Deze paragraaf presenteert de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen. De informatie is bedoeld als achtergrondinformatie bij het jaarverslag. De daadwerkelijke verantwoording van uitgaven en inkomsten van de fondsen vindt plaats via de jaarverslagen van de SVB en UWV. De cijfers in deze paragraaf zijn voornamelijk gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2022) en sluiten niet precies aan op de jaarverslagen van UWV en de SVB. Een van de redenen hiervoor is dat SZW een ander boekhoudstelsel (kas-verplichtingenstelsel) voert dan UWV en de SVB (baten-lastenstelsel).
Exploitatiesaldi
Een groot deel van de uitgaven aan sociale zekerheid loopt via de sociale fondsen. In tabel 118 en tabel 119 zijn de exploitatierekeningen van de fondsen weergegeven. De arbeidsongeschiktheidsfondsen (Aof en Whk) en de WW-fondsen (Awf en Ufo) worden geïntegreerd weergegeven. Zowel de begrote bedragen als de gerealiseerde bedragen zijn weergegeven in prijzen 2021. Het exploitatiesaldo is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven van een fonds. Naast de premieontvangsten behoren ook de rijksbijdragen en renteontvangsten tot de inkomsten van een fonds. De uitgaven bestaan naast de uitkeringen voornamelijk uit uitvoeringskosten. Daarnaast vinden tussen de fondsen onderlinge betalingen plaats. Het saldo tussen ontvangen en betaalde onderlinge betalingen is voor de sociale fondsen negatief, omdat uit deze fondsen ook premies worden betaald voor de zorgverzekering van uitkeringsgerechtigden. Tegenover de uitgave door de sociale fondsen van SZW staan dus inkomsten bij de zorgfondsen.
Ouderdomsfonds (AOW) | Anw-fonds | |||
---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Premies | 21.054 | 22.044 | 146 | 155 |
Bijdragen van het Rijk | 22.498 | 22.898 | 0 | 0 |
Ontvangen onderlinge betalingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo Interest | 40 | 32 | ‒ 4 | ‒ 1 |
Totaal Ontvangsten | 43.592 | 44.974 | 142 | 153 |
Uitkeringen / Verstrekkingen | 43.157 | 42.956 | 318 | 317 |
Uitvoeringskosten | 129 | 166 | 9 | 10 |
Betaalde onderlinge betalingen | 541 | 536 | 21 | 21 |
Totaal Uitgaven | 43.827 | 43.658 | 347 | 347 |
Exploitatiesaldo | ‒ 235 | 1.316 | ‒ 205 | ‒ 194 |
Bron: SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2022).
Tabel 118 laat zien dat het ouderdomsfonds een positief exploitatiesaldo had, terwijl vooraf een klein tekort werd geraamd. Dat komt voornamelijk doordat de premie-ontvangsten hoger zijn uitgevallen dan geraamd. Ook de bijdragen van het Rijk zijn hoger vastgesteld, onder andere om het tekort van het fonds in 2020 aan te vullen. De inkomsten en uitgaven van het nabestaandenfonds zijn iets lager uitgevallen, maar het exploitatiesaldo is vrijwel gelijk aan wat vooraf werd verwacht.
Arbeidsongeschiktheidsfondsen | WW-fondsen | |||
---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Premies | 18.932 | 19.264 | 8.262 | 6.073 |
Bijdragen van het Rijk | 233 | 81 | 130 | 310 |
Ontvangen onderlinge betalingen | 1.560 | 1.400 | 553 | 450 |
Saldo Interest | 80 | 44 | 47 | 17 |
Totaal Ontvangsten | 20.805 | 20.790 | 8.991 | 6.851 |
Uitkeringen/Verstrekkingen | 13.094 | 13.731 | 7.098 | 4.407 |
Uitvoeringskosten | 471 | 563 | 1.159 | 884 |
Betaalde onderlinge betalingen | 2.252 | 2.240 | 1.108 | 778 |
Totaal Uitgaven | 15.817 | 16.533 | 9.365 | 6.070 |
Exploitatiesaldo | 4.989 | 4.256 | ‒ 374 | 781 |
Bron: SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2022).
Het exploitatiesaldo van de arbeidsongeschiktheidsfondsen is iets lager (minder positief) uitgevallen dan verwacht. Dat komt vooral door hogere uitkeringslasten en uitvoeringskosten dan waar in de begroting van uit werd gegaan. Bij de WW-fondsen zijn de uitkeringslasten juist fors lager uitgevallen dan op Prinsjesdag 2020 werd verwacht. Tegelijkertijd zijn de WW-premie ontvangsten ook fors lager. Dat komt omdat het kabinet tijdens 2021 heeft besloten om de WW-premie gedurende het jaar te verlagen. Desondanks hebben de WW-fondsen een positief exploitatiesaldo.
Vermogenspositie
In tabel 120 worden de vermogensposities van de sociale fondsen vermeld. Hierbij zijn wederom de arbeidsongeschiktheidsfondsen en de werkloosheidsfondsen geïntegreerd weergegeven. Het aanwezige vermogen neemt jaarlijks toe of af met het exploitatiesaldo (zie tabellen 118 en 119). Net als het exploitatiesaldo is ook de vermogenspositie grotendeels gebaseerd op cijfers van het CPB (CEP 2022). De vermogensposities sluiten daarom niet precies aan op de jaarverslagen van UWV en de SVB.
Feitelijk vermogen ultimo 2020 | Exploitatiesaldo 2021 | Feitelijk vermogen ultimo 2021 | |
---|---|---|---|
Ouderdomsfonds (AOW) | 1.326 | 1.316 | 2.642 |
Anw-fonds | 3.150 | ‒ 194 | 2.956 |
Arbeidsongeschiktheidsfondsen | 16.325 | 4.256 | 20.581 |
WW-fondsen | ‒ 6.796 | 781 | ‒ 6.014 |
Totaal sociale fondsen | 14.005 | 6.160 | 20.165 |
Bron: SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2022).
De sociale fondsen hebben eind 2021 naar verwachting een positief vermogen van iets meer dan € 20 miljard. De afgelopen jaren heeft met name het positieve exploitatiesaldo van de arbeidsongeschiktheidsfondsen bijgedragen aan het opgebouwd vermogen. De werkloosheidsfondsen hebben de afgelopen paar jaar een overschot, maar hun vermogenspositie is nog steeds negatief.
De sociale fondsen (en de beheerders, UWV en SVB) zijn onderdeel van de collectieve sector. Een fondstekort of -overschot houden ze aan op een rekening-courant bij het Rijk. De sociale fondsen kunnen daardoor altijd over voldoende middelen beschikken. Dat is ook nodig, omdat het recht op een uitkering niet afhankelijk is van de geraamde uitgaven. Als iemand recht heeft op een uitkering, dan wordt deze dus betaald, ongeacht de vermogenspositie van het fonds. Omdat de sociale fondsen onderdeel van de collectieve sector zijn, zijn de uitgaven en ontvangsten van de fondsen (en dus het exploitatiesaldo) onderdeel van het EMU-saldo, en de EMU-schuld.