A. Doelstelling
Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Nederlandse economie wordt door zijn openheid en relatief beperkte grootte sterk beïnvloed door internationale financieel-economische ontwikkelingen zoals de schuldencrisis. Verreweg het grootste deel van de Nederlandse export en import gaat naar of komt uit andere Europese landen. Een sterke Europese economie heeft daarmee een directe weerslag op de Nederlandse economie. Mede om die reden is Nederland gebaat bij een gezonde financieel economische ontwikkeling en een stabiele budgettaire en monetaire ontwikkeling in de Europese Unie en haar lidstaten, waarbij ook de financiële stabiliteit binnen de eurozone gewaarborgd is. De minister van Financiën speelt in Nederland op dit gebied een regisserende rol en maakt daarbij gebruik van een aantal instrumenten.
Ten behoeve van de bevordering van financiële stabiliteit in de toekomst neemt de minister actief deel aan internationaal toezicht ter bevordering van de begrotingsdiscipline van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de EMU. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU, zoals door een nieuw verdrag voor begrotingsdiscipline tussen lidstaten van de EU en een procedure voor economische onevenwichtigheden. Verder neemt de minister van Financiën besluiten over het Nederlandse oordeel over aanvragen voor het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en voor euro-invoering, en draagt de minister van Financiën het Nederlandse standpunt over de EU begroting en het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de EU uit.
De minister van Financiën draagt bij aan het beheer van stabilisatiemechanismen zoals het EFSF en het ESM ten behoeve van het bewaken van de financiële stabiliteit, ook in financieel-economisch moeilijke tijden. Dit doet de minister door actief deel te nemen aan Europese overleggen zoals de Eurogroep en Ecofin en door een intensieve lobby bij Europese partners.
Internationale financiële instellingen beïnvloeden internationale financieel-economische ontwikkelingen, bijvoorbeeld door financieel-economische beleidstoezicht, en door de rol als financieel vangnet in geval van een crisis. Goed beleid van deze instellingen draagt daarom bij aan een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling en de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden. De minister draagt hieraan bij door toezicht te houden op de uitvoering van de taken van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) en hun financiële soliditeit. Daarnaast levert de inbreng van de minister bij discussies in internationale fora zoals de Ecofin, Eurogroep, Working Party 3 (van de OESO) en discussies bij de G20, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en andere IFI’s een bijdrage aan de beïnvloeding van de internationale beleidsdiscussie en beleidsrespons.
C. Beleidswijzigingen
In internationaal verband zijn maatregelen getroffen om de wereldeconomie minder gevoelig te maken voor financieel economische crisissen en te zorgen dat de gevolgen, mocht een dergelijke crisis toch plaatsvinden, zo beperkt mogelijk blijven. Hierbij zal het versterken van de rol van de Internationale Financiële Instellingen bij crisispreventie en het vormen van een vangnet voor landen die in ernstige problemen dreigen te raken voortgezet worden. De minister van Financiën heeft hier voor Nederland als bewaker van de financiële belangen van de Nederlandse overheid en burger een centrale rol in. Ook wordt in 2013 gesproken over de onderhandelingen over de IMF quotaformule. Een adequate Nederlandse representatie wordt hierbij van groot belang geacht.
Op Europees vlak zal er in 2013 substantiële aandacht zijn voor een verder herstel van de financiële stabiliteit van de eurozone. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot wijziging en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. versterkt Stabiliteits- en Groeipact). Gekoppeld hieraan zal er aandacht zijn voor de lopende steunprogramma’s voor Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal. De minister van Financiën neemt namens Nederland deel aan discussies en besluitvorming op ministerieel niveau in Eurogroep en Ecofin verband over deze onderwerpen.
Volgens de huidige planning dienen de onderhandelingen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020 van de EU eind 2012 te zijn afgerond. Wanneer dit niet het geval is, zal ook in 2013 hierover nog onderhandeld moeten worden. Nederland zal zich inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU. Dat impliceert dat Nederland concreet inzet op een substantiële verlaging van de totale uitgaven onder het MFK dan wat de Commissie heeft voorgesteld en behoud van de huidige korting die Nederland thans op de afdrachten ontvangt.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 91 240 415 | 40 837 835 | 308 005 | 1 089 294 | 315 229 | 315 229 | 1 043 540 |
waarvan garantieverplichtingen: | |||||||
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen | 1 031 375 | 239 581 | 181 519 | 962 808 | 181 519 | 181 519 | 918 515 |
Garantie aan DNB inzake IMF deelname | 18 518 207 | ||||||
Garantie DNB inzake BIS | 113 445 | 113 445 | 113 445 | 113 445 | 113 445 | 113 445 | |
Kredieten EU-betalingsbalanssteun | – 102 500 | ||||||
EFSF | 71 910 181 | ||||||
EFSM | – 120 000 | ||||||
ESM | 35 445 400 | ||||||
Uitgaven | 2 284 106 | 2 005 400 | 2 323 757 | 1 187 732 | 369 865 | 373 688 | 258 907 |
Waarvan juridisch verplicht | 80% | ||||||
Deelname aan internationale instellingen | 337 847 | 1 987 813 | 2 310 716 | 1 174 691 | 349 600 | 353 423 | 247 327 |
Multilarerale ontwikkelingsbanken en fondsen | 337 276 | 158 373 | 33 054 | 259 971 | 349 600 | 353 423 | 247 327 |
EFSF | 571 | ||||||
ESM | 1 829 440 | 1 829 440 | 914 720 | ||||
EIB | 448 222 | ||||||
Lening | 1 946 259 | 17 587 | 13 041 | 13 041 | 20 265 | 20 265 | 11 580 |
Griekenland | 1 946 259 | 4 546 | |||||
Uitkering rente Aan Griekenland | 13 041 | 13 041 | 13 041 | 20 265 | 20 265 | 11 580 | |
Ontvangsten | 127 715 | 25 241 | 64 091 | 75 938 | 80 116 | 80 123 | 80 106 |
Deelname aan internationale instellingen | 13 081 | 9 036 | 8 480 | 4 418 | 665 | 672 | 655 |
Ontvangsten IFI's | 13 081 | 9 036 | 8 480 | 4 418 | 665 | 672 | 655 |
Lening | 114 634 | 16 205 | 55 611 | 71 520 | 79 451 | 79 451 | 79 451 |
Aflossing lening Griekenland | |||||||
Rente ontvangsten lening Griekenland | 104 903 | 16 205 | 55 611 | 71 520 | 79 451 | 79 451 | 79 451 |
Service fee ontvangsten lening Griekenland | 9 731 |
1 De totale omvang van de EFSF-garantie is € 97,8 mld
D2. Budgetflexibiteit
De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt aangezien deze veelal afkomstig zijn uit meerjarige internationale en Europese verplichtingen.
E. Toelichting op de instrumenten
Deelname aan internationale banken en -fondsen
Met het oog op de financiële stabiliteit van de eurozone en Nederland zijn verschillende maatregelen genomen, waaronder de steunprogramma’s voor Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal en de stabilisatiemechanismen EFSF, EFSM en ESM. Een totaal overzicht van alle verstrekte garanties in het kader van de stabiliteit is te vinden in het financieel overzicht interventies ten behoeve de financiële crisis.
Het overige deel van de raming voor garantieverplichtingen heeft betrekking op het zogenaamde garantiekapitaal van de internationale financiële instellingen (het deel van de verplichting dat waarschijnlijk niet tot betaling komt, het «callable capital»), op garantie-overeenkomsten tussen de Staat en DNB (onder meer de Nederlandse deelneming in IMF) en deelneming in de door de BIS te verstrekken kredietfaciliteiten.
Daarnaast draagt Nederland in het kader van de ontwikkelingssamenwerking via algemene bijdragen bij aan multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen. Deze bijdragen zijn direct na ondertekening meerjarig en onvoorwaardelijk verschuldigd. Voor een deel van de verplichtingen- en uitgavenramingen geldt dat door wisselkoersinvloeden de realisaties kunnen afwijken van de ramingen; dit deel van de realisaties is daarmee niet beleidsmatig te beïnvloeden.
De Europese Raad van 28 en 29 juni 2012 heeft unaniem opgeroepen tot een verhoging van het kapitaal van de Europese Investeringsbrank (EIB) met € 10 mrd. Deze kapitaalverhoging zal volledig inbetaald zijn. Dit besluit maakt onderdeel uit van een breder initiatief ter ondersteuning van de groei, werkgelegenheid en concurrentiekracht in de Europese Unie. Voor Nederland, met een kapitaalaandeel van 4,482%, betekent de uitbreiding een betaling van € 448,2 mln. Het totale bedrag zal waarschijnlijk in 2013 worden betaald.