Het doel van het Nationaal Groeifonds
Het doel van het Nationaal Groeifonds is het beschikbaar stellen van financiële middelen voor extra investeringen om het duurzaam verdienvermogen van Nederland op lange termijn te verhogen. Met «duurzaam verdienvermogen» wordt bedoeld: het bruto binnenlands product (de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten) dat Nederland op de lange termijn op structurele basis kan genereren, met oog voor een economische, sociale en milieuvriendelijke duurzame toekomst voor de aarde en voor huidige en toekomstige generaties. Daarbij wordt uitgegaan van een tijdshorizon van twintig tot dertig jaar. De investeringen moeten betrekking hebben op het gebied van (1) kennisontwikkeling of (2) onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Deze twee gebieden vormen de reikwijdte van het fonds.
Huidige verdeling van het NGF-budget
Bij de introductie van het Nationaal Groeifonds werd een bedrag van € 20 mld beschikbaar gesteld, verspreid over de periode 2021-2025. De huidige verdeling van die middelen is weergegeven in tabel 1. Dit is de stand van zaken van februari 2024. Dat betekent dat in dit overzicht ook de uitkomst van de derde ronde is meegenomen, die budgettair verwerkt is in de ontwerpbegroting 2024. Hier is voor gekozen om een zo recent mogelijk beeld te geven. De realisatiecijfers van de via de departementale route toegekende middelen geven evenwel de stand van zaken tot en met 31 december 2023. Tot slot is sinds februari 2024 het definitief toegekende bedrag via de subsidieroute bekend, namelijk € 139,9 mln. In de ontwerpbegroting 2024 werd daar nog het bedrag van € 168,1 mln vermeld, toen nog onder voorbehoud van detailcheck RVO en besluit van Minister EZK. Ook hier is ervoor gekozen om dit definitieve bedrag op te nemen in de tabel, wederom om een zo recent mogelijk beeld te geven.
Initieel budget | 20.000 | |
---|---|---|
Departementale route | ||
Toegekend | ‒ 4.745,9 | |
waarvan verplicht door departementen | ‒ 2.152,8 | 45% |
waarvan uitgegeven door departementen | ‒ 706,1 | 15% |
Voorwaardelijk toegekend | ‒ 3.754,1 | |
Gereserveerd | ‒ 3.108,4 | |
Subsidieroute | ||
Toegekend | ‒ 139,9 | |
Aapparaatskosten | ‒ 51,9 | |
Overige mutaties | ||
Loon- en prijsbijstelling 2022 | 697,1 | |
Loon- en prijsbijstelling 2023 | 908,7 | |
Verlaging Voorjaarsnota 2022 | ‒ 660,0 | |
Verlaging APB 2023 | ‒ 381,0 | |
Verlaging Voorjaarsnota 2023 | ‒ 451,4 | |
Verlaging Miljoenennota 2024 | ‒ 115,0 | |
Verlaging amendement Belastingplan 2024 | ‒ 1.212,0 | |
Nog beschikbaar | 6.986,2 |
Via de departementale route is inmiddels € 4,8 mld toegekend (inclusief de uitkomst van de derde ronde, die budgettair verwerkt is in de ontwerpbegroting 2024). Van deze middelen is tot en met 2023 € 2,1 mld (43% van de toegekende middelen) verplicht en € 705,6 mln (15% van de toegekende middelen) uitgegeven door departementen. Kanttekening hierbij is dat de middelen die toegekend zijn in de derde ronde logischerwijs in 2023 niet verplicht of uitgegeven konden worden, aangezien ze verwerkt zijn in de ontwerpbegroting 2024. Verder is nu in totaal € 3,8 mld voorwaardelijk toegekend en € 3,1 mld gereserveerd.
Via de subsidieroute werd het inmiddels definitief geworden bedrag van € 139,9 mln toegekend.
De totale apparaatskosten bedragen op dit moment € 51,9 mln. In 2021 en 2022 bedroegen de apparaatskosten respectievelijk € 5,1 mln en € 5,7 mln. Bij de omzetting van de niet-departementale begroting naar een begrotingsfonds (bij ontwerpbegroting 2023) werd vervolgens eenmalig € 38,1 mln aan apparaatskosten overgeboekt naar EZK voor de periode 2021-2025. Ook werd € 0,7 mln overgeheveld naar J&V voor uitvoeringskosten omtrent de Wet Nationaal Groeifonds. In 2023 bleken er voor de uitvoering van de subsidieregeling door RVO meer middelen nodig te zijn. Er is daarvoor € 2,6 mln overgeboekt naar EZK. Tot slot werd € 0,3 mln vanaf de EZK-begroting teruggeboekt naar de NGF-begroting. Dit was het overschot van het uitvoeringsbudget van EZK voor het NGF voor 2023. Dit maakt samen € 51,9 mln.
Tot slot is er tot nu toe tweemaal loon- en prijsbijstelling bijgeschreven en hebben er enkele verlagingen plaatsgevonden. In 2023 werden bij de Voorjaarsnota de middelen voor het Nationaal Groeifonds met € 451,4 mln verlaagd in verband met de rijksbrede dekkingopgave voor Groningen en de opgelopen rentelasten. In de Miljoenennota 2024 is aangekondigd dat € 115 mln uit het fonds wordt ingezet ten behoeve van het Fonds Economische Veiligheid. Daarnaast heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd de accijnsverhoging op benzine, diesel en LPG te bevriezen in 2024. Ter dekking voor dit plan is € 1,2 mld uit het Nationaal Groeifonds aangewend.
Op basis van het voorgaande is er – gebaseerd op de besluitvorming tot en met de vaststelling van de begroting voor 2024 – nog € 7,0 mld beschikbaar in het Nationaal Groeifonds.
Belangrijke ontwikkelingen in 2023
Uitkomst derde ronde en omzettingen
Vanaf 2023 was het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kan op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd).
In totaal zijn 47 voorstellen ingediend, waarvan 27 voorstellen via de departementale route en 20 via de subsidieroute. In totaal zijn in deze ronde 18 voorstellen positief beoordeeld, waarvoor het kabinet maximaal € 4 mld uittrekt. Deze uitkomst is budgettair verwerkt in de ontwerpbegroting 2024.
Daarnaast werden er in de 1e suppletoire begroting 2023 zes omzettingen verwerkt (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9 en Kamerstuk 36 250 XIX, nr. 3).
Tussenevaluatie Nationaal Groeifonds
In 2023 is het Nationaal Groeifonds tussentijds geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor de governance van het NGF. Voor een effectmeting van de projecten is het nog te vroeg. Ondanks dat het fonds snel is opgezet, hebben de onderzoekers geconstateerd dat er tijdens het proces geleerd is en aanpassingen zijn gedaan, wat heeft bijgedragen aan de effectiviteit van het fonds. Daarbij is ook nauwlettend rekening gehouden met de lessen van het Fonds Economische Structuurversterking (FES). De onderzoekers concluderen dat het NGF in algemene zin rechtmatig, doelmatig en doeltreffend functioneert. Desalniettemin zijn er een aantal aanbevelingen, waaraan op dit moment opvolging wordt gegeven (Kamerstuk 36 410-L, nr. 7). Ook zijn er verbeteringen doorgevoerd in de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds.