
Op basis van de voorlopige realisatiecijfers van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven aan wijkverpleging geactualiseerd. Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2020 is sprake van een onderschrijding van € 668,3 miljoen bij de wijkverpleging in 2020 (zie tabel 7A, kolom D). Een deel van die onderschrijding was reeds zichtbaar in de realisatiecijfers over 2019. Dit deel is verwerkt in het voorjaar van 2020: de uitgavenraming wijkverpleging is bij 1e suppletoire begroting 2020 met structureel € 341 miljoen verlaagd. De actuele inschatting van de onderschrijding in 2020 is fors hoger dan de afgeroomde € 341 miljoen; de verwachte onderschrijding is op basis van voorlopige realisatiecijfers over 2020 verder opgelopen naar voorgenoemde € 668,3 miljoen. De cijfers zijn echter vanwege corona met meer onzekerheden omgeven dan normaal. Er is (regelmatig) overleg tussen VWS en veldpartijen over de uitgavenontwikkeling in relatie tot de geleverde zorg. Naast de actualisatie van € -668,3 miljoen is vanaf 2020 nog € 60 miljoen meerjarig overgeheveld naar de VWS-begroting (voor een uitgebreidere toelichting zie «Subsidie(s) wijkverpleging» onder Technisch in deze paragraaf).
Nominaal en onverdeeld
De bijstelling van € -13,7 miljoen betreft een correctie van een bijstelling bij ontwerpbegroting 2021 op de actualisering van de zorguitgaven. Deze bijstelling is budgettair verwerkt in de 2e suppletoire begroting 2020, maar is daar niet als actualisering aangemerkt. Met deze presentatie in tabel 7A gebeurt dat alsnog.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Overig autonoom
Deze post betreft een vrijval op nominaal en onverdeeld.
Beleidsmatig
Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen
De uitgaven aan apotheekzorg in 2020 zijn op basis van cijfers van het Zorginstituut Nederland naar verwachting lager dan eerder geraamd. Dit heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan apotheekzorg van € 120 miljoen in 2020. Daarnaast is in 2020 een ramingsbijstelling van € 47,5 miljoen verwerkt op het hulpmiddelenkader op grond van de verwachting dat de uitgaven lager zijn dan het beschikbare budgettaire kader.
Besparingsverlies vertraging Wgp
Door uitstel van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) is een besparingsverlies ontstaan (Kamerstukken II 2019/20, 29 477, nr. 651). De kosten hiervan bedragen € 87,5 miljoen in 2020. Naar verwachting kon € 47,5 miljoen van deze kosten binnen het bestaande financiële kader voor apotheekzorg worden opgevangen. De overige € 40 miljoen is gedekt uit het hulpmiddelenkader (zie ook ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen).
Voorraadverhoging geneesmiddelen
Om geneesmiddelentekorten tegen te gaan worden er extra voorraden van geneesmiddelen opgebouwd, zoals aangekondigd in de Kamerbrief van november 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 29 477, nr. 622). Hiermee worden naar verwachting 85% van de tijdelijke geneesmiddelentekorten voorkomen. De extra voorraden worden aangelegd bij firma’s en groothandels. Het aanleggen van de voorraden is in 2020 gestart (€ 5 miljoen) en kost naar schatting uiteindelijk € 25 miljoen (€ 15 miljoen binnen de apotheekzorg en € 10 miljoen binnen de medisch-specialistische zorg). De opbouw van de ijzeren voorraad gebeurt in fases en zal naar verwachting twee jaar duren.
Mitigerende maatregelen Wgp-herijking
Dit betreffen kosten voor een aantal mitigrerende maatregelen die gepaard gaat met de herijking van de maximumprijzen geneesmiddelen per 1 oktober 2020 in Nederland conform de Wet geneesmiddelenprijzen (WPG) (Kamerstukken II 2019/20, 29 477, nr. 657 en Kamerstukken II 2019/20, 29 477, nr. 687).
Ruimte apotheekzorg
Naar verwachting kon een deel van de kosten van de mitigerende maatregelen Wgp-herijking worden opgevangen door groeiruimte die beschikbaar is op het financiële kader (Kamerstukken II 2019/20, 29 477, nr. 687).
Herijking geneesmiddelenprijzen door wisselkoers Noorse Kroon
Noorwegen is een van de referentielanden waarop de maximumprijzen van geneesmiddelen in Nederland worden gebaseerd. Door de devaluatie van de Noorse Kroon is er sprake van een financiële meevaller (de maximumprijzen komen lager uit dan voorzien).
Bekostiging ggz-opleidingen
De NZa heeft een kostenonderzoek uitgevoerd naar de (medische) vervolgopleidingen in de ggz ten behoeve van een herijking van de beschikbaarheidbijdrage (https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_285273_22/1/). Hiervoor blijkt € 40,9 miljoen aan extra middelen nodig. Hiervan is € 23,7 miljoen specifiek toe te wijzen aan opleidingen voor de curatieve ggz (Kamerstukken II 2017/18, 25 424, nr. 420, p.11). In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) ggz is afgesproken dat deze technische bijstelling gefinancierd wordt uit het macrokader voor de curatieve ggz. Het resterende bedrag van € 17,2 miljoen betreft extra middelen voor opleidingen door geïntegreerde ggz-instellingen binnen de overige wettelijke domeinen waarbinnen zij actief zijn en worden niet opgevangen binnen het HLA. Daarmee leidt dat deel tot hogere uitgaven.
Nominaal en onverdeeld VT-middelen
De resterende middelen van voorwaardelijke toelating zijn ingezet ter dekking van de kosten voor behoud van een plasmageneesmiddelenvoorziening.
Herstelzorg paramedie coronapatienten
Patiënten die een zware vorm van corona hebben doorgemaakt, kunnen aanspraak maken op paramedische herstelzorg. De aanspraak bestaat uit maximaal 50 behandelingen fysio- of oefentherapie, maximaal 10 uur ergotherapie, maximaal 7 uur diëtiek en logopedie (niet gemaximeerd). Het gaat om een tijdelijke en voorwaardelijke toelating. De inschatting is dat de extra uitgaven in totaal circa € 27,6 miljoen bedragen, waarvan € 11,8 miljoen in 2020.
Opschaling vervoer IC-capaciteit i.v.m. corona
In het Opschalingplan COVID-19 van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 455) is voor het beschikbaar maken en houden van IC-capaciteit voorzien in vervoer en worden kosten hiervoor vergoed binnen de Zvw. Het betreft hier een bedrag van € 4 miljoen in zowel 2020 als 2021.
Technisch
Gedeeltelijke vrijval VT-middelen
Bij de nieuwe regeling voorwaardelijke toelating geneesmiddelen (Kamerstukken II, 2019/20, 29 477, nr. 621) wordt uitgegaan van een ingroeipad. Daardoor is een bedrag van € 15 miljoen vrijgevallen.
Subsidie(s) wijkverpleging
Dit betreft de overheveling vanuit de sector wijkverpleging naar de VWS-begroting voor specifieke doeleinden binnen het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging, zoals de Stimuleringsregeling E-Health Thuis (SET), een nog op te zetten regeling voor deskundigheidsbevordering en scholing voor zorgprofessionals en/of ICT-investeringen door (kleine) zorgaanbieders. Deze middelen worden vanuit de VWS-begroting aan zorgaanbieders beschikbaar gesteld.
Overig technisch
Deze post is het saldo van kleine technische bijstellingen.
In tabel 8 worden de financiële bijstellingen in 2020 tussen de ontwerpbegroting 2020 en het jaarverslag 2020 per deelsector weergegeven. Het beeld voor 2020 is geactualiseerd bij de 1e suppletoire begroting 2020, de ontwerpbegroting 2021, de 2e suppletoire begroting 2020 en nu bij het jaarverslag 2020. Het gaat hier zowel om reguliere als coronagerelateerde zorgkosten. Deze cijfers zijn door de coronapandemie met meer onzekerheden omgeven dan normaal. Desondanks bieden deze cijfers een actueel inzicht. In aanvulling op de toelichting op hoofdlijnen in paragraaf 3.1.1 wordt de toelichting op de bijstellingen per deelsector in het verdiepingshoofdstuk als open data beschikbaar gesteld op https:// opendata.rijksbegroting.nl/#dataset_4c en https://data.overheid.nl/data/ dataset?tags=vws).
Ontwerpbegroting 2020 | Bijstelling | Stand Jaarverslag | |
---|---|---|---|
2020 | 2020 | 2020 | |
Eerstelijnszorg | 6.291,4 | 48,4 | 6.339,8 |
Huisartsenzorg | 3.248,9 | 41,5 | 3.290,4 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 667,8 | 21,7 | 689,5 |
Tandheelkundige zorg | 797,9 | ‒ 33,3 | 764,6 |
Paramedische zorg | 819,8 | ‒ 6,2 | 813,6 |
Verloskunde | 254,6 | 6,9 | 261,4 |
Kraamzorg | 328,8 | 22,4 | 351,2 |
Zintuiglijk gehandicapten | 173,6 | ‒ 4,5 | 169,1 |
Tweedelijnszorg | 26.340,2 | 801,8 | 27.142,0 |
Medisch-specialistische zorg | 23.761,7 | 763,3 | 24.525,0 |
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf | 1.174,2 | ‒ 100,2 | 1.073,9 |
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | 795,5 | 17,6 | 813,1 |
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg | 107,1 | 8,1 | 115,3 |
Overig curatieve zorg | 501,7 | 113,0 | 614,7 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 4.018,0 | 189,1 | 4.207,1 |
Apotheekzorg en hulpmiddelen | 6.630,2 | 26,3 | 6.656,5 |
Apotheekzorg | 4.951,5 | 32,6 | 4.984,1 |
Hulpmiddelen | 1.678,7 | ‒ 6,3 | 1.672,4 |
Wijkverpleging | 4.127,1 | ‒ 637,2 | 3.489,9 |
Ziekenvervoer | 802,1 | 8,4 | 810,5 |
Ambulancevervoer | 673,6 | 22,9 | 696,5 |
Overig ziekenvervoer | 128,6 | ‒ 14,5 | 114,0 |
Opleidingen | 1.235,5 | 146,3 | 1.381,8 |
Grensoverschrijdende zorg | 682,3 | ‒ 86,1 | 596,2 |
Nominaal en onverdeeld | 917,5 | ‒ 917,5 | 0,0 |
Bruto Zvw-uitgaven | 51.044,3 | ‒ 420,5 | 50.623,8 |
Eigen betalingen Zvw | 3.189,7 | 0,0 | 3.189,7 |
Netto Zvw-uitgaven | 47.854,6 | ‒ 420,5 | 47.434,1 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Figuur 3 toont de samenstelling van de Zvw-uitgaven 2020 in staafdiagrammen, zodat de verhoudingen tussen de sectoren inzichtelijker zijn (in miljarden euro’s).
In 2018 zijn met betrokken partijen in de medisch-specialistische zorg (MSZ), de geneeskundige ggz, de huisartsen- en multidisciplinaire zorg (MDZ) en de wijkverpleging meerjarenafspraken gemaakt over een inhoudelijke agenda en het beschikbare financiële kader voor de periode 2019 t/m 2022. In financiële zin beogen deze hoofdlijnenakkoorden (HLA's) een beheerste groei van de zorguitgaven.
De Tweede Kamer heeft medio 2020 een rapportage over de voortgang van de bestuurlijke akkoorden ontvangen (Kamerstukken II 2019/20, 31 765, nr. 510). In deze paragraaf wordt voor de betreffende sectoren nadere informatie gegeven over de voorlopige stand van de gerealiseerde uitgaven in het afgelopen jaar. Deze voorlopige realisatiecijfers zijn als gevolg van corona met meer onzekerheden omgeven dan normaal. Afgesproken is dat in de afrekening van bestuurlijke akkoorden alleen reguliere uitgaven voor zorg aan patiënten meelopen. Meerkosten gerelateerd aan corona en continuïteitsbijdragen zijn uitgezonderd van de regelgeving omtrent het macrobeheersinstrument (Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 247).
In de onderstaande tabel is de aansluiting gemaakt tussen de voorlopige realisatiecijfers 2020 voor de betreffende sectoren en de kaders die zijn afgesproken in de bestuurlijke akkoorden.
MSZ | Huisartsen/ MDZ | Ggz | Wijkver-pleging | |
---|---|---|---|---|
Stand kaders bij ontwerpbegroting 2020 | 23.761,7 | 3.916,7 | 4.018,0 | 4.127,1 |
Mutaties sindsdien: | ||||
- Loon- en prijsbijstelling tranche 2020 | 516,5 | 85,4 | 88,7 | 91,2 |
- Voorraadverhoging geneesmiddelen | 5,0 | |||
- Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg | 20,0 | |||
- Schuif ggz naar beschikbaarheidbijdrage opleidingen | ‒ 23,7 | |||
- Middelen opleiding tot verslavingsarts | ‒ 0,7 | |||
- Subsidie(s) wijkverpleging | ‒ 60,0 | |||
Stand kaders bij jaarverslag 2020 | 24.303,2 | 4.002,2 | 4.082,3 | 4.158,2 |
Voorlopige realisatie totale Zvw-uitgaven | 24.525,0 | 3.979,9 | 4.207,1 | 3.489,9 |
Verschil | 221,8 | ‒ 22,3 | 124,8 | ‒ 668,3 |
Niet-relevant voor mbi-afrekening: | ||||
- Netto continuïteitsbijdragen | ‒ 2.418,9 | ‒ 112,6 | ‒ 74,6 | ‒ 99,4 |
- Coronagerelateerde meerkosten | ‒ 645,0 | ‒ 47,0 | ‒ 21,2 | ‒ 30,9 |
Verschil relevant voor realisatie bestuurlijke akkoorden | ‒ 2.842,1 | ‒ 181,9 | 28,9 | ‒ 798,6 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
In de begroting 2020 is een overzicht opgenomen van de financiële kaders voor de bestuurlijke akkoorden voor het jaar 2020. Op de betreffende sectoren zijn sinds de ontwerpbegroting 2020 enkele (technische) bijstellingen doorgevoerd, zoals de loon- en prijsbijstelling voor 2020. Dit resulteert in de «Stand kaders bij jaarverslag 2020»; dit is de huidige stand van de kaders voor 2020.
Normaliter zou de stand van het financiële kader in het jaarverslag vergeleken worden met de voorlopige realisatie van de Zvw-uitgaven, om een duiding te geven van het verschil tussen de financiële kaders voor de bestuurlijke akkoorden en de voorlopige realisatie. Dit is de reeks «Verschil» in tabel 9. Echter de reeks «Voorlopige realisatie totale Zvw-uitgaven» omvat zowel reguliere zorg als coronagerelateerde meerkosten en netto continuïteitsbijdragen. Coronagerelateerde meerkosten en netto continuïteitsbijdragen tellen echter niet mee voor de mbi-afrekening voor de bestuurlijke akkoorden. Dit is zo afgesproken met de sectoren. Als hiervoor wordt gecorrigeerd ontstaat de reeks «Verschil relevant voor realisatie bestuurlijke akkoorden» in tabel 9.
Alle cijfers in tabel 9 geven een zeer voorlopige inschatting voor de afrekening van de bestuurlijke akkoorden, omdat deze vanwege corona met grotere onzekerheden zijn omvat dan normaal. Dit geldt zowel voor de voorlopige realisatiecijfers in totaal, als de verdeling naar de onderdelen reguliere zorg, coronagerelateerde meerkosten en netto continuïteitsbijdragen. De onder- en overschrijdingen gepresenteerd in tabel 9 zijn dan ook indicatief en het is vooralsnog niet mogelijk hier conclusies aan te verbinden, ook niet ten opzichte van het vastgestelde kader in de hoofdlijnenakkoorden. Het vaststellen van de uiteindelijke hoogte van de onder- of overschrijding 2020 vindt dan ook later plaats op basis van meer definitieve realisatiecijfers. Voor meer informatie over de sectoren, zie de overige onderdelen van paragraaf 3 vann het Financieel Beeld Zorg.