Bedragen in de navolgende toelichting zijn x € 1 000, tenzij anders vermeld.
Artikel 1: Grondwettelijke uitkering aan de leden van het koninklijk huis
Doordat de prijsontwikkeling enigszins afwijkt van datgene waarmee bij het opstellen van de begroting rekening is gehouden, wordt het begrotingsbedrag met 8 verhoogd.
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Bij de eerste suppletoire begroting van de Koning (Kamerstuk 32 780 I, nr. 2) is per abuis een ontvangstenmutatie van 823 opgenomen: het betrof een ontvangst van 824. De huidige slotwetmutatie (+ 1) voorziet in de bijstelling.
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De mutatie (– 116) is het gevolg van per saldo lagere doorbelaste uitgaven bij zowel de Rijksvoorlichtingsdienst als het Kabinet der Koningin.