Base description which applies to whole site

Dienst Regelingen (DR)

Profiel

Dienst Regelingen (DR) is uitvoerder van met name landbouw- en natuurregelingen. Het moederdepartement EL&I is de belangrijkste opdrachtgever van DR. Daarnaast streeft DR er actief naar om met haar expertise op het gebied van de uitvoering van «Europese regelingen» en als facilitair bedrijf bij crises, ook andere (overheids)opdrachten te verwerven. DR wil daarbij partner zijn voor opdrachtgevers vanuit een transparante en zakelijke verhouding. De opdrachten van DR betreffen met name:

  • De uitvoering van EU-regelingen, verordeningen en verplichtingen;

  • Identificatie en Registratie van dieren, percelen en bedrijven;

  • Vergunningen en ontheffingen;

  • Subsidieregelingen en financieringsregelingen;

  • Het plattelandsontwikkelingsbeleid;

  • Het mestbeleid;

  • De crisisbestrijding.

Enerzijds gaat het om het uitvoeren van subsidieregelingen (bijvoorbeeld de Bedrijfstoeslagregeling), waarbij de subsidieverkrijger «direct voordeel» heeft bij de uitvoering. Anderzijds betreft het de uitvoering van «regulerende regelingen» (bijvoorbeeld in het mestbeleid, dat gericht is op het bereiken van milieudoelstellingen). Doelgroepen zijn met name agrarische ondernemers, maar ook natuurbeschermingsorganisaties.

Begroting van baten en lasten

Bedragen in € 1 000
 

2010 slotwet

2011 begroting1

2012

2013

2014

2015

2016

Baten

             

Opbrengst moederdepartement

160 111

107 690

111 771

106 382

96 309

94 401

94 356

Opbrengst overige departementen

2 307

5 300

3 798

3 623

3 329

3 224

3 224

Opbrengst derden

17 088

16 000

19 882

19 882

19 882

19 882

19 882

Rentebaten

40

200

50

50

50

50

50

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

179 546

129 190

135 501

129 937

119 570

117 557

117 512

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

– personele kosten

95 291

65 803

65 449

59 838

53 075

50 792

50 715

– materiële kosten

64 364

47 087

57 535

55 947

54 079

53 521

53 502

Rentelasten

1 669

1 000

562

491

490

466

285

Afschrijvingskosten

             

– materieel

415

600

492

602

626

528

510

– immaterieel

16 994

14 700

11 463

13 059

11 300

12 250

12 500

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

178 733

129 190

135 501

129 937

119 570

117 557

117 512

               

Saldo van baten en lasten

813

0

0

0

0

0

0

1

Conform voorschrift is hier de vastgestelde begroting 2011 opgenomen. In het najaar 2010 is door het moederdepartement voor € 140 mln opdracht verleend aan Dienst Regelingen. De bijdrage-artikelen Dienst Regelingen zijn in de loop van 2011 in overeenstemming gebracht met de verleende opdracht.

Baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement is gebaseerd op het beschikbaar budget voor de uitvoering. De feitelijke bijdrage zal afhangen van de opdracht die EL&I in het najaar 2011 verstrekt aan DR.

De drie grootste clusters van regelingen die DR in opdracht van het moederdepartement uitvoert zijn het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), het Nieuw Mestbeleid (NMB) en het Programma Beheer. In de paragraaf over de doelmatigheid DR worden de uitvoeringskosten hiervan nader toegelicht.

Opbrengst overige departementen

De opbrengst overige departementen heeft betrekking op de uitvoering van regelingen in opdracht van onder meer de ministeries van BZK en SZW.

Opbrengst derden

De opbrengst derden betreft de heffingen, leges, registratievergoedingen en andere bijdragen voor uitvoeringskosten van DR alsmede de opdrachten die worden uitgevoerd voor lagere overheden.

Bedragen in € 1 000
 

2010 slotwet

2011 begroting

2012

2013

2014

2015

2016

Leges I&R

7 532

7 120

7 300

7 054

7 981

7 551

7 551

Overige opbrengsten

9 556

8 880

12 582

12 828

11 901

12 331

12 331

Totaal Opbrengst derden

17 088

16 000

19 882

19 882

19 882

19 882

19 882

Rentebaten

Gelet op de huidige en verwachte rentepercentages voor deposito’s en de beperkte overtollige liquiditeiten zullen de rentebaten beperkt blijven tot € 50 000.

Lasten

Personele kosten

Bij de berekening van de personele kosten 2012 is uitgegaan van 986 fte aan ambtelijk personeel en een beperkte flexibele schil (uitzendkrachten). De mate waarin DR een beroep doet op uitzendkrachten is afhankelijk van opdracht die DR jaarlijks verstrekt krijgt.

De gemiddelde loonkosten per fte bedragen voor 2012 € 62 170 voor ambtelijk personeel en € 72 470 voor niet-ambtelijk personeel (uitzendkrachten).

Materiële kosten

Belangrijkste kostenposten binnen de post materiële kosten zijn kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van regelingen 25%), huisvesting 15%) en automatisering 50%). De post automatisering betreft het beheer en onderhoud aan bestaande ICT en werkplekkosten.

Rentelasten

De rentelasten, ad € 0,6 mln, vloeien voort uit het beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor de financiering van investeringen in vaste activa.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten worden begroot op € 12 mln, onderverdeeld in € 11,5 mln voor immateriële vaste activa en € 0,5 mln voor materiële vaste activa. Verbouwingen, kantoorinventaris, (kantoor)machines en installaties vallen onder de materiële vaste activa. De immateriële vaste activa betreffen met name de ICT-systemen die voor de uitvoering van regelingen benodigd zijn.

De afschrijvingen vinden lineair plaats en zijn gebaseerd op de historische aanschafwaarde.

Voor de toekomstige afschrijvingskosten is aangesloten op de investeringen zoals deze bij de aanvraag leenfaciliteit is aangegeven.

Kasstroomoverzicht

Bedragen in € 1 000
   

2010 slotwet

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1.

Rekening-courant RHB op 1 januari + stand depositorekeningen

23 181

15 726

16 712

14 682

16 375

17 871

16 094

                 

2.

Totaal operationele kasstroom

25 044

15 300

11 955

13 661

11 926

12 778

12 829

                 

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 17 581

– 6 500

– 12 500

– 11 500

– 9 500

– 7 500

– 7 500

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

2 743

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 14 838

– 6 500

– 12 500

– 11 500

– 9 500

– 7 500

– 7 500

                 

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

0

0

0

0

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 17 661

– 14 314

– 9 985

– 8 968

– 5 930

– 7 055

– 5 484

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

6 500

8 500

8 500

5 000

0

0

4e.

Eenmalige uitkering aan vergunninghouders (-/-)

0

           

4.

Totaal financieringskasstroom

– 17 661

– 7 814

– 1 485

– 468

– 930

– 7 055

– 5 484

                 

5.

Rekening-courant RHB op 31 december + stand depositorekeningen

15 726

16 712

14 682

16 375

17 871

16 094

15 939

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. Er is in dit kasstroomoverzicht rekening gehouden met een meerjarig sluitende begroting.

Investeringskasstroom

De investeringen voor 2012 betreffen voor € 12 mln investeringen in ICT-systemen en voor € 0,5 mln aan investeringen in installaties/inventaris. De verwachting is dat de investeringen de komende jaren zullen dalen. In het kasstroomoverzicht zijn geen desinvesteringen tegen boekwaarde begroot.

Financieringskasstroom

In 2012 is er sprake van een negatieve financieringskasstroom. Er wordt circa € 1,5 mln meer afgelost aan leningen dan er wordt opgenomen ter financiering van investeringen. Gelet op de liquiditeitontwikkeling kan het beroep op de leenfaciliteit beperkt blijven. In de actuele raming ligt deze zelfs onder het eerder aangevraagde leenplafond. De rekening-courantstand ultimo jaar zal zich de komende jaren rond de stand 31 december 2011 bevinden.

Doelmatigheid Dienst Regelingen

 

2010 slotwet

2011 begroting

2012

2013

2014

2015

2016

Tarieven1

             

Index in reële termen ten opzichte van 2011 (2011 = 100)

97

100

101

101

101

101

101

Omzet per productgroep (x € mln)2

             

GLB

46

48

38

36

35

34

34

Programmabeheer/SNL

30

30

32

24

23

21

21

Nieuw Mestbeleid

17

20

17

16

18

18

18

Omzet Europese: Nationale regelingen

 

75:25

75:25

75:25

75:25

75:25

75:25

Omzet subsidieregelingen: Overige regelingen

 

70:30

70:30

70:30

70:30

70:30

70:30

FTE

             

Aantal FTE (excl. externe inhuur)3

1 064

1 115

986

960

945

935

935

Verhouding direct/indirect (in fte)

83:17

84:16

84:16

85:15

85:15

85:15

85:15

Personeelskosten per fte (€)

 

59 016

62 170

62 170

62 170

62 170

62 170

Saldo van baten en lasten

             

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

0,5%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

Productiviteit4

             

Declarabele/productieve uren

76,8%

78%

78%

78%

78%

78%

78%

Kwaliteit

             

Gegrond verklaarde bezwaarschriften (aantal en in %)5

1 979 (22%)

2 500 (25%)

2 000 (25%)

2 000 (25%)

2 000 (25%)

2 000 (25%)

2 000 (25%)

Aantal klachten

46

< 50

< 50

< 50

< 50

< 50

< 50

Klanttevredenheid begunstigden DR6

6,8

7

7

7

7

7

7

Doorlooptijd van de aanvraag DR7

n.g.

98%

98%

98%

98%

98%

98%

Betaaltermijn8

79%

90%

90%

90%

90%

90%

90%

Aandeel digitaal verwerkte aanvragen9

85%

80%

90%

90%

90%

90%

90%

Betaalschema BTR (voor 31 dec.)10

43%

80%

80%

85%

85%

85%

85%

1

De tariefontwikkeling wordt weergegeven met behulp van een indexcijfer. Het jaar 2011 wordt daarbij op 100 gesteld, de cijfers voor de overige jaren geven de reële ontwikkeling van het tarief weer ten opzichte van het basisjaar 2011. De reële tariefontwikkeling is de absolute tariefontwikkeling, gecorrigeerd voor autonome loon- en prijsontwikkeling (o.b.v. CPB-indexcijfers voor prijs (IMOC) en loonvoet sector overheid).

2

In het meerjarige beeld is nog geen rekening gehouden met de wijzigingen in het GLB per 2013.

De hogere uitvoeringskosten in 2012 voor Programma Beheer/SNL zijn een gevolg van de omvorming van Programmabeheer tot het nieuwe Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL).

3

De ontwikkeling van het aantal ambtelijke fte is sterk afhankelijk van de ontwikkeling in het opdrachtenpakket DR. Dit betreft een eerst raming.

4

Dit betreft de verhouding tussen declarabele uren en beschikbare bruto productieve uren. Hoe hoger de facturabiliteit van de uren, hoe gunstiger dit is voor het tarief.

5

Deze indicator betreft de gegrond verklaarde bezwaarschriften afgezet tegen het totaal aantal bezwaarschriften.

6

DR hecht veel waarde aan de tevredenheid van de doelgroep. Deze indicator is het resultaat van een klanttevredenheidsonderzoek dat 1x per 2 jaar wordt gehouden.

7

Onder doorlooptijd wordt de vastgestelde (wettelijke) termijn verstaan tussen het indienen van een aanvraag en ontvangen van een beschikking.

8

Dit betreft het percentage betalingen dat binnen de 30-dagen termijn wordt gedaan. De 90%-streefwaarde DR sluit aan bij de kabinetsdoelstelling «sneller betalen».

9

DR wil de dienstverlening naar de doelgroep optimaliseren door zoveel mogelijk informatie digitaal uit te wisselen. Dit zorgt voor lagere administratieve lasten en minder fouten. De indicator heeft betrekking op de aanvragen die binnen GDI worden ingewonnen.

10

Uitbetaling van de BTR vindt plaats binnen de vastgestelde EU-regelgeving. Betaling van de BTR vindt uiterlijk 1 juni van het opvolgende jaar plaats. Deze indicator geeft het uitbetalingspercentage weer op 31 december van het begrotingsjaar.

Licence