Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2012 te wijzigen.
Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B. van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 6, vierde lid van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, hebben de gemeenten gezamenlijk recht op een bedrag van € 15 660 495 000 dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen is opgenomen. De verplichtingenbedragen bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet ter zake integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen zijn respectievelijk € 1 529 098 000 en € 1 247 135 000.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers