Activa | 31-12-2022 | 31-12-2021 | Passiva | 31-12-2022 | 31-12-2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||
1) Uitgaven ten laste van de begroting | 2.843.511 | 2.541.945 | 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting | 2.843.511 | 2.541.945 | |
3) Liquide middelen | 0 | 0 | ||||
4) Rekening-courant RHB1 | 0 | 0 | 4a) Rekening-courant RHB | 0 | 0 | |
5) Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a) Begrotingsreserves | 0 | 0 | |
6) Vorderingen buiten begrotingsverband | 0 | 0 | 7) Schulden buiten begrotingsverband | 0 | 0 | |
8) Kas-transverschillen | 0 | 0 | ||||
Subtotaal intra-comptabel | 2.843.511 | 2.541.945 | Subtotaal intra-comptabel | 2.843.511 | 2.541.945 | |
Extra-comptabele posten | ||||||
9) Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a) Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |
10) Vorderingen | 0 | 0 | 10a) Tegenrekening vorderingen | 0 | 0 | |
11a) Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 110 Schulden | 0 | 0 | |
12) Voorschotten | 7.955.885 | 7.611.696 | 12a) Tegenrekening voorschotten | 7.955.885 | 7.611.696 | |
13a) Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 0 | 13) Garantieverplichtingen | 0 | 0 | |
14a) Tegenrekening andere verplichtingen | 35 | 10.091 | 14) Andere verplichtingen | 35 | 10.091 | |
15) Deelnemingen | 0 | 0 | 15a) Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |
Subtotaal extra-comptabel | 7.955.920 | 7.621.787 | Subtotaal extra-comptabel | 7.955.920 | 7.621.787 | |
Totaal | 10.799.431 | 10.163.732 | Totaal | 10.799.431 | 10.163.732 |
Toelichting behorende bij de saldibalans per 31 december 2022 van het provinciefonds
Hierna worden de saldibalansposten toegelicht. De nummering van de toelichting komt overeen met die van de saldibalansposten
Ad 1. Uitgaven ten laste van de begroting en Ad 2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten voor 2022 zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2022 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 12. Voorschotten
Hieronder zijn de betaalde voorschotten opgenomen voor nog niet definitief vastgestelde uitkeringen aan provincies. De provincies ontvangen, als gevolg van de wet, voorschotten tot het bedrag waar ze vermoedelijk recht op hebben. Uitkeringen aan de provincies worden na afloop van het uitkeringsjaar via beschikkingen en een algemene maatregel van bestuur definitief vastgesteld. Het totaalbedrag van de betaalde voorschotten bestaat volledig uit voorschotten aan provincies op de algemene uitkering en de decentralisatie-uitkeringen. Het bedrag is in tabel 5 gespecificeerd en daaronder nader toegelicht.
31-12-2022 | 31-12-2021 | |
---|---|---|
Algemene uitkering | ||
2019 | 0 | 2.146.168 |
2020 | 2.299.076 | 2.299.076 |
2021 | 2.433.693 | 2.423.793 |
2022 | 2.757.786 | 0 |
subtotaal | 7.490.555 | 6.869.037 |
Decentralisatie-uitkeringen | ||
2019 | 0 | 352.886 |
2020 | 271.797 | 271.797 |
2021 | 117.976 | 117.976 |
2022 | 75.557 | 0 |
subtotaal | 465.330 | 742.659 |
TOTAAL | 7.955.885 | 7.611.696 |
Algemene uitkering
Dit onderdeel van de tabel vergelijkt voor de algemene uitkering de voorschotten per 31 december 2022 waarvoor per uitkeringsjaar de beschikking nog niet definitief is opgemaakt met de voorschotten waarvoor geldt dat de definitieve beschikking voor het desbetrefende uitkeringsjaar per 31 december 2021 nog niet was opgemaakt.
Decentralisatie-uitkeringen
De voorschotten voor de decentralisatie-uitkeringen op de saldibalans van het provinciefonds hebben veelal een bijzonder karakter. Bij een beperkt aantal uitkeringen staat de hoogte van de uitkering niet vooraf vast of dient over de betaling nog een afrekening plaats te vinden. Bij een groot deel van deze uitkeringen wordt echter vooraf door het beleidsdepartement precies bepaald welke bedragen aan welke begunstigden worden uitbetaald. De begunstigden hoeven ook geen verantwoording af te leggen over de (wijze van) besteding van de uitkering. Het provinciefonds is hierbij slechts een loket waarlangs de verstrekkingen lopen. Desondanks worden alle betalingen uit hoofde van deze uitkeringen op de saldibalans van het provinciefonds als voorschot verantwoord tot het moment waarop de verdeling over medeoverheden definitief wordt vastgesteld door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).
voorschotten per 01-01-2022 | 7.611.696 | |
---|---|---|
ontstaan in 2022 | 2.843.243 | |
afgerekend in 2022 | 2.499.054 | |
voorschotten per 31-12-2022 | 7.955.885 |
De stand openstaande voorschotten is per saldo toegenomen ten opzichte van de stand ultimo 2021. Een toename van de openstaande voorschotten heeft plaatgevonden voor de algemene uitkering voor de jaren 2021 en 2022 en de decentralisatie- uitkeringen voor het jaar 2022. Een afname heeft plaatsgevonden doordat de AMvB, waarmee de decentralisatie-uitkeringen uit 2019 worden vastgesteld, in 2022 is gepubliceerd. En doordat de algemene uitkeringen uit 2019 via beschikkingen zijn vastgesteld.
Ad 14. Andere verplichtingen
Onder deze post zijn de openstaande betalingsverplichtingen uit hoofde van de algemene uitkering, de decentralisatie-uitkeringen en de onderzoeken verdeelsystematiek opgenomen. Het bedrag is in tabel 7 gespecificeerd.
Omschrijving | Openstaande verplichtingen per 1-1-2022 | Aangegane verplichtingen in 2022 (excl. positieve bijstellingen) | Tot betaling gekomen in 2022 | Bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | Openstaande verplichtingen per 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|
Onderzoeken verdeelsystematiek | 184 | 114 | 268 | 0 | 30 |
Algemene uitkering | 9.900 | 2.757.786 | 2.767.686 | 0 | 0 |
Decentralisatie-uitkeringen | 6 | 75.557 | 75.557 | ‒ 1 | 5 |
Totaal | 10.090 | 2.833.457 | 2.843.511 | ‒ 1 | 35 |