OPENINGSBALANS JUSTITIËLE UITVOERINGSDIENST TOETSING, INTEGRITEIT, SCREENING PER 1 JANUARI 2005
BALANS PER 1 JANUARI 2005 x € 1 000
Activa | |
Immateriële activa | 0 |
Materiële activa | 932 |
* grond en gebouwen | 0 |
* installaties en inventarissen | 715 |
* overige materiële vaste activa | 217 |
Voorraden | |
Debiteuren | 2 207 |
Nog te ontvangen | 0 |
Liquide middelen | 0 |
Totaal activa | 3 139 |
Passiva | |
Eigen Vermogen | 0 |
* exploitatiereserve | 0 |
* verplichte reserves | 0 |
* onverdeeld resultaat | 0 |
Leningen bij het MvF | 932 |
Voorzieningen | 570 |
Crediteuren | 7 |
Nog te betalen | 1 630 |
Totaal passiva | 3 139 |
Toelichting op de openingsbalans
Uitgangspunten en waarderingsgrondslagen
Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, inclusief BTW. Alle bedragen zijn opgenomen in € 1 000.
De materiële activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde inclusief BTW, verminderd met de lineaire afschrijvingen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat:
1. Het actief langer dan 1 jaar wordt gebruikt voor de bedrijfsvoering van de dienst Justis;
2. Het economisch eigendom ligt bij dienst Justis.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn als volgt:
Categorie | Afschrijvingstermijn |
---|---|
Installaties | 5 |
Meubilair | 10 |
Kantoormachines | 5 |
Overige inventaris | 5 |
Werkplek hardware | 3 |
Techn. infra. hardware | 5 |
De debiteuren zijn opgenomen tegen nominale waarde, zijnde de factuurwaarde.
Voorzieningen worden gevormd voor specifieke risico's die zijn verbonden aan bepaalde activa en passiva of aan activiteiten van Justis. De risico's moeten op balansdatum bekend zijn en voortvloeien uit gebeurtenissen die voor de balansdatum hebben plaatsgevonden. Voor algemene (bedrijfs)risico's wordt geen voorziening gevormd, deze dienen te worden afgedekt door de exploitatiereserve.
De post crediteuren betreft verplichtingen aan leveranciers, die door middel van een factuur in rekening zijn gebracht. De looptijd is korter dan 1 jaar.
Met ingang van 2003 zijn alle aanschaffingen van de dienst Justis als activa in de financiële administratie opgenomen. De aanschaffingen van vóór 2003, waar de facturen van beschikbaar zijn, zijn tegen boekwaarde in de administratie opgenomen.
Omschrijving vast actief | Aanschafwaarde | Cumulatieve afschrijvingen | Boekwaarde |
---|---|---|---|
Installaties | 33 112,33 | – 17 044,33 | 16 068,00 |
Meubilair | 941 967,14 | – 280 229,14 | 661 738,00 |
Kantoormachines | 4 579,12 | – 1 694,12 | 2 885,00 |
overige inventaris | 75 134,46 | – 40 325,46 | 34 809,00 |
Installaties en inventaris | 1 054 793,05 | – 339 293,05 | 715 500,00 |
Werkplek hardware | 728 910,83 | – 594 132,83 | 134 778,00 |
Technische infrastructuur hardware | 213 853,58 | – 131 822,58 | 82 031,00 |
Hardware | 942 764,41 | – 725 955,41 | 216 809,00 |
Totaal | 1 997 557,46 | – 1 065 248,46 | 932 309,00 |
De debiteurenstand notarissen per 1 januari 2005 heeft betrekking op verzonden en nog niet betaalde facturen vanuit CTR en Vennoot.
Vanaf 2004 factureert Dienst Justis aan gemeenten en andere publiekrechtelijke instanties voor de producten BIBOB en VOG. De openstaande vorderingen VOG voor gemeenten zijn met ingang van 1 januari 2005 gelijk aan € 1 028 568,35.
Per 1 januari 2005 is het saldo van de rekening-courant van Dienst Justis bij het ministerie van Financiën gelijk aan nul. Dienst Justis heeft geen kas.
Het eigen vermogen is op 1 januari 2005 gelijk aan nul.
Leningen van de baten-lastendienst bij het ministerie van Financiën.
De lening bij het ministerie van Financiën is aangegaan om de overname van de materiële activa van het moederdepartement per 1 januari 2005 te financieren. De hoogte hiervan is daardoor gelijk aan de boekwaarde van de vaste activa.
* FPU | 536 |
---|---|
* Overige voorzieningen | 34 |
570 |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft voor de rijksdiensten de mogelijkheid geschapen aan medewerkers die daarvoor in aanmerking komen een FPU-plus arrangement aan te bieden. Hiermee wordt beoogd een matching te bewerkstelligen tussen de door het FPU-arrangement ontstane vacatureruimte en de herplaatsing van andere medewerkers. De medewerkers die in aanmerking komen voor het FPU-plus arrangement ontvangen gedurende een periode van maximaal acht jaar een aanvulling op de reguliere FPU-uitkering. In 2004 is aan vier medewerkers van Dienst Justis een FPU-plus arrangement aangeboden. De totale kosten hiervan gedurende de gehele periode worden geraamd op € 536 000.
Op grond van de richtlijnen is voor het volledige bedrag een voorziening gevormd ten laste van het resultaat 2004. Bij de bepaling van de voorziening is rekening gehouden met doorlopende bezoldigingscomponenten en de uitvoeringskosten van de regeling. Er is afgezien van het verdisconteren van sterftekansen in de berekening. De voorziening zal jaarlijks worden herzien op basis van het de gewogen gemiddelde van de contractloonstijging van alle overheidssectoren, voorzover het de ABP-fonds (conform besluitvorming ABP-bestuur) dat toelaat.
Overige voorzieningen (proceskosten)
Bij de overige voorzieningen is een bedrag opgenomen voor de eventuele uitbetaling van gerechtskosten aan derden die een bezwaarschriftprocedure tegen Justis hebben gewonnen.
Hier is het bedrag opgenomen aan openstaande facturen per 31 december 2004. Dit betreft eveneens terugbetalingen van leges aan aanvragers.
Nog te betalen/vooruit ontvangen
Deze post is opgebouwd uit vier subcategorieën, te weten Nog te betalen moederdepartement, Nog te ontvangen facturen, Vooruit ontvangen leges en Nog te betalen personeelskosten.
Nog te betalen moederdepartement
Deze post wordt in de eerste openingsbalans van een dienst gebruikt ter vereffening van de vlottende activa en de vlottende passiva en is daarmee gelijk aan het verschil tussen de vlottende activa en de overige vlottende passiva. De hoogte hiervan is € 11 000.
Onder deze post zijn bedragen opgenomen voor werkzaamheden die in 2004 zijn verricht maar waarvan de factuur in 2005 wordt ontvangen. De hoogte hiervan bedraagt € 488 000.
Daarnaast heeft Dienst Justis in de jaren 2001, 2002 en 2003 korting ontvangen op een abonnement bij de Vereniging Kamers van Koophandel (KvK), op voorwaarde dat de KvK van Justis bepaalde gegevens aangeleverd kreeg. Dit is wegens omstandigheden niet gebeurd. Op 24 december 2003 is een factuurbrief ontvangen van de KvK, waarmee de eerder genoten korting ter grootte van € 483 000 in rekening is gebracht. In 2004 is met de KvK onderhandeld over de afkoop van dit bedrag.
Naar verwachting zal het bedrag in 2005 betaald worden. Bij het bepalen van de omvang van het te betalen bedrag is rekening gehouden met een wettelijke rente van € 47 000 (huidige tarief van de wettelijke rente is 9,65%). In totaal derhalve een bedrag van € 530 000.
Vooruit ontvangen leges hebben betrekking op de werkprocessen waar de leges vooraf wordt betaald en de beslissing niet in hetzelfde jaar valt als de betaling. Dit zijn de werkprocessen naamswijziging, particuliere beveiliging en de verklaring omtrent het gedrag voor rechtspersonen. De hoogte hiervan bedraagt € 130 000.
Nog te betalen personeelskosten
Nog te betalen personeelskosten
* Afdracht pensioenpremie | 101 |
* Afdracht soc. verzekeringspremies | 32 |
* Sociale lasten niet reg/actief pers. | 1 |
* N.t.b. vakantiegeld | 262 |
* N.t.b. BTZR | 75 |
471 |
Afdracht sociale verzekeringspremies en pensioenpremie
Deze posten hebben betrekking op het salaris van 2004 maar komen in 2005 tot uitbetaling.
De post nog te betalen vakantiegeld is het totaalbedrag aan vakantiegeld dat door de medewerkers van Justis over de periode juni 2004 tot en met december 2004 is opgebouwd, minus eventuele tussentijdse betalingen bij uitdiensttreding.
Nog te betalen ziektekosten (BTZR)
Aangezien conform de Justitieregeling de betaling van de tegemoetkoming ziektekosten aan de medewerkers van de dienst Justis drie maanden later valt dan de maand waarop de betaling betrekking heeft, is de vordering van het personeel opgenomen over de laatste drie maanden van 2004.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Garantstellingsregeling faillissementscuratoren
De Dienst Justis geeft uitvoering aan de Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren, waarbij de minister van Justitie garant staat voor gespecificeerde categorieën kosten die door een curator worden gemaakt bij de afwikkeling van een faillissement. In het kader van deze Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren heeft Dienst Justis een totaalbedrag aan garantstellingen uitstaan ter hoogte van € 3 162 701,11. Uitbetalingen van deze garantstellingen vinden plaats buiten de resultatenrekening van Dienst Justis. In het algemeen komt slechts een klein deel van deze garantstellingen tot uitbetaling. In alle gevallen waarbij voldoende geld uit de boedel komt om de kosten van de curator te betalen, vervalt bij afronding van het faillissement de garantstelling door het ministerie van Justitie. De individuele garantstellingen hebben een van tevoren beperkte looptijd. Hierop kan door de curator verlenging worden aangevraagd.
Een groot deel van de facilitaire dienstverlening is uitbesteed aan de Directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement (DBOB). Dienst Justis en DBOB hebben hiervoor een dienstverleningsovereenkomst gesloten ter hoogte van € 3,5 mln. die jaarlijks wordt vernieuwd. Onderdeel hiervan is de huur van het gebouw. Dienst Justis heeft zelf geen contract met de RGD. Deze verplichting is daarmee een interne verplichting binnen het ministerie van Justitie.