Vastgestelde begroting 2023 | Realisatie 2023 | Verschil realisatie -/- begroting | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 67.558 | 66.022 | ‒ 1.536 | 62.976 |
waarvan omzet moederdepartement | 9.323 | 8.108 | ‒ 1.215 | 7.167 |
waarvan omzet overige departementen | 1.070 | 1.086 | 16 | 1.506 |
waarvan omzet derden | 57.165 | 56.828 | ‒ 337 | 54.303 |
Rentebaten | 0 | 852 | 852 | 78 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 14 |
Bijzondere baten | 0 | 2 | 2 | 0 |
Totaal baten | 67.558 | 66.876 | ‒ 682 | 63.068 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 66.144 | 68.084 | 1.940 | 60.977 |
- Personele kosten | 51.521 | 55.245 | 3.724 | 48.224 |
waarvan eigen personeel | 44.879 | 46.931 | 2.052 | 40.274 |
waarvan inhuur externen | 5.007 | 6.593 | 1.586 | 6.425 |
waarvan overige personele kosten | 1.635 | 1.721 | 86 | 1.525 |
- Materiële kosten | 14.623 | 12.839 | ‒ 1.784 | 12.753 |
waarvan apparaat ICT | 5.902 | 4.586 | ‒ 1.316 | 4.660 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 8.721 | 8.253 | ‒ 468 | 8.093 |
ZBO College | 748 | 648 | ‒ 100 | 669 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 666 | 496 | ‒ 170 | 430 |
- Materieel | 666 | 496 | ‒ 170 | 430 |
waarvan apparaat ICT | 666 | 493 | ‒ 173 | 429 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 3 | 3 | 1 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 110 | 110 | 860 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 110 | 110 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 860 |
Totaal lasten | 67.558 | 69.338 | 1.780 | 62.936 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 2.462 | ‒ 2.462 | 132 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 2.462 | ‒ 2.462 | 132 |
Voorgestelde resultaatbestemming | Vastgestelde begroting (1) | realisatie (2) | Verschil (3) = (1) + (2) | Realisatie t-1 (4) |
---|---|---|---|---|
(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen) | ||||
Toevoeging/ onttrekking: | ||||
- Pok/ Wau * | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Exploitatiereserve | 0 | ‒ 2.462 | ‒ 2.462 | 132 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 2.462 | ‒ 2.462 | 132 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Opmerking vooraf
Het aCBG is een tarief gefinancierde organisatie en is sterk afhankelijk van aanvragen vanuit de farmaceutische industrie. Bij het indienen van de begroting in het voorjaar is er nog geen volledig zicht op dit werkaanbod. Op basis van een latere inschatting is het jaarplan 2023 opgesteld dat door de pSG in december is goedgekeurd. Ook daarna kan het werkaanbod nog fluctueren. In 2023 is gebleken dat het aanbod van Europese en nationale wetenschappelijke adviezen aanmerkelijk lager was dan najaar 2022 werd verwacht. Ook het aantal aanvragen van consultatieprocedures medische hulpmiddelen was lager dan begroot. Hierdoor zijn de opbrengsten ook lager dan begroot.
COVID-19
De COVID-19 pandemie heeft ook in 2023 nog impact gehad op de hoeveelheid werk binnen het aCBG. Het monitoren van de nieuwe en aangepaste geneesmiddelen in de bestrijding van het coronavirus heeft tot extra werkzaamheden geleid. Het extra werk heeft gezorgd voor een verhoogde werkdruk voor medewerkers van het aCBG. Door het aantrekken van extra medewerkers is deze werkdruk verlaagd tot een verantwoord niveau. Ter dekking van de kosten van de genoemde extra werkzaamheden heeft het aCBG in 2023 het restant van de bijdrage van het ministerie van VWS uit voorgaande jaren gebruikt (€ 1 miljoen).
Resultaat
Het aCBG heeft over 2023 een negatief resultaat behaald van € 2,5 miljoen. Dit wordt verklaard door € 0,7 miljoen lagere baten en € 1,8 miljoen hogere kosten dan begroot. Het verlies van € 2,5 miljoen kan worden opgevangen met het eigen vermogen.
Baten
De € 0,7 miljoen lagere baten ten opzichte van de begroting zijn te verklaren door € 1,2 miljoen lagere bijdragen vanuit het ministerie van VWS en – ondanks de extra werkzaamheden – door € 0,6 miljoen lagere opbrengsten uit procedures en jaarvergoedingen (omzet derden). Daar tegenover staan de rentebaten van € 0,9 miljoen en € 0,3 miljoen meer (subsidie)opbrengsten uit andere bronnen, zoals de Europese Commissie (omzet derden).
De lagere bijdrage moederdepartement komt door een lagere bijdrage voor het programma Informatiehuishouding op Orde. Daarnaast heeft een herplanning plaatsgevonden van de projecten die gedekt worden uit de WaU-middelen. Vanwege de onderlinge afhankelijkheden en onvoldoende (externe) resources om alle geplande activiteiten te kunnen starten en uitvoeren was het noodzakelijk de activiteiten opnieuw te prioriteren en gedeeltelijk door te schuiven naar volgende jaren. Hierdoor zijn in 2023 minder kosten gemaakt (apparaat ICT en overige materiële kosten) dan begroot en zijn de subsidieopbrengsten lager. Op basis van de nieuwe planning is een verzoek tot herschikking van middelen ingediend en afgestemd met het programmabureau WaU.
De lagere omzet uit procedures en jaarvergoedingen komt per saldo door hogere opbrengsten centrale procedures (€ 0,4 miljoen), diergeneesmiddelen (€ 0,5 miljoen) en jaarvergoedingen (€ 0,4 miljoen), maar lagere omzet voor decentrale procedures (€ 1,8 miljoen) en mutual recognition procedures (€ 0,1 miljoen). De instroom aan decentrale procedures was naar verwachting in 2023. Echter, de uitstroom/afronding van zaken bleef achter o.a. als gevolg van de grote hoeveelheid Nitrosamine dossiers en de hoge werkdruk. Ten opzichte van 2022 zijn de opbrengsten uit de procedures en jaarvergoedingen gestegen met € 2,6 miljoen.
Lasten
Door proactief te werven en de sterke toename van de gespaarde IKB-uren in 2023 zijn de kosten eigen personeel € 2,1 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Aan het saldo verlofuren is € 2 miljoen toegevoegd. De kosten van externe inhuur zijn € 1,6 miljoen hoger uitgevallen dan begroot, omdat de inzet van externen nodig bleef voor moeilijk in te vullen vacatures (o.a. op ICT gebied) voor zowel reguliere werkzaamheden als voor de diverse programma’s en projecten. Ten opzichte van 2022 zijn de kosten voor externe medewerkers op hetzelfde niveau gebleven. Door vertraging in de uitvoering van projecten en programma’s met een ICT-component zijn de materiële kosten voor apparaat ICT en de ICT afschrijvingskosten respectievelijk € 1,3 miljoen en € 0,2 miljoen lager uitgevallen. Ook de overige materiële kosten bleven als gevolg hiervan achter.
Balans 2023 | Balans 2022 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 985 | 495 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Materiële vaste activa | 985 | 495 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 985 | 495 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 0 | 0 |
Vlottende activa | 26.763 | 26.257 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 6.014 | 6.308 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 1.610 | 1.188 |
Liquide middelen | 19.139 | 18.761 |
Totaal activa: | 27.748 | 26.752 |
0 | 0 | |
Passiva | 0 | 0 |
Eigen Vermogen | 461 | 2.923 |
Pok/ Wau reserve | 0 | 0 |
Exploitatiereserve | 2.923 | 2.791 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 2.462 | 132 |
Voorzieningen | 0 | 0 |
Langlopende schulden | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Kortlopende schulden | 27.287 | 23.829 |
Crediteuren | 1.376 | 1.408 |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 25.911 | 22.421 |
Totaal passiva | 27.748 | 26.752 |
Toelichting op de balans
Materiële vaste activa
In 2023 is er voor ongeveer € 1 miljoen geïnvesteerd in ICT-middelen. Dit betrof onder andere de vervanging van alle beeldschermen en de audiovisuele apparatuur in de vergaderruimtes.
Debiteuren
De lagere omzet van procedures heeft zich vertaald in een lager debiteurensaldo van € 0,3 miljoen. De debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid (€ 0,5 miljoen).
Eigen vermogen
Door het negatieve saldo van de exploitatie (€ 2,5 miljoen) is het eigen vermogen in 2023 gedaald naar € 0,5 miljoen.
Kortlopende schulden
Onder vooruit gefactureerd/nog te betalen staat een bedrag van € 13 miljoen voor vooruit gefactureerde beoordelingswerkzaamheden. Dit betreft het onderhanden werk van het aCBG. Het agentschap ontvangt de verschuldigde vergoeding voor een groot deel van de aanvragen voordat de werkzaamheden worden verricht. Het onderhanden werk is in 2023 met € 1,5 miljoen toegenomen. Daarnaast is er € 2 miljoen toegevoegd aan het saldo verlofuren en is het saldo nog te ontvangen facturen met € 1,1 miljoen toegenomen. Verder zijn de nog te betalen bedragen aan andere organisaties gedaald met € 0,7 miljoen. Dit betreft vooral het RIVM.
Onderlinge vorderingen/schulden ministeries en agentschappen
Op 31 december 2023 hebben de volgende vorderingen/schulden betrekking op ministeries en agentschappen:
– Vorderingen: nog te ontvangen VWS € 0,2 miljoen, nog te ontvangen LNV € 0,3 miljoen
– Schulden: nog te betalen IGJ € 0,2 miljoen, nog te betalen VWS € 0,05 miljoen en nog te betalen RIVM € 0,07 miljoen.
Kasstroomoverzicht
Vastgestelde begroting 2023 | Realisatie 2023 | Verschil realisatie -/- begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 16.098 | 18.761 | 2.663 |
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 67.558 | 72.540 | 4.982 | |
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 66.892 | ‒ 71.176 | ‒ 4.284 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 666 | 1.364 | 698 |
totaal investeringen (-/-) | ‒ 650 | ‒ 986 | ‒ 336 | |
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 650 | ‒ 986 | ‒ 336 |
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 16.114 | 19.139 | 3.025 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het liquiditeitssaldo van het aCBG is in 2023 met € 0,4 miljoen gestegen. Dit wordt verklaard doordat het bedrag aan vooruit gefactureerde beoordelingswerkzaamheden eind 2023 € 1,5 miljoen hoger was dan eind 2022 en doordat het bedrag aan vooruit ontvangen subsidies VWS met € 1,0 miljoen. is gestegen. Een groter deel dan eind 2022 van de uit te voeren projectactiviteiten is doorgeschoven naar het volgende jaar. Hier staat tegenover dat de vooruit ontvangen subsidies van LNV met € 0,4 miljoen is gedaald en dat er voor € 1,0 miljoen is geïnvesteerd in ICT middelen. Daarnaast is € 2,0 miljoen toegevoegd aan het saldo voor verlofuren. Deze boeking betreft wel kosten maar is geen operationele kasstroom.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | |
Omschrijving Generiek Deel | |||||
1. Tarieven/uur | 97 | 103 | 99 | 94 | 111 |
2. Omzet per productgroep (PxQ) | |||||
- Beoordelen van nationale aanvragen: Humaan | 2.324 | 2.503 | 2.630 | 2.917 | 2.940 |
- Beoordelen van Europese aanvragen: centraal Humaan en Veterinair | 10.577 | 11.999 | 13.060 | 12.014 | 11.580 |
- Beoordelen van Europese aanvragen: MRP Humaan | 631 | 875 | 784 | 618 | 720 |
- Beoordelen van Europese aanvragen: DCP Humaan | 9.267 | 8.958 | 8.606 | 9.565 | 11.350 |
- Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen | 9 | 18 | 35 | 27 | 20 |
- Beoordelen veterinaire aanvragen door Bureau Diergeneesmiddelen | 2.604 | 2.517 | 2.339 | 2.985 | 2.520 |
- Jaarvergoedingen Humaan en Veterinair | 25.266 | 25.565 | 26.350 | 28.275 | 27.897 |
- Overig | 4.482 | 6.062 | 9.265 | 10.475 | 10.531 |
totaal baten | 55.160 | 58.496 | 63.068 | 66.876 | 67.558 |
3. FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 374 | 395 | 424 | 476 | 440 |
4. Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 1,23% | 1,98% | 0,21% | ‒ 3,68% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Gegronde klachten | 16 | 9 | 8 | 2 | 15 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Tarieven per uur
Het gemiddelde uurtarief wordt bijgehouden om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde van alle functies van het primaire proces. Ondanks de cao-verhoging is het uurtarief in 2023 gedaald t.o.v. 2022. De verklaring hiervoor is de groei van de organisatie waarbij nieuwe medewerkers doorgaans starten in een lagere schaal/trede waardoor het gemiddelde uurtarief is gedaald.
Omzet per productgroep
De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de omzet van het aCBG. De totale omzet is in 2023 opnieuw sterk toegenomen ten opzichte van 2022. De stijgende lijn in de omzet van nationale procedures van de afgelopen jaren zet zich voort in 2023. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de stijging in de tarieven. Doordat vooral de instroom van Europese wetenschappelijke adviezen is achtergebleven is de omzet van Europese procedures gedaald. De omzet van decentrale procedures is door een hogere instroom gestegen. Dit is een trendbreuk ten opzichte van de dalende trend van de afgelopen jaren. De omzet veterinaire procedures (Bureau Diergeneesmiddelen) is hoger dan begroot. In de eerste maanden na de invoering van de nieuwe veterinaire verordening bleef de instroom achter. In de loop van 2022 heeft de instroom zich hersteld, dit heeft in 2023 tot omzet geleid. De stijging van de omzet uit jaarvergoedingen houdt gelijke tred met de jaarlijkse tariefstijging.
De overige omzet heeft betrekking op bijdragen van het moederdepartement, andere ministeries en Europese subsidies. De VWS-bijdrage voor Informatiehuishouding op Orde is € 0,5 miljoen lager dan begroot en verder is € 2,2 miljoen minder besteed aan de projecten die vallen onder Werk aan Uitvoering (WaU), doordat de planning niet gehaald kon worden. Voor Publieke taken is € 0,4 miljoen extra ontvangen en de uit 2021/2022 resterende Covid gelden zijn alsnog benut (€ 1 miljoen).
Totaal aantal fte
Dit kengetal betreft het totaal aantal fulltime-equivalenten (fte) dat werkzaam was bij het aCBG per 31 december 2023, exclusief externe inhuur en stagiair(e)s.
De blijvende grote instroom als gevolg van extra COVID-19 werkzaamheden zorgden in 2020 en 2021 voor een hoge werkdruk en maakte een uitbreiding van het aantal medewerkers noodzakelijk. Daarnaast is vooruitlopend op de verwachte hogere uitstroom de komende jaren in combinatie met de benodigde capaciteit voor programma’s en projecten gestart met het proactief werven wat in de tweede helft van 2023 heeft geresulteerd in een sterke stijging van het aantal ambtelijk medewerkers.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie, zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.
Aantal gegronde klachten
Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. In 2023 zijn twee klachten gegrond verklaard, dit is een sterke daling ten opzichte van 2022.