Base description which applies to whole site

9.1 Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG)

Tabel 25 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap aCBG over het jaar 2023 (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie -/- begroting

Realisatie 2022

Baten

    

- Omzet

67.558

66.022

‒ 1.536

62.976

waarvan omzet moederdepartement

9.323

8.108

‒ 1.215

7.167

waarvan omzet overige departementen

1.070

1.086

16

1.506

waarvan omzet derden

57.165

56.828

‒ 337

54.303

Rentebaten

0

852

852

78

Vrijval voorzieningen

0

0

0

14

Bijzondere baten

0

2

2

0

Totaal baten

67.558

66.876

‒ 682

63.068

     

Lasten

    

Apparaatskosten

66.144

68.084

1.940

60.977

- Personele kosten

51.521

55.245

3.724

48.224

waarvan eigen personeel

44.879

46.931

2.052

40.274

waarvan inhuur externen

5.007

6.593

1.586

6.425

waarvan overige personele kosten

1.635

1.721

86

1.525

- Materiële kosten

14.623

12.839

‒ 1.784

12.753

waarvan apparaat ICT

5.902

4.586

‒ 1.316

4.660

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

8.721

8.253

‒ 468

8.093

ZBO College

748

648

‒ 100

669

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

666

496

‒ 170

430

- Materieel

666

496

‒ 170

430

waarvan apparaat ICT

666

493

‒ 173

429

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

3

3

1

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

0

110

110

860

waarvan dotaties voorzieningen

0

110

110

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

860

Totaal lasten

67.558

69.338

1.780

62.936

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 2.462

‒ 2.462

132

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 2.462

‒ 2.462

132

Tabel 26 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

realisatie (2)

Verschil (3) = (1) + (2)

Realisatie t-1 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Pok/ Wau *

0

0

0

0

- Exploitatiereserve

0

‒ 2.462

‒ 2.462

132

Saldo van baten en lasten

0

‒ 2.462

‒ 2.462

132

Toelichting op de staat van baten en lasten

Opmerking vooraf

Het aCBG is een tarief gefinancierde organisatie en is sterk afhankelijk van aanvragen vanuit de farmaceutische industrie. Bij het indienen van de begroting in het voorjaar is er nog geen volledig zicht op dit werkaanbod. Op basis van een latere inschatting is het jaarplan 2023 opgesteld dat door de pSG in december is goedgekeurd. Ook daarna kan het werkaanbod nog fluctueren. In 2023 is gebleken dat het aanbod van Europese en nationale wetenschappelijke adviezen aanmerkelijk lager was dan najaar 2022 werd verwacht. Ook het aantal aanvragen van consultatieprocedures medische hulpmiddelen was lager dan begroot. Hierdoor zijn de opbrengsten ook lager dan begroot.

COVID-19

De COVID-19 pandemie heeft ook in 2023 nog impact gehad op de hoeveelheid werk binnen het aCBG. Het monitoren van de nieuwe en aangepaste geneesmiddelen in de bestrijding van het coronavirus heeft tot extra werkzaamheden geleid. Het extra werk heeft gezorgd voor een verhoogde werkdruk voor medewerkers van het aCBG. Door het aantrekken van extra medewerkers is deze werkdruk verlaagd tot een verantwoord niveau. Ter dekking van de kosten van de genoemde extra werkzaamheden heeft het aCBG in 2023 het restant van de bijdrage van het ministerie van VWS uit voorgaande jaren gebruikt (€ 1 miljoen).

Resultaat

Het aCBG heeft over 2023 een negatief resultaat behaald van € 2,5 miljoen. Dit wordt verklaard door € 0,7 miljoen lagere baten en € 1,8 miljoen hogere kosten dan begroot. Het verlies van € 2,5 miljoen kan worden opgevangen met het eigen vermogen.

Baten

De € 0,7 miljoen lagere baten ten opzichte van de begroting zijn te verklaren door € 1,2 miljoen lagere bijdragen vanuit het ministerie van VWS en – ondanks de extra werkzaamheden – door € 0,6 miljoen lagere opbrengsten uit procedures en jaarvergoedingen (omzet derden). Daar tegenover staan de rentebaten van € 0,9 miljoen en € 0,3 miljoen meer (subsidie)opbrengsten uit andere bronnen, zoals de Europese Commissie (omzet derden).

De lagere bijdrage moederdepartement komt door een lagere bijdrage voor het programma Informatiehuishouding op Orde. Daarnaast heeft een herplanning plaatsgevonden van de projecten die gedekt worden uit de WaU-middelen. Vanwege de onderlinge afhankelijkheden en onvoldoende (externe) resources om alle geplande activiteiten te kunnen starten en uitvoeren was het noodzakelijk de activiteiten opnieuw te prioriteren en gedeeltelijk door te schuiven naar volgende jaren. Hierdoor zijn in 2023 minder kosten gemaakt (apparaat ICT en overige materiële kosten) dan begroot en zijn de subsidieopbrengsten lager. Op basis van de nieuwe planning is een verzoek tot herschikking van middelen ingediend en afgestemd met het programmabureau WaU.

De lagere omzet uit procedures en jaarvergoedingen komt per saldo door hogere opbrengsten centrale procedures (€ 0,4 miljoen), diergeneesmiddelen (€ 0,5 miljoen) en jaarvergoedingen (€ 0,4 miljoen), maar lagere omzet voor decentrale procedures (€ 1,8 miljoen) en mutual recognition procedures (€ 0,1 miljoen). De instroom aan decentrale procedures was naar verwachting in 2023. Echter, de uitstroom/afronding van zaken bleef achter o.a. als gevolg van de grote hoeveelheid Nitrosamine dossiers en de hoge werkdruk. Ten opzichte van 2022 zijn de opbrengsten uit de procedures en jaarvergoedingen gestegen met € 2,6 miljoen.

Lasten

Door proactief te werven en de sterke toename van de gespaarde IKB-uren in 2023 zijn de kosten eigen personeel € 2,1 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Aan het saldo verlofuren is € 2 miljoen toegevoegd. De kosten van externe inhuur zijn € 1,6 miljoen hoger uitgevallen dan begroot, omdat de inzet van externen nodig bleef voor moeilijk in te vullen vacatures (o.a. op ICT gebied) voor zowel reguliere werkzaamheden als voor de diverse programma’s en projecten. Ten opzichte van 2022 zijn de kosten voor externe medewerkers op hetzelfde niveau gebleven. Door vertraging in de uitvoering van projecten en programma’s met een ICT-component zijn de materiële kosten voor apparaat ICT en de ICT afschrijvingskosten respectievelijk € 1,3 miljoen en € 0,2 miljoen lager uitgevallen. Ook de overige materiële kosten bleven als gevolg hiervan achter.

Tabel 27 Balans per 31 december 2023 van het baten-lasten agentschap aCBG (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

985

495

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

985

495

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

985

495

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

26.763

26.257

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

6.014

6.308

Overige vorderingen en overlopende activa

1.610

1.188

Liquide middelen

19.139

18.761

Totaal activa:

27.748

26.752

 

0

0

Passiva

0

0

Eigen Vermogen

461

2.923

Pok/ Wau reserve

0

0

Exploitatiereserve

2.923

2.791

Onverdeeld resultaat

‒ 2.462

132

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

0

0

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

27.287

23.829

Crediteuren

1.376

1.408

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Overige schulden en overlopende passiva

25.911

22.421

Totaal passiva

27.748

26.752

Toelichting op de balans

Materiële vaste activa

In 2023 is er voor ongeveer € 1 miljoen geïnvesteerd in ICT-middelen. Dit betrof onder andere de vervanging van alle beeldschermen en de audiovisuele apparatuur in de vergaderruimtes.

Debiteuren

De lagere omzet van procedures heeft zich vertaald in een lager debiteurensaldo van € 0,3 miljoen. De debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid (€ 0,5 miljoen).

Eigen vermogen

Door het negatieve saldo van de exploitatie (€ 2,5 miljoen) is het eigen vermogen in 2023 gedaald naar € 0,5 miljoen.

Kortlopende schulden

Onder vooruit gefactureerd/nog te betalen staat een bedrag van € 13 miljoen voor vooruit gefactureerde beoordelingswerkzaamheden. Dit betreft het onderhanden werk van het aCBG. Het agentschap ontvangt de verschuldigde vergoeding voor een groot deel van de aanvragen voordat de werkzaamheden worden verricht. Het onderhanden werk is in 2023 met € 1,5 miljoen toegenomen. Daarnaast is er € 2 miljoen toegevoegd aan het saldo verlofuren en is het saldo nog te ontvangen facturen met € 1,1 miljoen toegenomen. Verder zijn de nog te betalen bedragen aan andere organisaties gedaald met € 0,7 miljoen. Dit betreft vooral het RIVM.

Onderlinge vorderingen/schulden ministeries en agentschappen

Op 31 december 2023 hebben de volgende vorderingen/schulden betrekking op ministeries en agentschappen:

  • Vorderingen: nog te ontvangen VWS € 0,2 miljoen, nog te ontvangen LNV € 0,3 miljoen

  • Schulden: nog te betalen IGJ € 0,2 miljoen, nog te betalen VWS € 0,05 miljoen en nog te betalen RIVM € 0,07 miljoen.

Kasstroomoverzicht

Tabel 28 Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap aCBG over 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie -/- begroting

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

16.098

18.761

2.663

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

67.558

72.540

4.982

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 66.892

‒ 71.176

‒ 4.284

2.

Totaal operationele kasstroom

666

1.364

698

 

totaal investeringen (-/-)

‒ 650

‒ 986

‒ 336

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 650

‒ 986

‒ 336

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

16.114

19.139

3.025

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het liquiditeitssaldo van het aCBG is in 2023 met € 0,4 miljoen gestegen. Dit wordt verklaard doordat het bedrag aan vooruit gefactureerde beoordelingswerkzaamheden eind 2023 € 1,5 miljoen hoger was dan eind 2022 en doordat het bedrag aan vooruit ontvangen subsidies VWS met € 1,0 miljoen. is gestegen. Een groter deel dan eind 2022 van de uit te voeren projectactiviteiten is doorgeschoven naar het volgende jaar. Hier staat tegenover dat de vooruit ontvangen subsidies van LNV met € 0,4 miljoen is gedaald en dat er voor € 1,0 miljoen is geïnvesteerd in ICT middelen. Daarnaast is € 2,0 miljoen toegevoegd aan het saldo voor verlofuren. Deze boeking betreft wel kosten maar is geen operationele kasstroom.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 29 Overzicht doelmatigheidsindicatoren van het baten-lastenagentschap aCBG per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving Generiek Deel

     

1. Tarieven/uur

97

103

99

94

111

2. Omzet per productgroep (PxQ)

     

- Beoordelen van nationale aanvragen: Humaan

2.324

2.503

2.630

2.917

2.940

- Beoordelen van Europese aanvragen: centraal Humaan en Veterinair

10.577

11.999

13.060

12.014

11.580

- Beoordelen van Europese aanvragen: MRP Humaan

631

875

784

618

720

- Beoordelen van Europese aanvragen: DCP Humaan

9.267

8.958

8.606

9.565

11.350

- Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen

9

18

35

27

20

- Beoordelen veterinaire aanvragen door Bureau Diergeneesmiddelen

2.604

2.517

2.339

2.985

2.520

- Jaarvergoedingen Humaan en Veterinair

25.266

25.565

26.350

28.275

27.897

- Overig

4.482

6.062

9.265

10.475

10.531

totaal baten

55.160

58.496

63.068

66.876

67.558

3. FTE-totaal (excl. externe inhuur)

374

395

424

476

440

4. Saldo van baten en lasten (%)

‒ 1,23%

1,98%

0,21%

‒ 3,68%

0%

Kwaliteitsindicatoren

     

Gegronde klachten

16

9

8

2

15

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Tarieven per uur

Het gemiddelde uurtarief wordt bijgehouden om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde van alle functies van het primaire proces. Ondanks de cao-verhoging is het uurtarief in 2023 gedaald t.o.v. 2022. De verklaring hiervoor is de groei van de organisatie waarbij nieuwe medewerkers doorgaans starten in een lagere schaal/trede waardoor het gemiddelde uurtarief is gedaald.

Omzet per productgroep

De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de omzet van het aCBG. De totale omzet is in 2023 opnieuw sterk toegenomen ten opzichte van 2022. De stijgende lijn in de omzet van nationale procedures van de afgelopen jaren zet zich voort in 2023. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de stijging in de tarieven. Doordat vooral de instroom van Europese wetenschappelijke adviezen is achtergebleven is de omzet van Europese procedures gedaald. De omzet van decentrale procedures is door een hogere instroom gestegen. Dit is een trendbreuk ten opzichte van de dalende trend van de afgelopen jaren. De omzet veterinaire procedures (Bureau Diergeneesmiddelen) is hoger dan begroot. In de eerste maanden na de invoering van de nieuwe veterinaire verordening bleef de instroom achter. In de loop van 2022 heeft de instroom zich hersteld, dit heeft in 2023 tot omzet geleid. De stijging van de omzet uit jaarvergoedingen houdt gelijke tred met de jaarlijkse tariefstijging.

De overige omzet heeft betrekking op bijdragen van het moederdepartement, andere ministeries en Europese subsidies. De VWS-bijdrage voor Informatiehuishouding op Orde is € 0,5 miljoen lager dan begroot en verder is € 2,2 miljoen minder besteed aan de projecten die vallen onder Werk aan Uitvoering (WaU), doordat de planning niet gehaald kon worden. Voor Publieke taken is € 0,4 miljoen extra ontvangen en de uit 2021/2022 resterende Covid gelden zijn alsnog benut (€ 1 miljoen).

Totaal aantal fte

Dit kengetal betreft het totaal aantal fulltime-equivalenten (fte) dat werkzaam was bij het aCBG per 31 december 2023, exclusief externe inhuur en stagiair(e)s.

De blijvende grote instroom als gevolg van extra COVID-19 werkzaamheden zorgden in 2020 en 2021 voor een hoge werkdruk en maakte een uitbreiding van het aantal medewerkers noodzakelijk. Daarnaast is vooruitlopend op de verwachte hogere uitstroom de komende jaren in combinatie met de benodigde capaciteit voor programma’s en projecten gestart met het proactief werven wat in de tweede helft van 2023 heeft geresulteerd in een sterke stijging van het aantal ambtelijk medewerkers.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie, zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.

Aantal gegronde klachten

Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. In 2023 zijn twee klachten gegrond verklaard, dit is een sterke daling ten opzichte van 2022.

Licence