Base description which applies to whole site

2. BELEIDSAGENDA

Algemeen

De rijksbegroting voor 2011 is, vanwege de demissionaire status van het kabinet, beleidsarm. Aangezien er geen onderwerpen op het terrein van de begroting Koninkrijksrelaties controversieel zijn verklaard, zal in 2011 de ingezette koers van staatkundige hervorming verder worden doorgezet en uitgevoerd.

2011: jaar van de uitvoering

Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de totstandbrenging van de nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk. De nieuwe staatkundige structuur van de Nederlandse Antillen is, op het moment van inwerkingtreding van de wijziging van het statuut en de diverse rijkswetten, formeel gerealiseerd en de noodzakelijke wettelijke structuur is ingericht. In het jaar 2011 zullen de nieuwe landen en openbare lichamen als nieuwe entiteiten functioneren. 2011 is het jaar van het verder uitvoeren van de gemaakte afspraken en het implementeren van de wetgeving.

Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen verdwijnt een bestuurslaag. De overheid kan hierdoor effectiever zijn in de publieke dienstverlening en in het beschermen van de belangen van haar bevolking. Curaçao en Sint Maarten verkrijgen de status van land. Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) zijn opgenomen als openbare lichamen binnen het Nederlandse staatsbestel.

Voor de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten betekent dit een tijdperk met nieuwe uitdagingen. Het vergt veel van de nieuwe landen om de instituties gereed te maken voor de nieuwe taken en bevoegdheden. Er zijn nog veel inspanningen nodig om de nieuwe entiteiten adequaat te laten functioneren en daar waar nodig verder op te bouwen, zodat duurzame verbeteringen op sociaal, economisch en bestuurlijk gebied merkbaar worden. Een belangrijk ijkpunt zal zijn dat de landen zich weten te vrijwaren van criminele invloeden en doeltreffend hun publieke taken vervullen.

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) zijn per transitiedatum 10 oktober 2010 openbare lichamen, met een structuur die verwant is aan die van Nederlandse gemeenten. De Nederlandse rijksoverheid heeft de rol van centrale overheid van het ontmantelde land Nederlandse Antillen overgenomen. Dit betekent dat Nederlandse bewindspersonen politieke verantwoordelijkheid dragen voor hun verschillende beleidsterreinen op de eilanden.

De verdeling van taken en bevoegdheden tussen de eilandelijke- en rijksoverheid is vastgelegd en beschreven in de verschillende wetten en regelingen, die op de BES-eilanden van toepassing zijn. De Rijksvertegenwoordiger vormt de bestuurlijke schakel tussen het Rijk en de openbare lichamen. Voor de vrije uitkeringen aan de BES-eilanden is een apart begrotingshoofdstuk (BES-fonds) opgericht.

Departementen hebben ruim voor de transitiedatum kwartiermakers naar de drie eilanden gestuurd om de overgang naar de nieuwe status voor te bereiden. Hiertoe is nauw samengewerkt met de drie eilandbesturen en de lokale ambtelijke apparaten. Op ieder eiland bevindt zich een Regionaal Service Centrum (RSC), de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid. Vanuit deze centra voeren de departementen hun werkzaamheden uit. Doordat departementen in één organisatie verenigd zijn, vindt optimale afstemming plaats.

Curaçao en Sint Maarten

Nederland ondersteunt de nieuwe landen vooralsnog bij het laten functioneren van de nieuwe landsorganisaties. In het bijzonder voor die onderdelen die per transitiedatum nog niet of onvoldoende functioneren, zijn plannen van aanpak opgesteld. Dit gebeurt op basis van de Algemene Maatregel van Rijksbestuur «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten».

De uitvoering van de plannen van aanpak heeft in beginsel een looptijd van maximaal twee jaar. In 2011 staat voor de nieuwe landen de implementatie van de plannen van aanpak centraal.

Aruba

Aruba en Nederland zijn een gezamenlijke voortschrijdende agenda overeengekomen. Met deze agenda beogen beide landen de komende jaren – ook in 2011 – verbeteringen door te voeren op onder meer gebieden als rechtshandhaving, leefklimaat van de binnenstad en wetgeving. Begin 2011 wordt naar verwachting het onderzoek naar de staat van het bestuur op Aruba afgerond. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt beoordeeld of er aanleiding is om nadere maatregelen te nemen en op welk niveau dat moet gebeuren. Dit neemt niet weg dat de verbetering van de vreemdelingenketen en het Korps Politie Aruba met kracht moet worden voortgezet. Dit is primair de verantwoordelijkheid van het land Aruba. Dit geldt ook voor de zorgwekkende financiële situatie van het land. De landsregering spant zich in om daarin verbetering te brengen.

Waarborgfunctie

Deugdelijkheid van bestuur is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke landen binnen het Koninkrijk. Het Koninkrijk heeft een waarborgfunctie ten aanzien van de deugdelijkheid van bestuur en de fundamentele rechten. Vanuit deze achtergrond wordt hieraan preventief invulling gegeven via het samenwerkingsprogramma Institutionele Versterking en Bestuurskracht (IVB) op Curaçao en Sint Maarten. Deze verbetertrajecten duren voort tot in 2012. Daarnaast wordt de personele ondersteuning van de kabinetten van de gezaghebbers door Nederland voortgezet in 2011.

De herstructurering van de staatkundige verhoudingen vraagt om een nieuwe langetermijnvisie op het Koninkrijk, waarbij ook een heldere invulling van de in het Statuut vastgelegde waarborgfunctie van belang is. In 2011 wordt, na een analyse van de belangrijkste thema’s en een uitgebreide consultatieronde, een notitie over een lange-termijnvisie aan de Tweede Kamer aangeboden.

De samenwerking en ondersteuning op het terrein van de rechtspleging en rechtshandhaving wordt zowel door de consensusrijkswetten als door andere samenwerkingsregelingen ingevuld. De grondslag hiervoor ligt in de waarborgfunctie. De schaalgrootte van de eilanden noopt ook na herziening van de staatkundige structuur tot samenwerking om voldoende kwaliteit en kwantiteit te kunnen waarborgen.

Ook in 2011 wordt de implementatie van de consensusrijkswet politie en de benodigde verbeteringen van de politieorganisaties doorgevoerd met ondersteuning vanuit Nederland. Een goede implementatie van alle consensusrijkswetten op het terrein van de rechtspleging en rechtshandhaving is van groot belang. Zo wordt met ingang van 2011 voor een periode van drie jaar ondersteuning geleverd aan de drie toekomstige politiekorpsen in de vorm van een kwaliteitstraject.

Tijdens de behandeling van de consensusrijkswet politie in de Tweede Kamer is het amendement Remkes aangenomen. Het Recherche Samenwerkingsteam (RST) zal hierdoor voor een periode van ten minste vier jaar na transitie blijven voortbestaan. Het functioneren van de Gemeenschappelijke Voorziening Politie (GVP) gedurende deze periode wordt niet geheel buiten toepassing gelaten, maar er dient eerst overeenstemming bereikt te worden over de taken van deze GVP. De bijdrage van Nederland aan de GVP zal beperkt zijn, gezien de inspanningen ten behoeve van het RST.

Financieel Toezicht

De rol van het College Financieel Toezicht (CFT) in 2011 is vastgelegd in de consensusrijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en de Wet Financiën BES. Dit is een continuering van het financiële toezicht zoals dat al sinds eind 2007 door het CFT wordt uitgeoefend op basis van een Algemene Maatregel van Rijksbestuur financieel toezicht. Doel is om ook in de nieuwe situatie te zorgen dat de verbeteringen die zijn ingezet bij het begrotingsproces en het financieel beheer verder worden geborgd.

De belangrijkste uitgavenmutaties 2011

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste uitgavenmutaties.

Deze individuele posten worden onder de tabel kort toegelicht.

Belangrijkste uitgavenmutaties sinds Begroting 2010

Bedragen x € 1 000

artikel

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

 

323 382

150 487

154 505

154 439

154 439

154 439

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

529 371

– 1 555

– 1 555

– 1 555

– 1 555

– 1 555

Nieuwe mutaties

 

189 633

– 14 790

– 27 910

– 64 315

– 64 323

– 64 322

a. BES-uitgaven 2010: kasschuif

2.2

6 400

– 6 400

    

b. BES-uitgaven 2010

2.2

14 400

     

c. BES-uitgaven 2010: onderuitputting en Jeugd en Gezin

2.2

– 5 000

     

d. BES-uitgaven 2010: dekking uit kasschuif

2.2

– 6 400

     

e. Pensioenfonds BES

2.2

25 000

     

f. Afbouw samenwerkingsmiddelen

2.2

 

– 16 900

– 36 400

– 72 800

– 72 800

– 72 800

g. Reservering ten behoeve van toezicht

2.2

 

9 900

10 000

10 000

10 000

10 000

h. BES-uitgaven 2010: onderuitputting en (Jeugd en Gezin)

2.3

– 3 000

     

i. Schuldsanering

2.4

140 000

     

j. Schuldsanering

2.6

18 000

     

k. Overige mutaties

div.

233

– 1 390

– 1 510

– 1 515

– 1 523

– 1 522

Stand ontwerp begroting 2011

 

1 041 911

134 142

125 040

88 569

88 561

88 562

Toelichtingen

Ad. a t/m d. BES uitgaven 2010

Inzet middelen ten behoeve van het voorzieningenniveau op de BES-eilanden op het terrein van VWS. Dit impulsbudget wordt ingezet voor ambulances en inrichting van een ICT-systeem voor het BES zorgkantoor.

Ad e. Pensioenfonds BES

In verband met de nieuwe staatskundige verhoudingen per 10 oktober 2010, worden de verplichtingen van het Algemeen Persioenfonds Nederlandse Antillen (APNA) gedekt. Dekking wordt geleverd middels een ontvangst (op de begroting van Financiën IXB) samenhangend met de boedelscheiding van de Bank Nederlandse Antillen (BNA) alsmede middels de nog resterende betalingsachterstanden 2010. In totaal wordt 50,4 mln aan verplichtingen gedekt.

Ad f. Afbouw samenwerkingsmiddelen

De nieuwe staatkundige verhoudingen met de Antillen hebben tot gevolg dat er een einde komt aan de inzet van samenwerkingsrelaties met de eilanden. De hiervoor beschikbare middelen worden daarom afgebouwd.

Ad g. Reservering ten behoeve van toezicht

Dit betreft een reservering ten behoeve van technische bijstand dan wel hoger toezicht op Sint Maarten en Curaçao. Dit is nodig om zo de nieuwe landen bij te staan bij de opbouw van hun overheidsapparaat en erop toe te zien dat dit functioneert volgens de vastgestelde criteria voor bijvoorbeeld rechtshandhaving en bestuur.

Licence