Base description which applies to whole site

3. DE BATEN-LASTENDIENSTEN

Aansluiting raming begroting baten-lastendiensten (tabel A) met financiering door moederdepartement EL&I (tabel B)

A – Begroting baten-lastendiensten 2013

Bedragen x € 1 mln
 

Bijdrage moeder-departement (EL&I)

Bijdrage overige departe-menten

Bijdrage derden

Overige baten

Totale baten

Agentschap NL

174,3

38,0

3,6

0,0

215,9

Agentschap Telecom

13,6

0,0

19,1

0,1

32,8

DICTU

135,6

0,4

0,0

0,0

136,0

DLG

71,4

11,9

11,9

0,1

95,3

DR

127,5

2,1

15,0

0,0

144,6

NVWA

95,1

66,8

61,5

4,5

227,9

 

617,5

119,2

111,1

4,7

852,5

B – Bijdragen aan baten-lastendiensten per beleidsartikel EL&I (begroting 2013)

Bedragen x € 1 mln
 

Raming ontwerp-begroting 2013

Agentschap NL

176,2

art. 12 Sterk innovatievermogen

72,5

art. 13 Excellent ondernemingsklimaat

12,0

art. 14 Doelmatige en duurz.energievoorziening

36,3

art. 15 Sterke nationale concurrentiepositie

44,6

art. 16 Agro- visserij en voedselketens

3,0

art. 18 Natuur en regio

1,0

Bijdrage van BuZa via EL&I

6,8

Agentschap Telecom

13,6

art. 11 Goed functionerende econ.en markten

11,1

art. 12 Sterk innovatievermogen

0,1

Beschikbare ruimte voor frequentieveilingen

2,4

DICTU

135,6

art. 40 Apparaat

21,4

Bijdrage overige baten-lastendiensten

114,2

DLG

71,4

art. 16 Agro- visserij en voedselketens

0,2

art. 18 Natuur en regio

71,2

DR

117,6

art. 16 Agro- visserij en voedselketens

84,3

art. 18 Natuur en regio

33,3

NVWA

101,7

art. 14 Doelmatige en duurz.energievoorziening

0,7

art. 16 Agro- visserij en voedselketens

93,2

art. 18 Natuur en regio

7,8

Totaal

616,1

Opmerkingen bij verschillen tussen ramingen in tabel A en tabel B

Agentschap NL (AgNL)

De bijdrage aan Agentschap NL vanuit de beleidsartikelen ligt € 1,9 mln hoger dan de begroting van AgNL in verband met de prijsbijstellingstranche 2012, welke is uitgekeerd binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) en tot een verhoging leidt van de bijdrage op artikel 15. Deze bijstelling is nog niet verwerkt in de begroting van AgNL.

Dienst Regelingen (DR)

Tussen de begroting van DR en de bijdrage aan DR vanuit de beleidsartikelen is sprake van een verschil van € 10 mln. In het kader van het decentralisatieakkoord natuur zijn de provincies verantwoordelijk voor de financiering van de uitvoeringskosten van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) en de omvang van de decentralisatieuitkering. Besluitvorming naar een sluitende begroting zal worden verwerkt bij de 1e suppletoire begroting 2013.

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA)

De bijdrage voor de NVWA vanuit de beleidsartikelen is € 6,6 mln hoger dan de begroting van de NVWA. Het verschil betreft middelen voor compensatie van NVWA op artikel 16 in het kader van BTW-regelgeving en is geen onderdeel van het opdrachtenpakket.

Vertraging in het realiseren van de fusie en tegenvallende mogelijkheden om de fusieopbrengsten te realiseren leiden mogelijk tot een negatief saldo in 2012. Daarbij verloopt de daling in de bijdrage van de departementen ten gevolge van de taakstelling Rutte sneller dan mogelijk is op te vangen door vernieuwing en innovatie van (Europese) regelgeving en toezicht. Beide ontwikkelingen zetten het saldo van baten en lasten vanaf 2013 verder onder druk waarbij zonder nadere maatregelen tekorten worden voorzien.

Om de budgettaire consequenties van beide ontwikkelingen op te vangen zijn de volgende acties in gang gezet. Ten aanzien van de tegenvallende mogelijkheden om de fusieopbrengsten te realiseren wordt een maatregelenplan gevormd (om besparingen te realiseren op het gebied van materiële en personele kosten). Ten aanzien van daling in de bijdrage van de departementen wordt door beide departementen onderzocht waar krimp in het opdrachtenpakket mogelijk is en waar niet. Over het resultaat van deze trajecten wordt de Tweede Kamer in het najaar van 2012 per brief geïnformeerd.

Agentschap NL (AgNL)

Profiel

Agentschap NL vormt samen met Dienst Regelingen binnen EL&I het Directoraat-Generaal Uitvoering (DGU).

Agentschap NL zorgt ervoor dat overheidsbeleid snel, goed en effectief wordt gerealiseerd: door heldere aanspreekpunten, hoogwaardige dienstverlening, gedegen advies en ondersteuning. Een gezamenlijke focus, met één klantendesk, samenhangende programma's, beter op elkaar afgestemde financieringsproducten en heldere, korte procedures draagt hieraan bij.

Als het gaat om duurzaamheid, innovatie, internationaal ondernemen en samenwerken is AgNL hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Zij kunnen bij AgNL terecht voor informatie en advies, maar ook voor financiering, netwerken en uitvoering van wet- en regelgeving.

In deze begroting van AgNL is rekening gehouden met de opgelegde taakstellingen uit het Regeerakkoord.

Begroting van baten-lastendienst voor het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

182 926

173 084

174 379

152 470

145 105

142 615

141 815

Bijzondere bijdrage moederdepartement

11 546

0

0

0

0

0

0

Omzet overige departementen

67 004

66 415

37 988

31 347

27 880

27 023

27 023

Omzet derden

5 251

7 090

3 593

3 710

3 783

3 784

3 784

Rentebaten

38

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

948

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

128

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

267 841

246 589

215 960

187 527

176 768

173 422

170 822

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

173 960

163 160

132 217

108 441

99 954

97 816

96 334

– waarvan eigen personeel

113 549

113 096

100 512

99 428

95 952

95 318

95 318

– waarvan externe inhuur

54 697

43 975

26 669

4 676

0

0

0

materiele kosten

75 091

80 469

80 713

75 956

73 684

72 476

71 358

– waarvan apparaat ICT

3 901

0

0

0

0

0

0

– waarvan bijdrage aan SSO’s

11 238

18 624

18 671

17 050

16 407

16 354

16 354

Rentelasten

128

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

             

materieel

4 000

2 960

3 030

3 130

3 130

3 130

3 130

– waarvan apparaat ICT

2 265

0

0

0

0

0

0

– immaterieel

769

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

11 907

0

0

0

0

0

0

– bijzondere lasten

1 330

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

267 185

246 589

215 960

187 527

176 768

173 422

170 822

               

Saldo van baten en lasten

656

0

0

0

0

0

0

Algemene Toelichting

De totale baten in 2013 dalen met € 30 mln ten opzichte van de begroting 2012 tot € 216,6 mln. De belangrijkste mutaties vinden plaats binnen de opbrengst van overige departementen. Hier is er rekening mee gehouden dat een aanzienlijk deel van het opdrachtenpakket van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en aanverwante opdrachten aan Agentschap NL overgaat naar Rijkswaterstaat en de Inspectie Leefomgeving & Transport. Verder is een taakstellende krimp doorgevoerd vanwege de aan AgNL opgelegde Rutte-taakstelling.

Baten

Verwerking van de taakstelling

De Rijksbrede taakstellingen voor AgNL zijn verwerkt in het opdrachtenvolume voor de jaren 2013 tot en met 2017. Hierbij is uitgegaan van het binnen het Ministerie van EL&I voorgestelde krimpritme en prijseffect.

Omzet moederdepartement

EL&I heeft een aandeel in de omzet voor 2013 van 81%.

De stijging ten opzichte van 2012 wordt veroorzaakt doordat AgNL enkele kortlopende opdrachten uitvoert, voortvloeiende uit intensiveringen vanuit het «Begrotingsakkoord 2013», die in 2014 vervallen. Daarnaast voert AgNL vanaf 2012 het opdrachtenpakket voor Research & Development Aftrek (RDA) uit voor in totaal € 7,5 mln. Hier staat tegenover dat de taakstelling van het kabinet Rutte is verwerkt in de cijfers.

Omzet overige departementen

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

OCW

1 556

1 189

513

461

439

433

433

I&M

35 759

37 686

9 845

5 712

3 894

3 366

3 366

VWS

587

1 326

1 102

1 042

1 016

1 008

1 008

BUZA

14 219

14 128

15 988

14 888

13 839

13 683

13 683

BZK

13 424

11 709

10 272

9 005

8 465

8 308

8 308

SZW

334

139

136

123

118

117

117

Defensie

23

0

34

30

28

28

28

V&J

824

0

98

86

81

80

80

Financiën

278

238

0

0

0

0

0

TOTAAL

67 004

66 415

37 988

31 347

27 880

27 023

27 023

De omzet overige departementen daalt per saldo met 43% ten opzichte van de begroting 2012. Dit wordt veroorzaakt doordat rekening is gehouden met de overgang van een aanzienlijk deel van het opdrachtenpakket dat AgNL voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu tot en met 2012 uitvoerde naar Rijkswaterstaat en de Inspectie Leefomgeving & Transport.

Daar staat tegenover er van BuZa nieuwe opdrachten zijn ontvangen, waaronder de uitvoering van de Transitiefaciliteit.

Omzet derden

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Provincies

87

295

306

311

314

314

314

EU

1 185

1 239

1 286

1 306

1 317

1 319

1 319

Overig

3 979

5 556

2 001

2 093

2 152

2 151

2 151

TOTAAL

5 251

7 090

3 593

3 710

3 783

3 784

3 784

Dit betreft de omzet die buiten de Rijksoverheid wordt gerealiseerd. De opbrengst daalt met € 3,5 mln, omdat een aantal opdrachten overgaat naar Rijkswaterstaat.

Rentebaten

Rentebaten hebben betrekking op uitgezette deposito's gedurende het jaar en rentevergoeding op de rekening-courant. Voor 2013 zijn geen rentebaten voorzien.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten dalen in 2013 ten opzichte van 2012 met € 31 mln. Voor 2013 wordt het gemiddelde aantal fte geraamd op 1 567 (1 257 ambtenaren en 310 inhuur). Dit betekent een daling van 392 fte ten opzichte van 2012. Dit is het gevolg van de invulling van taakstellingen en de overgang van een aanzienlijk deel van het opdrachtenpakket van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu naar Rijkswaterstaat en de Inspectie Leefomgeving & Transport. Daarnaast worden ICT werkzaamheden vanaf de tweede helft van 2012 uitbesteed aan het EL&I-agentschap voor de ICT: DICTU (zie onder materiële kosten). Bij de personele kostenontwikkeling is uitgegaan van 0% voor CAO-ontwikkelingen.

De gemiddelde loonkosten per fte over 2013 worden geraamd op € 79 900 voor ambtenaren (2012 € 78 400) en € 86 000 voor inhuurkrachten (2012 € 85 200).

Materiële kosten

De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. Bij de materiële kostenontwikkeling voor 2013 is uitgegaan van de CPB-index voor de prijs overheidsconsumptie, netto materieel van 1,75%. De totale materiële kosten zijn voor 2013 geraamd op € 81,3 mln.

Directe materiële kosten zijn kosten die direct verband houden met de uitvoering van opdrachten. Hiertoe behoren onder andere kosten ten behoeve van de exploitatie van de Netherlands Business Support Offices, de buitenkantoren van NFIA en TWA en kosten voor de uit te voeren regelingen. In 2013 worden de directe materiële kosten op € 49,3 mln geraamd (2012: € 44,3 mln). Deze toename van € 5 mln is onder meer een gevolg van eerder genoemde intensiveringen in het opdrachtenpakket.

Indirecte materiële kosten zijn kosten die niet direct verband houden met een opdracht. In 2013 worden de indirecte materiële kosten geraamd op € 32 mln. De daling van € 4,2 mln ten opzichte van 2012 (€ 36,2mln) wordt veroorzaakt door de overdracht van de specifieke ICT van AgNL naar het agentschap DICTU. Hierdoor verschuiven deze kosten (€ 4,4 mln) voor AgNL van personele kosten naar materiële kosten. De huur en exploitatiekosten van de huisvesting bedragen circa € 16,6 mln per jaar.

Afschrijvingskosten

De materiële vaste activa bestaat uit inventaris en verbouwingen. De afschrijvingstermijnen zijn 5 jaar.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten laat een neutraal resultaat zien. Dit is in overeenstemming met de beleidslijn om kostendekkende tarieven in rekening te brengen bij de opdrachtgevers.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
   

2011 Slotwet

2012 Vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2013 depositorekeningen

56 723

58 707

60 134

60 529

61 024

61 519

62 025

2.

Totaal operationele kasstroom

13 843

2 717

2 835

2 935

2 935

2 946

2 946

 

–/– totaal investeringen

– 4 848

– 2 440

– 2 440

– 2 440

– 2 440

– 2 440

– 2 440

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

15

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 4 833

– 2 440

– 2 440

– 2 440

– 2 440

– 2 440

– 2 440

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

1 150

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

1 150

0

0

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december 2013 stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

(*noot: maximale roodstand € 0,5 mln)

65 733

60 134

60 529

61 024

61 519

62 025

62 531

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling. De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. Voor 2013 wordt geen grote mutatie in het werkkapitaal verwacht.

De voor 2013 geraamde investeringen (€ 2,4 mln) hebben betrekking op vervangingsinvesteringen in overige activa.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren voor het jaar 2013

 

2011 Stand Slotwet

2012 Vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

 Inputindicatoren

             

Kernindicatoren

             

Verhouding direct/indirect personeel in fte’s

1 825,3

343,9

1 676

283

1 332

235

1 095

217

1 006

210

999

210

999

210

               

Verklarende variabelen

             

Loonkosten per fte

€ 78 275

€ 80 181

€ 81 141

€ 79 370

€ 78 854

€ 78 811

€ 78 811

Totaal aantal fte’s

2 169,2

1 959

1 567

1 312

1 217

1 209

1 209

Kosten inhuur externen

(x 1 000)

€ 54 697

€ 43 975

€ 26 669

€ 4 676

0

0

0

               

Outputindicatoren

             

Kernindicatoren

             

Tariefindex in reële termen t.o.v. 2012 (2012 = 100)

 

100

102,7

104,6

105,8

105,9

105,9

Aantal declarabele uren per fte en totaal

1 441/ 2,6 mln

1 448 / 2,4 mln

1 448 / 1,9 mln

1 448 / 1,6 mln

1 448 / 1,5 mln

1 448 / 1,4 mln

1 448 / 1,4 mln

               

Aantal werkbare (w) en bruto (b)/netto (n) beschikbare uren

2 040 w

1 671 b

1 579 n

2 040 W

1 671 B

1 579 N

2 040 W

1 671 B

1 579 N

2 040 W

1 671 B

1 579 N

2 040 W

1 671 B

1 579 N

2 040 W

1 671 B

1 579 N

2 040 W

1 671 B

1 579 N

               

Verklarende variabelen

             

Bedrijfsresultaat /

omzet (x 1 000)

€ 656

/ 255 181

€ 0

/ 246 589

€ 0

/ 216 584

€ 0

/ 187 527

€ 0

/ 176 768

€ 0

/ 176 022

€ 0

/ 176 022

               

Kwaliteitsindicatoren

             

Kernindicatoren

             

Klanttevredenheid

7,5

≥7,5

≥7,5

≥7,5

≥7,5

≥7,5

≥7,5

Doorlooptijd processen

             

Handelstransacties (H)

92%

H: 90%

H: 90%

H: 90%

H: 90%

H: 90%

H: 90%

Verleningen (V)

88%

V: 95%

V: 95%

V: 95%

V: 95%

V: 95%

V: 95%

Octrooien (O)

100%

O: 100%

O: 100%

O: 100%

O: 100%

O: 100%

O: 100%

Gehonoreerde bezwaarschriften

773 (30,3% van het totaal)

           

Divisie NL OC:

 

≤0,1%

≤0,1%

≤0,1%

≤0,1%

≤0,1%

≤0,1%

Overige divisies:

 

≤25%

≤25%

≤25%

≤25%

≤25%

≤25%

Aantal klachten

24

<25

<25

<25

<25

<25

<25

Medewerker-tevredenheid

Geen meting

7,5

7,5

7,5

7,5

7,5

7,5

               

Verklarende variabelen

             

Ziekteverzuim %

5,1%

4,5%

4,5%

4,5%

4,5%

4,5%

4,5%

Toelichting

Voor Agentschap NL geldt een sterke focus op kostenbeheersing, optimale benutting van schaaleffecten en zal daar waar mogelijk Rijksbreed of binnen EL&I verband meeliften met aanbestedingen die leiden tot een grotere doelmatigheid. Desondanks gaat het reële tarief komende jaren naar verwachting stijgen. Een aantal kostencomponenten zoals ondersteunend/indirect personeel en huisvesting neemt niet evenredig af bij de forse daling van het opdrachtenpakket.

De tariefontwikkeling wordt weergegeven met behulp van een indexcijfer. Het jaar 2012 wordt daarbij op 100 gesteld, de cijfers voor de overige jaren geven de reële ontwikkeling van het tarief weer ten opzichte van het basisjaar 2012. De reële tariefontwikkeling is de absolute tariefontwik-keling, gecorrigeerd voor autonome loon- en prijsontwikkeling (op basis van CPB-indexcijfers voor prijs (IMOC) en loonvoet sector overheid).

Agentschap Telecom (AT)

Profiel

De missie van Agentschap Telecom is:

Wij waarborgen de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare telecommunicatie in en voor Nederland.

Agentschap Telecom is zowel beleidsuitvoerder als toezichthouder in het werkgebied van het elektronisch communicatiedomein. Daarnaast is het agentschap toezichthouder op de informatie-uitwisseling inzake ondergrondse netten.

Agentschap Telecom hanteert in zijn werk een drietal richtinggevende prioriteiten: Agentschap Telecom wil een partner zijn in beleid, wil een gezaghebbend toezichthouder zijn en wil een inspirerende werkomgeving bieden. De hoofdprocessen bestaan uit het verwerven, toewijzen, beschermen van frequentieruimte en het uitvoeren van het nationale antennebeleid.

Begroting van baten-lasten voor het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
 

2011

Slotwet

2012

Vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

11 885

12 493

13 593

13 035

12 835

12 765

12 700

Omzet overige departementen

58

86

11

11

0

0

0

Omzet derden

19 803

19 256

19 052

18 963

18 979

19 011

18 996

Rentebaten

249

20

16

9

2

0

0

Vrijval voorzieningen

4

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

295

100

135

135

185

185

185

Totaal baten

32 294

31 955

32 807

32 153

32 001

31 961

31 881

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

19 200

19 650

18 936

18 545

18 556

18 532

18 478

– waarvan eigen personeel

17 250

17 750

18 485

18 103

17 669

17 647

17 596

– waarvan externe inhuur

1 570

1 900

451

442

886

885

882

materiële kosten

9 239

9 903

11 721

11 721

11 721

10 971

10 971

– waarvan apparaat ICT

1 032

1 000

         

– waarvan bijdrage aan SSO’s

2 074

2 074

2 074

2 074

2 074

Rentelasten

73

57

42

29

21

15

0

Afschrijvingskosten

             

materieel

2 345

2 295

1 979

1 979

1 979

1 979

1 979

– waarvan apparaat ICT

378

316

         

immaterieel

66

0

0

0

0

450

450

Overige kosten

116

50

75

65

50

50

50

– dotaties voorzieningen

116

50

75

65

50

50

50

– bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

31 039

31 955

32 753

32 339

32 327

31 997

31 928

               

Saldo van baten en lasten

1 255

0

54

– 186

– 326

– 36

– 47

Toelichting

De effecten van de taakstelling Rutte zijn verwerkt in de begroting.

De ingecalculeerde verliezen komen ten laste van de post Te verrekenen met vergunninghouders.

Baten

Omzet moederdepartement

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012

Vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Structurele bijdrage moederdepartement

             

DGETM: Juridische procedures

886

769

926

926

926

926

926

DGETM: Antennebeleid

903

803

829

829

829

829

829

DGETM: Beleidsvoorbereiding en -evaluatie

1 189

1 054

1 088

1 088

1 088

1 088

1 088

DGETM: Aanpak interferentie

11

37

39

39

39

39

39

DGETM: Compensatie vergunningvrij

2 389

2 127

2 388

2 388

2 388

2 388

2 388

DGB&I: Uitvoering wet Ruimtevaartactiviteiten

82

40

141

141

141

141

141

Subtotaal

5 460

4 830

5 411

5 411

5 411

5 411

5 411

               

SG: Repressieve handhaving

996

1 231

1 253

1 253

1 253

1 253

1 253

SG: Bevoegd aftappen

444

556

580

580

580

580

580

SG: Dataretentie

573

855

871

871

871

871

871

SG: Wet informatie-uitwisseling Ondergrondse netten

1 286

1 214

1 347

1 347

1 347

1 347

1 347

SG: New Regulatory Framework

58

764

766

766

766

766

766

SG: Toezicht Ruimtevaart

49

56

227

227

227

227

227

SG: Compensatie vergunningvrij

863

1 194

1 272

1 272

1 272

1 272

1 272

Subtotaal

4 269

5 870

6 316

6 316

6 316

6 316

6 316

Subtotaal structurele bijdrage

9 729

10 700

11 727

11 727

11 727

11 727

11 727

               

Incidentele bijdragen

             

DGETM: Projecten

2 156

1 793

2 438

2 438

2 438

2 438

2 438

Subtotaal projecten DGETM

2 156

1 793

2 438

2 438

2 438

2 438

2 438

Taakstelling Rutte

   

– 572

– 1 130

– 1 330

– 1 400

– 1 465

Totaal omzet moederdepartement

11 885

12 493

13 593

13 035

12 835

12 765

12 700

Structurele bijdragen

De omzet van het moederdepartement bestaat voor een groot deel uit een bijdrage in de kosten die volgens het vigerende tarievenbeleid niet aan derden mogen worden doorberekend, namelijk de kosten van juridische procedures en van repressieve handhaving. Verder bestaat de structurele bijdrage uit een bijdrage voor de kosten die verband houden met de uitvoering van het antennebeleid en beleidsvoorbereiding en –evaluatie, bevoegd aftappen, uitvoering van en toezicht op de wet Ruimtevaartactiviteiten, New Regulatory Framework (NRF), de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten en de bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens (dataretentie). Tenslotte is er een bijdrage ter compensatie van omzetderving als gevolg van vergunningvrije toepassingen.

Agentschap Telecom ontvangt incidentele bijdragen voor kosten die worden gemaakt voor verdelingsprojecten in opdracht van het Directoraat-Generaal Energie, Telecom en Mededinging (DGETM).

Omzet overige departementen

Bedragen x € 1 000
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Slotwet

Begroting

 

 

 

 

 

Voormalig VWS / RIVM: kennisplatform EMV&G

57

86

11

11

0

0

0

Voormalig VROM: Hoogspanningslijnen

1

0

0

0

0

0

0

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal omzet overige departementen

58

86

11

11

0

0

0

Voor 2013 wordt omzet overige departementen verwacht voor de deelname van Agentschap Telecom aan de fora wetenschap en communicatie van het Kennisplatform Elektromagnetische Velden (EMV).

Omzet derden

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012

vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Productcategorie

             

Vaste verbindingen

2 981

3 489

3 260

3 260

3 260

3 260

3 260

Mobiele communicatie

5 004

4 674

4 718

4 718

4 718

4 718

4 718

Mobiele openbare telecommunicatienetwerken

1 511

1 593

1 912

1 912

1 912

1 912

1 912

Radiodeterminatie

65

37

60

60

60

60

60

Radiozendamateurs

5

5

5

5

5

5

5

Omroep

5 229

5 352

5 152

5 177

5 193

5 225

5 210

Overige/Verlengingen

 

37

151

37

37

37

37

Examens

140

149

149

149

149

149

149

Afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen

4

6

4

4

4

4

4

Randapparatuur

2 014

2 000

1 701

1 701

1 701

1 701

1 701

Afnemerscategorie

 

 

 

 

 

 

 

Defensie

1 284

1 284

1 284

1 284

1 284

1 284

1 284

Korps Landelijke Politiediensten

139

139

139

139

139

139

139

BZK (C 2000)

46

46

46

46

46

46

46

Satellite Operators

539

445

471

471

471

471

471

Caribisch Nederland

831

           

Europese Unie / project E3

4

           

Verenigd Koninkrijk / OFCOM

7

           

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal omzet derden

19 803

19 256

19 052

18 963

18 979

19 011

18 996

Rentebaten

Over het saldo op de rekening-courant en deposito’s bij het Ministerie van Financiën ontvangt Agentschap Telecom rente. Deze begroting gaat uit van een rentepercentage op deposito’s van 0,3% op gemiddeld circa € 5 mln gedurende het jaar. Voor een saldo op de rekening-courant is de rente 0%.

Bijzondere baten

Voor 2013 is rekening gehouden met een bedrag van € 0,135 mln voor de baten die volgen uit het uitlenen van personeel, door te belasten huisvestingskosten en het afstoten van materieel.

Lasten

Personele kosten

De verwachte gemiddelde bezetting voor 2013 is 256 fte, waarvan 251,5 fte ambtelijk personeel. De gemiddelde totale personeelskosten zijn € 70 548 per fte in 2013. De loonkosten per ambtelijke fte worden geraamd op € 70 000. De gemiddelde kosten voor niet-ambtelijk personeel zijn begroot op € 101 585 per fte.

Materiële kosten

De huisvestingskosten bedragen in 2013 circa € 2,2 mln.

In de periode 2013 tot en met 2015 wordt een vergunningverleningssysteem gebouwd om het huidige te vervangen. De business case voor deze vervanging moet nog worden opgesteld. De baten van deze vervanging komen ten gunste van de vergunninghouders.

Rentelasten

De rente betreft de vergoeding die Agentschap Telecom betaalt voor leningen bij het Ministerie van Financiën om investeringen in vaste activa te financieren. Uitgangspunt is een rentepercentage van gemiddeld 2,6% voor de toekomstige langlopende leningen.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor materiele activa zijn gelijk aan 2012. Voor immateriële activa zullen de afschrijvingskosten toenemen door vervanging van het vergunningverleningssysteem. Hiervoor geldt een afschrijvingstermijn van 5 jaar.

Dotaties voorzieningen

Voor 2013 is de dotatie voorzieningen dubieuze debiteuren € 75 000.

Saldo van baten lasten

Voor 2013 is een positief resultaat van € 54 000 ingecalculeerd.

Kasstroomoverzicht 2013

Bedragen x € 1 000
   

2011

Slotwet

2012

Vastgestelde

begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1.

Rekening courant RHB op 1 januari + stand depositorekeningen (incl. deposito)

12 128

6 986

6 523

5 414

3 104

824

95

2.

Totaal operationele kasstroom

– 1 651

2 345

2 108

1 858

1 703

2 443

2 432

3a

– totaal investeringen

– 1 587

– 3 000

– 3 250

– 3 250

– 3 250

– 2 500

– 2 500

3b

+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 1 587

– 3 000

– 3 250

– 3 250

– 3 250

– 2 500

– 2 500

4a

– eenmalige uitkeringen aan moederdepartement

– 643

– 62

0

– 647

– 535

– 474

– 166

4b

+ eenmalige stortingen door moederdepartement

0

0

469

0

0

0

0

4c

– aflossingen op leningen

– 530

– 530

– 436

– 271

– 198

– 198

0

4d

+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

4.

totaal financieringskasstroom

– 1 173

– 592

33

– 918

– 733

– 672

– 166

5.

Rekening courant RHB 31 december 2013 stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

(*noot: maximale roodstand € 0,5 mln)

7 717

5 739

5 414

3 104

824

95

– 139

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

In 2013 verwacht Agentschap Telecom € 1,75 mln te investeren in materiële vaste activa. Deze investeringen betreffen voornamelijk elektronische apparatuur en kantoorinventaris. Daarnaast is de investering in immateriële activa € 1,5 mln en betreft vervanging van het vergunningverleningssysteem.

Financieringskasstroom

De aflossing van de leningen, variërend van 4 tot 10 jaar, zal circa € 0,4 mln bedragen in 2013. Vanaf 2013 zal AT een beroep op de leenfaciliteit doen om de investeringen te financieren.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren voor het jaar 2013

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

 

2011 Slotwet

2012

vastgestelde begroting

Begroting 2013

Begroting 2014

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Inputindicatoren

               

Kernindicatoren

               

Verhouding direct/indirect (in fte)

 

175,5 / 94,5

200 / 73,6

184 / 72

181 / 70

180 / 70

180 / 69

180 / 68

Verklarende variabele kernindicatoren

               

Personeelskosten per fte

 

€ 71 111

€ 69 446

€ 70 422

€ 70 548

€ 70 548

€ 71 105

€ 71 105

Totaal aantal fte's (excl externe inhuur)

 

246,0

254,7

251,5

246,3

240,4

240,1

239,4

Kosten inhuur externen (PAO-definitie; x € 1 000)

 

€ 1 570

€ 1 900

€ 451

€ 442

€ 886

€ 885

€ 882

Outputindicatoren

               

Uurtarief (wijziging in reële termen)

 

0,00%

 0,00%

         

Aantal declarabele uren (per fte en totaal)

 

1 453/1 667

           

Aantal werkbare /beschikbare uren:

               

– werkbare uren

 

1 836

1 836

1 836

1 836

1 836

1 836

1 836

– bruto beschikbare uren

 

1 667

1 667

1 660

1 667

1 667

1 667

1 667

– netto beschikbare uren

 

1 588

1 588

1 581

1 588

1 588

1 588

1 588

Verklarende variabelen

               

Bedrijfsresultaat (x € 1 000)

 

1 255

0

54

– 186

– 326

– 36

– 47

Omzet

 

32 294

31 955

32 807

32 153

32 001

31 961

31 881

Kwaliteitsindicatoren

               

Kernindicatoren

               

Klanttevredenheid:

               

• doelgroep hoog belang

 

niet in 2011

niet in 2012

≥ 7

≥ 7

≥ 7

≥ 7

≥ 7

• doelgroep midden belang

 

niet in 2011

niet in 2012

≥ 7

≥ 7

≥ 7

≥ 7

≥ 7

• doelgroep laag belang

 

niet in 2011

niet in 2013

≥ 7

≥ 7

≥ 7

≥ 7

≥ 7

Doorlooptijd primaire processen:

               

Vergunningaanvragen 95% binnen

8 weken

96%

95%

95%

95%

95%

95%

95%

 

6 weken

85%

85%

85%

85%

85%

85%

 

4 weken

60%

60%

60%

60%

60%

60%

 

2 weken

35%

35%

35%

35%

35%

35%

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

 

2011 Slotwet

2012

vastgestelde begroting

Begroting 2013

Begroting 2014

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Reactietijd storingsklachten

norm

             

Klachten van levensbelang ≤ 4 uur

100%

98%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

Klachten van maatschappelijk belang ≤ 12 uur

98%

95%

98%

98%

98%

98%

98%

98%

Klachten van individueel belang ≤ 3 werkdagen

80%

99%

98%

90%

90%

90%

90%

90%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gegrond verklaarde bezwaarschriften aantal

norm

21

           

 

≤ 5%

11,3%

≤ 5%

≤ 5%

≤ 5%

≤ 5%

≤ 5%

≤ 5%

Aantal klachten

 

7

≤ 7

≤ 7

≤ 7

≤ 7

≤ 7

≤ 7

Medewerkertevredenheid

 

niet in 2011

≥ 7,0

≥ 7,0

≥ 7,0

≥ 7,0

≥ 7,0

≥ 7,0

Verklarende variabelen

               

Ziekteverzuim

≤ 4,3%

4,6%

≤ 4,1%

≤ 4,1%

≤ 4,1%

≤ 4,1%

≤ 4,1%

≤ 4,1%

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Profiel

De Dienst ICT Uitvoering (DICTU) is binnen het Ministerie van EL&I verantwoordelijk voor het leveren van ICT services en -ondersteuning aan alle onderdelen van het ministerie. Daarnaast levert de DICTU ondersteuning aan enkele aan het ministerie aanverwante PBO’s en ZBO’s.

De missie van DICTU luidt: «De Dienst ICT Uitvoering draagt bij aan het succes van EL&I door te zorgen voor betrouwbare, gestandaardiseerde en kostenefficiënte ICT services die de bedrijfsprocessen van EL&I optimaal ondersteunen».

DICTU levert aan haar opdrachtgevers de volgende ICT services:

  • Applicatiebeheer en ontwikkeling;

  • Inrichting en beheer van werkplekken;

  • Beheer van de technische infrastructuur.

Bij het opstellen van de begroting 2013 en verder zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De taakstelling Rutte en de oploop is verwerkt in de begroting.

  • De EL&I-brede ICT, zoals kantoorautomatisering en infrabeheer zijn inmiddels volledig ondergebracht bij DICTU en is verwerkt in de begroting. In het najaar van 2012 wordt ook de dienstspecifieke ICT van het kerndepartement en AgNL ondergebracht bij DICTU. Het budgettaire effect hiervan kon nog niet meegenomen worden in deze begroting.

Begroting van baten-lastendienst voor het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

106 822

110 920

135 608

134 108

133 508

133 238

132 978

Omzet overige departementen

73

376

376

376

376

376

376

Omzet derden

4 935

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

453

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

200

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

11 900 

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

124 383

111 296

135 984

134 484

133 884

133 614

133 354

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

50 688

44 059

54 948

53 448

52 848

52 848

52 848

– waarvan eigen personeel

14 127

17 997

19 899

19 899

19 899

19 899

19 899

– waarvan externe inhuur

1 419

1 800

1 800

1 800

1 800

1 800

1 800

materiële kosten

59 416

57 649

66 077

66 077

66 077

66 077

66 077

– waarvan apparaat ICT

31 272

25 197

35 600

35 600

35 600

35 600

35 600

– waarvan bijdrage aan SSO’s

2 885

3 601

3 650

3 650

3 650

3 650

3 650

Rentelasten

844

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

Afschrijvingskosten

             

materieel

2 959

3 146

8 518

8 518

8 518

8 518

8 518

– waarvan apparaat ICT

   

8 518

8 518

8 518

8 518

8 518

immaterieel

6 203

5 442

5 442

5 442

5 442

5 442

5 442

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

– bijzondere lasten

3 939

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

124 049

111 296

135 984

134 484

133 884

133 614

133 354

               

Saldo van baten en lasten

334

0

0

0

0

0

0

Baten

Omzet moederdepartement

DICTU levert ICT gerelateerde diensten aan de EL&I organisatie. Deze diensten variëren van hardware ten behoeve van de werkplek tot projectleiding voor een ontwikkelingstraject.

Opbrengsten worden gegenereerd door de producten en/of uren die DICTU levert te vermenigvuldigen met de vigerende tarieven of worden op basis van fixed price afgegeven. In de doelmatigheidsparagraaf zijn de begrote aantallen producten en/of uren vermeld.

De verdeling per productgroep wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Werkplekservices

23 286

21 792

29 700

29 700

29 700

29 700

29 700

Infrabeheer

22 313

20 884

23 600

23 600

23 600

23 600

23 600

Applicatieservices

48 900

57 235

50 150

48 260

48 260

48 260

48 260

Overige omzet

12 323

11 009

32 158

32 548

31 948

31 678

31 418

Totaal

106 822

110 920

135 608

134 108

133 508

133 238

132 978

Ten opzichte van 2012 is op totaalniveau sprake van een stijging van € 25 mln. Deze stijging is het gevolg van het onderbrengen van de werkplekservices en infrabeheer van voormalig EZ bij DICTU. Dit in het kader van de fusie van EL&I.

Daarnaast is een – budgetneutrale – verschuiving zichtbaar tussen onderdelen, waardoor met name de overige omzet een stijging laat zien. Dit als gevolg van een aanpassing in de kostprijssystematiek van DICTU, waarbij de opslag voor overhead en kwaliteitsborging uit de tarieven is gehaald. Deze kosten worden vanaf 2012 apart bij opdrachtgevers in rekening gebracht en verantwoord als overige omzet.

Lasten

Personeelskosten

De verwachte gemiddelde bezetting voor 2013 is 494 fte, waarvan 274 fte ambtelijk personeel. De gemiddelde totale personeelskosten zijn € 106 950 per fte in 2013. De loonkosten per ambtelijke fte worden geraamd op € 72 530. De gemiddelde kosten voor niet-ambtelijk personeel zijn begroot op € 150 202 per fte.

DICTU is naar zijn aard een regieorganisatie. Dit betekent dat voor specifieke ICT-kennis een beroep op de markt wordt gedaan. Dit verklaart de mix ambtelijk / inhuur. Voor 2013 is € 1,8 mln aan externe inhuur begroot conform de Rijksbreed gehanteerde definitie van inhuur opgesteld door BZK.

Strategische en kwetsbare functies binnen de organisatie worden wel zoveel mogelijk door ambtelijk personeel bezet.

Materiële kosten

De materiele kosten DICTU hebben betrekking op de kosten van kantoorautomatisering (werkplekken), huisvesting, opdrachten in de markt uitgezet en directe doorbelastingen aan opdrachtgevers.

  • Onder de ICT-kosten apparaat zijn begrepen het materieel deel van de kosten werkplekken (€ 20,6 mln) en de kosten van diverse contracten op het gebied van beheer en onderhoud infrasystemen (€ 15,0 mln).

  • Onder bijdrage SSO is begrepen de bijdrage huisvestingkosten € 3,5 mln en de bijdrage aan P-direkt (€ 0,15 mln).

Het overige deel van de materiele kosten (€ 26,7 mln) houdt met name verband met de ICT die ingezet wordt ter ondersteuning van het primair proces en directe doorbelastingen aan opdrachtgevers.

Rentelasten

De rentelasten hebben betrekking op de financiering van de vaste activa via leningen.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten worden begroot op € 13,9 mln, onderverdeeld in € 5,4 mln voor immateriële vaste activa en € 8,5 mln voor materiële vaste activa. Onder ICT apparaat is begrepen de afschrijving op hardware.

De afschrijvingen vinden lineair plaats en zijn gebaseerd op de historische aanschafwaarde. Afschrijvingstermijnen variëren tussen de 4 en 5 jaar afhankelijk van de activa categorie. De stijging in de afschrijvingskosten ten opzichte van 2012 is toe te schrijven aan de overname van de werkplekken en het infrabeheer van voormalig EZ.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
   

2011 Slotwet

2012

vastgestelde

begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2013 depositorekeningen

1 120

4 846

0

0

0

0

0

2.

Totaal operationele kasstroom

17 383

3 742

10 387

10 387

10 387

10 387

10 387

 

–/– totaal investeringen

– 15 188

– 8 588

– 10 387

– 10 387

– 10 387

– 10 387

– 10 387

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

 

0

         

3.

Totaal investeringskasstroom

– 15 188

– 8 588

– 10 387

– 10 387

– 10 387

– 10 387

– 10 387

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

 

0

         
 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

 

0

         
 

–/– aflossingen op leningen

– 8 396

– 8 588

– 10 387

– 10 387

– 10 387

– 10 387

– 10 387

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

9 927

8 588

10 387

10 387

10 387

10 387

10 387

4.

Totaal financieringskasstroom

1 531

0

0

0

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december 2013 stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

4 846

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

De voor 2013 geraamde investeringen (€ 10,4 mln) hebben voornamelijk betrekking op investeringen in het ICT-domein. Met name infrastructuur (€ 5 mln) en vernieuwing generieke applicaties (5 mln).

Financieringskasstroom

De aflossing op de leningen is gelijk aan de afschrijvingen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren voor het jaar 2013

Omschrijving

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1. Kostprijzen per

product (groep)

             

a. Basistarief werkplek (gemiddeld p. st. x €)

2 420

2 337

1 610

1 610

1 610

1 610

1 610

b. Aantal Werkplekken

8 900

9 325

13 509

13 509

13 509

13 509

13 509

c. Infrastructuur (x € 1 000)

21 214

20 884

23 600

23 600

23 600

23 600

23 600

d. Productieve uren (norm 85% 2013 e.v.)

640 000 (82%)

654 000

(77,5 %)

793 367

(85,0%)

793 367

(85,0%)

793 367

(85,0%)

793 367

(85,0%)

793 367

(85,0%)

2. Tarieven/uur

             

a. Senior medew. (ontwikkeling)

133

133

105

105

105

105

105

b. Medior medew. (bouw)

108

108

90

90

90

90

90

c. Junior medew. (test en beheer)

98

98

80

80

80

80

80

3. Omzet per prod.groep (pxq)

             

A. Werkplekservices

23 286

21 792

29 700

29 700

29 700

29 700

29 700

B. Infrastructuur

22 313

20 884

23 600

23 600

23 600

23 600

23 600

C. Applicatieservices incl. outsourcing

18 352

21 680

12 350

12 350

12 350

12 350

12 350

D. Ontwikkeling incl. detachering

30 548

35 555

36 800

34 910

34 910

34 910

34 910

E. Overige omzet

17 332

11 323

33 534

33 924

33 324

32 054

31 794

Totaal

111 831

111 296

135 984

134 484

133 884

133 614

133 354

4. gem. bezetting FTE-totaal (excl. externe inhuur)

275

225

314

314

314

314

314

5. Saldo baten en lasten

0,3%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Toelichting

  • 1. kostprijzen en productgroepen

    De ontwikkeling van de cijfers houdt een direct verband met de fusie EL&I. DICTU beheert nu alle werkplekken en infra voor heel EL&I.

  • 2. Tarieven per uur

    Eind 2011 is besloten tot een herziening van de kostprijssystematiek bij DICTU. De opslag voor overhead en kwaliteitsborging die in de tarieven zat is hieruit gehaald. Dat verklaart de daling van de uurtarieven. De kosten voor overhead en kwaliteitsborging worden in het vervolg apart in rekening gebracht als overige omzet.

  • 3. Omzet per productgroep

    De stijging van werkplekservice en infrastructuur wordt verklaard door de overname van deze taken van voormalig EZ-diensten. Daarnaast is sprake van een verschuiving van producten naar overige omzet als gevolg van het herziene kostprijsmodel DICTU (zie onderdeel 2).

  • 4. Gemiddelde bezetting

    De ontwikkeling van het aantal fte’s ambtelijk hangt grotendeels samen met de overname van taken van voormalig EZ-diensten. Hier staat een vergelijkbare daling bij deze diensten tegenover.

Kwaliteitsindicatoren

In onderstaande tabel is het overzicht van de kwaliteitsindicatoren opgenomen.

Omschrijving

2011

Slotwet

2012

Vastgestelde

Begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Kwaliteitsindicatoren

             

A. Beschikbaarheid

 

98 %

98 %

98 %

98 %

98 %

98 %

B. Afhandelsnelheid

 

85 %

85 %

85 %

85 %

85 %

85 %

Toelichting

A. Beschikbaarheid

Het beschikbaarheidpercentage is het percentage van de tijd dat de applicatie voor de klant in de openingstijden benaderbaar is. Bij de opdracht verlening zijn met de verschillende opdrachtgevers van DICTU afspraken gemaakt over het beschikbaarheidniveau. Deze afspraken worden vastgelegd in het Service Level Agreement met de klant. Waarna maandelijks gerapporteerd wordt aan de klant.

B. Afhandelsnelheid

Het streven is dat 85% van de meldingen door de gebruikers binnen de geldende normtijden worden opgelost. De geldende normtijden zijn vastgelegd in het Service Level Agreement met de klant. 100% wordt op dit moment niet gehaald, omdat DICTU op onderdelen afhankelijk is van externe servicedesks. Om de betrouwbaarheid naar de toekomst te verbeteren, overweegt DICTU om weer te gaan werken met één interne servicedesk.

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Profiel

Dienst Landelijk Gebied (DLG) werkt vandaag aan het landschap van morgen. Als publieke organisatie met kennis van het landelijk gebied, zorgt DLG dat beleid wordt uitgevoerd. Wonen, werken en recreëren in een mooi en duurzaam ingericht Nederland. Met waardevolle natuur, ruimte voor water en gezonde landbouw. Daar zet DLG zich voor in, samen met bewoners, overheden en belanghebbenden. Van ontwerp tot realisatie.

Al meer dan 75 jaar draagt DLG bij aan het realiseren van samenhang en ontwikkeling in het landelijk gebied. Dat doet DLG in projecten voor bestuurlijke opdrachtgevers van alle overheden: provincies, Rijk, waterschappen en gemeenten.

Wie in het landelijk gebied loopt, fietst, vaart of rijdt, komt al snel terecht in een van de projecten waar DLG bij betrokken is. In veel gevallen gaat het om integrale gebiedsontwikkeling, waarbij ecologische, economische en sociale functies zo veel mogelijk worden gecombineerd. Bijvoorbeeld de combinatie van rendabele landbouw met agrarisch natuurbeheer.

Door doelen te koppelen, kunnen deze in veel gevallen goedkoper, sneller, slimmer en duurzamer worden gerealiseerd. Dat doet DLG in opdracht van en samen met overheden, bewoners, bedrijfsleven en andere belanghebbenden. Want alleen door verbindingen te leggen en binnen gebieden samen op te trekken, kunnen breed gedragen oplossingen van de grond komen die ook echt kans van slagen hebben.

Begroting van baten-lastendienst voor het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

107 432

85 900

71 428

57 217

50 796

48 696

46 600

Bijzondere bijdrage moederdepartement

7 000

0

0

0

0

0

0

Omzet overige departementen

10 347

5 791

11 876

10 721

10 733

10 737

11 755

Omzet derden

11 603

14 205

11 876

10 721

10 733

10 737

11 755

Rentebaten

14

50

50

50

50

50

50

Vrijval voorzieningen

104

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

136 500

105 946

95 230

78 710

72 312

70 219

70 160

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

79 830

73 232

61 700

49 520

43 886

42 629

42 594

– waarvan eigen personeel

78 724

72 732

61 200

49 020

43 386

42 129

42 094

– waarvan externe inhuur

1 028

500

500

500

500

500

500

materiële kosten

36 598

33 094

29 360

27 660

27 026

26 240

26 217

– waarvan apparaat ICT

38

50

50

50

50

50

50

– waarvan bijdrage aan SSO’s

6 730

6 996

8 330

7 478

6 903

6 592

6 504

Rentelasten

348

420

170

130

100

100

100

Afschrijvingskosten

             

materieel

1 267

1 200

1 000

1 000

1 000

1 000

1 00

– waarvan apparaat ICT

   

0

0

0

0

0

immaterieel

2 625

1 000

500

400

300

250

250

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

15 374

0

0

0

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

136 042

108 946

92 730

78 710

72 312

70 219

70 160

               

Saldo van baten en lasten

458

– 3 000

2 500

0

0

0

0

Algemene toelichting

De opbrengsten van EL&I nemen in 2013 met € 14,5 mln af. Desondanks kan DLG bij een – aan 2012 – gelijk tarief van € 108,50 een positief resultaat boeken van € 2,5 mln.

DLG realiseert in 2013 € 23,7 mln van zijn omzet uit opdrachten van andere departementen en derden. Dit is een zeer ambitieuze doelstelling in relatie tot de € 17,9 mln (exclusief additionele opbrengsten) die DLG in 2011 heeft omgezet. In 2011 had DLG te kampen met vraaguitval op de opdrachten voor derden, waaronder provincies, gemeenten en waterschappen. Dit werd met name veroorzaakt doordat er in de loop van 2011 nog afspraken moesten worden gemaakt tussen Rijk en provincies over de decentralisatie van het natuurbeleid en herijking van de EHS. Provincies hebben in afwachting van de besluitvorming hierover minder opdrachten aan DLG verstrekt.

DLG streeft er naar om de komende jaren het tarief gelijk te houden aan het huidige tarief van € 108,50. In de meerjarenbegroting is DLG uitgegaan van een loonstijging van 0% en een prijsstijging van 2,5%. De omzet is berekend op basis van de beschikbare middelen op de EL&I begroting en een inschatting van de urenportefeuille voor betaalde opdrachten. De omzet is berekend op het aantal uren maal gemiddeld tarief van € 108,50.

Baten

De omzet van het moederdepartement zijn gebaseerd op de door EL&I gestelde kaders die voor DLG – na invulling van de taakstelling van het kabinet Rutte – in 2013 en verder resteren.

De begrote omzet overige departementen bestaat hoofdzakelijk uit een bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De omzet derden betreffen met name bijdragen provincies, gemeenten en waterschappen en ZBO’s. De opbrengsten zijn gebaseerd op de prognose van uren die DLG de komende jaren verwacht te kunnen maken voor overige departementen en derden.

Rentebaten

DLG ontvangt rente op het saldo rekening-courant gelijk aan de Euribor minus 1%. Momenteel schommelt de stand van de Euribor nog steeds om en rond de 1%. DLG verwacht maximaal € 50 000 aan rentebaten te realiseren.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten voor 2013 zijn gebaseerd op een gemiddelde bezetting van 900 fte. De gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 68 000. In de begroting is uitgegaan van een loonstijging van 0%.

DLG heeft de afgelopen jaren de kosten op externe inhuur fors weten te verlagen. Voor 2013 wordt uitgegaan van € 0,5 mln aan kosten ten behoeve van inhuur. De inhuur bedraagt minder dan 1% van de totale begrote salariskosten. De gemiddelde loonsom per externe fte bedraagt gemiddeld € 100 000.

Materiële kosten

De materiële kosten nemen ten opzichte van de begroting van 2012 af als gevolg van de afstoot van huisvesting en lagere fte gerelateerde kosten, waaronder bureaukosten en opleidingskosten. De materiële kosten bestaan voor ruim € 10 mln uit huisvestingskosten en huisvestingsgerelateerde kosten, zoals servicekosten en beveiliging.

De kosten voor de Shared Service Centers (SSO’s) hebben betrekking op het beheer van ICT € 7,8 mln en het Personeelservice Center € 0,5 mln. Voor personeelsgerelateerde kosten is € 3 mln begroot voor reiskosten en € 2 mln voor kantoor- en opleidingskosten.

Rentelasten

De rentelasten zijn gebaseerd op de uitstaande en nog af te roepen leningen ter financiering van investeringen in materiële en immateriële vaste activa. DLG heeft de afgelopen jaren de investeringen teruggebracht waardoor minder leningen nodig zijn en de rentelasten na 2012 afnemen. In 2013 heeft DLG minder dan € 7,0 mln aan kort- en langlopende leningen open staan. De gemiddelde rentepercentages van de leningen liggen tussen 2,81% en 3,77%.

Afschrijvingskosten

De investeringen in inventaris en verbouwingen nemen af waardoor ook de afschrijvingskosten op materiële vaste activa afnemen tot € 1,0 mln per jaar.

De afgelopen jaren zijn een aantal afwaarderingen op de immateriële vaste activa doorgevoerd en de investeringen in systeemvernieuwing gemaximeerd tot € 1,0 mln waardoor de afschrijvingskosten neerwaarts voor 2013 kunnen worden bijgesteld naar € 0,5 mln per jaar.

De (im)materiële vaste activa worden als volgt afgeschreven:

  • Computer software 4 jaar;

  • Overige immateriële vaste activa 4 jaar;

  • Installaties en verbouwingen 10 jaar;

  • Inventaris 7 jaar;

  • Vervoermiddelen 5 jaar;

  • Overige materiële vaste activa 3 jaar.

Dotaties aan voorzieningen

DLG heeft de afgelopen jaren een aanzienlijk deel van haar omzet (circa 25%) uit opdrachten voor andere departementen en derden gerealiseerd. Het Organisatiebesluit gaat uit van de plaatsing van 1 000 fte in september 2012. Voor 2013 verwacht DLG voor 900 fte aan opdrachten te realiseren. Het is mogelijk dat DLG bij onvoldoende afloop van het aantal fte een nieuwe dotatie aan de reorganisatievoorziening moet treffen.

Saldo van baten en lasten

DLG verwacht dat het in 2013 met een tarief van € 108,50 een positief resultaat van € 2,5 mln kan realiseren. Dit resultaat wil DLG inzetten om een eventueel aanhoudende vraaguitval in de opdrachten voor derden op te vangen. Een aanhoudende vraaguitval leidt tot minder omzet en als gevolg daarvan mogelijk tot een nieuwe dotatie aan de reorganisatievoorziening. DLG zal het positief resultaat benutten om een deel van een nieuwe dotatie aan de voorziening te bekostigen.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
   

2011 Slotwet

2012

vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2013 depositorekeningen

8 824

10 299

10 383

10 378

10 485

10 550

10 770

2.

Totaal operationele kasstroom

19 780

2 200

1 500

1 400

1 300

1 250

1 250

 

–/– totaal investeringen

840

1 575

2 140

2 190

2 190

2 190

2 190

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

169

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 672

– 1 575

– 2 140

– 2 190

– 2 190

– 2 190

– 2 190

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

3 333

2 116

1 505

1 293

1 235

1 030

985

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

2 776

1 575

2 140

2 190

2 190

2 190

2 190

4.

Totaal financieringskasstroom

– 557

– 541

635

897

955

1 160

1 205

5.

Rekening courant RHB 31 december 2013 stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

(*noot: maximale roodstand € 0,5 mln)

27 376

10 383

10 378

10 485

10 550

10 770

11 035

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

De komende jaren investeert DLG hoofdzakelijk nog in de vervanging en verbetering van bestaande bedrijfssystemen, kantoorlocaties en vervoersmiddelen.

Financieringskasstroom

De aflossing op de leenfaciliteit neemt als gevolg van de lagere investeringen snel af. Het beroep op de leenfaciliteit is gelijk gesteld aan de investeringsbegroting en conform het toegestane leenplafond. DLG streeft er naar in de toekomst het beroep op de leenfaciliteit te beperken en waar mogelijk investeringen zelf te financieren.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren voor het jaar 2013

Omschrijving generieke deel

2011

Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Kostprijzen per product (groep)

             

Tarieven

             

Tarieven/uur

€ 103,39

€ 108,50

€ 108,50

€ 108,50

€ 108,50

€ 108,50

€ 108,50

Index in reële termen t.o.v. 2012 (2012 = 100)

95

100

99

98

98

97

96

Omzet* per produktgroep (€ x mln)

             

* excl. additionele opbrengsten

             

Verwerving en vervreemding grond

15,9

13,8

12,4

10,3

9,4

9,2

9,2

Exploitatie grond

1,1

1,0

0,9

0,7

0,7

0,7

0,7

Planvorming

17,9

15,6

14,0

11,6

10,6

10,3

10,3

Planuitvoering

40,9

35,6

32,0

26,4

24,3

23,6

23,6

Adviezen aanvragen

3,3

2,9

2,6

2,2

2,0

1,9

1,9

Uitvoeren subsidie regelingen

12,0

10,5

9,4

7,8

7,1

6,9

6,9

Adviezen algemeen en beleid

29,7

25,8

23,2

19,2

17,6

17,1

17,1

Informatieverstrekking

0,8

0,7

0,6

0,5

0,5

0,5

0,5

Totaal

121,8

105,9

95,2

78,7

72,3

70,2

70,1

FTE

             

Fte–totaal (excl. externe inhuur)

1 117

1 115

900

721

638

620

619

Personeelskosten per fte

66 000

68 000

68 000

68 000

68 000

68 000

68 000

Verhoudingen direct/indirect (excl. externe inhuur)

69,5/30,5

70,5/29,5

76,6/23,4

79,0/21,0

82,0/18,0

82,0/18,0

82,0/18,0

Saldo van baten en lasten

             

Saldo van baten en lasten (% van totale baten)

0,3%

– 2,8%

2,6%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Kwaliteit

             

Klanttevredenheid

PM

7,3

     

Toelichting

  • Tarieven: de referentie voor de index is het uurtarief 2012 (€ 108,50). De reële tariefontwikkeling is de absolute tariefontwikkeling, gecorrigeerd voor autonome loon- en prijsontwikkeling (op basis van CPB-indexcijfers voor prijs (IMOC) en loonvoet sector overheid). De tarieven voor 2013 dalen reëel ten opzichte van 2012.

  • Omzet per productgroep: De omzet per productgroep is de omzet (exclusief. additionele opbrengsten) toegerekend naar het aandeel facturabele uren per product.

  • FTE-totaal (exclusief. externe inhuur): Geeft het aantal fte weer dat DLG ultimo boekjaar (t) in dienst heeft.

  • Personeelskosten per fte: De salariskosten per fte.

  • Verhouding direct/indirect (exclusief. Externe inhuur): Dit geeft de verhouding aan tussen facturabele en niet facturabele uren per fte (overhead) bij DLG.

  • Saldo van baten en lasten (%): Geeft de verhouding (in %) weer van de totale lasten gedeeld door de totale baten per boekjaar (t).

  • Klanttevredenheid: De klanttevredenheid wordt eenmaal per twee jaar door een onafhankelijk bureau gemeten onder opdrachtgevers en stakeholders van DLG. DLG heeft in 2010 het cijfer 6,9 gekregen van de stakeholders. Voor 2013 streeft het naar een 7,3.

Dienst Regelingen (DR)

Profiel

Dienst Regelingen (DR) vormt samen met AgentschapNL (AgNL) binnen EL&I het Directoraat-Generaal Uitvoering (DGU). Dienst Regelingen is uitvoerder van met name landbouw- en natuurregelingen. EL&I is de belangrijkste opdrachtgever van DR. Daarnaast streeft DR er actief naar om met haar expertise op het gebied van de uitvoering van «Europese regelingen» en als facilitair bedrijf bij crises, ook andere (overheids)opdrachten te verwerven. DR wil daarbij partner zijn voor opdrachtgevers vanuit een transparante en zakelijke verhouding. De opdrachten van DR betreffen met name:

  • De uitvoering van EU-regelingen, verordeningen en verplichtingen;

  • Identificatie en Registratie van dieren, percelen en bedrijven;

  • Vergunningen en ontheffingen;

  • Subsidieregelingen en financieringsregelingen;

  • Het plattelandsontwikkelingsbeleid;

  • Het mestbeleid;

  • De crisisbestrijding.

Enerzijds gaat het om het uitvoeren van subsidieregelingen (bijvoorbeeld de Bedrijfstoeslagregeling), waarbij de subsidieverkrijger «direct voordeel» heeft bij de uitvoering. Anderzijds betreft het de uitvoering van «regulerende regelingen» (bijvoorbeeld in het mestbeleid, dat gericht is op het bereiken van milieudoelstellingen). Doelgroepen zijn met name agrarische ondernemers, maar ook natuurbeschermingsorganisaties.

Uitgangspunten voor de begroting:

  • De taakstellingen vanuit het kabinet Rutte zijn verwerkt in de begroting.

  • De kosten die samenhangen met de stelselwijzigingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het mestbeleid zijn nog niet verwerkt. Gelet op de stand van zaken besluitvorming is dit prematuur.

Begroting van baten en lastendienst voor het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vast-gestelde begroting1

20132

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

156 171

112 586

127 531

120 977

113 522

108 742

107 742

Omzet overige departementen

2 003

2 983

2 100

2 100

2 100

2 100

2 100

Omzet derden

15 002

19 882

15 000

15 000

15 000

15 000

15 000

Rentebaten

38

50

10

10

10

10

10

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

173 214

135 501

144 641

138 087

130 632

125 852

124 852

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

100 555

65 449

71 012

71 985

69 120

67 833

67 833

– waarvan eigen personeel

   

63 590

62 597

61 934

61 934

61 934

– waarvan externe inhuur

28 468

 

7 422

9 388

7 186

5 899

5 899

materiele kosten

56 488

57 535

60 104

55 216

50 667

46 435

47 567

– waarvan apparaat ICT

   

0

0

0

0

0

– waarvan bijdrage aan SSO’s

   

39 631

37 649

35 767

33 979

32 280

Rentelasten

949

562

589

561

512

434

312

Afschrijvingskosten

             

materieel

509

492

446

399

352

261

140

– waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

immaterieel

14 105

11 463

12 490

9 926

9 981

10 889

9 000

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

172 606

135 501

144 641

138 087

130 632

125 852

124 852

               

Saldo van baten en lasten

608

0

0

0

0

0

0

1

Vanwege de vorming van EL&I is de omzet voor het voormalige Ministerie van EZ ook onder de omzet moederdepartement meegenomen. Dit is zowel voor 2011 als de begroting 2012 en verder gedaan.

2

De omzet moederdepartement 2013 is inclusief € 10 mln uitvoeringskosten SNL.

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is gebaseerd op de reguliere opdracht, na correctie voor de taakstelling Rutte en de besparing als gevolg van het bedrijfsplan Dienst Regelingen. De mate waarin deze besparingen gerealiseerd kunnen worden, is voor een deel afhankelijk van te nemen beleidsmatige besluiten, zoals het vereenvoudigingen van de SNL en het op termijn volledig digitaliseren van het aanvraag- en uitvoeringsproces. Het definitieve opdrachtenpakket zal in het najaar van 2012 aan DR verstrekt worden.

De drie grootste clusters van regelingen die DR in opdracht van het moederdepartement uitvoert zijn het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), het mestbeleid en het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL). In de paragraaf over de doelmatigheid van DR worden de uitvoeringskosten hiervan nader toegelicht. Daarnaast worden nog diverse kleinere regelingen uitgevoerd, zoals de regelingen die onder de Regeling Landbouwsubsidies (RLS) vallen.

De komende jaren zullen het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het mestbeleid een herziening ondergaan. De impact van deze ontwikkelingen voor de uitvoering kan gelet op de status van de besluitvorming nog niet meegenomen worden in deze begroting.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op de uitvoering van regelingen in opdracht van onder meer de Ministeries van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Omzet derden

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Leges I&R

7 004

7 300

7 054

7 981

7 551

7 551

7 551

Overige opbrengsten

7 998

12 582

7 946

7 019

7 449

7 449

7 449

Totaal omzet derden

15 002

19 882

15 000

15 000

15 000

15 000

15 000

Deze omzet betreft de heffingen, leges, registratievergoedingen en andere bijdragen voor uitvoeringskosten van DR alsmede de opdrachten die worden uitgevoerd voor lagere overheden.

Rentebaten

Gelet op de huidige en verwachte rentepercentages voor deposito’s en de beperkte overtollige liquiditeiten zullen de rentebaten beperkt blijven tot € 10 000.

Lasten

Personele kosten

Bij de berekening van de personele kosten 2013 is uitgegaan van 960 fte aan ambtelijk personeel en een beperkte flexibele schil (uitzendkrachten) voor piekwerkzaamheden. Daarnaast is de mate waarin DR een beroep doet op uitzendkrachten is afhankelijk van de opdracht die jaarlijks aan DR wordt verstrekt.

De gemiddelde loonkosten per fte bedragen voor 2013 € 66 240 voor ambtelijk personeel en € 74 660 voor niet-ambtelijk personeel (uitzendkrachten).

Materiële kosten

De post materiële kosten omvat onder andere kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van regelingen, huisvestingkosten en automatisering. Verschillende diensten worden afgenomen via Shared Service Organisaties (SSO’s), namelijk:

  • € 32,8 mln bijdrage DICTU

DICTU is de ICT-leverancier binnen EL&I. DR neemt via DICTU diensten af als kantoorautomatisering, infrabeheer, applicatiebeheer en ontwikkeling. Beheer en ontwikkeling hebben met name betrekking op ICT die gebruikt wordt in het primair proces.

  • € 6,7 mln bijdrage RGD (huurkosten)

  • € 0,15 mln bijdrage P-direkt

Rentelasten

De rentelasten, € 0,6 mln, vloeien voort uit het beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor de financiering van investeringen in vaste activa.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn begroot op € 12,9 mln. Hiervan heeft € 12,5 mln betrekking op immateriële vaste activa (applicaties en software ten behoeve van uitvoer van regelingen) en € 0,4 mln op materiële vaste activa. De afschrijvingen vinden lineair plaats en zijn gebaseerd op de historische aanschafwaarde. Voor de toekomstige afschrijvingskosten is aangesloten op de investeringen zoals deze bij de aanvraag leenfaciliteit is aangegeven.

De (im)materiële vaste activa worden als volgt afgeschreven:

  • Verbouwingen 10 jaar;

  • Inventaris en installaties 7 jaar;

  • Vervoermiddelen 5 jaar;

  • Computer Hardware 4 jaar;

  • Software 4 jaar.

Saldo van baten en lasten

In de begrotingssystematiek is kostendekkendheid het uitgangspunt. Het resultaat wordt daarom standaard op nul geraamd.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2013

Bedragen x € 1 000)
   

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2013 depositorekeningen

15 726

16 712

6 263

5 965

4 541

3 946

2 812

2.

Totaal operationele kasstroom

2 247

11 955

12 936

10 325

10 333

11 150

9 140

 

–/– totaal investeringen

–3 892

– 12 500

– 11 500

– 9 500

– 7 500

– 7 500

– 7 500

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

22

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 3 870

– 12 500

– 11 500

– 9 500

– 7 500

– 7 500

– 7 500

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

– 9 786

– 9 985

– 10 234

– 7 249

– 8 428

– 8 784

– 5 698

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

3 000

8 500

8 500

5 000

5 000

4 000

2 000

4.

Totaal financieringskasstroom

– 6 786

– 1 485

– 1 734

– 2 249

– 3 428

– 4 784

– 3 698

5.

Rekening courant RHB 31 december 2013 stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

(*noot: maximale roodstand € 0,5 mln)

7 317

14 682

5 965

4 541

3 946

2 812

754

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling.

Toelichting

De eindstand realisatie rekening-courant RHB 2011 en de beginstand vastgestelde begroting rekening courant RHB 2012 enerzijds en de eindstand vastgestelde begroting rekening courant RHB 2012 en de beginstand vastgestelde begroting rekening courant 2013 sluiten vanwege verschillen tussen begroting en realisatie en de verschillende momenten van opstellen van de begrote cijfers niet op elkaar aan.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in voorzieningen en werkkapitaal. Er is in dit kasstroomoverzicht rekening gehouden met een meerjarig sluitende begroting.

Investeringskasstroom

De investeringen voor 2013 betreffen voor het gehele bedrag, € 11,5 mln, investeringen in ICT-systemen ten behoeve van de uitvoer van regelingen. De verwachting is dat de investeringen de komende jaren zullen dalen. In dit kasstroomoverzicht is ervan uitgegaan dat de investeringen niet volledig door de leenfaciliteit gefinancierd zullen worden.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren voor het jaar 2013

 

2011 Slotwet

2012 vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Doelmatigheidsindicatoren

             

Tarieven/uur

             

Index ten opzichte van 2012 (2012 = 100)1

96,1

100

100

100

100

100

100

Omzet per productgroep (x € 1 000)2

             

Omzet GLB

42 229

38 000

36 000

35 000

34 000

34 000

34 000

Omzet SNL

38 245

32 000

30 031

33 000

31 000

29 000

29 000

Omzet NMB

16 801

17 000

16 000

18 000

18 000

18 000

18 000

FTE-totaal3

             

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

976,2

986

960

945

935

935

935

Saldo van baten en lasten

             

Saldo van baten en lasten

0,4%

0

0

0

0

0

0

Productiviteit4

             

Facturabiliteit

76,1%

78%

78%

79%

80%

80%

80%

Overzicht kwaliteitsindicatoren

             

Gegrond verklaarde bezwaarschriften (%)5

51%

25%

25%

25%

25%

25%

25%

Aandeel digitaal verwerkte aanvragen DR6

90%

90%

95%

97%

99%

99%

99%

Betaalschema BTR7

81%

80%

85%

85%

85%

85%

85%

Klanttevredenheid begunstigden DR

6,3

7

7

7

7

7

7

1

De tariefontwikkeling is gerelateerd aan het basisjaar 2012. Voor 2013 e.v. werken DR en Agentschap NL stapsgewijs toe naar een meer uniforme tariefsystematiek. Daarom is meerjarig de tariefontwikkeling op 100 gezet.

2

In het meerjarig beeld is geen rekening gehouden met de wijzigingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het mestbeleid per 2013/2014. Voor de omzet per productgroep is ervoor gekozen om de drie grootste productgroepen/opdrachtenclusters weer te geven. Deze tellen op tot circa 60% van de omzet omzet moederdepartement.

3

De ontwikkeling van het aantal ambtelijke fte is afhankelijk van de ontwikkeling in het opdrachtenpakket van DR.

4

Dit betreft de verhouding tussen declarabele uren en beschikbare bruto productieve uren. Hoe hoger de facturabiliteit van de uren, hoe gunstiger dit is voor het tarief.

5

Deze indicator betreft de gegrond verklaarde bezwaarschriften afgezet tegen het totaal aantal bezwaarschriften.

6

DR wil de dienstverlening naar de doelgroep optimaliseren door zoveel mogelijk informatie digitaal uit te wisselen. Dit zorgt voor lagere administratieve lasten en minder fouten. De indicator heeft betrekking op de aanvragen die binnen GDI worden ingewonnen.

7

Uitbetaling van de BTR vindt plaats binnen de vastgestelde EU–regelgeving. Betaling van de BTR vindt uiterlijk 1 juni van het opvolgende jaar plaats. Deze indicator geeft het uitbetalingspercentage weer op 31 december van het begrotingsjaar.

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

Profiel

De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) bewaakt de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten, de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en handhaaft de natuurwetgeving en levert een positieve bijdrage aan de exportpositie van Nederlandse bedrijfsleven. In lijn met deze missie wordt in het Meerjarenbedrijfsplan Handhaving de handhavingstrategie geformuleerd. Met haar strategie wil de NVWA de (vrijwillige) nakoming van wet- en regelgeving bevorderen. Uitgangspunten daarbij zijn de kernwaarden risicogericht, kennisgedreven, samenwerkend en beïnvloedend.

Begroting van baten-lastendienst voor het jaar 2013

Bedragen x € 1 000
 

2011 Slotwet

2012 vastge- stelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

132 073

94 314

95 106

86 394

83 061

82 286

81 515

Omzet overige departementen

73 424

71 831

66 837

62 049

59 314

58 630

57 947

Omzet DGF

680

500

500

500

500

500

500

Omzet derden

61 908

62 800

61 500

63 500

64 500

64 500

64 500

Bijzondere bijdrage moederdepartement

22 500

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

6

100

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

6 318

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Overige baten

7 296

3 000

4 000

5 000

5 000

5 000

5 000

Totaal baten

304 205

232 545

227 943

217 443

212 375

210 916

209 462

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

198 416

149 339

149 674

147 773

144 890

143 456

142 072

– waarvan eigen personeel

173 583

141 839

140 814

141 913

139 030

137 596

136 212

– waarvan externe inhuur

17 589

7 500

8 860

5 860

5 860

5 860

5 860

materiele kosten

72 084

66 854

66 019

57 707

55 713

55 772

55 785

– waarvan apparaat ICT

             

– waarvan bijdrage aan SSO’s

42 207

27 600

31 787

30 697

28 393

28 877

29 067

Rentelasten

976

1 343

750

763

772

888

805

Afschrijvingskosten

             

materieel

5 820

6 821

5 214

5 240

5 456

5 283

5 137

– waarvan apparaat ICT

 

 

 

 

 

 

 

immaterieel

3 974

7 688

5 786

5 460

5 044

5 017

5 163

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

22 675

500

500

500

500

500

500

– bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

303 945

232 545

227 943

217 443

212 375

210 916

209 462

               

Saldo van baten en lasten

259

0

0

0

0

0

0

Baten

Omzet moederdepartement

Bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Toezicht

57 170

57 698

49 459

46 182

45 264

44 351

Inlichtingen & opsporing

10 536

10 536

10 536

10 536

10 536

10 536

Klantinteractie & dienstverlening

6 512

6 512

6 512

6 512

6 512

6 512

Advies & vertegenwoordiging

6 935

6 935

6 935

6 935

6 935

6 935

Incident- & crisismanagement

4 082

4 082

4 082

4 082

4 082

4 082

Laboratoriumonderzoek

2 825

2 851

2 444

2 282

2 237

2 191

Kennis & Expertise

3 408

3 408

3 408

3 408

3 408

3 408

Communicatie

867

1 086

1 306

1 525

1 745

1 964

Extern geoormerkt budget

1 979

1 997

1 712

1 598

1 567

1 535

Totaal

94 314

95 106

86 394

83 061

82 286

81 515

De post omzet moederdepartement is gerelateerd aan de opbrengsten voortvloeiend uit het opdrachtenpakket dat met het moederdepartement is afgesproken. De meerjarenbegroting laat een daling zien als gevolg van de invulling van de taakstelling. De daling in de bijdrage van het moederdepartement verloopt echter sneller dan mogelijk is om op te vangen door vernieuwing en innovatie van (Europese) regelgeving en toezicht. Deze verlaging van de budgetten brengt mogelijk risico’s voor het niveau van toezicht met zich mee. Het moederdepartement is hierover in overleg met de NVWA.

Omzet overige departementen

Bedragen x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Toezicht

38 255

34 870

31 621

29 732

29 202

28 673

Inlichtingen & opsporing

609

609

609

609

609

609

Klantinteractie & dienstverlening

5 431

5 431

5 431

5 431

5 431

5 431

Advies & vertegenwoordiging

1 486

1 486

1 486

1 486

1 486

1 486

Incident- & crisismanagement

1 026

1 026

1 026

1 026

1 026

1 026

Laboratoriumonderzoek

11 734

10 696

9 699

9 120

8 957

8 795

Kennis & Expertise

5 083

5 083

5 083

5 083

5 083

5 083

Communicatie

457

573

689

805

920

1 036

Extern geoormerkt budget

7 750

7 064

6 406

6 023

5 916

5 809

Totaal

71 831

66 837

62 049

59 314

58 630

57 947

De omzet overige departementen bestaat uit de bijdrage van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). Ook hier laat de meerjarenbegroting een daling zien als gevolg van de invulling van de taakstellingen. En ook hier geldt dat de daling in de bijdrage van de overige departementen sneller verloopt dan mogelijk is om op te vangen door vernieuwing en innovatie van (Europese) regelgeving en toezicht. Ook deze verlaging van de budgetten brengt mogelijk risico’s voor het niveau van toezicht met zich mee. VWS is hierover in overleg met de NVWA.

Omzet derden

De omzet derden betreft de retributies die het bedrijfsleven betaalt voor de diensten die de NVWA ten behoeve van hen verricht. Het betreft bijvoorbeeld een retributie voor toezicht in de vorm van inspecties en keuringen bij import, slachthuizen export en voor residuencontroles. In de opbrengsten treden twee bewegingen op. Per saldo zullen de opbrengsten van de NVWA toenemen. De NVWA werkt aan de herziening van het retributiestelsel en de daaraan verbonden tarieven, wat zal betekenen dat meer activiteiten in rekening gebracht zullen worden. Daarentegen zorgen de implementatie van de plannen in verband met «Vermindering Regeldruk Vleesketen» en andere vernieuwingen ervoor dat er een vermindering van kosten voor het bedrijfsleven zal ontstaan en daarmee tot vermindering van de retributieopbrengsten.

Rentebaten

Als gevolg van de lage rentes op de rekeningcourantposities worden geen rentebaten opgenomen in de begroting.

Overige baten

De overige baten bestaan voornamelijk uit baten EU projecten. Het is de verwachting dat deze licht toenemen.

Lasten

Personele kosten

De verwachte gemiddelde bezetting voor 2013 is 2 290 fte, waarvan 2 140 fte ambtelijk personeel. Het verschil wordt in belangrijke mate gevormd door de inzet van ingehuurde dierenartsen (practitioners) bij werkzaamheden voor derden. Dit is een flexibele inzet om pieken en dalen in het werkaanbod op te vangen. De gemiddelde totale personeelskosten zijn € 65 500 per fte in 2013. De loonkosten per ambtelijke fte worden geraamd op € 66 000. De gemiddelde kosten voor niet-ambtelijk personeel zijn begroot op € 59 000 per fte. Het voor 2013 te hanteren percentage voor loonstijging is 0%. De personele kosten laten vanaf 2014 een daling zien door de reguliere uitstroom en een stijgend aantal medewerkers dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan onder andere uit de ICT-, huisvestingskosten en overige kosten. Voor Shared Service Organisaties (SSO) is € 31,8 mln aan kosten begroot. Dit betreft de bijdrage aan DICTU in het kader van ICT, huurkosten voor kantoorpanden en laboratoria aan de RGD en bijdragen aan P-direkt. De NVWA heeft geen panden in eigendom en huurt deze van de Rijksgebouwendienst. Het afstoten van overtollige panden als gevolg van de fusie tussen de AID, PD en nVWA verloopt moeizaam o.a. ten gevolge van de slechte marktsituatie voor kantoorruimte. Er wordt een plan van aanpak opgesteld om deze kosten terug te dringen.

Rentelasten

De rentelasten vloeien voort uit rente die betaald wordt voor leningen ten behoeve van investeringen. De rentepercentages variëren tussen 0,99% en 5,39%.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingslasten voor immateriële en materiële activa bedragen respectievelijk € 5,8 mln en € 5,2 mln De afschrijvingstermijnen immateriële activa bedragen voor:

  • Software 4 jaar;

  • Systeemontwikkeling 4 jaar.

De afschrijvingstermijnen voor materiële activa bedragen voor:

  • Investeringen in verbouwingen 10 jaar;

  • Inventaris en installaties 7 jaar;

  • Vervoermiddelen en overige transportmiddelen 5 jaar;

  • Overige materiële activa 4 jaar.

Dotaties aan voorzieningen

De dotatie aan voorzieningen hebben betrekking op de voorziening schadeclaims.

Saldo van baten en lasten

Vertraging in het realiseren van de fusie en tegenvallende mogelijkheden om de fusieopbrengsten te realiseren leiden mogelijk tot een negatief saldo in 2012. Daarbij verloopt de daling in de bijdrage van de departementen ten gevolge van de taakstelling Rutte sneller dan mogelijk is op te vangen door vernieuwing en innovatie van (Europese) regelgeving en toezicht. Beide ontwikkelingen zetten het saldo van baten en lasten vanaf 2013 verder onder druk waarbij zonder nadere maatregelen tekorten worden voorzien.

Om de budgettaire consequenties van beide ontwikkelingen op te vangen zijn de volgende acties in gang gezet: Ten aanzien van de tegenvallende mogelijkheden om de fusieopbrengsten te realiseren wordt een maatregelenplan gevormd (om besparingen te realiseren op het gebied van materiële en personele kosten). Ten aanzien van daling in de bijdrage van de departementen wordt door beide departementen onderzocht waar krimp in het opdrachtenpakket mogelijk is en waar niet. Over het resultaat van deze trajecten wordt de Tweede Kamer in het najaar van 2012 per brief geïnformeerd.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2013

(bedragen x € 1 000)
   

2011 Slotwet

2012 Vastgestelde begroting

2013

2014

2015

2016

2017

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2013 depositorekeningen

34 419

3 057

24 331

9 709

6 896

6 896

6 896

2.

Totaal operationele kasstroom

15 272

11 943

– 3 492

7 785

10 600

9 917

11 430

 

–/– totaal investeringen

– 15 025

– 11 681

– 11 010

– 9 110

– 9 110

– 9 110

– 9 110

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

2 823

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 12 202

– 11 681

– 11 010

– 9 110

– 9 110

– 9 110

– 9 110

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

– 10 123

– 10 426

– 11 130

– 10 598

– 10 600

– 9 917

– 11 430

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

11 065

11 681

11 010

9 110

9 110

9 110

9 110

4.

Totaal financieringskasstroom

942

1 255

– 120

– 1 488

– 1 490

– 807

– 2 320

5.

Rekening courant RHB 31 december 2013 stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (*noot: maximale roodstand € 0,5 mln)

38 431

4 574

9 709

6 896

6 896

6 896

6 896

Toelichting

Operationele kasstroom

Voor 2013 wordt naar verwachting in totaal € 14,6 mln aan de voorzieningen onttrokken, waarvan € 7,6 mln aan de voorziening leegstand gebouwen en € 7 mln aan de «Voorziening Reorganisatiekosten». De operationele kasstroom daalt in 2013 sterk door de onttrekking aan de voorziening.

Investeringskasstroom

De voor 2013 geraamde investeringen hebben betrekking op systeemontwikkeling voor € 4 mln, dienstauto’s voor € 5,4 mln en inventaris en laboratoriumapparatuur voor € 1,6 mln en een beperkt deel overige investeringen. Voor de aflossing aan het Ministerie van Financiën van de eerder gedane investeringen is een vergelijkbaar bedrag nodig. In 2014 dalen de investeringen. De daling wordt met name veroorzaakt door lagere investeringen in dienstauto’s.

Voor het dekken van de kosten voor herplaatsingskandidaten en de huurkosten voor leegstaande kantoorgebouwen worden de eerder gevormde voorzieningen aangesproken.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren voor het jaar 2013

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Gemiddelde Kostprijs (€/uur)

94,07

95,95

97,93

99,71

101,6

103,48

Tarieven

           

Index in reële termen t.o.v. 2012 (2012 = 100)

100

100

100

100

100

100

Omzet per productgroep (x € mln.)

           

Toezicht

145

141

131

127

125

124

Advies en Vertegenwoordiging

9

9

9

9

9

9

Klantinteractie en dienstverlening

18

18

18

18

18

18

Inlichtingen en opsporing

11

11

11

11

11

11

Incident en crisismanagement

6

6

6

6

6

6

Laboratoriumonderzoek

20

19

17

17

17

16

Kennis en expertise

10

10

10

10

10

10

Communicatie

1

2

2

2

3

3

FTE

           

Aantal FTE (excl. externe inhuur) 2

2 155

2 140

2 116

2 084

2 032

1962

Verhouding FTE direct/indirect (excl externe inhuur)

1 739/416

1 727/413

1 708/408

1 682/402

1 640/392

1 583/379

Personeelskosten per fte

70 000

70 000

70 000

70 000

70 000

70 000

Saldo van baten en lasten

           

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

0%

0%

0%

0%

0%

0%

Kwaliteit

           

Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen

95%

95%

95%

95%

95%

95%

Naamsbekendheid

           

– spontaan

20%

20%

20%

20%

20%

20%

– geholpen

80%

80%

80%

80%

80%

80%

De NVWA werkt hard aan de vernieuwing van het handhavingsbeleid. De effectiviteit van het toezicht wordt verhoogd en de toezichtslast voor bedrijven wordt verminderd, als zij goed presteren, door aan wet- en regelgeving te voldoen. Er kan daardoor een kleinere organisatie ontstaan. Er is meer, hoger opgeleid (hoger ingeschaald) personeel nodig en nieuwe systemen voor handhaving.

De vernieuwing van de handhaving leidt tot verschuivingen in de absolute en relatieve aandelen van de omzet per productgroep. De omzetten van de producten «Toezicht» en «Laboratoriumonderzoek» dalen. De andere stijgen relatief of absoluut. Per saldo gaat daardoor ook het aantal medewerkers bij de NVWA dalen. Deze daling wordt in belangrijke mate veroorzaakt door natuurlijk verloop.

De NVWA wil snel blijven reageren naar aanleiding van verzoeken, klachten en meldingen en wil 95 % binnen de behandeltermijn van 6 weken afhandelen. De NVWA wil de naamsbekendheid op hetzelfde niveau houden. Jaarlijks wordt gemeten hoe bekend de NVWA is bij de Nederlandse bevolking.

Licence