Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Deze memorie van toelichting betreft de begrotingsstaten voor het jaar 2011 van het Ministerie van Algemene Zaken (inclusief die van de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie), van het Kabinet der Koningin en van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Bedoelde begrotingen komen in de paragrafen 2 tot en met 4 aan de orde.

De begroting van het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) sluit aan bij de uitgangspunten en structuur zoals beschreven in de kabinetsnota «Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording» (VBTB). Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan het beleid van het ministerie (paragrafen 2.1 en 2.2), de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie (paragraaf 2.3) en de specifieke details van de voorgestelde begrotingsmutaties (paragraaf 2.4).

In afwijking van hetgeen is vermeld in de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt in paragraaf 2.1 (de zgn. «Beleidsagenda») uit doelmatigheidsoverweging geen overzichtstabel gegeven met daarin de belangrijkste budgetmutaties. De desbetreffende informatie is rechtstreeks terug te vinden in de verdiepingsparagraaf 2.4.

In de toelichting bij de begroting van het Kabinet der Koningin wordt achtereenvolgens ingegaan op de algemene doelstelling (paragraaf 3.1), de taken en activiteiten (paragraaf 3.2) en de budgettaire gevolgen (paragraaf 3.3).

In de toelichting bij de begroting van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wordt kort aandacht besteed aan de doelstelling van de Commissie (paragraaf 4.1) en aan de budgettaire gevolgen (paragraaf 4.2).

De toelichting eindigt met een overzicht van (de afhandeling van) de door de Tweede Kamer aanvaarde moties en de door de minister-president gedane toezeggingen naar aanleiding van de behandeling van de AZ-begroting 2010 op 8 oktober 2009 (paragraaf 5).

Voor wat betreft het verstrekken van beleidsinformatie wordt opgemerkt dat de begroting van het Ministerie van Algemene Zaken, gelet op de aard van de werkzaamheden en het ontbreken van een specifiek beleidsveld, geen aanknopingspunten biedt tot het benoemen van maatschappelijke effecten (outcome-indicatoren). Dit neemt niet weg, dat in de AZ-begroting ieder jaar zo goed en zo concreet als mogelijk inzicht wordt gegeven in de activiteiten. Waar mogelijk en zinvol zijn deze gevat in output-indicatoren.

Licence