Base description which applies to whole site

3 Duurzaam wonen voor iedereen

Volkshuisvesting is terug van weggeweest als kerntaak van de overheid. In de Nationale Woon- en Bouwagenda en de zes afzonderlijke programma’s voor de volkshuisvesting hebben we in 2022 ambitieuze doelstellingen neergezet. We willen ervoor zorgen dat er meer betaalbare woningen komen, dat woonlasten beter te dragen zijn, dat woningen duurzamer worden en dat kwetsbare wijken meer perspectief krijgen. We willen ook zorgen voor voldoende woningen voor aandachtsgroepen en ouderen. Hieronder wordt aangegeven welke stappen we met deze programma’s in 2023 hebben gezet.

Woningbouw

Ondanks de tegenwind door een hogere rente zijn er in 2023 88.000 nieuwe woningen toegevoegd, bijna evenveel als in 2022. Deze kabinetsperiode (2022 en 2023 samen) zijn al 178.000 van de 981.000 woningen, die van 2022 tot en met 2030 nodig zijn, gerealiseerd. De bouwopgave is groter geworden door de hogere groei van het aantal huishoudens. Voor de periode 2022 tot en met 2030 zijn er plannen voor totaal 1.075.000 nieuwe woningen (incl. uitbreiding woningvoorraad 2022) (Kamerstukken II 2023/24, 32 847, nr. 1134). 48 % van de woningbouwplannen voor de komende 5 jaar behoort tot de harde plannen. Voor deze plannen geldt dat de locaties, wat betreft planstatus, gereed zijn om gebouwd te worden.

We hebben met 35 regio’s woondeals gesloten over de bouw van 936.000 woningen, waarvan ongeveer twee derde betaalbaar. Eind 2023 hebben we afspraken gemaakt met de woondealregio’s over de extra opgave voor de woningbouw.

Om sneller van initiatief naar realisatie te gaan zijn in 2023 de landelijke versnellingstafels van start gegaan. Zo pakken we knelpunten aan en halen we plannen naar voren zoals een straatje erbij en het optoppen van bestaande woningen. Om te komen tot een efficiëntere werkwijze is een pilot met het parallel schakelen van de planning gestart. Door stappen waar mogelijk gelijktijdig te zetten in plaats van opeenvolgend kan het bouwtraject worden versneld.

Verder is gestart met de vijfde tranche van de woningbouwimpuls (WBI), waarmee 20.000 woningen worden gerealiseerd, waarvan 68 % betaalbaar. De zesde tranche werd eind 2023 opengesteld. Ook wordt met de Startbouwimpuls een bijdrage geleverd aan de bouw van 31.000 woningen. Daarnaast is de tweede tranche van het Volkshuisvestingsfonds opengesteld.

Tevens hebben wij afspraken gemaakt in de bestuurlijke overleggen leefomgeving over het bereikbaar maken en ontsluiten van 400.000 nieuwe woningen tot en met 2030 in de zeventien grootschalige NOVEX-locaties en daarbuiten met de 105 projecten in heel Nederland. Voor het afdekken van het publieke tekort op de gebiedsontwikkeling in deze zeventien locaties is een gebiedsbudget grootschalige gebieden beschikbaar gesteld, wat bijdraagt aan de realisatie van circa 240.000 woningen.

De realisatie van flexwoningen in 2023 bleef achter bij de verwachtingen, maar de opdracht voor 2.000 woningen aan het Rijksvastgoedbedrijf en de collectieve inkoop via de Aedes raamcontracten hebben wel gezorgd voor een impuls voor de bouw van flexwoningen.

Betaalbaarheid

In 2023 zijn een aantal maatregelen in werking getreden, waardoor de huur voor veel mensen betaalbaarder was. Dit betrof de maximering van de huurprijsstijging die we hebben aangepast om de effecten van de toegenomen inflatie te dempen, de verhoging van de huurtoeslag (koopkrachtbesluit 2022) en de huurverlaging die in de Nationale Prestatie Afspraken is afgesproken.

In 2023 mochten verhuurders in de sociale huursector de huren met maximaal 3,1 % verhogen. De gerealiseerde huurverhoging lag daar nog 2,5 % onder: gemiddeld 0,5 % huurstijging voor het gehele gereguleerde huursegment, ruim 9 % lager dan de inflatie.

De huren voor zittende bewoners in de corporatiesector daalden zelfs met 0,3% (bij overige verhuurders van sociale huurwoningen steeg de huur 3,7%). Dit komt mede omdat de huur van circa 600.000 huishoudens met een inkomen onder 120% van het minimum inkomensijkpunt uit de huurtoeslag, per 1 juli 2023 is verlaagd met gemiddeld € 57 naar € 575.

Met het wetsvoorstel Betaalbare huur wordt de huurregeling uitgebreid tot het middensegment en wordt het woningwaarderingsstelsel dwingend gemaakt. Hierdoor zal het aantal betaalbare huurwoningen binnen de woningvoorraad toenemen. Het wetsvoorstel is in 2023 in consultatie geweest. Het wetsvoorstel is naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2023/24, 36 496, nr. 2).

Een thuis voor iedereen

Het programma een Thuis voor iedereen heeft als doel dat voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding.

Nog steeds heeft twee derde van de gemeenten een sociale huurvoorraad van de corporatiesector die lager ligt dan het landelijk gemiddelde (26%) en zijn de verschillen tussen gemeenten onverminderd groot. De Wet Versterking regie volkshuisvesting moet er onder meer toe leiden dat er beter gestuurd wordt op meer balans in de woonvoorraad. Met de invoering van deze wet wordt er ook voor gezorgd dat de meest urgente groepen in alle gemeenten met voorrang een woning krijgen en er afspraken komen over een evenwichtige verdeling. Het gaat hierbij om de meest kwetsbare mensen, zoals slachtoffers van mensenhandel en mensen in de maatschappelijke opvang. Op het wetsvoorstel is een advies uitgebracht door de Raad van State. Het wetsvoorstel is op 6 maart 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2023/24, 36 512, nr. 2).

Vooruitlopend op dit wetsvoorstel is in 2023 in de woondeals afgesproken dat er tot en met 2030 290.000 sociale huurwoningen worden gebouwd. Deze woningen zijn onder andere bedoeld voor mensen uit de aandachtsgroepen. Met de vierde en tevens laatste tranche van de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen kunnen gemeenten 1.432 permanente woonruimten en 2.867 flexwoningen realiseren voor aandachtsgroepen. Het hoge animo voor deze regeling laat de behoefte vanuit gemeenten zien. Daarom is een onderzoek gestart naar de behoefte aan een vervolg op de regeling.

Wonen en zorg voor ouderen

Met het programma «Wonen en zorg voor ouderen» willen we tot en met 2030 minstens 290.000 woningen voor ouderen realiseren (170.000 nultredenwoningen, 80.000 geclusterde woonvormen en 40.000 verpleegzorgplekken). Om dit te bereiken wordt er meer regie op ouderenhuisvesting gevoerd. Hiertoe zijn in 2023 in elke provincie regionale actietafels ingericht, is het aanjaagteam ingezet en is er een uitgebreid informatiepakket met verschillende partijen gedeeld. De uitkomsten van dit proces worden meegenomen in de herijking van de woondeals.

Om de bouw van zorggeschikte woningen ook in het sociale segment te stimuleren is de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen per 15 september 2023 opengesteld.

De subsidieregeling voor ontmoetingsplekken voor ouderenhuisvesting is in 2023 volledig benut. Hiermee worden in de komende jaren 195 ontmoetingsruimten gerealiseerd. We bevorderen een gezonde leefstijl en beweging bij ouderen met een uitkering aan gemeenten op basis van het gezond leven akkoord voor maatregelen in de fysieke omgeving.

Naast een passend aanbod willen we ook de doorstroming naar een passende woning stimuleren. Hiervoor is een publiekscampagne voorbereid en middels verschillende handreikingen informatie verstrekt aan gemeenten en corporaties.

Verduurzaming

Investeren in verduurzaming van woningen en gebouwen via goede isolatie, een (hybride) warmtepomp en/of zonnepanelen heeft voor bewoners grote voordelen. Een duurzaam huis of gebouw verlaagt immers de energierekening en verhoogt de waarde van het pand en het comfort. Verduurzaming is ook nodig om de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Daarom is het van belang de komende jaren zoveel mogelijk natuurlijke momenten voor verduurzaming te benutten, zowel op collectief als individueel niveau. Bijvoorbeeld bij wijkverbeteringen, grootschalige renovaties, bij verhuizingen en verbouwingen, en bij het vervangen van een oude gasgestookte mono cv-ketel. In het Programma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) zijn hiertoe meerdere actielijnen uitgewerkt.

Wij hebben in het voorjaar van 2023 de eerste voortgangsrapportage van het PGVO gepresenteerd (Kamerstukken II 2022/23 32 847, nr. 1048). Daaruit blijkt dat, mede aangejaagd door de hoge energieprijzen, er een aanzienlijke versnelling heeft plaatsgevonden als het gaat om de verduurzaming in de gebouwde omgeving. Zo verdubbelde het aantal subsidieverleningen voor isolatie en warmtepompen ten opzichte van voorgaande jaren. Het zogenoemde individuele spoor uit het PGVO, gericht op isolatie en verduurzaming van koop- en huurwoningen, loopt dan ook goed. Daarnaast zijn in 2023 stappen gezet als het gaat om de gebiedsgerichte aanpak. Het wetsvoorstel gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) dat gemeenten het instrumentarium moet bieden om wijken aan te wijzen waarvan de levering van het aardgas wordt beëindigd, is bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstukken II 2022/23, 36 387, nr. 1 en nr. 2 en nr. 3) en is in behandeling.

In 2023 zijn bovendien extra middelen ingezet om lagere- en middeninkomens te ondersteunen bij het nemen van verduurzamingsmaatregelen, zodat die inkomensgroepen hiervan beter kunnen profiteren (klimaatrechtvaardigheid). Dat gebeurt onder meer via het Nationaal Isolatieprogramma voor eigenaren van koopwoningen in kwetsbare wijken met veel energiearmoede, via het warmtefonds met maatwerkfinanciering voor degenen zonder leenruimte, en via de gemeentelijke aanpak van energiearmoede waaronder ondersteuning door energiefixers.

De opgaven voor de gebouwde omgeving zijn groot terwijl de arbeidsmarkt nog altijd tekorten kent. Dat vraagt, zowel in de woningbouw als in de verduurzaming, om een bouwsector die daarvoor toegerust is. Samen met de bouw- en techniek sector wordt daarom ingezet op sneller, en duurzamer (ver)bouwen. In de brief aan de Tweede Kamer over het structureel opschalen van de verbouwcapaciteit (Kamerstukken II 2022/23, 32 847 nr. 1045) hebben we geschetst welke stappen de sector zet met industrialisatie, standaardisatie, digitalisering, circulair en biobased bouwen. En welk perspectief we bieden om deze ontwikkeling te versnellen. Zo is het programma Verbouwstromen gestart, dat opdrachtgevers, aanbieders en medeoverheden ondersteunt bij de industriële en gestandaardiseerde verduurzaming van woningen. Hierdoor kunnen kansrijke samenwerkingsverbanden groeien tot gezamenlijke renovatieprogramma’s.

Leefbaarheid en veiligheid

In een aantal gebieden in Nederlandse steden staat de leefbaarheid steeds meer onder druk. Hier is sprake van een concentratie en stapeling van problemen op het gebied van onderwijs, werkloosheid, armoede, gezondheid, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, veiligheid en georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) streeft ernaar om de leefsituatie en het perspectief van bewoners van de kwetsbaarste gebieden te verbeteren. We zetten hierbij in op drie actielijnen: het verbeteren van de fysieke leefomgeving, het bieden van perspectief en het vergroten van veiligheid. Dit doen we door een gebiedsgerichte langjarige inzet van Rijk, betrokken gemeenten en maatschappelijke en private partners.

Het Volkshuisvestingsfonds is in 2023 ingezet om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren in kwetsbare gebieden. Zo is er primair ingezet op de herstructurering van de particuliere woningvoorraad en secundair op de inrichting van de openbare ruimte en kleinschalige maatschappelijke voorzieningen. Een groot deel van de tranche 2023 is in de twintig focusgebieden ingezet.

Ook hebben we zeven geldstromen van verschillende ministeries bij elkaar gebracht en toegespitst op de twintig focusgebieden van het NPLV. Deze geldstroom heet Kansrijke Wijk. Dit extra geld is beschikbaar voor maatregelen tegen armoede en voor een gezonde leefomgeving, maar ook voor verlengde schooldagen en specifieke maatregelen voor de allerjongste kinderen.

We ontzorgen kwetsbare particuliere woningeigenaren bij het energiezuinig maken van hun woning. Zo is er besloten dat gemeenten bepaalde verduurzamingsmaatregelen mogen voorfinancieren, en mogen gemeenten collectieve uitvoeringsafspraken maken met aannemers. Ook hebben we maatregelen opgesteld om lokale werkzoekenden op te leiden tot «energiefixers» die huisbezoeken afleggen en maatregelen nemen tegen tocht en kou. Zo krijgen bewoners van kwetsbare gebieden een extra kwalificatie én worden de huizen van medebewoners verbeterd.

Veel Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) moeten de verduurzamingsmaatregelen uitvoeren, terwijl deze in kwetsbare wijken vaak inactief zijn of niet de capaciteit hiervoor hebben. Daarom hebben we extra middelen beschikbaar gesteld om VvE’s te ondersteunen bij de verduurzamingsopgave. Dit betreft extra middelen vanuit het Nationaal Isolatieprogramma.

Licence