Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2010 is een norm gehanteerd. Op het niveau van (beleids)artikel worden in principe alleen de verschillen toegelicht die groter zijn dan, dan wel gelijk zijn aan, 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.
Beleidsartikel 20. Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 bedraagt € 45,4 miljoen en houdt voornamelijk verband met de verplichtingen die samenhangen met de lagere uitgaven voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties en contributies.
Uitgaven
Diverse operaties
De realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 318 miljoen. De verschillen die zijn opgetreden in de uitgaven bij de diverse operaties ten opzichte van de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010, houden met name verband met de Redeployment Task Force (RDTF), die € 25,8 miljoen lager uitvalt doordat er minder eenheden hebben bijgedragen dan vooraf was voorzien. Daartegenover staan hogere uitgaven voor ISAF Fase III die worden veroorzaakt door de inhuur van een Unmanned Aerial Vehicle (UAV).
Ontvangsten
De ontvangsten komen € 3,7 miljoen lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010. Het betreft voornamelijk vorderingen op de partnerlanden bij de ISAF-missie in Uruzgan voor de door Nederland verrichte diensten.
Beleidsartikel 21. Commando zeestrijdkrachten (CZSK)
Verplichtingen
De lagere verplichtingen van € 5,1 miljoen worden naast een aantal kleinere exploitatieposten voornamelijk veroorzaakt doordat de overeenkomsten met een facilitair karakter (inclusief de huur van gebouwen en terreinen) meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig.
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 zijn € 8,7 miljoen hoger dan verwacht. Het betreft met name personele uitgaven.
Ontvangsten
De lagere ontvangsten van € 1,8 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 zijn voornamelijk het gevolg van lagere personele en diverse overige ontvangsten.
Beleidsartikel 22. Commando landstrijdkrachten (CLAS)
Verplichtingen
De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 bedraagt € 3 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor hogere verplichtingen. Daartegenover staat dat overeenkomsten met een facilitair karakter meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig, waardoor de verplichtingen minder hard stijgen dan de uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 zijn € 13,3 miljoen hoger dan verwacht. Dit betreft personele uitgaven als gevolg van een hogere vullingsgraad van het personeel. Deels worden de hogere uitgaven gecompenseerd door lagere uitgaven aan oefeningen.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 5,2 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 betreffen voornamelijk extra ontvangsten voor geneeskundige zaken als tandheelkunde en fysiotherapie.
Beleidsartikel 23. Commando luchtstrijdkrachten (CLSK)
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 bedraagt € 10,5 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen tevens voor hogere verplichtingen. Daartegenover staat dat de overeenkomsten met een facilitair karakter meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig, waardoor de verplichtingen minder hard stijgen dan de uitgaven.
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 zijn € 3,9 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door opleidingsuitgaven die doorschuiven naar 2011.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 4,0 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 hebben voornamelijk betrekking op extra ontvangsten voor geneeskundige zaken.
Beleidsartikel 24. Commando Koninklijke marechaussee (CKmar)
Verplichtingen
De lagere verplichtingen van € 25,8 worden naast een aantal kleinere exploitatieposten voornamelijk veroorzaakt doordat de overeenkomsten met een facilitair karakter (inclusief de huur van gebouwen en terreinen) meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig.
Uitgaven
De lagere realisatie op dit artikelonderdeel met € 3,5 miljoen is toe te schrijven aan de lagere personeelsvulling dan verwacht.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 1,3 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 zijn voornamelijk het gevolg van hogere verrekeningen van geleverde diensten aan andere ministeries, waaronder een bijdrage door het ministerie van Veiligheid & Justitie aan het KMar-project biometrie.
Beleidsartikel 25. Defensie Materieel Organisatie (DMO)
Verplichtingen
De realisatie van het verplichtingenbudget is € 540 miljoen lager dan aanvankelijk was voorzien als gevolg van vertragingen van grote investeringsprojecten. De investeringsbudgetten zijn aangepast ter compensatie van de hogere exploitatie-uitgaven bij de logistieke ondersteuning van de operationele commando’s. Daarnaast heeft de budgettaire problematiek van begin 2010 geleid tot een verplichtingenpauze voor de logistieke ondersteuning. Dit heeft uiteindelijk voor heel 2010 bijgedragen aan minder verplichtingen. De aanpassing van de budgetten hangt samen met de herfasering van een aantal investeringsprojecten. Het betreft bijvoorbeeld het uitstellen van € 78,3 miljoen aan verplichtingen voor de NH-90, € 78,2 miljoen voor F-16 zelfbescherming (ASE) is vertraagd naar 2011, € 85,0 miljoen voor Vervanging Mortieropsporingsradar (MOR) is doorgeschoven naar 2011 en € 51,1 miljoen voor Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten is vertraagd vanwege de aanbesteding.
Uitgaven
Investeringen
Het verschil tussen de totale investeringsraming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt – € 38,7 miljoen. Het per saldo achterblijven van de totale realisatie bij de investeringen is met name het gevolg van de vertraging van de projecten Panzer Haubitzer, NH-90, FRISC, Tactis, Boxer, de short range tactical UAV.
Logistieke ondersteuning zeestrijdkrachten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt + € 8,5 miljoen. Deze hogere realisatie is met name het gevolg van hogere uitgaven voor brandstof en daarnaast een hogere personeelsvulling.
Logistieke ondersteuning landstrijdkrachten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt – € 18,2 miljoen en is te verklaren door vertraagde uitgaven voor munitie en onderhoud wapensystemen.
Ontvangsten
Exploitatie
Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt – € 18,2 miljoen. Dit is onder andere een gevolg van vertraging in de ontvangsten van NATO Sea Sparrow Project Office.
Beleidsartikel 26. Commando DienstenCentra (CDC)
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 bedraagt per saldo € 66,4 miljoen. De neerwaartse bijstelling van de verplichtingen is met name het gevolg van minder verplichte investeringen infrastructuur (nieuwbouw Schiphol) en informatievoorziening, zoals het Electronic Key Management System (EKMS).
Uitgaven
Bedrijfsgroep Transport
De hogere realisatie op dit artikelonderdeel met € 6 miljoen is met name een gevolg van hogere transport uitgaven, dan was voorzien bij het CLAS en het CLSK.
Bedrijfsgroep Gezondheidszorg
De hogere realisatie op dit artikelonderdeel met € 7,5 miljoen is met name een gevolg van extra uitgaven personele uitgaven bij de ARBO-dienst en inhuur (€ 5 miljoen) en overige exploitatie.
Facility Services
De hogere realisatie op dit artikelonderdeel met € 15 miljoen is met name een gevolg van extra uitgaven voor de bewaking van de complexen Soesterberg en Twente en hogere personele uitgaven voor internationale functies.
Staf Commando DienstenCentra
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt op dit artikelonderdeel + € 21,6 miljoen en is vooral een gevolg van de hogere infrastructurele en personele uitgaven en door de afstotingsuitgaven, waarvan de uitgaven waren voorzien in 2011.
Ontvangsten
Exploitatie
Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt + € 5,4 miljoen is en onder meer een gevolg van vergoedingen van de zorgverzekeraar bij de bedrijfsgroep gezondheidzorg.
Domeinenopbrengsten
De lagere ontvangsten van € 14,3 miljoen ten opzichte van de raming in de tweede suppletoire begroting 2010 zijn een gevolg van de tegenvallende ontvangsten en de verschuiving naar een later moment van te verkopen onroerende goederen door de Dienst der Domeinen.
Niet-beleidsartikel 90. Algemeen
Verplichtingen
De per saldo verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2010 bedraagt € 19,8 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen tevens voor hogere verplichtingen. Daartegenover staat dat de overeenkomsten met een facilitair karakter meer dan voorheen jaarlijks worden vastgelegd in plaats van meerjarig en dat minder meerjarige verplichtingen zijn aangegaan voor Bijdragen aan NAVO en Milieu-uitgaven. Hierdoor stijgen de verplichtingen minder hard dan de uitgaven.
Uitgaven
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt + € 43 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door hogere pensioenuitgaven aan het ABP (€ 40 miljoen) mede omdat in tegenstelling tot in 2009 een slotbetaling nog in december 2010 is betaald. Tevens zijn ten laste van dit artikel de uitgaven verantwoord voor de ingevoerde uitzendbonus (€ 14,6 miljoen).
Daartegenover staan minder uitgaven voor loondoorbetaling bij externe bemiddeling (– € 6,6 miljoen). Dit komt doordat in 2010 langer dan verwacht gebruik is gemaakt van de interne bemiddeling. Verder wordt bij de contributie voor het NATO military budget rekening gehouden met de bijstellingen van voorgaande jaren. Vanwege de bijstellingen is de uiteindelijke bijdrage voor 2010 lager (€ 4,3 miljoen).
Ontvangsten
Het verschil tussen de raming van de tweede suppletoire begroting 2010 en de realisatie bedraagt – € 2,9 miljoen. De hogere ontvangsten hebben in het bijzonder betrekking op extra ontvangsten voor de wachtgelden over 2008 en 2009 van de baten-lastendiensten van Defensie.
Baten-lastendiensten
Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto
In de eerste en tweede suppletoire begroting 2010 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie, zijnde de zogenoemde slotwetmutaties, is derhalve gelijk te stellen aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van het jaarverslag 2010. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletoire begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemd jaarverslag 2010.