De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen.
De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Najaarsnota 2012, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.
Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:
-
1. Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de beleidsuitgaven op doelstellingsniveau hoger is dan 3% van de vastgestelde begroting of groter dan € 3 miljoen.
-
2. De apparaatsuitgaven zijn in relatie tot de beleidsuitgaven gering van omvang. Daarom worden alleen verschillen die groter zijn dan 10% van de vastgestelde begroting toegelicht.
-
3. Mutaties die afzonderlijk lager zijn dan deze normen en/of die betrekking hebben op interne verrekeningen binnen de administratie van VWS, staan gesaldeerd toegelicht met de algemene tekst «overige mutaties». Hierdoor kan dat saldo op de post «overige mutaties» uiteindelijk hoger zijn dan de bovengenoemde criteria.
-
4. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven;
Voor wat betreft de premie-uitgaven en -ontvangsten worden in principe alleen mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht. In enkele gevallen is om beleidsmatige redenen van deze regel afgeweken en zijn ook kleinere mutaties toegelicht.
In paragraaf 2 wordt het beleid met betrekking tot de begrotingsuitgaven- en ontvangsten toegelicht.
In paragraaf 3 wordt de artikelsgewijze toelichting van de begrotingsmutaties weergegeven.
Paragraaf 4 bevat het beleid met betrekking tot de premie-uitgaven en de wijzigingen daarvan.