Base description which applies to whole site

8.1 Saldibalans Nationale Schuld IXA

Tabel 59 Saldibalans per 31 december 2023 Nationale Schuld (IXA) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

 

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1

Uitgaven ten laste van de begroting

57.765.549

 

37.901.634

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

70.982.059

 

79.586.833

3

Liquide middelen

2

 

2

3

Liquide middelen

0

 

0

4

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

9.286.799

 

37.366.172

4a

Rekening-courant RHB

0

 

0

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a

Begrotingsreserves

0

 

0

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

379.893

 

368.903

7

Schulden buiten begrotingsverband

12.120.927

 

16.438.120

8

Kas-transverschillen

15.670.743

 

20.388.243

     
          

Subtotaal intra-comptabel

83.102.986

 

96.024.953

Subtotaal intra-comptabel

83.102.986

 

96.024.953

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

18.592.675

 

14.270.192

10a

Tegenrekening vorderingen

18.592.675

 

14.270.192

11a

Tegenrekening schulden

484.656.567

 

459.849.350

11

Schulden

484.656.567

 

459.849.350

12

Voorschotten

0

 

0

12a

Tegenrekening voorschotten

0

 

0

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

0

 

0

14

Andere verplichtingen

0

 

0

15

Deelnemingen

0

 

0

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

503.249.242

 

474.119.542

Subtotaal extra-comptabel

503.249.242

 

474.119.542

          

Totaal

586.352.228

 

570.144.495

 

Totaal

 

586.352.228

 

570.144.495

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaal­ tellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2023. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2023. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn twee rekening-courant verhoudingen: het Agentschap (artikel 11) en het geïntegreerd middelen beheer (GMB, artikel 12). De bedragen zijn per 31 december 2023 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 60 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2023

Ultimo 2022

Te ontvangen rente op swaps

107.180

168.444

Vooruitbetaalde disconto

204.724

98.341

Te ontvangen rente vlottende schuld

17.431

60.774

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

50.558

41.344

Totaal

379.892

368.903

Te ontvangen rente op swaps

Deze post betreft de opgelopen rente die de staat nog tegoed heeft van de tegenpartijen. Als gevolg van de huidige samenstelling van de swapporte­ feuille ontvangt de staat per saldo rente op de swapportefeuille. Doordat de omvang van de portefeuille van renteswaps is gedaald, is de post te ontvangen rente op swaps afgenomen.

Vooruitbetaalde disconto

Deze post betreft de te vergoeden (disconto)rente bij de uitgifte van schatkistpapier (DTC’s). Schatkistpapier is discontopapier, dat wil zeggen dat aan het einde van de looptijd de nominale waarde wordt terugbetaald. De aankoopprijs is de nominale waarde verrekend met de te vergoeden (disconto)rente. Gedurende de looptijd wordt het disconto toegerekend aan de rentelasten.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 61 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2023

Ultimo 2022

Te realiseren agio

6.085.446

11.457.509

Te betalen rente onderhandse leningen

2.269

2.867

Te betalen rente openbare schuld

3.938.316

4.355.990

Te betalen rente op swaps

84.445

44.432

Te betalen rente vlottende schuld

4.330

51.256

Derden van het Agentschap

346.676

398.466

Te betalen rente m.b.t. GMB

1.659.443

127.599

Totaal

12.120.926

16.438.119

Te realiseren agio

Het uitstaande saldo (€ 6,1 mld.) heeft betrekking op in het verleden gerea­ liseerde agio bij uitgifte vaste schuld. In 2023 lag bij de uitgifte van leningen het effectieve rendement boven de couponrente, waardoor de staat leningen met disagio heeft uitgegeven. De post ‘te realiseren agio’ is hierdoor afgenomen.

Te betalen rente openbare schuld

Deze post betreft de opgelopen rente die de staat nog moet betalen aan de tegenpartijen m.b.t. de uitgegeven staatsleningen (DSL’s).

Te betalen rente op swaps

Deze post betreft de opgelopen rente die de staat nog moet betalen aan de tegenpartijen. De te betalen rente op swaps is toegenomen doordat de korte rente, die over de variabele delen van de receiverswaps betaald moet worden, in 2023 verder is gestegen.

Derden van het Agentschap

De post derden van het Agentschap bestaat voor het grootste deel uit het onderpand in contanten dat uit hoofde van derivatencontracten is gestald bij het Agentschap.

Te betalen rente mbt GMB

Deze post betreft de rente die de staat nog moet betalen aan de deelnemers van schatkistbankieren over het saldo dat zij aanhouden op de rekeningen-courant en deposito’s. De te betalen rente is toegenomen omdat het rentepercentage in 2023 verder is gestegen. Daarnaast is ook het saldo van aangehouden middelen in 2023 toegenomen.

8. Kas-transverschillen

Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven of ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentelasten en -baten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat ze zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten bij Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast. Dit bedrag is het saldo van alle posten in de tabellen ‘Vorderingen buiten begro­tingsverband’ en ‘Schulden buiten begrotingsverband’ van het voorgaande jaar, behalve het gestalde onderpand dat in de post Derden van het Agentschap is opgenomen. De onderpanden worden niet meegenomen in het kas-transverschil omdat voor deze post alle boekingen op kasbasis zijn waardoor geen kas-transverschillen ontstaan.

Tabel 62 Kas-transverschillen (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Bedrag

Vorderingen buiten begrotingsverband ultimo 2023

369

Te ontvangen rente op swaps

168

Vooruitbetaalde disconto

98

Te ontvangen rente vlottende schuld

61

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

41

Schulden buiten begrotingsverband ultimo 2023

16.040

Te realiseren agio

11.458

Te betalen rente onderhandse leningen

3

Te betalen rente openbare schuld

4.356

Te betalen rente op swaps

44

Te betalen rente vlottende schuld

51

Te betalen rente m.b.t. GMB

128

Totaal kas-transverschillen 2023

15.671

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 63 Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2023

Ultimo 2022

Loans

450.000

450.000

GCP Basket

1.050.000

0

Deposit lend

2.000.000

100.000

Buy Sell Back (BSB)

225.259

0

Verstrekte leningen Agentschappen

8.678.805

8.119.233

Verstrekte leningen RWT's en derden

6.188.610

5.600.959

Totaal

18.592.675

14.270.192

De grootste vorderingen zijn verstrekte leningen aan agentschappen, RWT’s en derden: instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd midde­ lenbeheer. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de staat op de deelnemers. Deze vorderingen bedragen ultimo 2023 € 18,6 mld. Aan de agentschappen is € 8,7 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,6 mld. ten opzichte van de stand ultimo 2022. Aan RWT’s en derden is € 6,2 mld. uitgeleend, eveneens een stijging van € 0,6 mld. ten opzichte van 2022. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de agentschappen circa 22 jaar en bij RWT’s circa 19 jaar. GCP Basket en deposit lend zijn geldmarktinstrumenten. Dit betreffen vorderingen met een korte looptijd. Het Agentschap maakt hiervan gebruik om over voldoende middelen te beschikken voor het financieren van de aflossingen in januari 2024. ‘Loans’ betreft de vordering die de Nederlandse staat nog op ABN AMRO heeft. Bij Buy Sell Backtransacties zet de staat middelen uit op de geldmarkt waarbij de staat schuldpapier koopt wat op een later moment weer wordt verkocht aan dezelfde tegenpartij.

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 64 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbare vorderingen

 

Op termijn opeisbare vorderingen

18.592.675

Geconditioneerde vorderingen

 

Totaal

18.592.675

11. Schulden

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 65 Schulden (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2023

Ultimo 2022

Vaste schuld1

  

Dutch State Loans

370.113.793

355.471.983

Private loans

169.118

202.823

   

Vlottende schuld

  

Dutch treasury certificates

24.280.000

25.350.000

Deposit borrow

2.500.000

250.000

Sell Buy Back (SBB)

456.380

212.923

Cash Depo USD in EUR

0

243.043

Commercial Paper foreign currency in EUR

6.638.295

21.175.319

Euro Commercial Paper

2.139.000

1.733.000

RC Agentschappen

4.117.517

4.008.771

RC RWT’s en derden

21.432.083

19.127.535

RC decentrale overheden

14.745.923

12.829.567

RC sociale fondsen

34.456.107

14.520.539

   

Deposito’s

  

Deposito’s Agentschappen

0

0

Deposito’s RWT’s en derden

1.301.850

1.808.548

Deposito’s decentrale overheden

2.306.500

2.915.300

Totaal

484.656.566

459.849.350

1

De vaste schuld bestaat uit financiële transacties met een oorspronkelijke looptijd van > 1 jaar.

De schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotings­ verband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. De vaste schuld betreft voornamelijk de Dutch State Loans (€ 370,1 mld.). en de vlottende schuld betreft voornamelijk de Dutch treasury certificates (€ 24,3 mld.). Verder maakt het Agentschap gebruik van diverse geldmarktinstrumenten: Deposit borrow, CP (Commercial Paper) foreign currency, ECP (Euro Commercial Paper) en Sell Buy Backtransacties. Dit betreffen schulden met een korte looptijd. Het wisselkoersrisico op Commercial Paper (CP) in buitenlandse valuta wordt altijd direct afgedekt met behulp van valutaswaps. Bij Sell Buy Backtransacties leent de staat middelen op de geldmarkt waarbij de staatschuldpapier verkoopt wat op een later moment weer wordt gekocht door dezelfde tegenpartij. Daarnaast bevatten de schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer. Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de schatkist. Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De uitstaande deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. De agent­schappen hielden eind 2023 € 4,1 mld. aan op hun rekeningen-courant, ze hadden geen deposito’s. Het rekening-courantsaldo van RWT’s en derden nam in 2023 toe met € 2,3 mld. naar € 21,4 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam af met € 0,5 mld. naar € 1,3 mld. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden nam in 2023 toe met € 1,9 mld. naar € 14,7 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam af met € 0,6 mld. naar € 2,3 mld. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2023 uitstaande deposito’s van de RWT’s was circa 1 jaar en bij decentrale overheden circa 7 jaar.

Sociale Fondsen

De RC-saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen wat met name toe te schrijven is aan de mate van onder- en overdekking van de desbetreffende premies. Het totale saldo van de sociale fondsen is eind 2023 € 19,9 mld. hoger dan het saldo eind 2022.

Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2023 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.

Tabel 66 Specificatie van de vaste schuld naar jaar van uitgifte1 per 31 december 2023 (bedragen x € 1 mln.)

Jaar van uitgifte

 

Openbaar

 

Onderhands

 

Totaal

 

1998

13.028,4

 

18,2

 

13.046,5

1999 t/m

2004

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2005

17.977,4

 

0,0

 

17.977,4

 

2006

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2007

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2008

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2009

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2010

18.839,9

 

151,02

 

18.990,9

 

2011

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2012

15.507,9

 

0,0

 

15.507,9

 

2013

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2014

37.875,3

 

0,0

 

37.875,3

 

2015

19.925,2

 

0,0

 

19.925,2

 

2016

18.964,1

 

0,0

 

18.964,1

 

2017

33.034,2

 

0,0

 

33.034,2

 

2018

19.331,9

 

0,0

 

19.331,9

 

2019

27.906,0

 

0,0

 

27.906,0

 

2020

47.600,2

 

0,0

 

47.600,2

 

2021

38.123,9

 

0,0

 

38.123,9

 

2022

37.057,6

 

0,0

 

37.057,6

 

2023

24.941,9

 

0,0

 

24.941,9

Totaal

 

370.113,8

0,0

169,1

 

370.282,9

1

Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.

2

Verplichtingen uit hoofde van schuldtitels uitgegeven door het land Nederlandse Antillen en het eilandgebied Curaçao, overgenomen door de Nederlandse staat per 10 oktober 2010.

Licence