Inleiding
De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.
Exploitatie
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 307 291 | 295 125 | 264 751 | 264 016 | 241 617 | 240 988 | 240 366 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 68 033 | 69 284 | 75 253 | 74 499 | 83 860 | 83 860 | 83 860 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 8 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 383 324 | 364 409 | 340 004 | 338 515 | 325 477 | 324 848 | 324 226 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 327 091 | 346 108 | 318 541 | 316 828 | 305 436 | 304 942 | 304 480 |
– personele kosten | 197 874 | 193 284 | 180 578 | 180 589 | 173 187 | 173 187 | 173 187 |
– waarvan eigen personeel | 182 015 | 179 284 | 167 578 | 168 589 | 163 187 | 163 187 | 163 187 |
– waarvan externe inhuur | 15 859 | 14 000 | 13 000 | 12 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 |
– materiele kosten | 129 217 | 152 824 | 137 963 | 136 239 | 132 249 | 131 755 | 131 293 |
– waarvan apparaat ICT | 35 172 | 35 000 | 35 000 | 35 000 | 35 000 | 35 000 | 35 000 |
– waarvan bijdrage aan SSO's | 42 000 | 42 000 | 42 000 | 42 000 | 42 000 | 42 000 | 42 000 |
Afschrijvingskosten | 15 342 | 17 000 | 19 500 | 20 000 | 18 500 | 18 500 | 18 500 |
– materieel | 9 542 | 9 500 | 9 500 | 9 000 | 8 500 | 8 500 | 8 500 |
– waarvan apparaat ICT | 6 863 | 7 000 | 7 000 | 7 000 | 6 500 | 6 500 | 6 500 |
– immaterieel | 5 800 | 7 500 | 10 000 | 11 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 |
Overige kosten | 14 659 | 1 299 | 1 963 | 1 687 | 1 541 | 1 406 | 1 246 |
– dotaties voorzieningen | 12 992 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– rentelasten | 1 667 | 1 299 | 1 963 | 1 687 | 1 541 | 1 406 | 1 246 |
– bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 357 092 | 364 409 | 340 004 | 338 515 | 325 477 | 324 848 | 324 226 |
Saldo van baten en lasten | 26 232 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
De totale omzet is gebaseerd op de vastgestelde kostprijzen (p) en de instroomaantallen (q). De bekostiging vindt plaats door de bijdrage van het moederdepartement en opbrengsten derden. De opbrengsten derden bestaan uit leges die vreemdelingen betalen voor het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunning regulier of verzoeken tot naturalisatie. De daling van de moederbijdrage vanaf 2015 wordt met name veroorzaakt doordat de legestaakstelling uit het Regeerakkoord (RA) hierin is verwerkt. In het RA is namelijk afgesproken dat de opbrengsten uit de leges gefaseerd worden verhoogd tot een bedrag oplopend tot € 85 mln. structureel, door een verhoging van de legestarieven. Onlangs is een uitspraak geweest van het Europees Hof over de hoogte van de legestarieven. Indien aanpassing van het legeshuis noodzakelijk blijkt te zijn naar aanleiding van deze uitspraak, zal dit leiden tot een substantiële legesderving. Daarnaast zijn in de jaren 2012–2015 de legesopbrengsten hoger door een stijging van de aanvragen naturalisatieverzoeken als gevolg van de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet (RANOV).
In het RA zijn eveneens taakstellingen op het apparaat afgesproken, die consequenties hebben voor de IND. De taakstellingen leiden tot lagere personele en materiële lasten en komen tot uitdrukking in een lagere bijdrage van het moederdepartement.
De personele lasten worden bepaald door de benodigde capaciteit die is gerelateerd aan de te leveren prestaties en de gemiddelde loonsom. De benodigde capaciteit is daarbij opgebouwd uit ambtelijke medewerkers en inhuur externen. De inhuur externen is mede benodigd om flexibel te kunnen inspelen op wisselingen (zowel dalingen als stijgingen) in de instroom.
De materiële kosten bestaan uit processpecifieke kosten en apparaatskosten. De processpecifieke kosten hebben een directe relatie met de uitvoering van te leveren prestaties (onder andere tolken, proceskosten en kosten voor documenten). De apparaatskosten houden verband met de bedrijfsvoering van de IND en betreffen onder andere huisvesting en automatisering.
De meerjarige begroting voor bijdrage SSO is gebaseerd op de realisaties 2011. Het grootste gedeelte van de bijdrage is voor Rgd en in mindere mate voor Ivent.
De stijging van de afschrijvingskosten de komende jaren naar een structureel bedrag van € 19 mln. hangt onder andere samen met de invoering van het nieuwe informatiesysteem INDIGO.
De rentelasten hangen samen met het beroep op de leenfaciliteit. Over de aangegane leningen voor de financiering van de investeringen in de (im)materiële vaste activa wordt rente betaald.
Kasstroomoverzicht
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari (incl. deposito) | 14 096 | 44 747 | 40 366 | 35 481 | 36 417 | 37 663 | 40 511 |
2. | Totale operationele kasstroom | 40 512 | 17 000 | 19 500 | 20 000 | 18 500 | 18 500 | 18 500 |
3a. | Totaal investeringen (–/–) | – 16 321 | – 30 709 | – 10 200 | – 10 200 | – 10 200 | – 10 200 | – 10 200 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 101 | 0 | |||||
3. | Totaal investeringkasstroom | – 16 220 | – 30 709 | – 10 200 | – 10 200 | – 10 200 | – 10 200 | – 10 200 |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | |||||
4b. | Eenmalige storting door het moederdepartement(+) | 12 062 | 0 | |||||
4c. | Aflossingen op leningen (–/–) | – 19 228 | – 21 380 | – 24 385 | – 19 064 | – 17 254 | – 15 652 | – 12 166 |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+) | 13 525 | 30 709 | 10 200 | 10 200 | 10 200 | 10 200 | 10 200 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 6 359 | 9 329 | – 14 185 | – 8 864 | – 7 054 | – 5 452 | – 1 966 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 44 747 | 40 366 | 35 481 | 36 417 | 37 663 | 40 511 | 46 845 |
Toelichting
De investeringen hebben betrekking op gebouwen, verbouwingen, inventarissen en installaties, hard- en software en het nieuwe informatiesysteem INDIGO.
Doelmatigheid
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generiek deel | |||||||
IND totaal: | |||||||
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 2 924 | 2 835 | 2 641 | 2 675 | 2 589 | 2 589 | 2 589 |
Saldo van baten en lasten (% van de baten) | 6,8% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Asiel | |||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 88% | 85% | 86% | 88% | 89% | 90% | 90% |
Standhouden van beslissingen in % | 77% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% |
Aantal gegronde klachten in % | 1,5% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 5 001 | 5 051 | 4 863 | 4 740 | 5 082 | 5 070 | 5 070 |
Omzet (p * q) (x € 1 000) | 159 | 157 | 150 | 149 | 138 | 137 | 137 |
Regulier | |||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 88% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Standhouden van beslissingen in % | 79% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Aantal gegronde klachten in % | 1,2% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% | < 2,0% |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 645 | 693 | 863 | 862 | 848 | 847 | 847 |
Omzet (p * q) (x € 1 000) | 167 | 180 | 173 | 172 | 172 | 171 | 171 |
Naturalisatie | |||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 86% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Aantal gegronde klachten in % | 0,1% | < 0,5% | < 0,5% | < 0,5% | < 0,5% | < 0,5% | < 0,5% |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 485 | 353 | 332 | 338 | 360 | 359 | 359 |
Omzet (p * q) (x € 1 000) | 18 | 20 | 20 | 20 | 19 | 19 | 19 |
Toelichting
Kostprijs per productgroep
De integrale kostprijzen zijn gebaseerd op de in 2010 vastgestelde kostprijzen. De komende jaren bevatten zowel kostprijsverhogende intensiveringen als ook kostprijsverlagende taakstellingen. Netto dalen de kosten.
Vanaf 2011 is de IND gestart met het uitvoeren van een groot aantal intensiveringen zoals zijn opgenomen in het regeerakkoord. De activiteiten die hiermee samenhangen hebben o.a. betrekking op het versnellen van de asielprocedure, dubbele check op inwilligingen verblijfsaanvragen, het verkorten van procedures in geval van fraude en bedrog, intensieve controle op criminaliteit en het afschaffen van de «Europa-route». Structureel stijgen de kosten van de IND met € 19 mln. Dit heeft tot gevolg dat de IND kostprijzen structureel toenemen.
Daarnaast is sprake van een daling van de kostprijzen als gevolg van de generieke en de additionele taakstellingen. Voor de IND lopen deze taakstellingen op tot een bedrag van circa € 17 mln. structureel. Voor 2013 bedraagt de taakstelling € 6 mln.; de maatregelen zijn vooral gericht op het bereiken van efficiency binnen de IND.
De stijging van de gemiddelde kostprijs regulier in 2013 wordt verklaard door een groot aantal (5-jaarlijkse) VerblijfsVergunningRegulier (VVR) omwisselingen in 2011–2012 in het kader van de Vreemdelingenwet. Deze omwisselingen hebben een lage kostprijs waardoor het gemiddelde in 2011 en 2012 lager is dan de jaren waarin de omwisselingen niet plaatsvinden.
De daling van de gemiddelde kostprijs asiel in de jaren 2013 en 2014 hangt samen met de wijzigingen in de opbouw van de verschillende onderliggende producten. In genoemde jaren neemt het aantal verzoeken voor een VerblijfsVergunningAsiel (VVA) (on)bepaalde tijd toe. Dit product heeft een relatief lage kostprijs waardoor de gemiddelde kostprijs asiel daalt. Vanaf 2015 daalt het relatieve aandeel van deze producten, omdat er in 2010 minder inwilligingen zijn geweest. Hierdoor stijgt de kostprijs weer.
Omzet per productgroep
Vanaf 2011 wordt de IND afgerekend op basis van output. De omzet per productgroep wordt gebaseerd op de integrale kostprijs en de verwachte instroom aantallen per productgroep. Voor asiel wordt daarbij uitgegaan van een instroom van 15 000. De instroom van reguliere aanvragen bedraagt 200 000 (exclusief bezwaarzaken). Bij naturalisatie wordt uitgegaan van een structurele instroom van 26 500 verzoeken. Daarnaast is voor de jaren 2012–2015 rekening gehouden met de effecten van de RANOV regeling. Totaal gaat het daarbij om 21 500 naturalisatieverzoeken (2013 = 9 000 verzoeken). Dit verklaart de daling van de omzet naturalisatie vanaf 2015.
Gemiddelde fte (exclusief inhuur externen)
Voor de komende jaren is sprake van een daling van de ambtelijke capaciteit. De besparingen uit het programma IND bij de Tijd zijn structureel verwerkt vanaf 2012. De verdere daling houdt verband met de effecten van de generieke en additionele taakstellingen uit het regeerakkoord. Daarnaast is sprake van een stijging van de capaciteit als gevolg van het uitvoeren van de intensivering uit het regeerakkoord.
Doorlooptijd
De doorlooptijd voor het afhandelen van de aanvragen regulier en naturalisatie binnen de wettelijke termijn is op 100% gesteld. De wettelijke opschortingen zijn daarbij binnen de wettelijke termijn opgenomen. Gezien de realisatie in voorgaande jaren is voor asiel een percentage van 86% realistisch.
Standhouden beslissing
Deze indicator geeft aan in hoeveel procent van de gevallen de beslissingen van de IND standhouden voor de rechter. Dit is een (gedeeltelijke) indicatie van de kwaliteit van beslissingen die de IND neemt in vreemdelingenzaken (asiel en regulier). In de tijd tussen een beslissing en een beroep kunnen zich echter ook nieuwe feiten voordoen die van invloed zijn op de beslissing.