Base description which applies to whole site

1. Begrotingsstructuur

Gewijzigde opzet begroting

Bij begroting 2010 is in overleg met het Ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer de opzet van beleidsartikel 2 gewijzigd. Artikel 2 diende daarbij als pilot voor een verdergaande wijziging van de beleidsartikelen in de begroting 2011. De ervaringen met de pilot waren positief en er is derhalve besloten om ook de overige beleidsartikelen op te stellen volgens de nieuwe opzet in artikel 2.

Kernelementen van de nieuwe opzet zijn:

  • Verduidelijken samenhang in het beleid door meer aandacht voor de beleidstheorie achter de algemene doelstelling en de operationele doelstellingen en daarmee de verschillende bijdrage van het basisinstrumentarium en het programmatische instrumentarium (wat willen we bereiken?).

  • Verduidelijken samenhang tussen de instrumenten en/of activiteiten en hun bijdrage aan de operationele doelstellingen door een uniforme toelichting, waarbij wordt ingegaan op de doelstelling en de voornaamste acties in 2011 (wat gaan we daarvoor doen?).

  • Verduidelijken samenhang financiële informatie en het beleid door de financiële informatie per operationeel doel weer te geven (wat gaat het kosten?).

  • Vergroten leesbaarheid door daar waar mogelijk aanvullende informatie (voorbeelden) in tekstboxen op te nemen.

Daarnaast is ten opzichte van de begroting 2010 artikel 23 komen te vervallen. De verantwoording van deze middelen zal voortaan op artikel 3 plaatsvinden.

Pijlers EZ-beleid

Het EZ-beleid berust op drie pijlers:

  • Markt en spelregels: het bijdragen aan een stabiele macro-economische omgeving, goed werkende (internationale) markten, heldere wet- en regelgeving en een aantrekkelijk fiscaal klimaat.

  • Eén basispakket voor alle ondernemers: het basispakket is voor alle ondernemers toegankelijk. Het omvat instrumenten voor de diverse fasen van het ondernemerschap, van het starten van een onderneming tot de overdracht of de beëindiging. Ook worden de eerste stappen naar innoveren en internationaal ondernemen gestimuleerd. Naast voorlichting en advies zijn er financiële instrumenten als vouchers, kredieten en (samenwerkings-)subsidies. Het basispakket omvat drie modules: 1) starten, groeien en overdragen, 2) innoveren en 3) internationaal ondernemen.

  • Programmatisch pakket voor topprestaties: het programmatisch pakket omvat vier modules: 1) sterktes in innovatie, 2) sterktes in de regio, 3) Energietransitie en 4) Internationaal excelleren en samenwerken. In het programmatisch pakket is het stimuleren van internationale R&D-samenwerking een belangrijk onderdeel. Kenmerkend voor alle programma’s zijn de begrippen excellentie, selectiviteit, maatwerk en vraagsturing. Er nemen specifieke clusters van ondernemers aan deel.

In de EZ-begroting 2011 komen deze drie pijlers duidelijk herkenbaar in de beleidsartikelen terug. Elk artikel bevat, voor zover van toepassing, de onderverdeling markt en spelregels, basispakket voor alle ondernemers en programmatisch pakket voor topprestaties. Met deze indeling is snel duidelijk wat EZ doet om de randvoorwaarden voor ondernemers op orde te krijgen (bijvoorbeeld via het aanpassen van wetgeving), wat EZ doet om ondernemers een geschikt basispakket aan ondersteuning te leveren (bijvoorbeeld door middel van de BBMKB of het Innovatiekrediet) en wat EZ doet om op bepaalde gebieden te kunnen excelleren (programmatisch pakket).

Licence