Wetsartikelen 1, 3 en 4
De onderhavige wetsartikelen strekken ertoe om de begrotingsstaten van respectievelijk het Ministerie van Algemene Zaken, van het Kabinet der Koningin en van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voor het jaar 2012 vast te stellen.
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. In afwijking van het derde lid is in het vierde lid bepaald, dat de begrotingsstaten van het Kabinet der Koningin en van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden vastgesteld bij de wet waarmee de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken wordt vastgesteld.
Met de vaststelling van deze wetsartikelen worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2012 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie voor het jaar 2012 vastgesteld. Deze baten, lasten, kapitaaluitgaven en -ontvangsten worden toegelicht in onderdeel B van deze memorie van toelichting.
De Minister-President,Minister van Algemene Zaken,M. Rutte