Wetsartikel 1
De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Jeugd en Gezin.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Artikel 3
Het kabinet heeft bij zijn aantreden op 14 oktober 2010 besloten om geen Minister voor Jeugd en Gezin te laten benoemen. De taken van Jeugd en Gezin zijn herverdeeld over een aantal andere ministers (zie de Koninklijke Besluiten van 14 oktober 2010 in de Staatscourant van 18 oktober 2010, nr. 16 540 en 16 542).
De organisatorische uitwerking van deze besluiten vindt thans plaats en zal naar verwachting in 2011 kunnen worden afgerond. Om administratieve redenen is besloten om de begrotingen 2010 niet aan de nieuwe, ingang gezette reorganisaties aan te passen. Evenwel, door het niet benoemen van een Minister voor Jeugd en Gezin is zonder nadere wettelijke voorziening onduidelijk welke minister verantwoordelijk is voor het beheer van de begroting van Jeugd en Gezin omdat voor dat beheer op grond van artikel 19a van de Comptabiliteitswet 2001 de Minister voor Jeugd en Gezin verantwoordelijk is.
Die onduidelijkheid wordt voor het jaar 2010 vanaf 14 oktober 2010 in het onderhavige wetsartikel weggenomen.
De Comptabiliteitswet 2001 zal hiervoor zo spoedig mogelijk structureel worden aangepast.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
mede namens
De minister van Veiligheid en Justitie,
en
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,