Beleidsartikel 1. Waarborgfunctie
Stand ontwerp begroting 2011 | Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 | Stand suppletoire begroting VJN 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | Mutatie 2015 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3)=(1+2) | ||||||
Verplichtingen | 57 575 | 1 000 | 58 575 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven: | 57 575 | 1 000 | 58 575 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Waarvan juridisch verplicht | 824 | |||||||
1. | Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 57 575 | 1 000 | 58 575 | 0 | 0 | 0 | 0 |
a. | Recherche Samenwerkings Team (RST) | 1 000 | ||||||
Ontvangsten | 4 857 | 0 | 4 857 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven
1.a. Recherche Samenwerkings Team
Uitgaven ter dekking van overlopende uitgaven voor het Recherche Samenwerkings Team (RST).
Beleidsartikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
Stand ontwerp begroting 2011 | Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 | Stand suppletoire begroting VJN 2011 | Mutaties 2012 | Mutaties 2013 | Mutaties 2014 | Mutaties 2015 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3)=(1+2) | ||||||
Verplichtingen | 65 277 | 18 069 | 83 346 | 775 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
Uitgaven: | 75 118 | 265 990 | 341 108 | 295 202 | 193 982 | 172 479 | 170 117 | |
Waarvan juridisch verplicht | 294 596 | |||||||
2.1 | Apparaat | 9 216 | 1 316 | 10 532 | 0 | 0 | 0 | 0 |
a. | Regionaal Service Centrum | 943 | ||||||
b. | Overige niet relevante beleidsmutaties | 373 | ||||||
2.2 | Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 65 387 | 15 253 | 80 640 | – 225 | 0 | 0 | 0 |
c. | Zeekabel | 6 200 | ||||||
d. | Middelen Aruba-deal voor rechtshandhaving | 9 600 | ||||||
e. | Overige niet relevante beleidsmutaties | – 547 | – 225 | |||||
2.3 | Bevorderen staatkundige relaties | 515 | 500 | 1 015 | 0 | 0 | 0 | 0 |
f. | Overige niet relevante beleidsmutaties | 500 | ||||||
2.4 | Schuldsanering | 0 | 248 921 | 248 921 | 295 427 | 193 982 | 172 479 | 170 117 |
g. | Valutaschommelingen | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | ||
h. | Rente en aflossing schuldsanering | 247 921 | 294 427 | 192 982 | 171 479 | 169 117 | ||
Ontvangsten | 3 613 | 25 584 | 29 197 | 24 984 | 24 600 | 24 045 | 23 688 | |
i. | Renteontvangsten lopende inschrijving | 25 584 | 24 984 | 24 600 | 24 045 | 23 688 |
Uitgaven
2.1a. Regionaal Service Centrum
Uitgaven ter dekking van overlopende uitgaven aan het Regionaal Service Centrum (RCN). Met ingang van dit jaar brengt het RCN de kosten in rekening bij de opdrachtgevers. Dit blijkt voor een aantal kleine opdrachtgevers tot relatief erg hoge kosten te leiden. Vanuit begrotingshoofdstuk IV wordt een deel van die kosten gedragen.
2.2c. Zeekabel
Uitgaven ter dekking van overlopende uitgaven bij verschillende projecten in het kader van de bevordering van de autonomie van de Koninkrijkspartners, onder andere de aanleg van een zeekabel voor de Bovenwindse eilanden en de berging van een neergestort toestel van Divi Divi Air.
2.2d. Middelen Aruba-deal voor rechtshandhaving
De in 2010 niet bestede middelen worden conform bestaande afspraken toegevoegd aan de begroting 2011. Deze middelen zijn bestemd voor het programma Rechtshandhaving Aruba.
2.4g. Valutaschommelingen
Er wordt een buffer ingebouwd om valutarisico’s te kunnen opvangen, die optreden bij het ontvangen van rente en aflossingen op leningen van Nederland aan Curaçao en Sint Maarten.
2.4h. Met het in werking treden van de nieuwe staatkundige verhoudingen is de schuldsanering van de voormalige Nederlandse Antillen afgerond. De schuld die niet voor de transitiedatum gesaneerd is, is vanuit het oogpunt van gelijke behandeling van crediteuren geheel door Nederland overgenomen en opgenomen in de Nationale Schuld. Voor zover daardoor meer schuld is overgenomen dan afgesproken, heeft Nederland een vordering op de nieuwe landen gekregen. De reeks betalingen aan rente en aflossingen die samenhangt met de overname van de restschuld wordt via een bijdrageconstructie van dit begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) aan het begrotingshoofdstuk Nationale Schuld (IXA) verantwoord.
Ontvangsten
i. Renteontvangsten lopende inschrijving
Sint Maarten en Curaçao maken gebruik van de lopende inschrijving. Op deze wijze kan (tot een vastgesteld plafond) tegen Nederlands tarief geleend worden op de kapitaalmarkt. Nederland ontvangt hiervoor rente van de eilanden, welke hierbij worden geboekt.