Base description which applies to whole site

2.3 Baten-lastendienst dienst Publiek en Communicatie

2.3.1 Begroting van baten en lasten

De kwaliteit van het rijksbeleid staat of valt bij de uitvoering ervan. Voor de communicatiediscipline is die uitvoering door het Rijk belegd bij de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie (DPC). DPC is verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het gebied van campagnemanagement, publieksvoorlichting, communicatieadvies en -onderzoek, media-inkoop, centrale distributie en professionalisering.

Per 1 januari 2011 is de projectorganisatie «Overheid Nieuwe Stijl» geïntegreerd in DPC.

Dit betreft het beheer van de website www.rijksoverheid.nl, rijksportaal (rijksbreed intranet) en rijksoverheidvideo en -foto.

(x € 1 000)
 

2010 1

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Baten

             

Opbrengst moederdepartement

15 305

20 910

19 674

18 976

19 310

19 310

19 310

Opbrengst overige departementen

35 501

21 024

21 177

20 683

20 639

20 639

20 639

Opbrengst derden

           

Rentebaten

196

200

200

200

200

200

200

Vrijval uit voorzieningen

680

           

Bijzondere baten

133

           

Totaal baten

51 815

42 134

41 051

39 859

40 149

40 149

40 149

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

– Personele kosten

10 819

15 475

14 800

13 430

13 240

13 240

13 240

waarvan eigen personeel

10 119

14 474

13 842

12 561

12 383

12 383

12 383

– waarvan externe inhuur

700

1 001

958

869

857

857

857

– Materiële kosten

38 363

26 459

26 051

26 229

26 709

26 709

26 709

waarvan ICT

1 128

1 437

1 026

932

932

932

932

               

Overige lasten

             

– Rentelasten

8

200

200

200

200

200

200

– Afschrijvingskosten

             

– Dotaties voorzieningen

3 917

           

– Bijzondere lasten

14

           

Totaal lasten

53 121

42 134

41 051

39 859

40 149

40 149

40 149

               

Saldo van baten en lasten

– 1 306

0

0

0

0

0

0

1

Bedragen 2010 zijn realisatiecijfers (Kamerstuk 32 710 III, nr. 1)

Toelichting:

Baten

De opdrachten aan DPC komen in toenemende mate voort uit opdrachten die in shared service voor meerdere of alle opdrachtgevers worden uitgevoerd. Daarnaast voert DPC opdrachten uit voor één opdrachtgever. Geraamd wordt dat in 2012 circa 90% van de omzet uit shared service opdrachten voortkomt. De ingezette veranderprocessen leiden uiteindelijk tot het worden van een 100% shared service organisatie.

Opbrengst moederdepartement

Dit betreft de vergoeding c.q. bijdrage van het moederdepartement voor opdrachten voortkomend uit de uitvoering van collectieve taken voor de (in de VoRa) samenwerkende departementen, zoals de Postbus 51 publieksvoorlichting, de monitoring van Postbus 51-campagnes en de beschikbaarheid als rijksbreed kennis- en expertisecentrum voor overheidscommunicatie. Verder zijn hierin ook de uitgaven opgenomen voor www.rijksoverheid.nl en rijksportaal. Tenslotte zijn de structurele opdrachten aan DPC vanuit het jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie thans onder deze noemer verantwoord; in voorgaande jaren werd dit verantwoord onder «opbrengst overige departementen».

Opbrengst overige departementen

De opbrengst komt naar verwachting hoofdzakelijk uit het in shared service uitvoeren van campagne-management, maatwerk communicatieadvies en -onderzoek en de media-inkoop. Voor een belangrijk deel wordt de opbrengst gebruikt ter dekking van externe kosten die aan de opdrachtgevers worden doorberekend.

Rentebaten

Doordat in de loop van het jaar soms tijdelijke debet en creditstanden op de rekening-courant bij de RHB ontstaan als gevolg van ontvangsten en betalingen samenhangend met de media-inkopen, worden zowel rentelasten als rentebaten geraamd.

Lasten

Personele kosten

De post personeelskosten omvat de kosten van ambtelijk personeel en uitzendkrachten. De toegestane formatie van DPC bedraagt in 2012 maximaal 161 fte, exclusief de bedrijfsvoering. In de jaren daarna zal nog een verder afname plaatsvinden in het kader van het invullen van de taakstelling binnen AZ.

Materiële kosten

De materiële kosten hebben voor circa 85% rechtstreeks betrekking op aan projecten en aan media-inkoop verbonden externe kosten die aan de opdrachtgevers worden doorberekend.

De dienst is gehuisvest in panden van het ministerie van Algemene Zaken. De uitgaven voor de gebruikerszaken lopen via de begroting van dit ministerie en worden voor een deel aan het moederdepartement betaald via de vergoeding voor ontvangen diensten. De huisvesting van Algemene Zaken maakt geen deel uit van het rijkshuisvestingsstelsel.

Saldo van baten en lasten

Verwacht resultaat is dat de kosten volledig gedekt worden door de opbrengsten.

2.3.2 Kasstroominformatie
(x € 1 000)
 

2010*

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1. Rekening-courant RHB 1 januari (incl. deposito)

158

10 542

10 542

10 542

10 542

10 542

10 542

2. Totaal operationele kasstroom

8 384

0

0

0

0

0

0

               

-/- Totaal investeringen

-

-

-

-

-

-

-

+/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen

-

-

-

-

-

-

-

3. Totaal investeringkasstroom

0

0

0

0

0

0

0

               

-/-Eenmalige uitkering aan moederdepartement

             
               

+/+ Eenmalige storting door het moederdepartement

2 000

           
               

-/- Aflossingen op leningen

             

+/+ Beroep op leenfaciliteit

             

4. Totaal financieringskasstroom

2 000

0

0

0

0

0

0

5. Rekening-courant RHB 31 december (1+2+3+4)

10 542

10 542

10 542

10 542

10 542

10 542

10 542

Toelichting:

Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de kapitaaluitgaven en -ontvangsten en geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar komen c.q. zijn gekomen (de herkomst van middelen) en op welke wijze gebruik wordt of is gemaakt van deze kasmiddelen (de besteding van middelen). Het incidentele hoge rekening-courant saldo per ultimo 2010 zal op termijn worden afgebouwd. Waarbij de benodigde middelen zullen worden aangewend voor de reorganisatiekosten en als aan aanpassing van het kortingspercentage wordt teruggegeven aan de opdrachtgevers.

2.3.3 Doelmatigheidsinformatie

In onderstaande tabel is informatie weergegeven over de doelmatigheidsindicatoren van DPC.

Doelmatigheidsinformatie DPC

Indicator

Norm 2010

Realisatie 2010

Norm 2011

Norm 2012

Saldo baten en lasten

0%

– 2,5%

0%

0%

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

Max. 158,4

136,5

(exclusief ONS medewerkers)

Max. 169

(exclusief bedrijfsvoering)

Max. 161

(exclusief bedrijfsvoering

Verhouding direct : indirect personeel

Richting 80 : 20

85 : 15

Richting 80 : 20

Richting 80 : 20

Ziekteverzuimpercentage

Max. 5,5%

4,1%

5,5%

5,5%

Voldoende klanttevredenheid over de dienstverlening van DPC (1x per 2 jaar)

Opdrachtgevers geven minimaal een waarderingscijfer 7

n.v.t.

Opdrachtgevers geven minimaal een waarderingscijfer 7

n.v.t.

Service niveau telefonie

80% beantwoord binnen 40 sec.

83% beantwoord binnen 40 sec. (gemiddelde beantwoor-dingstijd is 26 sec.)

80% binnen 40 sec.

80% binnen 40 sec.

Service niveau e-mail

80% binnen 48 uur (zijnde 2 werkdagen)

82% beantwoord binnen 48 uur (gemiddelde beantwoor-dingstijd is 23 uur)

80% binnen 48 uur

80% binnen 48 uur

Kwaliteitsindicator burgertevredenheid telefonie

7,5

7,6

7,5

7,5

Kwaliteitsindicator burgertevredenheid

e-mail

6,5

7,5

6,5

6,5

Kwaliteitsindicator burgertevredenheid internet

7,0

7,3

7,0

7,0

Gebruik van het contactcentrum

Aantallen telefoon:

196 000

216 732

196 000

196 000

 

Aantallen e-mail:

101 000

70 114

101 000

101 000

 

Aantallen internet sessies: 1 500 000

(tot 1 april; daarna via rijksoverheid.nl)

6 439 530

n.v.t.

n.v.t.

Klanttevredenheid dienstverlening door Academie voor Overheidscommunicatie

7,5

7,6

7,5

7,5

Financieel voordeel collectieve inkoop van mediaruimte (versus afzonderlijke inkoop door ministeries)

Kostenbesparing van 25% bij inkoopvolume van € 90 mln.

32% bij inkoop-volume van € 83 mln.

25% bij inkoopvolume van € 65 mln.

25% bij inkoop-volume van € 65 mln.

Door een stelselwijziging in 2010 zijn een aantal indicatoren, zoals declarabele uren, niet meer zinvol.

Licence