In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven aan de besluiten van het demissionaire kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2012 een uitgavenpeil van circa € 34,2 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 1,2 miljard.
In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de suppletoire begroting Voorjaarsnota en de suppletoire begroting Najaarsnota. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2013 en de hiermee samenhangende OCW-begroting 2013.
Artikel | Uitgaven | Ontvangsten | ||
---|---|---|---|---|
Stand begroting 2012 | 33 694,0 | 1 197,6 | ||
Stand suppletoire begroting Voorjaarsnota 2012 | 34 026,4 | 1 148,0 | ||
Belangrijkste mutaties: | ||||
1 | Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en lesgeld | 11, 12 | -80,0 | 5,0 |
2 | Rentemutatie (generaal) | 11 | – 20,0 | |
3 | Langstudeerders | 6, 7 | 62,0 | |
4 | Versnelde betaling frictiekosten | 14 | 45,6 | |
5 | Mee- en tegenvallers | diversen | 7,1 | 43,4 |
6 | Overlopende verplichtingen | diversen | – 57,1 | |
7 | Beleidsmatig overig | diversen | 1,6 | |
8 | Prijsbijstelling tranche 2012 | diversen | 159,7 | |
9 | Technisch overig | diversen | 58,5 | 30,3 |
Stand suppletoire begroting Najaarsnota 2012 | 34 223,9 | 1 206,8 |
Toelichting op de belangrijkste mutaties
1) Ramingsbijstelling studiefinanciering en WTOS
De ramingsbijstelling studiefinanciering en WTOS heeft verschillende oorzaken:
-
– de kaderrelevante uitgaven voor mbo/bol niveau 1 en 2 vallen lager uit. Aan beurs (voor deze groep geen prestatiebeurs maar direct gift) wordt minder dan geraamd toegekend, omdat er minder bol'ers in het giftregime zijn dan geraamd;
-
– de uitgaven voor de prestatiebeurs vallen lager uit, omdat er in 2012 minder prestatiebeurs (basis- en aanvullende beurs) dan geraamd wordt omgezet in een gift;
-
– ook bij de reisvoorziening (onderdeel prestatiebeurs) worden minder uitgaven verwacht;
-
– bij de tegemoetkoming schoolkosten (WTOS) wordt vooral door minderjarige deelnemers bol minder dan verwacht gebruik gemaakt van de regeling.
2) Rentemutatie (generaal)
De ontvangsten aan rente op studieleningen vallen lager uit dan geraamd. Ten opzichte van de raming worden in 2012 minder termijnontvangsten en extra (niet verplichte) ontvangsten verwacht. De stijgende trend bij de ontvangsten van de afgelopen jaren heeft zich niet voortgezet.
3) Langstudeerders
In het Deelakkoord voor de begroting 2013 is de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel opgenomen. Omdat het afschaffen van de maatregel al in 2012 financiële consequenties heeft voor de universiteiten en hogescholen wordt reeds in 2012 een bedrag beschikbaar gesteld. Het gaat in totaal om € 62 miljoen.
4) Versnelde betaling frictiekosten
De afbouw van de cultuursubsidies gaat gepaard met frictiekosten en een deel van deze frictiekosten (€ 45,6 miljoen) wordt versneld betaald. Dit is bedoeld voor instellingen waarvan de subsidie met ingang van januari 2013 geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd en die daarom nu al bezig zijn met het ontmantelen van hun organisatie.
5) Mee- en tegenvallers
Dit betreft een saldering van diverse mee- en tegenvallers. De belangrijkste zijn:
-
• Een meevaller bij de experimenten in het po/vo/mbo in het kader van het Actieplan LeerKracht (€ 6,0 miljoen) doordat niet alle projecten in 2012 van start zijn gegaan.
-
• Het achterblijven van de uitgaven 2012 op het budget «Kwaliteitsagenda voor leraren» bij de geraamde uitgaven voor een bedrag van € 9,6 miljoen. De oorzaken hiervan zijn:
-
– projecten rondom de ontwikkeling, afname, onderhoud en borging van de kennisbases en -toetsen en de implementatie van het advies «Een goede basis» van de commissie Meijerink kunnen vanwege de complexe uitwerking ervan eerst in 2013 goed worden opgestart. De voorziene middelen voor 2012 (€ 6,5 miljoen) zullen daardoor niet meer dit jaar besteed worden maar wel volgend jaar, beschikkingen c.q. garanties hiertoe zijn reeds afgegeven;
-
– de afronding en financiële afwikkeling van diverse projecten kan niet meer in 2012 plaatsvinden en zal pas in 2013 plaatsvinden (€ 1,6 miljoen);
-
– door het achterblijven van aanvragen doet zich op de inmiddels beëindigde regeling «stagebegeleiding educatieve minoren in het vo 2009–2012» een meevaller voor van € 1,5 miljoen.
-
-
• een meevaller bij de regeling «Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen» (€ 2,4 miljoen) doordat er minder studenten een beroep doen op de regeling dan geraamd.
-
• een tegenvaller van € 26,1 miljoen doordat de Rechtbank Den Haag het beroep van de Technische Universiteit Delft gegrond heeft verklaard. Dit beroep ging over de terugvordering van een bedrag van € 25,0 miljoen (€ 26,1 miljoen inclusief wettelijke rente) door het ministerie van OCW in verband met de brand bij het gebouw van de faculteit bouwkunde in 2008. OCW moet dit terugbetalen aan de TU Delft.
-
• een meevaller op de ontvangsten die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door afrekeningen op het onderwijsachterstandenbeleid.
6) Overlopende verplichtingen
Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet in 2012 tot uitgaven leiden (overlopende verplichtingen). Het gaat onder meer om verplichtingen voor professionaleringsmiddelen lerarenopleidingen, de voorziening voor Amarantis en huisvestingsmiddelen voor Caribisch Nederland.
7) Beleidsmatig overig
Dit betreft een aantal kleine beleidsmatige mutaties in 2012 waaronder de invulling van het aandeel van OCW in de verhoging van het fonds voor Caribisch Nederland (€ 1,2 miljoen).
8) Prijsbijstelling tranche 2012
Dit betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2012 aan de OCW-begroting. Zie het niet-beleidsartikel 91 (Nominaal en onvoorzien) voor de verdeling van de prijsbijstelling over de artikelen.
9) Technisch overig
Het betreft overboekingen met andere departementen en niet relevante uitgaven voor studiefinanciering. Daarnaast hebben er enkele desalderingen van uitgaven met ontvangsten plaatsgevonden.