Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van hoofdwatersystemen verantwoord. Dit betreft de onderdelen watermanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. Het watersysteem omvat het geheel van oppervlaktewater, waterbodems, oevers, etc.
Het artikel hoofdwatersystemen op het infrastructuurfonds is gerelateerd aan het beleidsartikel 31 (integraal waterbeleid) op de VenW begroting (XII). De doelstelling van dit beleidsartikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
11 Hoofdwatersystemen | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 197 989 | 1 284 697 | 781 215 | 812 430 | 707 900 | 783 095 | 630 912 |
Uitgaven | 986 690 | 1 107 319 | 1 008 689 | 983 476 | 808 672 | 919 720 | 829 826 |
11.01 Watermanagement | 91 231 | 87 132 | 83 838 | 84 244 | 84 689 | 85 069 | 85 674 |
11.01.01 Basispakket watermanagement | 91 231 | 87 132 | 83 838 | 84 244 | 84 689 | 85 069 | 85 674 |
11.02 Beheer en onderhoud | 327 038 | 290 152 | 249 082 | 246 398 | 245 592 | 245 652 | 245 711 |
11.02.01 Basispakket waterkeren | 209 779 | 168 899 | 130 542 | 153 687 | 168 842 | 168 892 | 178 923 |
11.02.05 Basispakket integr. waterbeheren | 105 068 | 95 000 | 77 213 | 76 767 | 76 683 | 76 693 | 66 721 |
11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer | 12 191 | 26 253 | 41 327 | 15 944 | 67 | 67 | 67 |
11.03 Aanleg | 559 371 | 709 036 | 658 314 | 605 991 | 436 911 | 476 439 | 375 232 |
11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren | 376 813 | 425 792 | 488 097 | 519 594 | 348 347 | 390 447 | 274 433 |
11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheren | 182 558 | 283 244 | 170 217 | 86 397 | 88 564 | 85 992 | 100 799 |
11.05 Verkenning en planstudie | 9 050 | 16 901 | 13 357 | 42 745 | 37 382 | 108 462 | 119 111 |
11.05.01 Verkenningenprogr. hoofdwatersyst. | 6 711 | 8 887 | 3 656 | 2 306 | 378 | 113 | |
11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren | 727 | 2 885 | 8 354 | 39 863 | 37 004 | 108 349 | 119 111 |
11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheer | 1 612 | 5 129 | 1 347 | 576 | |||
11.06 Staf Deltacommisaris | 4 098 | 4 098 | 4 098 | 4 098 | 4 098 | 4 098 | |
11.06.01 Staf Deltacommisaris | 4 098 | 4 098 | 4 098 | 4 098 | 4 098 | 4 098 | |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Apparaatsuitgaven | 2 234 | 2 173 | 2 173 | 2 173 | 2 173 | 2 173 | |
– Baten-lastendiensten | 441 129 | 376 323 | 306 840 | 333 014 | 349 476 | 346 010 | 346 831 |
– Restant | 545 561 | 728 762 | 699 676 | 648 289 | 457 023 | 571 537 | 480 822 |
11.09 Ontvangsten | 28 184 | 66 554 | 114 300 | 85 800 | 83 500 | 81 000 | 81 000 |
Budgetflexibiliteit
11.01 en 11.02 Watermanagement en Beheer en Onderhoud | |||
---|---|---|---|
juridisch verplicht | complementair noodzakelijk | ||
bestuurlijk gebonden | beleidsmatig nog niet ingevuld | ||
beleidsmatig verplicht | 41 324 | ||
11.03 Aanleg | |||
juridisch verplicht | 429 636 | complementair noodzakelijk | |
bestuurlijk gebonden | 13 220 | beleidsmatig nog niet ingevuld | |
beleidsmatig verplicht | 203 123 | ||
11.05 Verkenning en planstudie | |||
juridisch verplicht | 7 627 | complementair noodzakelijk | |
bestuurlijk gebonden | 522 | beleidsmatig nog niet ingevuld | |
beleidsmatig verplicht | 2 299 | ||
11.06 Staf Deltacommissaris | |||
juridisch verplicht | complementair noodzakelijk | ||
bestuurlijk gebonden | 250 | beleidsmatig nog niet ingevuld | |
beleidsmatig verplicht | 1 675 |
11.01 en 11.02 Watermanagement en Beheer en Onderhoud
De voor beheer en onderhoud opgenomen bedragen zijn volledig beleidsmatig verplicht. Het gaat hier om de verwachte uitgaven voor het project Stuwen in de Lek waarvoor een nieuwe aanbestedingsprocedure is gestart.
11.03 Aanleg
Het artikelonderdeel Waterbeheer is voor 99% juridisch verplicht. Het beleidsmatig verplichte gedeelte betreft hoofdzakelijk de nog niet afgegeven beschikkingen op het Hoogwaterbeschermingsprogramma, alsmede de beleidsmatig afgesproken projecten SBW (Sterkte Belasting Waterkeren) en WTI (Wettelijk Toetsingsinstrumentarium).
11.05 Verkenning en planstudie
De verkenningen en planstudies zijn grotendeels juridisch verplicht. De bestuurlijk gebonden uitgaven hebben betrekking op de Vlaams–Nederlandse Scheldecommissie. Het overige deel is beleidsmatig verplicht.
11.06 Staf Deltacommissaris
De programmauitgaven van de staf Deltacommissaris zijn grotendeels beleidsmatig verplicht. Het deel bestuurlijk gebonden betreft de inzet van gemeenteambassadeurs. Per gebiedsgericht deelprogramma is er één gemeenteambassadeur (afspraak is gemaakt met de VNG).
11.01 Watermanagement
Motivering
Met Watermanagement streeft VenW naar:
• het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem;
• een duurzaam watersysteem, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Basispakket Watermanagement
Producten
Binnen het basispakket watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
• peilbeheer en bediening van objecten;
• monitoring en informatieverstrekking;
• crisisbeheersing en -preventie.
De operationele doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:
• Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem in 2015. Hiermee wordt zowel wateroverlast als watertekort bestreden.
• Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties. Om dit te realiseren worden peilbesluiten nageleefd, worden de waterakkoorden geactualiseerd en uiteraard nageleefd. Het waterpeil is zoveel mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.
Daarnaast wordt zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne- en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om berichtgeving over hoog- en laagwater, naderende stormen, verontreinigingen en ijsvorming.
Meetbare gegevens bij watermanagement
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang 2009 | Omvang 2010 | Omvang 2011 |
---|---|---|---|---|
Watermanagement | Km2 water | 62 250 | 62 250 | 62 250 |
Basispakket | Indicator | Eenheid | Realisatie 2009 | Streefwaarde 2010 | Streefwaarde 2011 |
---|---|---|---|---|---|
Watermanagement | RWS participeert minimaal tien keer per jaar in een multidisciplinaire oefening, evalueert opgetreden grote calamiteiten en oefeningen en voert afgesproken verbeteracties uit op het gebied van waterkwaliteit, -overlast en -tekort. | % | 90% | 80% | 80% |
RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen. | % | 82% | 90% | 90% |
Toelichting
Om te weten of Rijkswaterstaat haar taken op het gebied van watermanagement goed uitvoert, zijn de indicatoren geënt op het optreden van bijzondere omstandigheden. Het op orde hebben van de calamiteitenorganisatie en de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, laagwater, ijsgang of calamiteuze lozingen zijn zaken die gemeten worden. Dit betekent dat Rijkswaterstaat minimaal tien keer per jaar deelneemt aan multidisciplinaire oefeningen, opgetreden grote calamiteiten evalueert en de afgesproken verbeteracties uitvoert. De streefwaarden zijn berekend op basis van de scores op drie prestatiekenmerken (participatie, afhandeling en verbeteracties). De waarde wordt dus niet alleen bepaald door de score op participatie maar ook door de scores op de onderdelen afhandeling en verbeteracties. Ook verstrekt Rijkswaterstaat informatie binnen de afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen (m.n. ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater en stormvloed).
11.02 Beheer en onderhoud
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie van zowel het waterkeren als het waterbeheren vervuld kan worden.
Producten
In de begroting 2010 is reeds opgemerkt dat de kosten van beheer en onderhoud toenemen en dat de budgetten onder druk komen te staan. Voortschrijdend inzicht heeft dit beeld bevestigd en er sprake is van voortdurende budgetspanning bij het beheer en onderhoud en het inlopen van achterstanden ten opzichte van de normen. De spanning doet zich voor binnen regulier beheer en onderhoud en bij renovatie en vervanging.
Mede aan de hand van de uitkomsten van de audits naar het beheer en onderhoud op de afzonderlijke netwerken (Hoofdwatersystemen, Hoofwegennet en Hoofdvaarwegennet) zal worden bezien welke beheersmaatregelen kunnen worden ingezet om budget en kosten meer met elkaar in overeenstemming te brengen.
Basispakket Beheer en Onderhoud waterkeren
Het basispakket Beheer en Onderhoud waterkeren bevat:
1. Kustlijnhandhaving (conform de basiskustlijn zandige kust niveau 1990).
2. Beheer en Onderhoud rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Wet op de waterkering).
ad 1. Kustlijnhandhaving
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks gecompenseerd moet worden. Vanaf 2001 wordt er ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging tenietgedaan. Ook zijn er lokale activiteiten zoals onderhoud van dammen en strandhoofden, eveneens met het doel om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen
• Rijkswaterkeringen
Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt ongeveer 267 km primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud gepleegd, bijvoorbeeld maaien van dijken. Daarnaast wordt er variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen. Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat ook 396 km niet-primaire waterkeringen. Deze vallen niet onder de Waterwet omdat ze geen bescherming hoeven te bieden tegen het buitenwater. Ze bieden bescherming tegen het binnenwater. Ook deze waterkeringen voldoen aan een bepaald veiligheidsniveau.
• Stormvloedkeringen
Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Ook de stormvloedkeringen zijn primaire waterkeringen (welke vallen onder de Wet op de waterkering). Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Stormvloedkering Oosterschelde, de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg (de Maeslantkering), de Hartelkering en de Stormvloedkering Hollandsche IJssel. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden er periodiek inspecties uitgevoerd.
Basispakket Beheer en Onderhoud integraal waterbeheren
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem op een zodanig kwaliteitsniveau te houden dat dit voldoet aan de vigerende regelgeving. Hierbij valt te denken aan beheer en onderhoud van:
• rijkswateren ten behoeve van maatgevend hoogwater (MHW);
• stuwende en spuiende kunstwerken;
• rijkswateren ten behoeve van waterkwaliteit;
• oevers en bodems;
• vergunningverlening en handhaving.
Onder het basispakket valt ook de voorbereiding van respectievelijk WB21, de implementatie van de Kader Richtlijn Water (KRW) en de Waterwet, alsmede de activiteiten in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW moeten stroomgebiedbeheersplannen opgesteld worden. Die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen zullen moeten worden om aan de KRW te blijven voldoen. Tevens vallen onder het basispakket beheer en onderhoud waterbeheren de maatregelen gericht op het op orde krijgen en houden van de vegetatie in de uiterwaarden.
Groot variabel onderhoud waterbeheren
Het betreft beheer en onderhoudsactiviteiten die per project groter zijn dan € 30 mln. (vervangingen, mid-life onderhoud etc.).
Meetbare gegevens bij Beheer en Onderhoud
In de kabinetsreactie op het IBO Beleid en Onderhoud (Kamerstukken 2006–2007, 30 800 XII, nr. 57) is toegezegd om extracomptabele informatie te verstrekken over de wijze waarop de middelen voor beheer en onderhoud worden aangewend. Ter invulling daarvan is hieronder een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over dijken, dammen en duinen, over stormvloedkeringen, over kunstwerken, over kustlijnzorg en over vergunningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.
• Waterkeren
Suppleren voor kustlijnzorg in 1000m3 | Realisatie2007 | Realisatie2008 | Realisatie2009 | Verwachte realisatie 2010 | Verwachte realisatie 2011 |
---|---|---|---|---|---|
Strand | 3 724 | 1 249 | 600 | 6 066 | 4 050 |
Onderwater | 8 976 | 6 213 | 14 000 | 4 417 | 7 222 |
Totaal | 12 700 | 7 462 | 14 600 | 10 483 | 11 272 |
Toelichting algemeen
Om de Basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven dient jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 te worden gesuppleerd. Hiertoe wordt jaarlijks een suppletieprogramma vastgesteld. Inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Bij de aanbesteding van de suppletieprogramma’s hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over twee jaar te spreiden. Voor de jaren 2007, 2008 en 2009 zijn de gerealiseerde suppletievolumes opgenomen. Voor de jaren 2010 en 2011 is een inschatting gemaakt van de verwachte te realiseren suppletievolumes.
Verwachte realisatie 2011
Met het voor suppleties beschikbare budget kan in 2011 naar verwachting in totaal ruim 11,2 mln. m3 worden gesuppleerd. Dit betreft circa 5,1 mln. m3 uit het vastgestelde programma 2010 (overloop) en circa 6,1 mln. m3 van het voorgenomen programma 2011. Over een definitief programma 2011 vindt besluitvorming plaats door de bewindslieden in het najaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar.
In onderstaand figuur is de gerealiseerde zandsuppletie over de periode tussen 2001 en 2009 weergegeven.
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Totaalbudget 2011 (x € 1 000) |
---|---|---|---|
Beheer en onderhoud waterkeren | Dijken primaire waterkeringen in km | 267 | 37 100 |
Stormvloedkeringen | 4 | 49 800 | |
Niet primaire waterkeringen in km | 396 | 8 100 | |
Suppleren voor kustlijnzorg gem. in m31 | 11 272 000 | 35 542 | |
Totaal | 130 542 |
Basispakket | Indicator | Eenheid | Norm | Realisatie 2009 | Streefwaarde 2010 | Streefwaarde 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterkeren | De primaire rijkswaterkeringen (dijken, duinen, stormvloed-keringen, etc) en andere werken die direct buitenwater keren voldoen aan de veiligheidsnormen uit de wet op de waterkering. | % | 100 | 62% | 62% | 62% |
Het jaarlijks suppleren van gemiddeld 12 miljoen m3 zand conform een jaarlijks vastgesteld suppletieprogramma om de basiskustlijn te handhaven. | Aantal m3 per jaar | 12 000 000 | 14 600 000 | 10 483 000 | 11 272 000 |
Toelichting:
1. De eerste indicator is gericht op het voldoen van de primaire rijkswaterkeringen aan de Waterwet of, indien de kering niet aan die wet voldoet, het in technische staat houden van de situatie 2006. Uit die zogenaamde «tweede toetsing» is gebleken dat 62% van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk voldoet aan de WOW-eisen. Het beheer en onderhoud programma is er vooralsnog op gericht dit percentage vast te houden. Het verbeteren van dit percentage richting 100% moet worden gerealiseerd via het aanlegprogramma. In 2011 zullen de resultaten van de nieuwe toetsing bekend worden.
2. De tweede indicator geeft de gerealiseerde en verwachte jaarlijkse hoeveelheid zand aan die RWS suppleert voor de Nederlandse kust volgens een vastgesteld suppletieprogramma om de basiskustlijn en het kustfundament op orde te houden.
• Waterbeheren
Omvang Areaal:
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Totaalbudget 2010 (x € 1 000) |
---|---|---|---|
Beheer en onderhoud waterbeheren | Spuiende en stuwende kunstwerken | 99 | 53 400 |
Totaal aantal vergunningen | 1 100 | 3 913 | |
Oevers en stortplaatsen | 19 900 | ||
Totaal | 77 213 |
Toelichting:
1. Vergunningen zijn vraaggestuurd. De voor 2011 voorziene omvang van het aantal vergunningen is gebaseerd op realisatiecijfers en verwachtingen en wordt geschat op 1100. Dit cijfer is grotendeels gebaseerd op het aantal vergunningen dat op basis van de Waterwet en de Ontgrondingenwet de afgelopen jaren is afgegeven. Hierbij is uitgegaan van het gegeven dat er enerzijds minder vergunningen worden aangevraagd door de algemene regels en er anderzijds meer aanvragen binnenkomen door de grotere toegankelijkheid en publiciteit rond de nieuwe Waterwet.
Indicatoren:
Basispakket | Indicator | Eenheid | Norm | Realisatie 2009 | Streefwaarde 2010 | Streefwaarde 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterbeheren | De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend. | % | 100% | 99,9% | 100% | 100% |
Het percentage van de door Rijkswaterstaat verleende vergunningen in het kader van Wvo, Wbb, Wbr, OW, Wwh voldoet aan de wettelijke termijnen. | % | 95% | 85% | 80% | 80% |
Toelichting:
1. Altijd werkende spuiende kunstwerken, stuwen en gemalen is een noodzakelijke voorwaarde om de water af- en aanvoer goed te kunnen reguleren en een adequaat peilbeheer uit te voeren.
2. Vergunningverlening en handhaving zijn belangrijke wettelijke instrumenten om de kwaliteit van het hoofdwatersysteem te beïnvloeden. Het betreft hier alle wetten, dus zowel de milieu- als niet-milieu wetten. Het streven is erop gericht om uiterlijk in 2012 aan de gestelde norm te voldoen.
• Groot variabel onderhoud
Het betreft beheer en onderhoudsactiviteiten die voortvloeien uit het Plan van Aanpak achterstallig onderhoud 2003, welke was bijgevoegd bij de begroting 2004. In het kader van dit plan is een aantal projecten gedefinieerd.
Projecten | Uitvoeringsperiode |
---|---|
Stuwen Lek | 2010–2016 |
Haringvliet | 2004–2011 |
Toelichting:
Na de afgebroken aanbesteding bij het project Stuwen Lek (biedingen hoger dan het beschikbare budget, zie Begroting IF 2010, pag. 33) is dit project in 2009 doorgestart. De renovatie wordt nu in twee fases uitgevoerd. Huidige planning is om in 2010 met de uitvoering van de urgente maatregelen te starten en tegelijkertijd de voorbereiding van fase 2 te starten. Het project zal uiterlijk doorlopen t/m 2016.
11.03 Aanleg
Motivering
Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het rijk én een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Realisatieprogramma waterkeren
Producten
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen. Andere projecten die in het kader van de rivierverruiming worden uitgevoerd betreffen de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. De NURG-projecten beogen ook de ontwikkeling van natuur. De realisatie van laatstgenoemde projecten moet uiterlijk 2015 afgerond zijn. Voorbeelden van projecten die worden uitgevoerd om deze doelstelling te realiseren zijn de projecten Hemelrijkse Waard, Batenburg en het Lexkesveer.
Dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding
Verbetering van dijken bestaat uit verhoging en/of versterking van de dijk of uit vervanging van de bestaande steenbekleding. Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland wordt in 2015 opgeleverd. In totaal zal dan langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer steenbekleding zijn vervangen.
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de vijfjaarlijkse toetsing conform de Wet op de waterkering. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede toetsing (2006) van de primaire waterkeringen blijkt dat een deel van deze keringen niet voldoet aan de wettelijke norm (Kamerstuk II, 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103). Vanuit het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) worden subsidies verstrekt aan de Waterschappen ten behoeve van de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen. In juli 2010 heeft de Minister de Kamer geïnformeerd over de evaluatie en de voortgang van het HWBP. Tevens is het hoogwaterbeschermingsprogramma daarmee opnieuw vastgesteld. In het kader van doelmatig waterbeheer leveren de Waterschappen met ingang van 2011 jaarlijks een financiële bijdrage aan het HWBP. De jaarlijkse bijdrage en de wijze van verdeling over de waterschappen zal in de Waterwet geregeld worden.
Het programmabureau van Rijkswaterstaat Waterdienst werkt continu aan het verbeteren van de financiële ramingen om tot een stabiele prognose van benodigde kosten te kunnen komen.
De Tweede Kamer wordt separaat geïnformeerd over de te nemen maatregelen om tot een stabiel programma te komen.
Zandmotor
In het kader van de Pilot Zandmotor wordt een grote hoeveelheid zand aangebracht voor de Delflandse kust. Door wind, golven en zeestroming verspreidt het zand zich en groeit de kust op natuurlijke wijze aan. Zo levert de Zandmotor een bijdrage aan de kustveiligheid op langere termijn. De Pilot Zandmotor Delflandese Kust is een gezamenlijk project van VenW en de provincie Zuid-Holland. De Zandmotor, als object, komt ten noorden van de plaats Ter Heijde te liggen, ter hoogte van natuurgebied Solleveld. De functie zal natuur en recreatie zijn, zolang de Zandmotor bestaat. De natuurlijke afbraak is voorzien. De Zandmotor gaat er uitzien als een haak die 1,5 kilometer de zee in steekt. Op het strand ligt dan een basis van twee kilometer breed welke aansluit op het natuurgebied Solleveld. Het project Pilot Zandmotor Delflandse Kust is overgegaan naar de realisatiefase; het gaat om het aanbrengen van circa 20 miljoen m3 zand. De aanbesteding zal eind 2010 plaatsvinden. De kosten voor VenW zijn begroot op € 69 mln., waarvan € 30 mln. uit het Aanvullend Beleidsakkoord afkomstig is. De provincie Zuid-Holland draagt € 14 mln. bij. De realisatie zal in 2012 afgerond worden.
De belangrijkste mutaties in het realisatieprogramma waterkeren zijn:
• Aan het hoogwaterbeschermingsprogramma zijn aanvullende middelen toegevoegd. Deze vloeien voort uit de kabinetsafspraken over doelmatig waterbeheer en het aanbod van de waterschappen om een bijdrage te leveren aan het HWBP.
• Voor de projecten «Deltares deltafaciliteit» en «IJsselsprong Zutphen» zijn FES-middelen beschikbaar gekomen.
• Ten behoeve van de dekking van de kosten voor de pilot «Zandmotor» is € 69 mln. en voor het project «Kampen Hoogwatergeul» is een bedrag van € 50 mln. toegevoegd
Realisatieprogramma waterbeheren
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast
De nadruk in de projecten ligt op het vasthouden en bergen van overtollig water. De projecten moeten uiterlijk op 1 juli 2010 zijn afgerond. Een beperkt aantal projecten zal op die datum nog niet zijn voltooid. Dit kan gevolgen hebben voor de vaststelling van de subsidies voor die projecten. De verwachting is dat eind 2011 de laatste vaststellingen kunnen plaatsvinden.
Innovatie KRW
Er is € 75 miljoen beschikbaar voor de bevordering van innovaties bij de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. Dit geld is verdeeld over twee tenderregelingen. Van de ruim 160 ingediende innovatievoorstellen krijgen er circa 65 een financiële bijdrage. Agentschap NL voert de tenderregelingen uit. De regelingen worden in 2012 geëvalueerd.
Synergie KRW/WB21
In 2009 zijn de eerste subsidiemiddelen uitgegeven. Het merendeel van de middelen is in het ILG opgenomen en is, overeenkomstig het afgesproken kasritme, aan de provincies verstrekt. De overige middelen zijn op grond van een specifieke uitkeringsregeling aan gemeenten en waterschappen beschikt (voorschot). De projecten moeten uiterlijk op 31 december 2011 zijn gestart en uiterlijk op 31 december 2015 zijn afgerond.
Verruiming vaargeul Westerschelde inclusief natuurcompensatie Perkpolder
De verruiming van de vaargeul (zowel op Vlaams als Nederlands grondgebied) wordt uitgevoerd en gefinancierd door Vlaanderen. Nederland financiert maximaal € 30 mln. op Nederlands grondgebied voor wrakkenberging, kabels- en leidingbescherming en vaargeulwandverdediging. Daarnaast wordt in verband met EU-verplichtingen natuurcompensatie uitgevoerd bij Perkpolder op basis van de vorige (2e) verdieping van de Westerschelde.
Natuurlijker Markermeer/IJmeer
Het water in het Markermeer en het IJmeer is door de Houtribdijk afgesloten van het IJsselmeer. Het kan niet meer vrij stromen en bij harde wind wordt er veel slib van de bodem losgemaakt. Dat maakt het water troebel waardoor waterplanten niet goed aanslaan. Door het gebrek aan voedingsstoffen neemt ook het aantal dieren af. De waterkwaliteit voldoet dan ook niet meer aan de Europese normen. In een voortraject heeft een inventarisatie plaatsgevonden waaruit meerdere maatregelen naar voren zijn gekomen die de waterkwaliteit kunnen verbeteren. De pilot dient ertoe om die maatregelen in het klein uit te proberen door middel van verschillende experimenten. De resultaten zullen in 2015 leiden tot een advies aan het Kabinet over welke mogelijke maatregelen in de toekomst nodig zijn voor het op peil brengen en houden van de waterkwaliteit van het Markermeer en IJmeer.
Belangrijkste mutaties in het Realisatieprogramma Waterbeheren zijn:
• Aan het budget voor Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren zijn aanvullende middelen toegevoegd. Deze middelen vloeien terug vanuit Provinciefonds.
Projectoverzicht behorende bij 11.03.01: Realisatieprogramma Waterkeren
Totaal | Budget in € mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Deltaplan grote rivieren | 667 | 667 | 657 | 10 | 0 | 2010 | 2010 | |||||
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming | 202 | 202 | 125 | 19 | 13 | 10 | 6 | 16 | 13 | 2015 | 2015 | |
Dijkversterking en Herstel steenbekleding | 1 105 | 1 126 | 627 | 79 | 74 | 77 | 57 | 66 | 80 | 44 | 2015 | 2015 |
Hoogwaterbeschermingsprogramma | 2 811 | 1 789 | 375 | 209 | 283 | 389 | 250 | 263 | 144 | 897 | 2020 | 2020 |
Deltares Deltafaciliteit | 25 | 10 | 8 | 7 | 2013 | |||||||
IJsselsprong Zutphen (smalle geul) | 30 | 16 | 4 | 5 | 5 | 2015 | ||||||
IJsseldelta Kampen (Hoogwatergeul) | 50 | 30 | 20 | 2015 | ||||||||
Pilot Zandmotor | 69 | 30 | 39 | 2012 | ||||||||
Overige onderzoeken en kleine projecten | 369 | 367 | 138 | 69 | 70 | 43 | 12 | 12 | 12 | 15 | 2020 | 2020 |
Totaal categorie 0 | 5 328 | 1 921 | 426 | 488 | 520 | 348 | 390 | 274 | 961 | |||
Begroting (IF 11.03.01) | 426 | 488 | 520 | 348 | 390 | 274 |
Projectoverzicht behorende bij 11.03.02: Realisatieprogramma Waterbeheren
Totaal | Budget in € mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten nationaal | ||||||||||||
Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) | 22 | 22 | 20 | 2 | 2009 | 2009 | ||||||
Stimuleringsregeling verwerking baggerspecie (SVB) | 6 | 6 | 5 | 1 | 2010 | 2010 | ||||||
Subsidie baggeren bebouwd gebied (SUBBIED) | 107 | 120 | 78 | 22 | 6 | 2011 | 2011 | |||||
Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren | 1 012 | 728 | 234 | 112 | 86 | 42 | 58 | 64 | 86 | 330 | divers | divers |
Tijdelijke regeling bestrijding regionale wateroverlast | 100 | 100 | 58 | 35 | 7 | 2011 | 2011 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
Natte natuurprojecten IJsselmeergebied | 47 | 33 | 25 | 22 | 2011 | 2011 | ||||||
Natuurlijker Markermeer/IJmeer | 26 | 25 | 1 | 1 | 11 | 8 | 3 | 0 | 1 | 2015 | - | |
Projecten Utrecht | ||||||||||||
Sanering Vecht | 70 | 70 | n.v.t. | - | ||||||||
Projecten Zuidvleugel | ||||||||||||
Depot Hollandsch Diep | 93 | 94 | 93 | 0 | 2008 | 2008 | ||||||
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||||||||||
Natuurcompensatie Perkpolder | 32 | 31 | 5 | 2 | 9 | 9 | 2 | 4 | 2014 | 2013 | ||
Verruiming vaargeul Westerschelde | 31 | 31 | 3 | 7 | 3 | 4 | 4 | 6 | 5 | 2011 | 2011 | |
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||
Inrichting IJsselmonding | 10 | 10 | 9 | 1 | 2010 | 2010 | ||||||
Integrale inrichting Veluwe randmeer (IIVR) | 49 | 49 | 21 | 4 | 17 | 7 | 2012 | 2011 | ||||
Overige projecten | ||||||||||||
Innovatie KRW/WB 21 | 76 | 75 | 3 | 61 | 12 | 2012 | 2012 | |||||
Synergie KRW/WB 21 | 117 | 116 | 21 | 18 | 18 | 16 | 21 | 12 | 10 | 1 | 2015 | 2015 |
Kleine Projecten | 0 | 0 | 5 | –5 | ||||||||
Totaal categorie 0 | 1 796 | 650 | 283 | 170 | 86 | 89 | 86 | 101 | 331 | |||
Begroting (IF 11.03.02) | 283 | 170 | 86 | 89 | 86 | 101 |
11.05 Verkenning en planstudie
Motivering
Om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Producten
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s uitgevoerd. Deze projecten en programma’s hebben betrekking op MIRT-onderzoeken, MIRT-verkenningen en planstudies.
De MIRT-onderzoeken op dit artikelonderdeel zijn:
1. Deltaprogramma: het deltaprogramma is een programma van maatregelen en voorzieningen, gericht op de lange termijn veiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Vooruitlopend op het van kracht worden van de Deltawet, wordt gewerkt met negen deelprogramma's. De drie generieke en zes regionale deelprogramma’s zijn in onderstaande tabel weergegeven:
Deelprogramma | Verantwoordelijk |
---|---|
Generiek | |
Veiligheid | VenW |
Zoetwatervoorziening | VenW |
Nieuwbouw en Herstructurering | VROM |
Regionaal | |
IJsselmeer | VenW |
Rivieren | VenW |
Rijnmond | VenW en VROM |
Kust | VenW en VROM |
Zuidwestelijke Delta | LNV en VenW |
Wadden | LNV |
Het deelprogramma Nieuwbouw wordt verantwoord op de begroting van het ministerie van VROM en de deelprogramma’s Zuidwestelijke Delta en Wadden worden verantwoord op de begroting van het ministerie van LNV.
Voor ieder deelprogramma is een plan van aanpak gemaakt in 2010, dat in 2011 in uitvoering is. Het betreft onderzoeken en studies, gericht op de volgende vragen:
• Veiligheid: principebesluit nieuwe normen voor waterveiligheid, buitendijks beleid, deltadijken en gebiedspilots.
• Zoetwatervoorziening: In verband met klimaatverandering en de ontwikkeling in de zoetwatervraag ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de beschikbaarheid van zoetwater.
• Nieuwbouw en Herstructurering: Het ontwikkelen van een lange termijn visie en een nationaal beleidskader ten aanzien van de ontwikkeling van stedelijke functies in verband met waterrisico’s en de eigenschappen van de ondergrond, in samenhang met de verwachtte gevolgen van klimaatverandering.
• IJsselmeergebied: In verband met klimaatverandering en een veranderende zoetwatervraag ontwikkelen van een lange termijn strategie voor het peilbeheer van het IJsselmeer. Tevens korte termijn peilbesluit tot 2035, conform NWP.
• Rivieren: In verband met verwachte hogere rivierafvoeren van Maas en Rijntakken zal voor het rivierengebied een integrale lange termijn opgave worden geformuleerd en een strategie wordt uitgewerkt vanuit veiligheid, natuurdoelen, ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke ontwikkelingen.
• Rijnmond–Drechtsteden: In verband met de verwachting van hogere zeespiegel en toenemende extreme rivierafvoeren ontwikkelen lange termijn oplossingsrichtingen voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening in synergie met een duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied.
• Kust: Onderzoek naar een duurzame veiligheidsstrategie voor de kust en naar de mogelijkheid en wenselijkheid van kustuitbreiding.
• Zuidwestelijke Delta: In verband met verwachting van hogere zeespiegel en toenemende extremen (hoog en laag) in rivierafvoeren ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de Zuidwestelijke Delta om een veilig, veerkrachtig en vitaal gebied te blijven ontwikkelen.
• Wadden: Een onderzoek naar de veiligheid op lange termijn van het Waddengebied en het opstellen van een monitoringsplan om de gevolgen van klimaatverandering op de Waddenzee vast te stellen.
De deelprogramma's van het Deltaprogramma zijn bedoeld om Nederland op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening op de toekomst voor te bereiden. Daarnaast blijft het van belang de huidige veiligheid op orde te krijgen en te houden. Dat gebeurt via lopende uitvoeringsprogramma's, zoals het HWBP, RVR, MW. Daarom maken deze uitvoeringsprogramma's onderdeel uit van het Deltaprogramma.
2. Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium:
Het betreft hier de uitvoering van het Scheldeverdrag Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Hierin zijn de projecten opgenomen waarmee het Vlaams Gewest en Nederland de toegankelijkheid (3e vaargeulverruiming), natuurlijkheid (natuurherstel i.k.v. Vogel- en Habitatrichtlijn) en veiligheid van het Schelde-estuarium bevorderen.
3. Innovatie Haaglanden:
Er worden studies verricht naar de wateropgave in de glastuinbouw via zogenaamde proeftuinen en in nieuwbouwwijken (Rijswijk-Zuid) en bestaand stedelijk gebied. Verder wordt gekeken naar de bestuurlijke en participatieprocessen, communicatie en visualisatie en alternatieve financiele constructies t.a.v. de wateropgave in Haaglanden.
4. Deltamodel:
Het Deltamodel wordt ontwikkeld door Rijkswaterstaat Waterdienst, Deltares en andere kennisinstituten en adviesbureaus in opdracht van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met andere departementen. Het Deltamodel heeft als doel om de waterhuishoudkundige onderbouwing van het Deltaprogramma te leveren. Het is een modelinstrumentarium, dat wordt ontwikkeld voor de beleidsanalyse (opgave, maatregelen, effecten) met lange(re) tijdshorizon voor de besluitvorming in het Deltaprogramma. Het Deltamodel wordt gebruikt door deelprogramma’s van het Deltaprogramma bij het uitvoeren van hun onderzoeken. Het Deltamodel berekent daarbij onder meer de effecten van maatregelen in het ene deelprogramma op de opgave en maatregelen van andere deelprogramma’s. Het zorgt er tevens voor dat de effecten van maatregelen op een vergelijkbare manier worden bepaald, waardoor een integrale afweging binnen het deltaprogramma mogelijk is. Een eerste ruwe nog onvolledige versie van het Deltamodel is eind 2010 beschikbaar. Het definitieve modelinstrumentarium zal eind 2012 gereed zijn.
De verkenningen op dit artikelonderdeel zijn:
1. Onderzoek Integrale Verbetering Afsluitdijk
2. Grevelingen Water en Getij
3. Zandhonger Oosterschelde
4. Uitvoeringsprogramma ZW Delta
De planstudies op dit artikelonderdeel zijn:
1. Extra spuicapaciteit Afsluitdijk
2. Overige steenzetting
3. Legger primaire waterkering Vlieland
4. Volkerak–Zoommeer
De MIRT-verkenningen en planstudies zijn opgenomen in het MIRT-projectenboek.
Verkenningen waterkeren en beheren
Wijzigingen in de verkenningentabel zijn:
• De verkenning compartimentering is afgerond en heeft opgeleverd dat het grootschalig nieuw aanleggen van compartimenteringsdijken niet effectief is. Mogelijk dat dit op een kleinere, regionale, schaal wel het geval kan zijn. Dit vergt wel gebiedsgericht maatwerk en past binnen het concept van «meerlaagsveiligheid», dat in het Nationaal Waterplan 2009–2015 (december 2009) als uitgangspunt voor een duurzaam waterveiligheidsbeleid is verwoord. De uitwerking hiervan vergt ook gebiedsgericht maatwerk. Beide voornoemde onderwerpen worden in een aantal gebiedspilots waterveiligheid nader uitgewerkt.
• De verkenning Levensduur Waterkeringen is afgerond en heeft zich gericht op het effect van de inzetbaarheid van de Maeslantkering op de waterkeringen in het Rijn- en Maasmondgebied. Gebleken is dat de levensduur van waterkeringen in het Rijn- en Maasmondgebied door meerdere factoren wordt bepaald. Eén van die factoren is de wijze waarop – op termijn – wordt omgegaan met dit gebied, het wel of niet afsluitbaar maken. Dit wordt verder uitgewerkt in het Deltaprogramma, deelprogramma Rijnmond–Drechtsteden.
• De verkenning Onderzoek Integrale Verbetering Afsluitdijk is met één jaar vertraagd i.v.m. de controversieel verklaring.
• De integrale verkenning legger Vlieland en Terschelling is nieuw in het verkenningenprogramma opgenomen.
Planstudieprogramma waterkeren
De belangrijkste mutaties in de planstudietabel waterkeren zijn:
• De aanbesteding van de Zandmotor vindt in 2010 plaats, waarna tot uitvoering wordt overgegaan. De bijdrage VenW bedraagt maximaal € 69 miljoen. De resterende projectkosten worden door de Provincie Zuid-Holland gefinancierd.
• De legger waterkeren Vlieland is terug in de verkenningenfase opgenomen om samen met de provincie Friesland, de gemeenten Vlieland en Terschelling en het waterschap Friesland te komen tot een integrale verkenning.
Planstudieprogramma waterbeheren
De belangrijkste mutaties in de planstudietabel waterbeheren zijn:
• Volkerak Zoommeer (VZM): de kostenschatting voor het maken van doorlaatmiddelen en aanpassingen van sluizen bedraagt € 70 miljoen. De bijkomende maatregelen ten behoeve van zoetwatervoorziening € 70 à € 120 miljoen. Dit uitgaande van een situatie waarin het lukt om met innovatieve maatregelen de zoutlek door Volkeraksluizen naar het Haringvliet–Hollandsch Diep afdoende terug te dringen. Een pilot wordt op dit moment uitgevoerd.
• Voor de planstudie Beekmonding Maas is op 24 maart 2010 is het SNIP3 en SNIP4 besluit genomen. De uitvoering vindt plaats in het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren op het Realisatieprogramma Waterbeheren (artikelonderdeel IF 11.03.02).
• De planstudie Ecologisch herstel Eem- en Gooimeer is vertraagd wegens het uitblijven van een variantkeuze door onduidelijkheid over het effect van de te nemen maatregelen. De planstudie zal na het in 2011 te nemen projectbesluit direct in uitvoering worden genomen in het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren (artikelonderdeel IF 11.03.02, aanleg waterbeheren).
Projectoverzicht behorende bij 11.05.01: Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen
Gebied | Probleem | Indicatie modaliteit | Referentiekader | Gereed |
---|---|---|---|---|
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
Toekomst Afsluitdijk | Veiligheid | Waterkeren | Waterwet | 2011 |
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||
Verkenning Grevelingen | Ecologische waarden in combinatie met gebruiksfuncties | Waterbeheren | Watervisie | 2011 |
Zandhonger Oosterschelde | Veiligheid en waterkwaliteit | Waterkeren | Waterwet en Natura 2000 | 2013 |
Projecten Noord-Nederland | ||||
Integrale verkenning Legger Vlieland en Terschelling | Veiligheid | Waterkeren | Waterwet | 2012 |
Projectoverzicht behorende bij 11.05.02: Planstudieprogramma waterkeren
Bedrag in € mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | periode |
CATEGORIE 1 | ||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||
Overige steenzetting | 170 | 2012–2016 | ||||||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||
Extra spuicapaciteit Afsluitdijk | 246 | pb/uo | 2013–2017 | |||||||
Totaal categorie 1 | 416 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht behorende bij 11.05.03: Planstudieprogramma waterbeheren
Bedrag in € mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | periode |
CATEGORIE 1 | ||||||||||
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||||||||
Volkerak Zoommeer | 140 | 190 | pb/uo | 2012–2017 | ||||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||
Ecologisch herstel Eem- en Gooimeer | 12 | 60 | pb/uo | |||||||
Totaal categorie 1 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
11.06 Staf Deltacommissaris
Motivering
De staf deltacommissaris ondersteunt de deltacommissaris in zijn taak om, via de coördinerend bewindspersoon, het Kabinet te adviseren over het Deltaprogramma en in zijn taak om te sturen op samenhang en integraliteit, op voortgang en op draagvlak voor maatregelen en het Deltaprogramma als geheel.
Producten
Om deze doelstelling te bereiken worden door de staf DC de volgende hoofdtaken verricht:
1. jaarlijks voorbereiden en herzien van het Deltaprogramma, inclusief de financiële consequenties en zorgen voor de planning voor het maken en begeleiden van de jaarlijkse herziening;
2. rapporteren over de voortgang in uitvoering van het Deltaprogramma;
3. bewaken van de samenhang van de voorstellen; en beoordelen wat nodig is om de samenhang en consistentie te waarborgen;
4. bevorderen van draagvlak via contacten met overheden en maatschappelijke organisaties;
5. signaleren en oplossen van eventuele knelpunten en aandragen van oplossingsrichtingen.