<Convenant | Doelstelling | Betrokken partijen | Datum van ondertekening | Inwerkingtreding |
---|---|---|---|---|
1 Decentralisatie arbeidsvoorwaarden-vorming universiteiten | Decentralisatie van de primaire arbeidsvoor-waarden (met uitzondering van pensioenen, flexibele pensionering en uittreding en de sociale zekerheid voor zover niet bovenwettelijk) | Minister van OCenW, colleges van bestuur van de universteiten, voorzitter VSNU, vier werknemersorganisaties | 1 juni 1999 | 1 januari 1999 |
2 Verzuimbegeleiding en reïntegratie primair- en voortgezet onderwijs en pilot Poortwachter | Terugdringing verzuimduur en preventie afspraken | Minister van OCenW Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 22 mei 2000 | 1999–2002 |
3 Convenanten cultuur | De betreffende convenanten zijn opgenomen in de Cultuurnota 1997–2000 en worden daarom niet in deze bijlage gepresenteerd | 1997–2000 |
ab | aanvullende beurs |
ABP | Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds |
aio | assistent in opleiding |
adv | arbeidsduurverkorting |
alr | achterstallig lager recht |
APS | Algemeen Pedagogisch Studiecentrum |
ARA | Algemeen Rijksarchief |
arbo | arbeidsomstandigheden |
arbvo | arbeidsvoorziening |
ARK | Algemene Rekenkamer |
ATC | Accountability, Toezicht en Controle |
avo | algemeen voortgezet onderwijs |
AWT | Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid |
bapo | bevordering arbeidsparticipatie ouderen |
bb | basisbeurs |
bbl | beroepsbegeleidende leerweg |
bbo | beroepsbegeleidend onderwijs |
BNP | Bruto Nationaal Product |
bol | beroepsopleidende leerweg |
bpv | beroepspraktijkvorming |
bve | beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
BZK | (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
c | nominale cursusduur |
cao | collectieve arbeidsovereenkomst |
CASO | Commissie Automatisering Salarisadministratie Onderwijs |
Cern | Europese organisatie voor kern- en hoge-energiefysica |
Cevo | Centrale examencommissie vaststelling opgaven |
CFI | Centrale Financiën Instellingen |
Cinop | Centrum voor innovatie van opleidingen |
Cito | Centraal instituut voor toetsontwikkeling |
cjp | cultureel jongerenpaspoort |
ckv | culturele en kunstzinnige vorming |
Colo | Centraal orgaan van de landelijke organen beroepsonderwijs |
COS | Commissie van Overleg Sectorraden |
CWI | Centrum voor Wiskunde en Informatica |
CWTS | Centrum voor Wetenschap en Technologie Studies |
ECHO | Expertise Centrum voor allochtonen in het Hoger Onderwijs |
EET | Economie, Ecologie en Technologie |
EMBC | Europese Moleculaire Biologie Conferentie |
EMBL | Europees Moleculair Laboratorium |
ESA | Europese ruimte agentschap |
ESF | Europees Sociaal Fonds |
ESO | Europese organisatie voor astrologisch onderzoek op het zuidelijk halfrond |
EU | Europese Unie |
evc | erkenning van elders verworven competenties |
EZ | (Ministerie van) Economische Zaken |
FBS | formatiebudgetssysteem |
FES | Fonds Economische Structuurversterking |
fre | formatie rekeneenheid |
fte | fulltime equivalent (formatie-eenheid) |
GD | Grondmechanica Delft |
goa | gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
gsb | grote stedenbeleid |
gti's | grote technologische instellingen |
havo | hoger algemeen voortgezet onderwijs |
hbo | hoger beroepsonderwijs |
HOOP | Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan |
HRM | Human Resources Management |
IB-Groep | Informatie Beheer Groep |
ibo | interdepartementaal beleidsonderzoek |
ICES | Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking |
ICN | Instituut Collectie Nederland |
ict | informatie- en communicatietechnologie |
IEA | International Association for evaluation of Educational Achievement |
INL | Instituut voor Nederlandse Lexicologie |
iobk | in hun ontwikkeling bedreigde kleuters |
ivbo | individueel voorbereidend beroepsonderwijs |
KB | Koninklijke Bibliotheek |
kea | kleinschalig experiment achterstandsbestrijding |
KNAW | Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen |
ksb | kwalificatiestructuur beroepsonderwijs |
kse | kwalificatiestructuur educatie |
Laks | Landelijk actiecomité scholieren |
lbk | landelijk beleidskader |
LCW | Les- en cursusgeldwet |
lgf | leerlinggebonden financiering |
LICA | Landelijk Informatie Centrum Aansluiting vo-hbo |
lio | leraar in opleiding |
LNV | (Ministerie van) Landbouw, Natuurbeheer en Visserij |
lob | landelijk orgaan beroepsonderwijs |
lom | leer- en opvoedingsmoeilijkheden |
LSE | Landelijk Steunpunt Emancipatie |
mao | meer allochtone onderwijsgevenden |
MARIN | Maritiem Instituut Nederland |
mavo | middelbaar algemeen voortgezet onderwijs |
mbo | middelbaar beroepsonderwijs |
MKB-NL | Midden- en kleinbedrijf Nederland |
mlk | moeilijk lerende kinderen |
moa | management, ondersteuning en arbeidsmarkt |
mou | memorandum of understanding |
MSTC | Maritiem Simulator Trainingscentrum Terschelling |
NA | Nationaal Archief |
NCC | Nationaal Conserveringscentrum |
NIDI | Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut |
NLR | Stichting Luchtvaartlaboratorium |
NOB | Nederlands Omroepproduktie Bedrijf |
NOWT | Nederlands Observatorium voor Wetenschap en Technologie |
NT-2 | Nederlands als tweede taal |
Nuffic | Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs |
NWO | Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek |
oalt | onderwijs in allochtone levende talen |
Oeso | Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling |
OPDC | Orthopedagogisch en Didactisch Centrum |
OU | Open Universiteit |
ov | openbaar vervoer |
Pabo | Pedagogische academie basisonderwijs |
P-beurs | Prestatiebeurs |
PISA | Programme for International Student Assessment |
PMPO | Procesmanagement Primair Onderwijs |
PMVO | Procesmanagement Voortgezet Onderwijs |
po | primair onderwijs |
pon | project invoering onderwijsnummer |
ppo | personeelvoorziening primair onderwijs |
psr | project stelselwijziging rijkshuisvesting |
R&D | Research and Development |
RABK | Rijksacademie van Beeldende Kunsten |
RAD | Rijksarchiefdienst |
RDMZ | Rijksdienst voor de Monumentenzorg |
rec | regionaal expertise centrum |
rhc | regionaal historisch centrum |
rl | rentedragende lening |
rmc | regionale meld en coördinatiefunctie |
ROB | Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek |
roc | regionaal opleidingscentrum |
rst | regulier schooltoezicht |
rvc | regionale verwijzingscommissie |
sbo | secundair beroepsonderwijs |
SISWO | Stichting Interuniversitair instituut voor Sociaal-wetenschappelijk Onderzoek |
sloa | subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten |
SPG | Stichting Parlementaire Geschiedenis |
Stoeb | Student op eigen benen |
Surf | Samenwerking universitaire rekenfaciliteiten |
svc | studievoortgangscontrole |
svo | speciaal voortgezet onderwijs |
SZW | (Ministerie van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
TNO | Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek |
ts17- | tegemoetkoming studiekosten voor scholieren tot en met 17 jaar die voltijds voortgezet onderwijs of de voltijdse opleidingen in de beroepsopleidende leerweg volgen (volgens hoofdstuk 2 van de WTS) |
USZO | Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs |
vavo | Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs |
vbo | voorbereidend beroepsonderwijs |
VBTB | Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording |
VeLo | Vereenvoudigd londostelsel |
VFA | Vereenvoudiging Financiële Administratie |
VHTO | Stichting Vrouwen en Hoger Technisch Onderwijs |
victo | vmbo en ict in het onderwijs |
vmbo | voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs |
VNO-NCW | Verbond van Nederlandse Ondernemingen - Nederlandse Christelijke Werkgeversbond |
vo 18+ | tegemoetkoming studiekosten voor voltijdsstuderenden van 18 jaar en ouder die voortgezet onderwijs volgen (volgens hoofdstuk 3 van de WTS) |
vo | voortgezet onderwijs |
voa | voorbereidende en ondersteunende activiteiten |
VSNU | Vereniging van Universiteiten |
vso | voortgezet speciaal onderwijs |
vsv | voortijdig schoolverlaten |
vve | voor- en vroegschoolse educatie |
vwo | voorbereidend wetenschappelijk onderwijs |
WEB | Wet educatie en beroepsonderwijs |
WeBu | Wetenschapsbudget |
WEC | Wet op de expertisecentra |
WeTeN | Stichting Wetenschap en Techniek Nederland |
WHW | Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek |
WIK | Wet inkomensvoorziening kunstenaars |
WIN | Wet inburgering nieuwkomers |
WL | Waterloopkundig Laboratorium |
wo | wetenschappelijk onderwijs |
WOV | Wet op de onderwijsverzorging |
WPO | Wet op het primair onderwijs |
WSF | Wet op de studiefinanciering |
WSLOA | Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten |
WTS | Wet tegemoetkoming studiekosten |
WTS18+ | Tegemoetkoming studiekosten voor studerenden die deeltijdsonderwijs volgen (volgens hoofdstuk 4 van de WTS) |
WVO | Wet op het voortgezet onderwijs |
zkoo | ziektekosten onderwijs- en onderzoekpersoneel |
Aanvullende beurs 126, 127, 128, 130, 131, 238, 241
Accreditatie 93, 96, 103, 200
Achterstallig hoger recht 238
Amateurkunst en kunsteducatie 147, 259, 260
Apparaatskosten 36, 39, 40, 151, 152, 154, 155, 156, 159, 183, 209, 217, 229, 232, 247, 248, 264
Arbeidsmarkt 4, 7, 8, 12, 13, 15, 19, 22, 23, 24, 25, 30, 31, 37, 50, 51, 61, 64, 65, 70, 73, 78, 79, 81, 82, 83, 84, 86, 88, 93, 94, 102, 103, 104, 111, 112, 116, 143, 163, 182, 190, 191, 198, 199, 200, 209, 243, 244, 251, 254, 255
Arbeidsvoorwaarden 5, 14, 16, 23, 27, 41, 71, 79, 81, 105, 108, 143, 208, 226, 247
Archeologie 147, 262, 265
Archieven 11, 39, 40, 147, 158, 262, 264, 265
Basisbeurs 126, 127, 128, 129, 130, 131, 138
Basisonderwijs 14, 16, 32, 41, 42, 44, 48, 49, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 60, 100, 162, 165, 166, 168, 171, 173, 195, 198, 234, 235
Bedrijfsvoering 34
Beeldende kunst 147, 154, 155, 201, 259, 260
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen 147, 259, 261
Beroepspraktijkvorming 83, 90
Bestuursdepartement 36, 37, 38, 39, 151, 152, 169, 247, 248, 264
Bibliotheken 121, 122, 147, 149, 225, 261, 262
Bouwkunst en vormgeving 259
Bve Raad 80, 81, 82, 83, 85, 243
Centraal orgaan van de landelijke organen beroepsonderwijs (COLO) 81, 83, 200
Collegegeld 100, 105, 109, 110, 138, 139
Competentiemanagement 37
Cultureel erfgoed 148, 149, 262
Cultuur en school 11, 62, 72, 148, 260
Cultuurnota 10, 11, 26, 27, 62, 147, 148, 149, 259, 260, 261, 262, 263, 264, 265, 269, 270
Diplomatermijn 123, 128, 129, 138
Educatie 24, 42, 45, 46, 59, 78, 79, 81, 82, 85, 86, 87, 88, 90, 178, 180, 187, 190, 192, 194, 209, 219, 221, 222, 234, 235, 245, 246, 251, 253, 254, 257
Employability 8, 80, 85, 94
Erkenning van elders verworven competenties (evc) 9, 32, 85, 94, 104, 199
Europees Sociaal Fonds (ESF) 86, 189, 192, 193, 194
Film 147, 259, 260, 267, 268
Gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid (goa) 45, 57, 177
Gewichtenregeling 45
Groepsgrootte en kwaliteit 14, 42, 43, 54, 59, 162, 164, 168, 171
Hoftoren 38, 151, 254, 255
Huisvesting 18, 26, 27, 53, 87, 88, 89, 91, 92, 98, 99, 101, 108, 110, 122, 151, 152, 154, 155, 156, 157, 159, 169, 172, 191, 192, 195, 204, 205, 207, 211, 229, 230, 234, 235, 236, 254, 255, 260, 262, 264
Impuls beroepsopleidingen 29, 30, 31, 32, 88, 94, 100, 182, 183, 187, 188, 189, 199, 202, 203, 252
Inburgering 78, 79, 80, 86, 87, 88, 90, 91, 187, 188, 189, 190, 194
Informatie- en communicatietechnologie (ict) 4, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 17, 20, 22, 26, 54, 59, 62, 72, 73, 78, 79, 82, 93, 95, 97, 104, 118, 142, 144, 145, 146, 165, 168, 169, 187, 188, 218, 219, 245, 246, 247, 258
Inspectie 36, 96, 103, 152, 153, 154, 188, 247, 264
Instituut voor Beeldcultuur 260
Integrale rentedragende lening 133
Internationaal cultuurbeleid 11, 147, 148, 269, 270
Kennisnet 11, 17, 20, 26, 31, 35, 43, 72, 73, 79, 82, 88, 144, 145, 188, 189, 246
Kunstonderwijs 32, 33, 96, 195, 197, 198, 203
Kunstvakonderwijs 196, 197, 203
Landelijke organen beroepsonderwijs 79, 85, 86, 88, 90
Lectoren 24, 32
Leerlinggebonden financiering 14, 25, 42, 43, 47, 51, 162, 167, 168, 171, 173
Leerlingvolgsysteem 42
Les- en cursusgeldwet 140
Lesgeld 124, 125, 127, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 238, 240, 241, 242, 253
Letteren 147, 219, 220, 261, 262
Media en minderheden 148
Mediawet 147, 265, 271
Metamorfoze 262
Monumenten 18, 147, 148, 154, 262, 263, 264, 265, 267
Musea 11, 26, 147, 262, 264, 265, 267
Nederlandse Taalunie 247, 249, 261, 262
Nieuwe media 147
Omroep 147, 265, 266, 271, 272
Onderwijs in allochtone levende talen (oalt) 57, 173
Onderwijskansenplan 25, 38, 42, 62
Onderzoeksopdrachten 269
Opscholing 94
Ouders 14, 43, 47, 51, 52, 56, 70, 86, 124, 127, 134, 137, 171
Ov-studentenkaart 27, 124, 128, 131, 132, 133, 137, 138, 239
Personeelsbeleid 5, 14, 15, 16, 22, 23, 43, 51, 52, 62, 65, 71, 81, 143, 182, 245
Pers 266
Podiumkunsten 259, 260
Prestatiebeurs 238, 239
Rechtspositionele uitkeringen 162, 198, 216, 244, 262
Rentedragende lening 238, 241
Rente-inkomsten 266, 272
Rijksmuseum 18, 26, 27, 263, 264
Speciaal basisonderwijs (sbo) 162, 164, 167, 170, 174, 175
SPRONG 37
Stelselwijziging 229, 254, 255, 260, 262, 264
Stichting Omroep Allochtonen 261, 266
Technocentra 31, 80, 83, 88, 89, 194
Tegemoetkoming studiekosten 237, 238, 239
Tempobeurs 238
Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording (vbtb) 22, 34, 79, 80, 82, 254, 256
Verdrag van Malta 264
Vereenvoudiging financiële administratie 152
Voor- en vroegschoolse educatie 13, 25, 46, 162, 166, 171, 173, 255
Voorlichting 151, 152, 173, 177, 226, 228, 269
Voortgezet speciaal onderwijs 162, 164, 169, 234
Voortijdig schoolverlaten (vsv) 13, 14, 20, 31, 38, 45, 73, 74, 84, 85, 86, 89, 152, 188, 189, 193
Vouchers 5, 183, 260
Weer samen naar school (wsns) 42, 43, 47, 49, 162, 163, 167
Wet behoud cultuurbezit (WBC) 264
Wet op de studiefinanciering (WSF) 27, 28, 152, 214, 238, 239, 240
Wet op het specifiek cultuurbeleid (WSC) 259, 261, 262, 265, 269, 273
Wet primair onderwijs (WPO) 162, 164, 167, 172
Wet tegemoetkoming studiekosten (WTS) 238, 239
Zij-instroom 16, 24, 43, 50, 62, 65, 70, 79, 81, 252
algemeen voortgezet onderwijs | Het algemeen voortgezet onderwijs (avo) omvat middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs duurt 4 jaar en is voor leerlingen van 12–16 jaar. Hoger algemeen voortgezet onderwijs duurt 5 jaar, voor leerlingen van 12–17 jaar. |
assistentopleiding | De assistentopleiding duurt een half tot één jaar en leidt op tot niveau één van de beroepsopleidingen. Er zijn vier niveau's, niveau één is het laagste niveau. Er zijn geen vooropleidingseisen. Leerlingen zijn meestal vanaf ca. 16 jaar oud. |
atheneum | Het atheneum is één van de drie schooltypen van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (wvo) voor leerlingen van 12–18 jaar. Er wordt op het atheneum geen Grieks en Latijn gegeven. Andere schooltypen in het wvo zijn het gymnasium en het lyceum. Zie beroepsonderwijs. |
basisberoepsopleiding | De basisberoepsopleiding duurt twee tot drie jaar en leidt op tot niveau twee van de beroepsopleidingen. Er zijn vier niveau's, het vierde niveau is het hoogste niveau. Er zijn geen vooropleidingseisen. Leerlingen die naar een basisberoepsopleiding gaan zijn ca. 16 jaar oud. |
basisonderwijs | Basisonderwijs wordt gegeven aan scholen voor basisonderwijs en is bestemd voor leerlingen van 4 tot ongeveer 12 jaar. Het onderwijs omvat in principe acht aaneensluitende jaren. De overkoepelende term voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs is primair onderwijs. |
basisvorming | Voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) beginnen met een periode van basisvorming van drie jaar. Het doel is een brede vorming te geven aan leerlingen tussen 12 en 15 jaar. Er is geen strikte scheiding tussen algemene en technische vakken. Basisvorming is geen schooltype, maar een inhoudelijke vernieuwing die geldt voor alle schooltypen binnen het voortgezet onderwijs die aanvangen na het basisonderwijs. |
beroepsonderwijs | Beroepsonderwijs sluit aan op het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) en het algemeen voortgezet onderwijs (avo), en is voor leerlingen vanaf ca. 16 jaar. Vanaf augustus 1997 omvat het beroepsonderwijs vier opleidingsniveau's: de assistentopleiding, de basisberoepsopleiding, de vakopleiding en de middenkader- of specialistenopleiding. Alle opleidingen bevatten een beroepsopleidende leerweg (beroepspraktijkvorming 20–60%) en een beroepsbegeleidende leerweg (meer dan 60% beroepspraktijkvorming). |
beroepspraktijkvorming | Het onderricht in de praktijk van het beroep |
centraal examen | Het centraal examen is een landelijk examen en voor alle scholen gelijk. Het maakt samen met het schoolexamen deel uit van het eindexamen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en de algemene vakken in het voorbereidend beroepsonderwijs. Zie eindexamen. |
certificaat | Voor een met succes afgerond vak of deelkwalificatie kan een certificaat worden verkregen. Meerdere certificaten kunnen leiden tot een diploma, ter afsluiting van een volledige opleiding. Certificaten zijn te behalen in het algemeen vormend onderwijs, het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, het voorbereidend beroepsonderwijs, educatie en beroepsonderwijs (vanaf 1–8-97) en de Open Universiteit. Bij voldoende afsluiten van de opleiding schoolleiders primair onderwijs wordt ook een certificaat behaald. |
certificaateenheid | Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kent eindtermen die aangeven wat de leerlingen aan kennis en vaardigheden moeten leren. Het examenprogramma wordt vastgesteld op basis van de eindtermen en ingedeeld in onderdelen die overeenstemmen met certificaateenheden. Certificaateenheden hebben elk een betekenis in het kader van de beroepsuitoefening of doorstroming naar het vervolgonderwijs. In het nieuwe mbo dat in augustus 1997 van start is gegaan worden de certificaateenheden vervangen door deelkwalificaties. |
deelkwalificatie | Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kent eindtermen die aangeven wat de leerlingen aan kennis en vaardigheden moeten leren. Het examenprogramma wordt vastgesteld op basis van de eindtermen en ingedeeld in onderdelen die overeenstemmen met deelkwalificaties. Deelkwalificaties hebben elk een betekenis in het kader van de beroepsuitoefening of doorstroming naar het vervolgonderwijs. In het oude mbo (tot augustus 1997) heetten de deelkwalificaties certificaateenheden. |
diploma | Bij het met succes afronden van bepaalde opleiding wordt een diploma verkregen. Dit geldt voor het algemeen vormend onderwijs (avo), het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), educatie en beroepsonderwijs (na 1–8-97) en voor de deeltijd opleiding tot leraar speciaal onderwijs. |
dossierverklaring | Op de Open Universiteit kan voor het met succes behalen van een samenhangende combinatie van vakken van 500–600 uur een dossierverklaring worden verkregen. |
educatie | Educatie is gericht op het leren functioneren in de samenleving. Het omvat opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren, opleidingen Nederlands als tweede taal en opleidingen gericht op sociale redzaamheid. Educatie is uitsluitend voor volwassenen. |
eindexamen | Het eindexamen van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en de algemene vakken in het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) bestaat uit twee delen: het schoolexamen en het centraal examen. Het schoolexamen wordt door de school georganiseerd en afgenomen; het centraal examen is een landelijk examen en voor alle scholen gelijk. Zie ook centraal examen. |
eindtermen | Definitie van de kennis, vaardigheden en competenties die van deelnemers op elk van de kwalificatieniveau's worden verwacht |
eindtoets basisonderwijs | Eindtoets voor het basisonderwijs, die scholen kunnen gebruiken om hun resultaten te meten en te kunnen vergelijken met andere scholen. Ongeveer 75% van de scholen gebruikt de eindtoets basisonderwijs van het Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito). |
examen | Een examen is een afsluiting van een opleiding of een deel van een opleiding. Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en de algemene vakken in het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) zijn voltooid na het examen. De meeste opleidingen in beroepsonderwijs en educatie kunnen worden afgesloten met een examen of een staatsexamen. In het hoger onderwijs kan er aan het eind van het eerste studiejaar een propedeutisch examen zijn. Na vier jaar is er een afsluitend examen. Zie ook centraal examen. |
getuigschrift | De afgestudeerden van een hoger beroepsopleiding (hbo) of een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs (wo) ontvangen een getuigschrift. Hierop staat vermeld de studierichting en het vak. Indien een lerarenopleiding is gedaan wordt ook de bevoegdheidsgraad vermeld. Bij het hoger beroepsonderwijs worden ook vermeld: voltijd- of deeltijdopleiding, de duur van de opleiding en de titel. |
gymnasium | Het gymnasium is één van de drie schooltypen van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) voor leerlingen van 12–18 jaar. Op het gymnasium zijn Grieks en Latijn verplicht. Andere schooltypen in het vwo zijn het atheneum en het lyceum. |
hoger algemeen voortgezet onderwijs | Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) is één van de drie typen voortgezet onderwijs: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Hoger algemeen voorgezet onderwijs duurt vijf jaar, voor leerlingen van 12–17 jaar. Het bereidt leerlingen hoofdzakelijk voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). |
hoger beroepsonderwijs | Hoger beroepsonderwijs (hbo) duurt vier jaar, en is bestemd voor studenten van 18–22 jaar. Het hbo geeft een theoretische en praktische basis voor het uitoefenen van een beroep. Het hbo is georganiseerd in zeven sectoren en wordt gegeven aan «hogescholen». Het maakt samen met het wetenschappelijk onderwijs deel uit van het hoger onderwijs. |
hoger onderwijs | Het hoger onderwijs is voor studenten vanaf ongeveer 18 jaar en omvat het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo). |
inburgering | Inburgering is de eerste fase van integratie van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Hierbij wordt gestreefd nieuwkomers door een vlot en intensief programma zo snel mogelijk een vorm van zelfredzaamheid te laten bereiken. Het inburgeringstraject heeft een welzijns- en educatieve component. De educatieve component is een programma dat kan bestaan uit onderwijs in Nederlands als tweede taal, maatschappelijke oriëntatie en beroepenoriëntatie. |
in hun ontwikkeling bedreigde kleuters | Onderwijs voor in hun ontwikkeling bedreigde kleuters is een vorm van speciaal basisonderwijs: het onderwijs is er afgestemd op de specifieke moeilijkheden die jonge kinderen ondervinden bij het volgen van onderwijs. Iobk-onderwijs wordt gegeven aan afdelingen, verbonden aan scholen voor speciaal basisonderwijs en is voor kinderen van 3–7 jaar met ontwikkelingsproblemen. |
individueel voorbereidend beroepsonderwijs | Het individueel voorbereidend beroepsonderwijs (ivbo) maakt deel uit van het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) en is bedoeld voor leerlingen die veel hulp en individuele aandacht nodig hebben. Het ivbo is onderwijs in de eerste fase van het voortgezet onderwijs en duurt vier jaar, voor leerlingen van 12–16 jaar. Met ingang van 1 augustus 1998 is het ivbo veranderd in afdelingen voor leerwegondersteunend onderwijs. Zie ook leerwegondersteunend onderwijs. |
kwalificatieniveau beroepsonderwijs | Binnen het middelbaar beroepsonderwijs bestaan 4 kwalificatieniveau's. Aan elk niveau is een opleiding verbonden. De niveau's zijn: |
Niveau | Opleiding | Duur | |
---|---|---|---|
1 | Eenvoudige uitvoerende werkzaamheden | Assistentopleiding | 0,5–1 jaar |
2 | Uitvoerende werkzaamheden | Basisberoepsopleiding | 2–3 jaar |
3 | Volledige zelfstandige uitvoering van werkzaamheden | Vakopleiding | 2–4 jaar |
4 | Volledige zelfstandige uitvoering van werkzaamheden met brede inzetbaarheid dan wel specialisatie | MiddenkaderopleidingSpecialistenopleiding | 3–4 jaar1–2 jaar |
kwalificatieniveau educatie | Binnen de educatie zijn zes kwalificatieniveau's, die worden aangeboden via 4 soorten opleidingen: de opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), de opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2) I en II, en de opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren en gericht op sociale redzaamheid (basiseducatie). |
leer- en opvoedingsmoeilijkheden | Onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden is een vorm van speciaal basisonderwijs: het onderwijs is afgestemd op de specifieke moeilijkheden die kinderen ondervinden bij het volgen van onderwijs. Speciaal basisonderwijs wordt gegeven aan aparte scholen. |
leerwegen: beroepsopleidende en beroepsbegeleidende leerweg | Binnen het middelbaar beroepsonderwijs zijn twee leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). In de bol vindt de opleiding hoofdzakelijk op de school plaats, minimaal 20% en maximaal 60% van de studieduur is een praktijkdeel. In de bbl opleiding omvat de beroepspraktijkvorming minimaal 60% of meer van de studieduur. |
leerwegen: beroepsopleidende en beroepsbegeleidende leerweg | Binnen het middelbaar beroepsonderwijs zijn twee leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). In de bol vindt de opleiding hoofdzakelijk op de school plaats, minimaal 20% en maximaal 60% van de studieduur is een praktijkdeel. In de bbl opleiding omvat de beroepspraktijkvorming minimaal 60% of meer van de studieduur. |
leerlingwezen | Het leerlingwezen is bestemd voor jongeren vanaf 16 jaar met of zonder diploma van het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) of het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo). Leerlingen krijgen onderwijs en werken daarnaast in een bedrijf of een praktijkleerplaats. In augustus 1997 is het leerlingwezen opgegaan in de opleidingsniveau's van het beroepsonderwijs. |
leerwegondersteunend onderwijs | Afdeling binnen het vbo voor leerlingen die moeite hebben om het gewone lesprogramma te volgen, en meer individuele begeleiding nodig hebben dan in het gewone vbo (gericht op het verwerven van een diploma). |
lyceum | Het lyceum is één van de drie schooltypen van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) voor leerlingen van 12–18 jaar. Op het lyceum zijn Grieks en Latijn keuzevakken. Andere schooltypen in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs zijn het atheneum en het gymnasium. |
middelbaar algemeen voortgezet onderwijs | Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) is één van de drie typen voortgezet onderwijs, naast het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Mavo-onderwijs duurt vier jaar, voor leerlingen van 12–16 jaar. De mavo bereidt leerlingen voor op het beroepsonderwijs of de laatste twee jaar van het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). |
middelbaar beroepsonderwijs | Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) behoort tot de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Onderwijs in het mbo duurt vier jaar en is voor leerlingen van 16–20 jaar. Er worden zowel algemene als beroepsgerichte vakken gegeven. In het mbo stromen leerlingen door naar een baan of naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). In augustus 1997 is het mbo opgegaan in de opleidingsniveau's van het nieuwe beroepsonderwijs. |
middenkaderopleiding | De middenkaderopleiding duurt drie tot vier jaar en leidt op tot niveau vier van de beroepsopleidingen, het hoogste niveau. Als toelatingseis gelden een diploma voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) of drie jaar hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Leerlingen zijn dan circa 15/16 jaar. |
moeilijk lerende kinderen | Onderwijs voor moeilijk lerende kinderen is een vorm van speciaal basisonderwijs: het onderwijs is afgestemd op de specifieke moeilijkheden die kinderen ondervinden bij het volgen van onderwijs. Speciaal basisonderwijs wordt gegeven aan aparte scholen. |
onderwijskundig rapport | Aan het einde van de basisschool krijgen de leerlingen geen getuigschrift of diploma, maar een onderwijskundig rapport over de schoolvorderingen en leermogelijkheden. Dit rapport wordt opgesteld door de directeur, na overleg met het onderwijzend personeel, ten behoeve van de ontvangende school voor voortgezet onderwijs. Een afschrift van het rapport wordt aan de ouders van de leerlingen verstrekt. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen kan nadere voorschriften over dit rapport geven. |
Open Universiteit | De Open Universiteit is een instelling voor afstandsonderwijs, die opleidingen biedt op het niveau van het wetenschappelijk onderwijs, voor personen van 18 jaar en ouder. De Open Universiteit is vooral gericht op personen die geen studie op de gebruikelijke manier kunnen of willen volgen. |
opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren | Opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren maken deel uit van de educatie en zijn gericht op het eindniveau van de eerste fase van het voorgezet onderwijs (basisvorming). De opleidingen zijn bedoeld als voorbereiding op een voortgezette opleiding, bijvoorbeeld in het beroepsonderwijs. De opleidingen zijn uitsluitend voor volwassenen. Zie ook educatie. |
opleidingen gericht op sociale redzaamheid | Opleidingen gericht op sociale redzaamheid maken deel uit van de educatie, en richten zich op een niveau van minimale redzaamheid op het gebied van taal, rekenen en sociale vaardigheden. De opleidingen zijn uitsluitend voor volwassenen. Zie ook educatie. |
opleidingen Nederlands als tweede taal | Opleidingen Nederlands als tweede taal maken deel uit van de educatie, en zijn bedoeld voor niet-Nederlanders om hun taalvaardigheid op een aanvaardbaar niveau te brengen. De opleidingen zijn uitsluitend voor volwassenen. Zie ook educatie. |
Pedagogische Academie Basisonderwijs | Een pedagogische academie basisonderwijs verzorgt de lerarenopleiding voor het basisonderwijs en valt onder het hoger beroepsonderwijs (hbo). Zowel de voltijdopleidingen als de deeltijdopleidingen duren vier jaar. De praktische studieduur bij de deeltijdopleiding verschilt, afhankelijk van de vooropleiding. Het getuigschrift geeft een volledige bevoegdheid om les te geven aan de basisschool in alle vakken en alle leeftijdsgroepen (4 tot 12 jaar). |
praktijkonderwijs | Afdeling binnen het vbo voor leerlingen die veel moeite hebben om het gewone lesprogramma te volgen, extra individuele begeleiding nodig hebben, maar niet in staat worden geacht een diploma voor vervolgonderwijs te behalen. |
primair onderwijs | Dit is de overkoepelende term voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. Deze term wordt gebruikt sinds de invoering van de Wet op het primair onderwijs in augustus 1998. Zie ook basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. |
scholengemeenschap | Een scholengemeenschap bevat meerdere schooltypen voor voortgezet onderwijs die samenwerken: middelbaar voortgezet onderwijs (mavo), hoger algemeen onderwijs (vwo) en/of voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). De overheid bevordert het creëren van scholengemeenschappen. |
schoolonderzoek | Het eindexamen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), middelbaar algemeen voorgezet onderwijs (mavo) en de algemene vakken in het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) bestaat uit twee delen: het schoolonderzoek en het centraal examen. het schoolonderzoek wordt door de school georganiseerd en afgenomen; het centraal examen is een landelijk examen en voor alle scholen gelijk. Vanaf augustus 1998 is de term schoolonderzoek vervangen door de term schoolexamen. Zie ook centraal examen, eindexamen. |
speciaal basisonderwijs | Dit is sinds augustus 1998 de verzamelterm voor bepaalde vormen van speciaal onderwijs, nl. scholen voor lom, mlk en iobk. Het speciaal basisonderwijs vormt samen met het basisonderwijs het primair onderwijs. |
speciaal onderwijs | Het speciaal onderwijs (so) is voor leerlingen vanaf 3 à 4 jaar tot circa 12 jaar. Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is voor leerlingen van 12 tot maximaal 20 jaar. Speciaal onderwijs wordt gegeven aan aparte scholen. Scholen voor speciaal onderwijs zijn afgestemd op de specifieke moeilijkheden die kinderen kunnen ondervinden bij het volgen van onderwijs. Zie ook speciaal basisonderwijs. |
specialistenopleiding | De specialistenopleiding duurt één tot twee jaar en leidt tot niveau vier van de beroepsopleidingen, het hoogste niveau. Om een specialistenopleiding te kunnen volgen is een diploma vakopleiding voor eenzelfde beroep op beroepencategorie vereist. Zie ook beroepsonderwijs. |
studiehuis | De tweede fase van scholen voor voortgezet onderwijs (leerjaren 4–5 van het hoger algemeen voorgezet onderwijs (havo) en leerjaren 4–6 van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)) zullen zich tot een studiehuis ontwikkelen. Dit houdt in dat leerlingen in toenemende mate hun eigen studie plannen en meer zelfstandig en in groepjes opdrachten uitvoeren. De rol van de docent zal verschuiven van lesgeven naar begeleiden. |
vakdiploma | De opleidingen in het leerlingwezen worden afgesloten met een landelijk erkend vakdiploma, uitgegeven door het landelijk orgaan van de betreffende vakrichting. |
vakopleiding | De vakopleiding duurt twee tot vier jaar en leidt op tot niveau drie van de beroepsopleidingen. Er zijn vier niveau's, het vierde niveau is het hoogste niveau. Als toelatingseis gelden een diploma voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) of drie jaar hoger algemeen voorgezet onderwijs (havo) of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Leerlingen zijn dan ca. 15/16 jaar. Zie ook beroepsonderwijs. |
volwasseneneducatie | De volwasseneneducatie richt zich op het opleiden van cursisten voor een zelfstandige positie in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Tot de volwasseneneducatie worden gerekend: het vormings- en ontwikkelingswerk, de basiseducatie, het onderwijs aan de erkende onderwijsinstellingen en het voortgezet algemeen volwassenonderwijs (vavo). |
voorbereidend beroepsonderwijs | Het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) bestaat sinds 1992, en is in de plaats gekomen van het lager beroepsonderwijs (lbo). Het voorbereidend beroepsonderwijs duurt vier jaar en biedt algemene en op het beroep gerichte vakken, voor de eerste fase van het voortgezet onderwijs. Het voorbereidend beroepsonderwijs is voor leerlingen van 12–16 jaar. |
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs | Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs is op 1 augustus 1999 ingevoerd, en bestaat uit de schoolsoorten vbo en mavo met vier leerwegen. |
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs | Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) is één van de drie typen voortgezet onderwijs, naast het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). De opleiding duurt zes jaar, voor leerlingen van 12–18 jaar, en bereidt leerlingen voor op de universiteit. |
voortgezet algemeen volwassenenonderwijs | Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is één vorm van voortgezet onderwijs voor volwassenen. Het wordt gegeven aan avondscholen of dag-/avondscholen. Dag-/avondscholen is onderwijs dat volgens de wet avondonderwijs is, maar dat overdag gegeven wordt. In augustus 1997 is het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs opgegaan in de opleidingsniveau's van het nieuwe beroepsonderwijs. |
voortgezet onderwijs | Het voorgezet onderwijs omvat het onderwijs dat wordt gegeven na het basisonderwijs en het speciaal onderwijs, voor leerlingen vanaf 12 jaar. Het bestaat uit het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voorgezet onderwijs (havo), het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Vbo en mavo duren vier jaar, havo vijf jaar en vwo zes jaar. |
Voortijdig schoolverlater | Jongeren tot 23 jaar die geen onderwijs volgen en die geen startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie is ten minste het diploma niveau 2 van het middelbaar beroepsonderwijs of het diploma havo. |
wetenschappelijk onderwijs | Het wetenschappelijk onderwijs omvat zowel diepgaande theoretische studies als specialistische training voor beroepen. De meeste opleidingen duren vier jaar, er zijn echter beroepen waarvoor een langere opleiding noodzakelijk is. Het wetenschappelijk onderwijs is voor studenten vanaf ongeveer 18 jaar, en wordt gegeven aan 13 universiteiten. Toelating tot het wetenschappelijk onderwijs is mogelijk na het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs vormen samen het hoger onderwijs. |