Base description which applies to whole site

2. NATIONAAL ARCHIEF

2.1 Algemene toelichting
Tabel 1 Begroting Nationaal Archief (x 1 000)
 

2011

Totaal baten

24 355

Totaal lasten

24 355

Saldo van baten en lasten

0

  

Kapitaalontvangsten

2 250

Kapitaaluitgaven

– 2 621

2.2 Baten en lasten
Tabel 2 Begroting van baten en lasten Nationaal Archief (x € 1 000)
 

Slotwet 2009

Vastgestelde begroting 2010

2011

2012

2013

2014

2015

Baten

       

Opbrengst moederdepartement

22 820

17 804

17 783

17 736

17 669

17 669

17 669

Opbrengst overige departementen

665

0

0

0

0

0

0

Opbrengst derden

2 464

1 852

1 037

1 007

830

261

0

Rentebaten

44

50

50

50

50

50

50

Projectmiddelen

– 2 052

0

5 485

2 710

2 710

0

0

Bijzondere baten

794

0

0

0

0

0

0

         

Totaal baten

24 735

19 706

24 355

21 503

21 259

17 980

17 719

         

Lasten

       

Apparaatskosten

24 448

18 586

21 165

18 384

18 195

16 913

16 714

Personele bekostiging

10 548

9 514

10 246

9 448

9 239

9 014

9 014

Huisvesting

5 233

4 098

3 594

3 665

3 665

3 665

3 665

Materiële bekostiging

8 667

4 974

7 325

5 271

5 291

4 234

4 035

Rentelasten

27

26

111

95

81

69

57

Afschrijvingskosten

486

1 094

3 079

3 024

2 983

998

948

Materieel

486

594

1 094

1 039

998

998

948

Immaterieel

 

500

1 985

1 985

1 985

0

0

Overige kosten

150

0

0

0

0

0

0

Dotaties voorzieningen

17

0

0

0

0

0

0

Buitengewone lasten

133

0

0

0

0

0

0

         

Totaal lasten

25 111

19 706

24 355

21 503

21 259

17 980

17 719

         

Saldo van baten en lasten

-376

0

0

0

0

0

0

Toelichting:

Baten

Opbrengst moederdepartement

Opbrengst moederdepartement: dit is het bedrag dat het moederdepartement bijdraagt aan de producten van het Nationaal Archief. Deze bestaat uit structurele middelen voor de primaire processen en incidentele middelen voor specifieke eenmalige producten en diensten, zoals de bijdrage voor het samenwerken met de ministeries in een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie om archiefachterstanden aan te pakken. In 2009 en 2010 worden verschillende getallen gegeven ten opzichte van de reeks bij het moederdepartement. Dit wordt veroorzaakt door mutaties die na vaststelling van het jaarverslag en begroting hebben plaatsgevonden.

Opbrengst overige departementen

Opbrengsten overige departementen: deze bestaat uit eenmalige inkomsten van overige departementen voor specifieke eenmalige producten en diensten.

Opbrengst derden

Opbrengsten derden: deze bestaat uit eenmalige inkomsten van derde partijen (o.a. Europese Unie) voor specifieke eenmalige producten en diensten.

Rentebaten

Rentebaten: deze baten zijn begroot op basis van een vergoeding van 2% en de opbrengsten uit deposito.

Projectmiddelen

Dit betreft gelden die zijn toegewezen aan specifieke eenmalige producten en diensten. Onder andere de afschrijvingen van investeringen in het fysieke en digitale depot gedaan in de jaren 2007 t/m 2010 worden hieruit betaald.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten: deze kosten zijn gebaseerd op een formatie van 125,3 fte vermeerderd met de personele kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van de specifieke eenmalige producten. Tevens zijn de wachtgelden voor voormalige medewerkers en bijkomende personele kosten als reiskosten en opleidingen in deze post opgenomen.

De gemiddelde loonsom per personeelslid binnen de vaste formatie bedraagt hierbij € 66 878,30 per fte.

Om de specifieke eenmalige producten te kunnen ontwikkelen, is tijdelijk personeel vereist. Zoveel mogelijk zal dit opgevangen worden door externe inhuur (+/- 30 fte), tegen een gemiddeld uurtarief van € 125,–.

Huisvestingskosten: deze post bevat de kosten voor huur van het gebouw van het Nationaal Archief en de met dit gebouw samenhangende exploitatiekosten. De kosten voor de huur zijn gebaseerd op de geprognotiseerde huur gedurende en na de renovatie van het gebouw.

Materiële kosten: deze kosten zijn gebaseerd op de verwachte materiële kosten, vermeerderd met de materiële kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van de specifieke eenmalige producten.

Rentelasten

Rentelasten: deze vloeien voort uit het beroep op de leenfaciliteit in de voorgaande jaren. De gehanteerde rentepercentages zijn conform de rentebrief van het Ministerie van Financiën.

Afschrijvingskosten

Afschrijvingskosten: deze kosten vertonen een sterk stijgende lijn. Dit wordt veroorzaakt door de grote investeringen in het fysieke en digitale depot en de ontwikkeling van de publieke ruimte.

2.3 Kasstroom
Tabel 3 Kasstroomoverzicht Nationaal Archief (x € 1 000)
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1.

Rekening courant RHB 1 januari (incl. deposito)

17 387

11 447

6 245

4 540

3 358

3 954

4 678

         

2.

Totaal operationele kasstroom

247

– 1 944

1 334

– 865

871

998

898

         

3a.

Totale investeringen -/-

– 4 104

– 3 150

– 2 250

0

0

0

0

3b.

Totale boekwaarde desinvesteringen +/+

       

3

Totaal investeringskasstroom

– 4 104

– 3 150

– 2 250

0

0

0

0

         

4a.

Eenmalige uitkering aan OCW -/-

       

4b.

Eenmalige storting door OCW +/+

       

4c.

Aflossingen op leningen -/-

– 179

– 381

– 371

– 316

– 275

– 275

– 225

4d.

Beroep op leenfaciliteit +/+

 

2 250

2 250

    

4.

Totaal financieringskasstroom

– 179

1 869

1 879

– 316

– 275

– 275

– 225

         

5.

Rekening courant RHB 31 december (incl. deposito)

13 351

8 221

4 540

3 358

3 954

4 678

5 351

Toelichting op het kasstroomoverzicht:

De liquiditeitspositie (de rekening-courant) van het Nationaal Archief zal in de komende jaren afnemen. Dit wordt veroorzaakt door de grote investeringen, die in de jaren 2007–2010 zijn gedaan in de fysieke en digitale depots. De afschrijving zal in 2010 starten en dan daalt de liquiditeit naar een gezond niveau. In 2011 zal de leenfaciliteit worden aangesproken voor de inrichting van de verbouwde publieke ruimten.

2.4 Overzicht doelmatigheid
Tabel 4 Doelmatigheidsindicatoren/ kengetallen per 2011
 

2011

2012

2013

2014

2015

Omschrijving Generiek Deel

     

Kostprijzen per product (groep)

     

-

Collectiebeheer (papier) (€/m)

65,7

pm

pm

pm

pm

-

Dienstverlening (papier) (€/zitplekuur)

7,78

pm

pm

pm

pm

Tarieven/uur

50,56

52,08

53,64

55,25

56,91

Omzet per productgroep (pxq)

     

-

Collectiebeheer (papier) (x 1 000 €)

7 227

pm

pm

pm

pm

-

Dienstverlening (papier) (x 1 000 €)

1 619

pm

pm

pm

pm

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

121,3

121,3

121,3

121,3

121,3

Saldo van baten en lasten (%)

100%

100%

100%

100%

100%

Omschrijving Specifiek Deel

     

Aantal bezoeken

     

-

fysiek

500 000

505 000

510 050

515 151

520 302

-

virtueel

3 000 000

3 090 000

3 182 700

3 278 181

3 376 526

Klanttevredenheid

7,5

 

7,5

 

7,5

Aantal km's archief

110

120

132

vol

vol

Collectiebeheer

     

-

% Toegankelijk

97%

97%

97%

97%

97%

-

% Gedigitaliseerde collectie

1%

1%

1%

1%

1%

-

% Gedigitaliseerde fotocollectie

5%

6%

7%

8%

8%

-

% Archief in goede staat

90%

90%

90%

90%

90%

Toelichting op doelmatigheid:

Voor het eerst dit jaar wordt in de Rijksbegroting een doelmatigheidspassage opgenomen voor het Nationaal Archief. De essentie van het baten-lastenmodel is – door te sturen op output – de doelmatigheid in de uitvoering te vergroten.

Doelmatigheid wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de inzet van middelen en de daarmee gerealiseerde output (productie), zowel in termen van kosten als van kwaliteit. Er is sprake van een toenemende doelmatigheid wanneer de verhouding tussen output en input toeneemt, bij minimaal gelijkblijvende kwaliteit. Doelmatigheid wordt daarom inzichtelijk als kostprijzen per product aanwezig zijn en indicatoren met betrekking tot de kwaliteit van producten zijn geformuleerd.

Toelichting kostprijzen per product

Om te beginnen heeft het Nationaal Archief twee producten gedefinieerd en opgenomen in deze begroting:

  • Collectiebeheer;

  • Dienstverlening.

Beide producten hebben alleen betrekking op de papieren archieven en niet de digitale archieven. De bedragen zijn integrale kostprijzen, gebaseerd op de realisatie van 2009. Deze kostprijzen zijn in ontwikkeling en een meerjarentrend van de kosten is pas na de realisatie van 2010 te geven. In 2010 zullen ook andere kostprijzen voor de overige producten zoals verwerven en publieksbereik worden berekend.

Toelichting ramingen Tarieven/uur

Het CPB gaat uit van een loonstijging (binnen de marksector) van drie procent per jaar in de periode 2011–2015.

Toelichting omzet per productgroep

Uitgangspunt voor de omzet voor het product Collectiebeheer is 110 km papieren archief. Voor dienstverlening wordt gerekend met 208 000 zitplekuren (het aantal uren dat de studiezaal geopend is voor publiek (gemiddeld 40 uur per week), maal het aantal zitplekken (100 plaatsen per 1 januari 2011)).

Toelichting raming bezoekers

Het Nationaal Archief verwacht door de verdergaande digitalisering van de collectie een stijging van het virtuele bezoek van drie procent per jaar in de periode 2011–2015. Door deze grotere belangstelling zal ook het fysieke bezoek naar verwachting met één procent per jaar stijgen.

Toelichting aantal km’s archief

Bij de huidige verwachtingen zal het fysieke depot in 2013 vol zijn.

Toelichting Collectiebeheer

Voor collectiebeheer kent het Nationaal Archief de genoemde kengetallen waaraan gemeten wordt of het Nationaal Archief voldoet aan haar wettelijke taak.

Licence