Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

2.1.1 Uitvoeringsbeeld
Tabel 1 Uitvoeringsbeeld (bedragen x € 1 miljoen)
   

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1

Leerlingen- en studentenaantallen

38,8

129,8

204,6

232,6

265,8

281,5

 

a. primair onderwijs

0,0

5,4

3,9

2,6

8,1

15,2

 

b. voortgezet onderwijs

41,9

62,2

65,0

75,8

87,4

95,4

 

c.beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

7,8

37,4

88,1

94,0

110,3

111,9

 

d. hoger beroepsonderwijs

– 22,2

3,2

19,1

26,6

28,1

30,6

 

e. wetenschappelijk onderwijs

7,7

16,2

20,6

20,7

16,7

11,4

 

f. studiefinanciering

3,6

5,5

7,7

12,9

15,2

17,0

2

Ramingsbijstelling studiefinanciering

– 129,5

– 125,7

– 73,8

– 31,1

28,7

18,6

3

Inzet enveloppe Kwaliteitsimpuls/ramingsrisico

0,0

– 70,0

– 180,0

– 220,0

– 270,0

– 270,0

4

Inzet ter dekking fasering langstudeerders en passend onderwijs

0,0

119,0

0,0

0,0

0,0

0,0

5

Incidentele kwaliteitsimpuls onderwijs

0,0

15,7

0,0

0,0

0,0

0,0

6

Tegenvaller VO en dekking

56,0

– 56,0

0,0

0,0

0,0

0,0

7

Systeemvernieuwing DUO

7,5

7,8

7,8

4,0

4,0

4,0

 

Totaal *

– 27

21

– 42

– 15

28

34

* Het meerjarige beeld sluit over de jaren heen op nul.

Toelichting:

  • 1. In de verschillende onderwijssectoren is in het aantal leerlingen en studenten per saldo hoger dan waarmee tot nu toe in de begroting rekening was gehouden. De grootste opwaartse mutaties doen zich voor in het VO en het MBO. In het VO stijgt de gemiddelde verblijfsduur iets. In het MBO hangt de geraamde stijging vooral samen met het vorig jaar zich al aftekenende, maar nu meerjarig verwerkte substitutie-effect tussen BOL en BBL. In het HBO doet zich in 2011 overigens een kleine daling voor.

  • 2. De raming van de uitgaven voor studiefinanciering vertoont tot en met 2014 per saldo een meevaller, daarna worden per saldo tegenvallers geraamd. De ramingsbijstelling is het gevolg van een aantal ontwikkelingen. Bij de omzetting van prestatiebeurs in gift worden op grond van de actuele inzichten in het omzettingsritme de eerste jaren meevallers verwacht, die vanaf 2015 omslaan in tegenvallers. Bij de aanvullende beurs is er een lager gebruik dan eerder werd geraamd. Daarnaast zijn de renteontvangsten hoger dan eerder geraamd. Dit leidt tot een structurele meevaller. Bij de uitgaven voor de OV-studentenkaart doen zich tegenvallers voor.

  • 3. De RA-enveloppe kwaliteitsimpuls/reservering ramingsrisico wordt volledig ingezet.

  • 4. De ruimte ad € 119 miljoen uit het uitvoeringsbeeld wordt ingezet om de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het Regeerakkoord mogelijk te maken. Het totaalbeeld van deze faseringsmaatregelen inclusief de dekking wordt weergegeven onder paragraaf 2.1.2, tabel 2a en 2b.

  • 5. De resterende ruimte uit het uitvoeringsbeeld is beschikbaar voor kwaliteitsbeleid.

  • 6. De loonbijstelling tranche 2011 wordt niet uitgekeerd. In de sector VO ontstaat daardoor een liquiditeitsprobleem. Ter dekking van de kosten van de arbeidsvoorwaarden is een kasschuif van € 56 miljoen van 2012 naar 2011 noodzakelijk (zie de toelichting bij artikel 3 VO).

  • 7. Voor de vernieuwing van de studiefinancieringssystemen is een reservering opgenomen. De huidige systemen voldoen niet meer. Vernieuwing was op zich al wenselijk om tot een meer doelmatige uitvoering te komen. Daar komt nu de uitwerking van de in het regeerakkoord opgenomen maatregelen binnen de studiefinanciering (zoals het sociaal leenstelsel) bij. Definitieve toekenning van budgetten zal plaatsvinden op basis van een gevalideerde businesscase. Deze wordt momenteel ontwikkeld.

2.1.2 Fasering langstudeerders en passend onderwijs

De maatregelen uit het Regeerakkoord, verhoging van het collegegeld voor langstudeerders en de efficiencykorting op de instellingen en de bezuiniging op passend onderwijs, worden gefaseerd ingevoerd (zie tabel 2a). De dekking vindt volledig binnen de OCW-begroting plaats (zie tabel 2b), zie brief aan de Tweede Kamer, d.d. 13 april 2011 (Kamerstuk 32 618, nr. 32).

Tabel 2a: Fasering maatregelen langstudeerders en passend onderwijs (Bedragen x € 1 miljoen)
   

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1

Langstudeerders

           
 

– Verhoging collegegeld met 0-3000-3000

0

– 62

– 178

– 163

– 163

– 163

 

– Efficiencykorting instellingen gefaseerd (incl. gedragseffect)

0

0

– 200

– 220

– 230

– 230

 

Totaal fasering langstudeerdersmaatregel (nieuwe reeks)

0

– 62

– 378

– 383

– 393

– 393

               
 

Langstudeerdersmaatregel (reeks conform RA)

0

– 370

– 370

– 370

– 370

– 370

 

Te dekken (t.b.v. fasering maatregel langstudeerders)

0

– 308

8

13

23

23

               

2

Passend onderwijs

           
 

Fasering maatregel passend onderwijs (nieuwe reeks)

0

0

– 100

– 200

– 300

– 300

               
 

Maatregel passend onderwijs (conform RA)

0

– 50

– 300

– 300

– 300

– 300

 

Te dekken (t.b.v. fasering maatregel passend onderwijs)

0

– 50

– 200

– 100

0

0

3

Totaal te dekken (3=1+2)

0

– 358

– 192

– 87

23

23

– = tekort, + = overschot

Tabel 2b: Dekking fasering maatregelen langstudeerders en passend onderwijs (Bedragen x € 1 miljoen)
   

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1

Prijsbijstelling tranche 2011

120

120

62

0

0

0

2

Ruimte OCW-begroting

0

119

0

0

0

0

3

Prestatiebeloning (maatregel RA)

0

0

0

0

120

0

4

Versterken centrale en uniforme toetsing (maatregel RA)

0

10

10

0

0

0

5

Maatschappelijke stage *

0

10

10

10

0

0

6

Kasschuif over de jaren heen

– 120

99

110

77

– 143

– 23

 

Totaal dekking

0

358

192

87

– 23

– 23

bron: brief aan de TK, d.d. 13 april 2011 (Kamerstuk 32 618, nr. 32)

* Het nieuwe kasritme maatschappelijke stage: € 3 miljoen in 2011, € 7,5 miljoen in 2012 t/m 2014 en € 4,5 miljoen in 2015 (totaal € 30 miljoen)

Toelichting op tabel 2b, de dekking:

  • 1. De prijsbijstelling tranche 2011 wordt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 gedeeltelijk ingezet.

  • 2. Er wordt voor € 119 miljoen aan incidentele ruimte uit de OCW-begroting ingezet.

  • 3. In het Regeerakkoord is afgesproken dat een prestatiebeloning voor (teams van) leraren wordt ingevoerd. Hiervoor is structureel € 250 miljoen beschikbaar. De jaren ervoor betreft dit een oplopende reeks van € 10 miljoen in 2012, € 20 miljoen in 2013, € 40 miljoen in 2014 en

  • 4. € 200 miljoen in 2015. Eenmalig wordt in 2015 € 120 miljoen gekort. De structurele middelen blijven ongewijzigd.

  • 5. In het Regeerakkoord is vanaf 2012 een bedrag van structureel € 80 miljoen beschikbaar gesteld voor centrale en/of uniforme toetsing in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, zodat de leerwinst objectief getoetst kan worden. Incidenteel wordt in 2012 en 2013 € 10 miljoen minder beschikbaar gesteld. De middelen vanaf 2014 blijven ongewijzigd.

  • 6. Het vorig kabinet heeft de maatschappelijke stage ingevoerd. Hiervoor is € 55 miljoen structureel beschikbaar. Incidenteel wordt in 2011 t/m 2014 in totaal € 30 miljoen minder beschikbaar gesteld. De middelen vanaf 2015 blijven ongewijzigd.

2.1.3 Doorverdeling middelen voor Caribisch Nederland
Tabel 3: Overzicht doorverdeling middelen Caribisch Nederland (Bedragen x € 1 miljoen)
 

Artikel

Uitgaven 2011

BES-middelen, doorverdeling naar PO, VO en BVE

8

– 31,3

Lumpsum PO

1

7,2

Schoolcoaches en zorgkosten EOZ-middelen

1

0,9

Lumpsum VO

3

6,9

Lumpsum BVE

4

1,6

Verbetermiddelen, inclusief huisvesting en uitvoering

4

11,9

Overig

diversen

2,9

Totaal

Totaal

0,0

Lumpsum PO, VO en BVE

De wijze van bekostiging van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs op Caribisch Nederland is ingericht naar de lumpsumfinanciering.

Voor het primair onderwijs is € 7,2 miljoen gereserveerd op basis van het aantal leerlingen. Voor het voortgezet onderwijs is € 6,9 miljoen gereserveerd en voor het middelbaar beroepsonderwijs € 1,6 miljoen. De toereikendheid van deze bedragen wordt nader onderzocht.

Schoolcoaches en zorgkosten EOZ-middelen (Expertisecentrum onderwijszorg)

De invoering van de lumpsumbekostiging geeft de schoolbesturen eigen verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit op hun scholen en creëert een grote mate van autonomie. De integrale opdracht van de schoolcoach is het bewerkstelligen van een meer autonome school en het ondersteunen van de schoolbesturen met het voldoen aan de basiseisen voor onderwijs naar Nederlandse maatstaven. De EOZ-middelen zijn bedoeld voor zorgleerlingen in Caribisch Nederland.

Verbetermiddelen

De verbetermiddelen worden ingezet voor het verhogen van de leerprestaties van alle leerlingen tot een niveau dat naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar is. Momenteel is er sprake van grote achterstanden in het onderwijs en huisvesting. De komende vijf jaar wordt er gewerkt aan een inhaalslag op het gebied van huisvesting, die uiteindelijk bijdraagt aan de verhoging van de leerprestaties en de algemene onderwijskwaliteit.

Overig

Deze middelen zijn onder andere beschikbaar voor de samenwerking met Curaçao, Sint-Maarten en Aruba.

2.1.4 Technische mutaties, waaronder loon- en prijsbijstelling

In deze 1e suppletoire begroting is een groot aantal technische wijzigingen opgenomen. Het betreft onder meer (interne) overboekingen tussen de artikelen in de OCW-begroting en overboekingen met andere departementen.

Loonbijstelling

In het regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2011. Dit betekent dat de loonbijstellingstranche 2011 die aan de departementen wordt uitgekeerd geen vergoeding bevat voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten.

Prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2011 is aan de OCW-begroting toegevoegd. Voor de jaren 2011, 2012 en 2013 zijn respectievelijk € 120, € 120 en € 62 miljoen ingezet ter dekking van de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het Regeerakkoord. Daarnaast is het wettelijke deel van de prijsbijstelling doorverdeeld naar de desbetreffende beleidsartikelen.

Licence